N°. 141 1916
Dinsdag 28 November
103de jaargang
WALTER.
SALARIS-ACTIE.
3a uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, doemdag- an Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prfs per kwartaal, in Goes f 1,—, buiten Gooi, franeo f 1,25.
Afzonderlijke nommert 5 eons.
'nasndlitg van advertentlbn op Maandag, Woensdag
en VRIJDAG vóór 13 tïen.
De prj» der gewone advortantidn 1> van 1-5 regelt &0 ot., elke regel meer lOet
B$ directe opgaaf van driemaal plaatsing dersolfde advertentie wordt
de prijs ileohti tweemaal berekend.
Geboorte-, hawelfk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regelt 6 1,— berekend
.GewSemraaers «se?.
Teleloonnumniev 8S.
Uitgave van de Nasaal Vennootschap .üeesako Coarant". Sirectenr 9 W. vim Barnïvjsij».
Wat al jammerklachten en kreten
om hulp kliuken in den laatsten tijd
sterker dau ooit uit de rangen der in
de oogen der buitenstanders zoo ge
benedijde klasse der rijks- en gemeente
ambtenaren. Er is bijna geen rubriek
of zij heeft vergaderd, moties opge
steld en requesten ingediend. Som
migen waren daarin correct, anderen
meer of min onparlementair in hunne
uitdrukkingeu.
Onder de laatsten dingt de motie
van de vergadering der postambtenaren
wel naar de Kroon.
Wanneer we de vertoogen,die in derge
lijke vergaderingen worden gehouden le
zen, dan blijkt voor ieder zonneklaar, dat
de regeering heeft te kiezen tusschen
het inwilligen van de eischen of den
finantieelen ondergang aan te zien van
gansche rubrieken in haar dienst zijnde
personen. Ja onder de minder beschei
den uitingen vinden we zelfs dreige
menten van sabotage en tekorten in
de kas.
Dat men om iets te verkrijgen moet
overdrijven is te algemeen bekend, dan
dat we niet zouden begrijpen, dat ook
hier de uitdrukkingen wat meer gepe
perd zijn, dan de werkelijke toestand
rechtvaardigt.
Zooals boven reeds gezegd, wordt
over 't algemeen het bekleeden van
een ambtenaarsfunctie nog altijd be
schouwd als een der meest gewenschte
vormen van bestaan. Een tekort aan
adspiranten wordt dan ook niet ge
vreesd. Ofschoon de eischen steeds
worden verzwaard, blijft de stroom van
gegadigden nog steeds wassen.
Het is dan ook een te betreuren
eigenschap van de meeste meuschen,
dat zij de schaduw, die door een of
andere omstandigheid over hun leven
wordt geworpen, te duidelijk opmerken
en de lichtzijde beschouwen als aan de
allergewoonste eischen voldoeude.
En lichtzijden zijn er aan de be
staansvoorwaarden der meeste ambte
naarsbetrekkingen zeer zeker te vinden.
Ten bewijze daarvan behoeven we
het verschijnsel slechts te constateeren,
dat onder de vele klagers, die maanden
achtereen de kolommen der dagbladen
vullen, steeds weer de eene rubriek
zich op de andere beroept, om te be
wijzen, dat hun wordt tekort gedaan.
Zoo zien de kantoorknechten bij de
posterijen he' vet in den pot van de
kommiezen. De kommiezen vinden zich
tekort gedaan tegenover belasting
ambtenaren en officieren. Deze laatsten
van de directe belastingen weer tegen
over de registratie en dan worden daarna
eenerzijds de meest ongunstige, ander
zijds de meest voordeelige berekeningen
ten bewijze aangevoerd.
Tslu ligt het voor de hand, dat ten
gevolge van de enorme stijging van
67 FEUILLETON
Historischs Roman
door
M. C. VAN DEN ENDB.
(Nadruk verboden).
