N°. 131 1916. Zaterdag 4 November, 103 jaargang. WALTER. de Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. De oude Klok. FEUILLETON GOESCH O» uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prfs per kwartaal, In Goes f 1,—bulten Goes, fraaoo 1,25. Afzonderlijke nommers 5 oent. lanandlns van advertentlën op Maandag, Woensdag en VB1JDAG vóór 18 oren. De prfla der gewone advertentiSn Is van 1-6 regels 50 et., elke regel meer 10 et B| directe opgaaf van driemaal plaatsing derxelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 ragcls k 1,— berekend. Bewijsnummers e?at. Telefoonnummer 38 Uitgave vaa de Naaml. VeiEooteekap „Gezszhe Courant". Sirs steur 0, W. vak Babnivilb. Een oude klok, zoo schrijft men ons, die in de keuken van een boerenhoeve vijftig jaar trouw haar plicht had gedaan, zonder ooit eenige reden tot klagen te geven, stond op zekeren ochtend stil vóór de bewoners van de hoeve op waren. Op dat oogenblik schrikte de wijzer plaat zóó, dat zij van kleur verschoot, terwijl de wijzers wanhopige pogingen deden om voort te gaan de raderen bleven echter onbeweeglijk cn de ge wichten hielden op met zakken. Ieder stuk van het uurwerk wilde de schuld van dit stilstaan gooien op elk ander onderdeel. Eindelijk stelde de wijzerplaat een grondig onderzoek in, hoe dit opont houd veroorzaakt was. De raderen, de wijzers en de gewichten betuigden om strijd hun onschuldmaar eensklaps hoorde men een zacht tikken en begon de slinger zelf te spreken ,,[k beken eerlijk, dat ik de eenige oorzaak ben van hetgeen er is voor gevallen en ik zal, om aan het verlan gen van u allen te voldoen, er mijn redenen voor zeggen. De waarheid is, dat het mij verveelt, langer te loopen". Op dat oogenblik wond de slinger zich zóó op, dat hij bijna weer in beweging kwam. „Luilakriep de wijzerplaat ver ontwaardigd en dreigde met haar lan gen wijzer. „Je hebt gemakkelijk spreken", ant woordde de slinger. „Het is niet moei lijk voor u, mevrouw de wijzerplaat, om de anderen van luiheid (e beschul digen, terwijl u zelf niets anders te doen hebt, uw geheele leven lang, dan de lieden aan te kijken en te turen naar hetgeen er in de keuken voorvalt. Zeg mij eens eerlijk, of u het prettig zoudt vinden, altijd in dat donkere hokje opgesloten te zijn, heen en weer te moeten slingeren, jaren achtereen, zooals ik het al gedaan heb". „Zoo, heeft uw kamertje dan geen venster om door te kijken vroeg de wijzerplaat. „Toch is het er donker," hernam de slinger „en bovendien heb ik geen seconde tijd om op den uitkijk te zitten. In één woord, dit eentonige leven verveelt mij en ik zal u ook vertellen waarom het mij verveelt, als u het ten minste weten wilt. „Van morgen heb ik eens uitgerekend, hoeveel keer ik iederen dag moet heen en weer slingeren. Ik ben geen bolle boos in het rekenen. Misschien kan een van u mij hieromtrent inlichten De minuutwijzer, die heel goed kon 58 Hiitoriscbe Roman door M. C. VAN DEN ENDE. (Nadruk verboden). En daar de mulder vrees voor den verBChrlkkelykan grijsaard scheen te koesteren, vervolgde deze .Die man was stervende. Zon jij hem aren en aren daar in doodstrijd kannen laten liggen, terwijl je wist, dat niets hem redden kon? Wat 1b hardvochtiger, hem dien strijd, dien langen, pijnlijken strjd te bekorten tot een zncht, of er bij te staan kijken, met tranen in de oogon desnoods, en te zeggen Och, kon Ik je toch helpen I Neen, Ik deed een goed werk, een menschlievend werk, k(k, hg heeft na rast en jammert niet meer!" Meester Maarten kon zich met deze redeneerlng niet verzoenen. Bij bleef Nossa aanzien voor een man des bloeds. HQ wachtte zich evenwel, hem dat na te zeggen. Hem macht anders ook eens een straf toegediend worden, die al te afdoende was, en hj] had op deze wereld nog een taak te vervallen. Tot zijn onuitsprekelijke vrengde liet zich achter hen plotseling een mensehelijke stem hooren. 