7 a. hij, die de opgaven, ingevolge art. 2 dezer regeling, doet in strijd met de waarheid b. hij, die, daartoe gehouden, verzuimt de opgaven te doen, voorgeschreven in art. 4, le lid, dezer regeling; c. hij, die onder onjuiste opgaven, als bedoeld in art. 7, te zijnen behoeve uitreiking eener aanvullingsbroodkaart verzoekt d. hij, die verzuimt opgave te doen, als vooorgeschre- van in art, 7, 3e lid, van het vervallen van de redenen, die tot afgifte van een aanvullingsbroodkaart aanleiding hebben gegeven e. hij, die weigert gevolg te geven aan een der eischen, als in art. 10 omschreven. (2). Wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen der Distributiewet 1916 de bakker, die bij de uitvoering van de hem in art. 3 opgedragen taak op eenigerlei wijze daarvan afwijkt. Artikel 12. Deze verordening treedt in werking op den dag, nadat zij, door Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel goedgekeurd, op de gebruikelijke wijze zal zijn afgekondigd. Zijnde deze verordening door den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel den 30 Januari 1917 goed gekeurd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort den 5 Februari 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. B. DE BEAUFORT. De Secretaris, G. A. HAJENIUS.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1917 | | pagina bijlage 6