Da houtvaster schoof wat dichter by,
boog ilch voorovor tot dicht bij heer
Jan, zag hem strak in 't gelaat en
sprak somber
,Heer Jan van dan Domburgh, go
wilt, dat ik n vertel, hoe die zaak
tusschen Wanda en Dumont zich heeft
toegedragen ge wilt hun geschiedenis
kennen! Ik zal u dit meedoelenl Ge
zegt, dat leder weten mag, wat in
mijn woning gabenrt! Zyt ge uw
olgen historie vergeten Is al, wat gij
deedt, aan ieder bekend te maken
Niemand kan er meer van overtuigd
zijn dan gij, dat sommige privé aan
gelegenheden nimmer, nimmer het
daglicht verdragen kunnen 1*
„Genoeg, Nossal*
.Neen, lk zal spreken, ik wil de
geschiedenis vertellen, waarom gé
verzocht, en gü zult luisteren 1»
Ge vergeet den afstand tusschen
ons 1*
„Integendeel, heer, ik kan u adel
brieven toonen van onderen datum
verscmllende levensbehoeften, ook de
meuschen met vaste tractemeuten daar
van geduchteu last voelen.
Dat zal hij allen het geval zijn, maar
in de eerste plaats bij H.H. ambtenaren,
daar zij vertrouwende op een der licht
zijden van hunne positie, de onafzet
baarheid en pensioenverzorging, zich
hebben gewend aan een levenssiandaard,
die zoo hoog werd opgevoerd als hun
salaris permitteerde.
Een zoo plotselinge stijging van de
prijzen aller levensbehoeften brengt liet
budget in de war, en de eenige uitweg
is bezuiniging op alles, wat niet onont
beerlijk is. De scherpe tegenstelling met
de troetelkinderen der fortuin, wien het
oorlogstijdperk heeft verrijkt, doet dit
te meer gevoelen.
Waar nu de staat als werkgever
eenigszins schuldig is aan de lucht-
haitige levensopvatting harer onderge
schikten, licht het o. i. wel op haar
weg om hierin bij te springen.
Het moeilijke in deze questie blijft
de vraag, hoe zich na den oorlog de
verhoudingen zullen ontwikkelen en of
de levensstandaard zal dalen of stijgen.
De knapste oeconomen zijn over dat
punt in flagrante tegenspraak en voor
beide opvattingen valt wat te zeggen.
De uitspraak in dit geschil zal dus
slechts kunnen worden gedaan door de
toekomst.
Wanneer de regeering of een ge
meentebestuur er toe overgaat haren
ambtenaren een loonsverhooging toe te
kennen en daarbij de tegenwoordige
toestand als norm neemt, loopt zij ge
vaar, hij een eventueele latere crisis in
moeilijkheid te geraken. Het particu
liere bedrijf toch past zich vlugger aan,
is elastischer dan Rijk of gemeente.
Voorzichtigheid blijft hier dus ge-
wenscht en uit dat oogpunt is duurte-
toeslag te prefereereu boven salaris-
verhoogiiig. Eer dat men er ooit toe
komen zal op eenmaal vastgestelde
ambtenaars tractemeuten een goedkoop-
te-aftrek toe te passen, zal het pondje
boter maar een stooter kosten.
Om niet met de deur in huis te
vallen, komen we nu met wat eigenlijk
de aanleiding was tot dit schrijven.
Wij ontvingen n.l. ter bespreking
een brochure, uitgegeven door het
salaris comité van de vereeniging van
leeraren der handelende over
de urgentie van de salarisherziening.
Het ligt niet op onzen weg om te
beoordeelen in hoeverre de salarissen
meer of minder luxe permitteeren in
de levenswijze der betrokken personen.
Of een leeraar II.B.S. vaii f2500 of
f 3000 kan leven in zijn stand, hangt
natuurlijk geheel af van zijn eigen
inzicht betreffende het hoogtepunt, dat
door dien stand wordt ingenomen.
