4 blijkt, aangenomen dat ook geen wijzigingen hebben plaats gehad. (2). Over ieder volgend tijdperk van vier weken heeft de verstrekking van de bedoelde broodkaarten plaats als in het derde lid van art. 3 bepaald. Artikel 6. (1). Door het gemeentebestuur worden ter plaatse, bij gebruikelijke openbare kennisgeving aan te wijzen, formu- lieren beschikbaar gesteld, bestemd tot het aanvragen der broodkaarten, welke niet overeenkomstig het bepaalde in art. 3 kunnen worden uitgereikt. (2). Op deze formulieren is het bepaalde in art. 4 van toepassing. (3). Ter plaatse, door het gemeentebestuur aan te wijzen, worden de broodkaarten, aangevraagd overeen komstig het eerste lid, uitgereikt. Artikel 7. (1). Aanvullingsbroodkaarten worden uitsluitend uitge reikt op een rechtstreeks tot het gemeentebestuur door den belanghebbende gericht, met redenen omkleed verzoek, waarvan het formulier door dat bestuur wordt vastgesteld de wijze van uitreiking dezer kaarten wordt door het ge meentebestuur bepaald. Bij zijn verzoek geeft belang hebbende op of hij een bruinbrood- dan wel een rogge brood-aanvullingskaart verlangt. (2). Een aanvullingsbroodkaart wordt uitsluitend ver strekt aan hem, voor wien naar het oordeel van het gemeentebestuur de hoeveelheid brood, te verkrijgen op een wittebrood-, een bruinbrood- of een roggebroodkaart

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina bijlage 4