N°. 87 1917 Dinsdag 27 Maart. 104de jaargang. DE GELE AFGOD ~~ÖP RANTSOEN. is FEUILLETON GOESCH Uitgave dezer Oonrant geschiedt Haandag-, Woenidag- en Vrijdagavond nitgexonderd op ieeitdagen. Prfi per kwartaal, In Goes f 1,—, buiten Goea, franco f Afzonderlijke nommen 5 cent. 1,25. insendlng vtr ndverteiitlóa op Maandag, Woensdag an VRIJDAG vóór S3 uren. COURANT. De prja dar gewone advertentidn i« van 1-5 regale 50 et., alkeregel meer 10 et Bf directe opgaaf van driemaal plaatiing derzelfde advertentie wordt de prys slechte tweemaal berekend. Geboorte-, huwelfk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels h f I, berekend IBewiincmaieri 5 tent. Telefoonnummer 22. Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Goesche Courant*. Directeur G. W. van Barneveld. Zij, die zich met ingang van 1 April op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum ver schijnende nummers GRATIS. Wij worden op rantsoen Meer en meer blijkt de noodzake lijkheid, de voorraden van datgene waaraan de gemeenschap behoefte heeft op doeltreffende wijze te beschermen tegen de aanslagen van hen, die ten eigen bate daarvan meer zouden willen nemen dan met het oog op de rechten van anderen kan worden toegestaan. Dat is de mooie kant van den oor log, wanneer althans bij een zoo on- menschswaardig iets als de oorlog is, nog van een mooie zijde daarvan ge sproken kan worden. Wij,* liet geheele volk, voelen sterker dan ooit den band, die ons onderling bindt, wij beseffen te zijn leden van hetzelfde groote geziu. Wij hebben vertrouwen in onze re geering en het is ons dikwijls of wij weer kinderen zijn bij de gedachte, dat er menschen zijn, die over ons waken, en steeds op de bres staan om onze belangen tegenover vreemde machten te verdedigen. Wanneer een sloep met schipbreu kelingen hulpeloos ronddrijft over de wijde watervlakte, en wanneer daarbij de bemanning alle hoop heeft opge geven om in de eerstvolgende dagen een zeil aan den horizon te zien opduiken, dan legt de commandant van de sloep beslag op alle eet- én drinkwaren, die de bemanning in de boot heeft kunnen meenemen. En van dat oogenblik af zijn de rechten van allen in die sloep gelijk. De hoofden worden geteld, de dagen worden geschat, waarop men nog hul peloos zal blijven ronddrijven en het rantsoen van ieder der inzittenden wordt vastgesteld in verhouding tot den zich aan boord bevindenden voorraad. De commandant is in dit geval geen commandant meer, hij is een mensch die recht op leven heeft, zooals de minste scheepsjongen onder de gered den. En zijn portie zal niet grooter of smakelijker zijn dan van alle anderen. Zijn ook wij op liet oogenblik geen schipbreukelingen, die hulpeloos rond drijven in een zee van verschrikking Alle toevoer van buiten dreigt te worden afgesneden. Wanneer de oor log niet spoedig eindigt of in mensche lijker banen geleid wordt, zijn wij voor onze voeding, onze kleeding en brand stof aangewezen op de voorraden, die nu nog in ons land aanwezig zijn en op de zeer beperkte hoeveelheid, die wij ten eigen bate kunnen produceeren. Niet vroeg genoeg dan ook kan de regeering maatregelen nemen om na te gaan wat wij bezitten en met het oog op den mogelijken tijd, dat wij naar het Engelich van H. EI DEK HAGGABD. ,Ja, dat is je wel toevertrouwd," hernam Alan, die weer In oen beter hnmeur geraakte, „houdt xe maar altyd goed open, maar geef me nn eerst m{jn pantalon eens aan." ,Ja majoor," antwoordde Jeakie, nu weer ln een deftige plooi verval lend, „ik xal voortgaan met inlichtingen in te winnnen, die in nw belang kunnen z{jn, maar ik voor mB zon wel willen, dat u van het geheele gezelschap af waart, behalve dan Miss Barbara." „Hoor," viel Alan hem in de rede, „daar gaat de gong al, denk er om, dat je binnenkomt en mee helpt dienen als het noodig is," en haastig zijn jas aantrekkend ging h(j de trap af. De gasten waren allen reeds ver zameld in