Er zullen menschen onder worden
gevonden, die van huis uit gewend
waren het beter te hebben, er zullen
er ook onder zijn, die zich nog maar
dan de uwel IS ben de laatste af
stammeling uit een geslacht, aanzien
lijker dan 'tnwe. Ik behoef m(Jn
handelingen niet meer te verbergen
dan gi)
Heer Jan had den houtvester nooit
zoo boat hooren sprekon. Hy was
verstomd van verbaslng, en Nossa
ging xoi'der verder in de rede ge
vallen te worden, voort:
„Een groot deel van mijn leven en
dat van m(jn zuster is n volkomen
bekend. Zelfs hebt ge een belangrijke
rol in onze geschiedenis gespeeld.
Waart ge niet op ons pad verschenen,
zeer zeker zonden andere, waarsehyn-
lljk roemvoller tooneelen afgespoeld
iS». Ge weet, wat lk bedoel, hé?
Doordat gij m8n zuster Gordnla een
onzalige liefde wist in te boezemen en
baar wist over te balen, om n naar
nw land te volgen, zonder dat ge plan
hadt baar te trouwen, eneedt ge haar
on mij den pas af tot eea eervolle
loopbasu. Ik was destijds vol goed
vertrouwen in nw bedoelingen.
Ga woet Immers nog wel, hoe ge
nw woord hebt verpand In Venetië,
dat ge bij nw familie pogingen in
'twerk sondt stellen tot goedkeuring
van een hnwoljk mat Cordnla? En
ge hebt er niet aan gedacht. Geen
oogenblik. Ge hebt gehoor gegeven
aan de stem van enkele ellendelingen,
die tegenover de vreemdelinge van
twijfelachtige afkomst een rgke, adel-
moeilijk aanpassen aan hun verhoogde
positie. De zoo teere standsquestie
wordt niet allèèn bepaald door kennis
of geld.
Dat in deze brochure heeren leeraren
zichzelven betitelen als hoeden-prole
tariërs", zal waarschijnlijk niet de
goedkeuring wegdragen van de eerste
rubriek, al is het dan ironisch be
doeld. Wat wij echter toegeven is, dat
een salarisregeling, die na 1901 niet
is herzien, niet alleen voor dezen crisis-
tijd niet meer kan voldoen, maar ook
voor dien tijd in 1914 reeds herziening
behoefde. Dat ook bij de regeering
de overtuiging bestond, dat hierin
verbetering moest komen, blijkt uit de
uitlating van den minister, dato 30
Mei 1914, toen hij in een audiëntie
aan het hoofdbestuur verleend, zonder
eenig voorbehoud erkende, dat de thans
geldende salarisregeling van 1901
geheel ^onvoldoende was.
Waar voor andere groepen ambte
naren de tijdsomstandigheden niet meer
zoo critiek zijn geacht, dat een salaris-
verhooging daardoor moest worden
opgeschort, zal zeker ook de zeer
nuttige klasse der leeraren voor hare
wenschen gehoor moeten vinden.
Behalve de belangen der leeraren,
komen hier ook in 't geding die van
de leerlingen.
Het is duidelijk, dat bij de concur
rentie, die de groote gemeenten elkaar
aandoen om de beste krachten tot zich
te trekken, de superieure leerkrachten
daarheen afvloeien. Dit zal tengevolge
hebben, dat het ouderwijs in de pro
vinciesteden hij dat in de groote centra
ten achter zal komen. Enkelen mogen
uit gehechtheid aan de standplaats
blijven, velen, vooral de jongeren, zul
len de R. II. B. S. als doorgangshuis
beschouwen.
Dit zal het onderwijs niet ten goede
komen en ook uit dat oogpunt be
schouwd, kunnen wij voor het verzoek
der leeraren R. II. B. S. wel sympathie
gevoelen.
Wat ieder in den lande
moet weten.