't Was die rekenen, antwoordde dadelijk „Zes en-tachtigduizend vierhonderd maal". „Dat zal wel zoo zijn", sprak de sliuger weer. „Welnu dames en heeren, ik vraag u in gemoede of dat geen zwaar vermoeiende en dol vervelende bezig heid is. Als ik dit aantal vermenig vuldig met het aantal dagen in een jaar en dan bedenk, dat ik nu al zóó veel jaren dit eentonige werk doe, dan is het heusch geen wonder, dat ik er moedeloos onder word. Na een poosje er over nagedacht, en het voor en het tegen ervan overwogen te hebben, heb ik tot mijzelf gezegd „ik slinger niet langer". De wijzerplaat had groote moeite, zich onder deze toespraak stil te houden, maar toen zij haar stem weer eenigszins in bedwang had, sprak zij plechtig „Geachte heer Slinger, ik ben er ten zeerste over verwonderd, dat iemand, die een zóó werkzaam en nuttig leven achter den rug heeft als u, op zoo'n gedachte is gekomeu. „Ik moet bekennen, dat u tot nu toe goed gewerkt hebt, maar dat hebben wij ook gedaan en wij zijn van plan, het nog langer te doen. „Maar nu is het niet de vraag of wij vermoeid worden door aan onze taak te denken, maar wel of wij ons vermoeien door onze taak te doen. „Wilt u zoo goed zijn, u zes keer te bewegen, om mijn bewering duidelijk te maken f" De slinger stemde daarin toe en ging zesmaal heen en weer. „Mag ik u nu vragen", hernam de wijzerplaat, „of dit werk u verveeld of vermoeid heeft P" „Volstrekt niet", zei de slinger, „ik klaag niet over zes keertjes, noch over zestig, maar wel over eenige millioenen". „Goed" antwoordde de wijzerplaat, „maar vergeet niet, dat gij in één oog wenk aan een millioen slingeringen kunt denken, terwijl gij er in één seconde niet meer dan één tegelijk kunt doen. Ook zult gij latijd den tijd hebben ze te doen, hoewel gij er in de toekomst velen te doen zult hebben". „Die beschouwing van mijn taak treft mijdat beken ik", zei de slinger ernstig. „Dan hoop ik", hernam de wijzer plaat, „dal wij onmiddellijk allen weer aan het werk zullen gaan, want de meiden en de kuechts zullen tot twaalf uur blijven liggen, als wij niet aan den gang gaan". Daarop gebruikten de gewichten, die men niet van lichtzinnigheid kon be schuldigen, al hun invloed om den slinger weer in beweging te brengen. Tegelijkertijd begonnen de raderen te draaien, de wijzers te loopen, de slinger begon óók te bewegen en men moest eerlijk bekennen, dat hij nog nooit van Wanda. ,Ha, ben je daar? Wat voer je nlt Waar bleef je We zochten je overall' riep haar broer en hj begsf zich naar haar toe. Mot een fakkel ln de hand stond ze op 't erf, en zo lachte demonisch. Haar zwarte haren hingen los en verward om 't hoofd. Als men haar zoo zag, boezemde z{ weinig ver trouwen in, en Maarten, wiens vrengde al zeer kort van daar was, wist dan ook niet recht, of h(j den hontvester wel zon volgen. Die twee leken wel bezetenon. En eensklaps zQn angst niet meer kunnende beheerichen, ontvluchtte hij hen en zijn eigen goed, als een plaats door alle goede mensehen ver laten. Een schelle lach klonk hem na. HU wist niet, hoe spoedig hij voort maken zon en struikelde in zijn zenuwachtige haast over de verspreid liggende lijken. Dat deed hem alle bedaardheid verliezen. Vervuld