de hall, en dronken sherry en bittertjes, Iets wat het hnis al genoeg typeerde, vond Alan. Zijn gastheer, Mr. Champeri-H&swell, trad op hem toe en begroette hem met een nog van alles verstoken zullen blijven, een rantsoen vast te stellen, dat ieder mag en kan gebruiken zonder aan de rechten van anderen te kort te doen. Er komt een tijd hij is er eigen lijk al dat het klasseverschil ten opzichte van de voedselvoorziening wordt opgeheven, dat de oude toestand, Jat hij, die het meest kapitaalkrachtig is, zich ruimer en beter voorzien kan dan de meest bescheiden middenstan der, heeft afgedaan. De tijd der rantsoeneering is aan gebroken, de tijd waarop de regeering als hoofd van ons groote gezin van wat er thans in ons land aanwezig is verdeelt en toewijst naarmate de be hoefte voor onmiddellijk levensonder houd daarbij gebleken is. Zijn niet onze broodkaarten voor allen gelijk Is er voor den rijke op dit oogenblik meer brood verkrijg baar clan voor den arme f De tijd komt, dat wij ons nog meer dan vroeger leden van hetzelfde gezin zullen voelen, lotgenooten, die allen menschen ziju en als zoodanig allen recht op het in stand houden van ons leven hebben. De rantsoeneering wordt steeds ster ker doorgevoerd naarmate de voorraden kleiner worden. En nimmer zullen wij verontwaardigd mogen zijn, omdat het ons toegewezen deel zoo gering is, zoolang ons blijkt, dat onze buur man geeu grootere portie is toege wezen. Want de grootte van ons deel hangt geheel af van den voor allen beschik baren voorraad, de rantsoeneering, het krachtig ingrijpen van de regeering voorkomt, dat de economisch sterkere zich ten koste van den zwakkere ver rijkt. En dat dit zou gebeuren, zonder doorvoering der rantsoeneering behoeft geen betoog. Het „ieder voor zich" doet zich juist in tijden van gebrek dikwijls op zeer pijnlijke wijze kennen. En juist dat egoisme is de oorzaak, dat niet krachtig genoeg kan worden opgetreden tegen hen, die van hun maatschappelijke positie ten eigen bate zouden willen profiteeren. Het voorbeeld van de reddingsboot in open zee geeft op het oogenblik onzen eigen toestand het zuiverste weer. Zou uiet de geheele bemanning zich keeren, tegen den egoist, die van het laatste aanwezige brood de grootste stukken begeerde P Zoo moeten ook wij, de geheele ge meenschap, verhinderen, dat de op eigen voordeel bedachten zich verzekeren van een grooter deel dan waarop de omstan digheden hen recht geven. En in de eerste plaats kunnen daar toe zij medewerken, wier taak het is de levensmiddelen onder ons volk te brengen, dat zijn de winkeliers. Toen de zeer goede maatregel om de bons in de gemeentelijke bonboek jes te stempelen en te nummeren nog groot enthusiasms. Alan merkte op dat hfj xeer bleek zag, en verstrooid was, wanthf] presenteerde hem een Fransch bankier voor een vermaarden jood, en do vermaarde jood, voor een Fran- schen bankier, hoewol xjj zeer ver schilden in uiterlijk. De heeren ont stelden zichtbaar, en toonden xich gabelgd over deze vergisilng. Toen Sir Robert hem in het oog kreeg, kwam hij dadelijk op zfln gewone correcte wjjze op hem toe, en reikte hem de hand. „Ik ben bij u te zien Vernoa," zeide hfl, terwijl hij Alan vaat in de oogen keek, als wilde bij zijn gedach ten lezen. „Een aangename afwisse ling van dat kantoorleven met dat eeuwige zakengedoe, is 't niet?Maar ge denkt misschien, dat we per ■lot van rekening nog niet eem er geheel nlt z(jn", en z{jn blik gleed over het illustere gezelschap, dat in groepjss bjj elkaar stond. „Dat is een van nw neef Haswell's fouten, hij kan zich nooit geheel van alles los maken, nooit een geheele herschepping vor men. Ik wil er wel een sovereign om verwedden, dat h(j ln de kamer hier naast een stenograaf bfi de telefoon heeft geplaatst om bij de hand te zijn, wanneer er onder het disconrs een accident plaats vindt. Dat is prachtig, maar niet verstandig. Zijn hart kan