Onder dezen titel heeft minister
Poithuma ecu ariikel geschreven,
waarin by de gedragiltyu verdedigt,
die door hem In dezen crisistijd Is
gevolgd en die door een groot deel
van het Nederlandsche volk niet
wordt goedgekeurd.
De regeering staat in den persoon
van den minister van landbouw, n(-
verheid eo handel bloot aan critiek
van twee kanten. Producenten en
handelaren roepengij doet te veel
mopperaars uit het publiek klagen
g(j aoet te weinig. Van beide sijden
is men het er echter roerend over
eens, dat, wat gedaan wordt, totaal
verkeerd Is.
Het artikel is te lang om in zijn
geheel te worden opgenomen enwe zu'-
len daarom zoo br knopt mogelijk den
lyke dame stelden, die haar oogen
had geslagen op eenpaardenknecht.
Ofschoon ge daarvan volkomen op
de hoogte waart, hebt ge u toch laten
overhalen. MJn zuster Gordula Hot
ga i m zoo iemand, terwfll «8 w»s van
edelen bloede, er. trouw, niet minder
dau schoon.
Maar ge hebt haar goed genoeg
geacht, om u te troosten, toen spoedig
bleek, dat van huwel8ksgeluk geen
sprako kon zyn, waar uw vrouw weg-
kwynde van verdriet, nu zU inzag,
dat het bsold van den laaggeborene
niet te verdriugen was.
Eentnaal weduwnaar zijnde, meende
ik, dat ge uw gelofte gestand zoudt
doou, dasr ge op dien leeltjd niet
beïnvloed kondt worden door anderen.
Mat schoone woorden hebt ge toen
myo zuster weten to bepraten, haar
deugd geweld aangedaan, haar eer
ontstolen, waardoor haar 't leven tot
eon last word. Waarom haar toen niet
getrouwd
Ga hebt getracht my diets te maken,
dat zulks uw voornemen was, doeh
dat Cordula nergens te vinden was.
Ik weet evenwel, dat het lage
leugens waren. Cordula ïs verdwenen,
toen ge haar hebt willen bewijzen,
dat een huweiyk niet tot stand kon
komen, daar haar afkomst niet veel
vertrouwen inboezemde, dat een smet
op haar naam klooide, dat uw kinderen
er...! Ja, je moet maar durven,hé?
inhoud weergeven.
Het eerste, waarop de aandacht
wordt gevestigd, is de zeer eigen,
aardige positie, waarin ons land ten
opzichte van de levensmiddeleuvoor-
zlonlng verkeert.
Een groot deel der landbouwvoort-
brengselen, welke w8 noodlgheoben,
ln de eerste plaats hot broodkoren,
moet uit den vreemde worden aan
gevoerd. Veel van hetgeen wy voort
brengen ls daarentegen ook ln nor
male t8den voor het buitenland be.
stemd. Daarb8 kom:, dat onze land
bouw zeer Intensief wordt gedreven
en de grondstoffen voor die intensieve
productie, veevoeder en kunstmest,
voor een belangryk deel weer uit het
buitonland moeten komen, terwyi de
loonen mede sterk zijn gestegen.
Door een en ander worden zoowel
de producten, die w8 te weinig voort
brengen als die, welke wy te veel
producoeren, duur en ontstaat een zoo
Ingewikkelde toestand, dat men, zooals
de ervaring ln de afgeloopen twee
jarea voldoende heeft geleerd, by
eenigszins roekeloos ingrypen gevaar
loopt de moeiiykhoden te vergrooten
ln plsatB van te verminderen. Dit
gevaar wordt voorts ln nog niet ge
rings mate verhoogd door het feit,
dat niet zelden de eene landbouwer
de grondstof produceert voor het
kedryf van syn collega ln een ander
deel des lands.
Zydie nu eischen, dat tot meer graan
bouw zal worden verplicht, vergeten
echter, dat niet elko grond voor de
teelt van eeu bepaald gewas geschikt
ls, voorts dat" een landbouwbedrijf
een organisch geheel ls sa bovendien
ieder gewas, ook waar de grond ln
het algemeen er niet ongeschikt voor
is, toch bepaalde eischen stelt wat
voorvrucht, cultuurtoestand enz. be
treft. De kennis daarvan is in den
regel slechts by den bedryfslolder en
in elk geval niet VJ de regeering
aanwezig. Glcg deze door dwingende
voorschriften legen het advies van
den bedrijfsleider in, zoo zou daarvan
ongetwijfeld velerwege misoogst het
gevolg zjjn. Het eenige, wat de
regeering dan ook heeft gemeend te
kunnen doen, ls ln de distributiewet
te bepalen, dat de verbouw van som
mige gewassen kan worden verboden
ot beperkt.
Men make zich echter ten aanzien
van de ln dezen te bereiken resulta
ten geen overdreven voorstelling. De
met tarwe beteelde oppervlakte be
draagt bier te lande nog geen 60 000
H.A. Met de opbrengst daarvan kan
het Nederlandsche volk voor ruim 2
maanden van brood worden voorzien.
In 1915 was met handelsgewaseen
eo eultterbleten beleeld 84 000 H.A.
De voorziening der blnnenlandtche
behoefte met de producten dier teelten
zou wellicht inkrimping tot de helft
toelaten, waardoor dus 42.000 H.A.
vrij zou komen. Ongetwijfeld echter
zou meu zoo ver niet kunnen gaan
zonder menig bedrijf te desorganleee-
ren, terwyi het ook wel zeker ls, dat
niet alle vrykomende grond een vol
doenden tarweoogst sou geven. Alles
wel beschouwd zou het uiterste wat
Toen was het te laat. Ik sag my
ook in u bedrogen. Nu behserschte
u niets dan geldzucht en „eergevoel".
En de eer van een onschuldig meisje,
liefdeblind, sleurt ge door 't siyk en
die van uw kindersD. Enfin, de meu
schen wisten bet niet en dan ls de
eer ook niet te loor.
Maar lk had een taak: lk bad Cor
dula, die in 't bosch stervende lag,
te wreken en haar knaapje, pas ter
woreld, groot te brengen.
Wand» heeft m8 hl8rln bygestaan,
zooveel z8 vermocht. Eu g8 hebt u
over hem, dat moet ik n nageven,
ook ontfermd. Doch dat was niet meer
dan uw plicht! Voor hem kom ik u
nu olgeriyk opzoeken. Voor z'Jn
rechten wil ik opkomen. Maar eerst
nadat lk n iets naders over Wand?
verteld hob, zal ik daarover nader
spreken.
Met haar heb ik hier een lange
reeks van jaren rustig doorgebracht.
WIJ smaakten 't genoegen, dat Walter
tot een krachtig en deugdzaam jonk
man voorspoedig opwies.
Wanda maakte sleh bemlod ln den
omtrek, hekend in heel Walcheren
door haar belangelooze hulp bjj onge
vallen, door haar diensten, die zs do
arme en Ifj lende menschheid steeds
bewees, zonder er vergoeding voor
te erlangen.
Haar leven vlood niet altijd even
kalm daarheen. Hier is heer "Damont
bereikt zou kunnen worden dan ook
eene toeneming van de met tarwe
beteelde oppervlakte van 30.000 H.A.
zyn, wat dus wil zeggen, dat, in plaats
van twee maanden, wy ln 't vervolg
drie maanden brood van blnnenland
tche tarwe zouden knnEen eten.
Uitbreiding van tarwebonw door
ombrekeu van grasland, brengt groote
bezwaren moe en is ln korten termyn
onmogeiyk.
Dat de hier in overvloed geprodu
ceerde artikelen duurder zyn dan
véér den oorlog bestaat meer ondanks
don uitvoer dan door den uitvoer.