niet was genomen, zijn er menschen geweest, ook in onze gemeente, die met hun bonboekjes naar den winkel gingen en alle bons tegelijkertijd uit scheurden om zicb van de grootst mogelijke hoeveelheid van een of ander artikel te kunnen verzekeren. Er zijn winkeliers geweest, die daarop dadelijk zijn ingegaan. Wellicht hadden zi. kort geleden daartoe nog het recht, maar ondanks dat getuigt het ook bij die winkeliers van weinig gemeenschapszin. Want wat zij den een te veel gaven kwam een ander, die met evenveel recht zijn aandeel vroeg, te kort. Eu waren niet juist die bonboekjes ingevoerd om allen, zij het ook gebrekkig, te kunnen helpen Er zijn tot nu toe 1900 mudden kolen in onze gemeente gedistribueerd. Er zijn ook 1900 kolenboekjes uit gedeeld, dus iedere houder van een dergelijk boekje kan thans in het be zit zijn van tweemaal 1/1 mud kolen. Dat dit niet het geval is, dat er nog Steeds menschen zijn, die van deze brandstof verstoken bleven, is een be wijs, dat sommigen te veel, anderen te weinig hebben gekregen. En wanneer, zooals gebleken is, sommige ingezetenen reeds bon 5 en 6 van hun kolenboekje bij de leveranciers hebben ingewisseld, dan is het duide lijk, waarom sommigen tot nu toe te vergeefs getracht hebben, hel hen toekomende deel te bemachtigen. Wat de een van den aanwezigen voorraad meer nam dan zijn recht was, kwam de ander te kort. Hier geldt geen motief, dat de voor raad te klein was. Juist het klein zijn van dien vooreaad moest een reden zijn zich daarvan niet meer toe te eigenen dan den anderen leden ^van ons groote gezin kon worden toegewezen. Gelukkig heeft de overheid reeds ingegrepen. Het egoisme van den mensch, dat nooit sterker uitkomt dan in deze donkere' tijden, vereischte ook hier het nemen van doeltreffende maatregelen. De rantsoeneering is doorgevoerd, de bons, die iedere maand gebruikt mogen worden, voor arm en rijk naar denzelfden maatstaf berekend, ziin ge stempeld en geen winkelier zal de verordening meer ten gunste van een zijner klanten kunnen overtreden,. En een aanschrijving is gericht tot alle kolenhandelaren, dat voortaan slechts voor een bepaald aangewezen bon aan een en dezelfde persoon niet meer dan de voor ieder beschikbare hoeveelheid mag worden afgeleverd. Het ziju harde maatregelen, die ge nomen moeten worden, maar zij zijn in ons aller belang. De gemeenschap moet beschermd worden tegen de hebzucht van enkelen. Ziju wij niet ten slotte allen menschen, met gelijke rechten op wat de aarde voor ons levensonderhoud heeft voort gebracht Buitenland. daar niet tegenen het zal afloopen vóór den tfld. Luister na eens, zB ztjn allen druk aan hst praten over de Sahara. Ik wenichte wel, dat ik dhhr was, ln plaats van hier, in ieder gaval soa het er rastlg sfln. Het zand heneden, de eeuwige sterren boven. Ja ik won, dat ik dhhr was", her haalde hfl znchtend, en Alan vond, dat, hoewel zyn gelaat niet bleeker kön zjn dan anders, hfl er oad en afgetobd uitzag. „Ja, dat zou ik ook wel willen", zelde hij enthusiast. Toen sprak een Franachman, die ontdekt had, dat hy de ingenieur was, die het grootsche schema had ont worpen, hem aan met „Cher mattre*. Doch h|j sprak zoo vlug en in z{|n eigen taal, dat Alan vergeefsehe moeite deed hem te volgen. Terwjl hj bezig was een vraag, die hfl niet begreep, te beantwoorden, ging de deur aan bet andere einde der ball open en trad Barbara Champers binnen. Het was een groote hall en Barbara was een eind van hen verwijderd daardoor scheen zij klein, hoewel zfl van middelbare lengte was. Toch kon men reeds van verre haar waardige houding opmerken. Zij was een slanke vrouw, met bruin haar, vriendelijke bruine oogen, een goed gevormd ge laat, een goed figuur en een magni- De strijd in en buiten Europa. Er begint langzamerhand eenige teekening te komen in de actie op het Westelijk gevechtsterrein. De terugtocht der Dultschers nadert blfjkbasr «Ijn