118 t»l tan voortbrengselen toch wordt
van do op het uitgevoerde gedeelte
gemaakte winst toegelegd op de voor
het binnenland geleverde hoeveelheid,
waardoor het mogeiyk is geweest,
deze tot dusver beneden den kestprys
door de producenten te doen leveren.
Io de tweede plaats zonden vele uit
het buitenland, speciaal uit oorlog
voerende landen, te betrekken be-
noodlgdheden van allerlei aard,
wsarsehyniyk niet kunnen worden
verkregen of althans niet tegen de
tot dusver betaalde prijzen, Indien het
buitenland geen levensmiddelen uit
ons land kon Invoeren.
Es ln de derde plaats mag niet
worden vergeten, dat het plotseling
stopzetten van den uitvoer het geheele
economisch leven zou hebben ont
wricht en groote groepen der bevol
king direct of indirect broodeloos
gemaakt. Juist de voordeelige voor
waarden, waaronder wy onze land
bouwproducten konden afzetten, heeft
iu braede kringen welvaart gebracht,
welke weer gnnstlg heeft gewerkt op
den algemeenen economlschen toe
stand, waardoor die hoeveel hQ
voor sommige personen ook te
wenschen mag overlaten tot dasver
veel beter was dan ook maar iemand
b8 het begin van den oorlog zon
hebben durven voorspellen.
Wat hier ls gezegd van een finaal
uitvoerverbod geldt ook, al ls het in
mindere mate, voor eene sterke
beperking van den uitvoer.
Door gobrekklgen aanvoer van
grondstoffen ontstaat meer en meer
eeu zoodanige achteruitgang der
productie, dat vermindering van den
uitvoer onvermydeiyk ls.
Eo men zal moeten begrepen dat
de moeliykheden onzer levensmidde-
lenvoorzionlDg grooter worden naar
mate de uitvoer afneemt.
De kossea der productie hangen af van
den aard van den grond, en daardoor
noodzakeiyke bemestlDg. By varkens-
teelt, of met afvalproducten kan wor
den gevoerd dan wel met mals ete.
Men kan zich den toestand ongeveer
zoo voorstellen, dat bBv. de voortbren-
glngskosten van het eone derde deel
der totale productie van eenig artikel
per eenheid ajn gestegen met fl, die
van het tweede derde deel met f 2 en
die van het derde derdedeel met f 3.
Aangezien niemand met verlies wil
werken zou b(j een prljsbetallng van
het gemiddelde ad f 2 de derde als
producent ophouden.
En hiermede ls tevens verklaard de
voor oningewjjden bestaande schyn-
do schnldlge.
Ik moet u toch zeggen, dat, wat
uw gedrag laakbaar, het zyne ergeriyk
was, dat z8° doen alle perken te
balten ging en ten hemel schreide
om wraak.
De menschen hier denken van haar
zeker niet, dat haar jeugd zoo storm
achtig was en zelfs gy, die Italië
bezocht, wist daarvan niets, indien
Dumont haar pad niet nogmaals ge
kt ulst had, zon ik n daarover geen
woord gesproken hebben.
Echter wil lk dat nu doen, omdat
er voor u leis uit te loeren valt.
Op zekeren dag trok een bende
beroepskrljgsltsden, die den meest
biedende dienden, door Venetië.
De aanvoerder sloeg zyn oogen op
Wand», zoo-Is gy op Cordula en h8
begeerde hiar te bezitten.
Zijn knaap, dat was destyds Dumont,
beval hij, haar te schaken.
Deze deed dat, doeh veerde mjo
schcone zus'-er, nog b8na een klad,
maar vroeg weelderig tot vrouw ont
wikkeld, mat zich mts en verhoorde
haar driegende hedn en bracht haar
niet by zyn bevelhebber, die haar
vrees en afschuw iuboezemds. Hij
wist zich met haar schuil te houden,
zoodat zelfs lk er eerst mes bekend
werd, toen 't te laat was.
Wordt v:rvolgd.)