eind. Waar zfl nog wat wflkon willen, winnen de geallieerden, boewei met meer moeite dan vroeger, nog «enig terreinwaar zij bljjkbaar in nieuwe linies wenschen stand ts houden, verzetten de Dultschers xich weer krachtig tegen iedere poging om htn nog verder te doen teruggaan. De geallieerden vinden thans kraeh- tigen tegenstand ten Zuiden van Atreeht. Voornamelijk is de tegenstand der Dultschers hevig op een frontlfln ten Z.W. van St. Qsntin tot even ten Noorden van Soissons. Tan Noorden van St. Simon, op 8 K.M. ten Oosten van Ham, deden de Dultschers een krachtigen aanval op het dorp Artemps, voor welken aanval de Franschen moesten wijken. Dezen herstelden zich evenwel weer en wierpen de Dultschers voorbij Artemps naar Grand-Seraucourt terug, welke plaats een tweetal K.M. achter Artemps is gelegen. Franaehe troepen staan thans reeds onmiddellijk ten Westen van Sint Quantin en de tijd is blijkbaar niet ver meer, dat een belangrijk treffan tnsscben de wederzijdscho infanterie zal plaats hebben. Do nieuwa linie loopt nn over BeanrainsMereate—Boiry Becque- relle—St LegerVaulx, vandaar vrij wel ongewijzigd tot bij St. Quentin en ten Z. van de Sommc vanaf Grand- Saraucourt over Clastres en Montecourt naar het Zuiden. In Dultsohland is men blijkbaar erg met den zoo goed geslaagden terug tocht Ingenomen. De Keizer beeft althans den generaals Hindenbnrgen Ludendorff zfln bijzonderen dank be tnigd voor de tot in alle onderdeelen uitgewerkte en goed geslaagde mili taire act'e. Over de revolutie in Railand komen weinig nieuwe beriebten. Mag men de Reuter-tegrammen gelooven, dan is de revolutie ln een week tijds tot een voor allo partijen bevredigende op lossing gebracht. De berichten nit Berlijn maken evenwel nog steeds gewag van diepgaande meeningsver- schlllen, voornamelijk tnsscben de tegenwoordige regeering en de sociaal demooraten, welke laatsten men thans, door hen in staatsambten te plaatsen, voor het nieuwe regime tracht te winnen. De correspondent van de Berliner Local Anzeiger seinde uit Stockholm, dat het Doemagebouw door een soci alistische volksmassa werd belegerd en slechts met mueite door de soldaten verdedigd kon worden. Da leden van de voorloopige regeering zouden zich nog slechts in gepantserde anto's over de straat durven begeven en, om de volksmassa te kalmeeren, telkens weer concessies doen. De socialisten drei gen dan ook tot gewelddadigheden over te gaan wanneer met hun wen schen geen rekening wordt gehouden. Voornamelijk met de keizerlflke familie zit de regeering bijzonder flque teint. Er konden misschien dnlzeod meisjes bestaan, die minder mooi of mooier waren dan zij, maar er was toch een zeker iets ln baar, dat haar verhief boven die anderen van haar sekse. Er waB iets beslist in haar gang, iets van opbruisende ge zondheid en kracht in alle hare be wegingen. Zfl keek de menschen steeds recht in de oogen, niet brutaal, doch met een soort van maagdelijke onbe vreesdheid. En z{j was ook buiten gewoon natef en geheel vrij van eenige eoquettorie of vrouwelflke grillen, een waar boschnimfje, dat zich geheel niet om het sterke geslacht bekommerde, behalve dan als zfl er goede kame raden bfl vond, en zB liet zich in den omgang met hen, geheel door haar Instinct leiden. Zij was nn in het wit gekleed, en droeg, behalve een kleine parelen collier, geen andere sieraden. Alleen in haar eeintnnr waren nog eenige lelietjes van dalen gestoken. Barbara kwam regelrecht, zonder links of rechts te kijken, op haar oom af, dien zij begroette. Daarna ging zB naar Alan, en hem de hand toe stekend, zeide zij „Hoe maakt je het? Waarom kwam je niet voor de koffie 1 Ik had zoo graag met je van middag een party golf ge speeld". Alan antwoordde xoo iets van dat moeilBk. Zij heeft, ongetwBfeld om de socialisten tevreden te stellen, reeds de gevangenneming van den Czsar en de Czaritza bevolen, doch durft thans weer niet verder te gaan, ten einde de aanhangers der reactie, met name de orthodoxe boeren, niet tog n zich in het harnas te jagen. Ook de Oottenrijksche pers, met name de blader der arbeiderspartij, laten zich in een voor de tegenwoor dige regeering zeer ongnnstigen zin over de revolutie uit. Win zal het willen gelooven, zegt de Wiener Ar- beiter Zeitung, dat het hongerende volk in de straten zal demonstreeren tot het voortzetten van den oorlog Dat het zal opstaan omdat de oorlog, die het reeds zulke verschrikkelijke offers gekost heeft, nog alt{d niet „werkzaam" en niet „energiek" ge noeg is gevoerd De nieuwe mannen mogen nog zoo vastbesloten zijn tot het voortzetten van den oorlog als de Engelsche machthebbers zich dat wel willen voorstellen, sjj zfin toch door de revolutie aan de macht gekomen en zullen zich alleen aan het roer kunnen handhaven, als zy de vol trekkers biyven van de revolutionairs gedachte, dia hen samengebracht heeft. De staatsgreep van de Doema kon slechts gelnkkn, omdat de vrees voor het volk de daad rechtvaardigde. Dit volk is evenwel vol ontzetting over het ïyden, dat de oorlog het heeft gebracht. Het schreeuwt om bevry- ding en het wil slechts dit eenehet einde van dezen verschrikkelSken nood. En deze vrees voor het volk moet het handelen der nieuwe man nen bepalen, die op hetzeltde oogen blik verloren zullen zyn, waarop het volk zal bespeuren, dat zB dit Ijjden nog willen vorgrooten. De revolu tionaire krachten, eenmaal losgemaakt, vloeien nu niet meer zonder uitwer king naar baar bedding terng. Naar een Renter telegram uit St. Petersburg meldt, heeft het centraal comité en de parlementaire groep uit de constitutioneel democratische partB, na een bespreking over den nieuwen regeerlngsvorm, zich uitgesproken ten gunste van een democratische repu bliek. Zy zal dienovereenkomstig aan de algemeene vergadering der party, die den 7en April te St. Peters burg bBeenkomt, rapporteeren. Het Engeliche Lagerhuis heeft inmiddels met groote geestdrift en onder luide toejuichingen een motie aangenomen om broederschapsgroeten en gelnkwensehen aan het Russische volk te zenden. Minister Bonar Law vergeleek daarbB de gebeurtenissen in Rusland met de Fransche revolutie en voegde er bB, dat het nog te vroeg was om te zeggen, dat alle gevaar was geweken. In zyn onderBteuningsrede van deze motie wees de oud-premier Asqulth er op, dat RuBland thans zyn plaats had ingenomen tusBchen de groote democrattën der wereld. Inderdaad, wanneer men nagaat, dat reeds maatregelen werden geno men om vronwen aan de verkiezingen te doen deelnemen, dan kunnen we ons slechts verbaxen over de enorme snelheid, waarmede de meest demo- cratisehe hervormingen in het mach- hy het druk gehad had op Yarleys. „Yarleys", hernam ze, „lk dacht dat je in de stad woonde en geld ver diende met zaken, zooals iedereen, die ik ken". „Maar Miss Champers", onderbrak' Sir Robert verwytend, „ik vroeg u voor de thee om met my te spelen, en n wildet toen niet'. „NeaD, want ik wachtte toen op myn neef", antwoordde zB, ,we zflc meer gelBk in hot spel'. Terwql zy deze woorden sprak, was er Iets hards en uitdagends in haar anders zoo zachte en aangename stem, iets, waardoor Vornon zich gelukkig voelde en dat hem togelfikertfla toch ook onaangenaam aandeed. Blflkbssar had zy met dit gezegde Aylward be- leedigd, want hB wierp een veel- zeggenden blik over hear hoofd heen naar Alan, hoewel zyn gelaat even ondoordringbaar bleef als altyd. ,WB xBn vyanden. Ik haat je," zei die blik. Waarschyniyk had Barbara het gezien; want voor een van hen beiden nog een woord uiten kon, zeide zy „Gelukkig, eindelijk Is het tyd om aan tafel te gaan. Sir Robert zoudt u me willen geleiden en Alan wil jy aan den anderen kant van my gaan zitten? Myn oom zal de andere heeren hunne plaatsen wel wyzen. (Wordt vervolgd). I

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina 1