met paniseheD schrik, holde hij den weg langs, torwjl de zweet droppels hem tappelings langs de wangen liepen. Eo het deed hem goed, dat hü 't krijgsrumoer vernamdaar waren monschen, 't geen een geruststelling voor hem was. Ook kwam hij dichter b(j z(jn dochter, niet minder beklagenswaardig dan hij, wgi zj z\jn voorbeeld niet eens kon zóó goed zijn taak had verricht. Op dat oogenblik viel een straal der opgaande zon op de wijzerplaat, die van genoegen scheen te glimlachen. Toen de boer kwam ontbijten in de keuken, zei hij, dat zijn klok dien nacht bijna een kwrrtier was voor- geloopen. Zóó hard 1*1 Jen allen hun best gedaan. De les, die de wijzerplaat aan den slinger gaf, is ook voor ons niet te versmaden. Bij elke handeling, die wij te ver richten hebben, moeten wij aan het tegenwoordige oogenblik denken het verleden behoort ons niet langer en de toekomst mag ons niet verontrusten. Wanneer wij een weg van honderd kilometers hebben af te leggen, kunnen wij toch niet meer dan één pas tegelijk doen, en toch bereiken wij eindelijk ons doel. Door steeds aan de toekomst te denken, verliezen w: den moed voor het werk, dat op Pet oogenblik te doen valt. Ook hebben wij alle lasten en moei lijkheden van ons leven niet op één oogenblik te dragen. Door de werkzaamheden van vele dagen te overdenken, leggen wij de last daarvan op één oogenblik, waar door ons het gewicht zoo zwaar voor komt, dat wij het niet kunnen torsen en dus den moed opgeven, onze taak naar beliooren te volvoeren. Laten wij minuut voor minuut, dag voor dag, het werk, dat ons werd opgedragen, verrichten, want voor elke minuut, voor eiken dag is ons de noodige kracht gegeven. Wanneer een van ons den moed laat zinken, is hij er dikwijls de schuld van, dat ook anderen het werk moeten laten rusten of moedeloos de opgelegde taak van zich afschudden. Uaitenland. Oo strijd In en bulten Europa. Het wordt tjjd weer eens een blik op de toestanden in Griekenland te slaan. Na wat w(j daarover kort geloden hebben geschreven, is ln de verhou ding van de wettige Grlekiehe regee- ring, de koningsgezinde partj dos, on de entente een gunstige keer gekomen. Do entente elschte, b(l monde van den Franschen admiraal Fournet, dat de koning de vrij sterke en goed van munitie voorziene troepenmacht ln Thoasallê, waarop de geallieerden hst bftjkbaar niet begrepen hadden, zoo danig zou verzwakken, dat een be dreiging daarvan niet meer te vreezen was. Do koning van zfjn kant schQnt de vrees te hebben gekoesterd, dat het deel van het r(jk, dat zich had afge scheiden opeuigk ln botsing met het volgen en de monsters ontvluchten. De houtvester en zQn zuster bleven dus alleen op de plaats, waar kort te voren een hevige botsing ontstond. Neen, toch nlot. Ze waran niet alleen tusschen de verspreid liggende dooden. Op een paar honderd meters afstand van het erf, landwaarts Id, stond een Bchnurtje, waarin oen krijgsman, naar z(jn weelderlgen des te oordeelen een edelman en een ruiteraanvoerder, op een hoop hooi, neerlag. Zeker had hij dapper gestreden, want hij was gewond en scheen pas met zorg verbonden te zijn. Nog dekte hem 't harnas, doch de helm lag ln een hoek en een djjstnk eveneens. Enkele minuten geleden had een vrouw, die hem knaphandig ver pleegde, hem verlaten. Heer Dumontde San Fuentes moet dat zjjc, want de aanvoerder word geveld. Ook was zjn gelaat te herkennen, schoon 't misvormd was door een wonde, die hem voor zijn leven, mocht dit ook nog lang duren, teekenen sou. Zwarte Wanda had hem een lange reeks van jaren niet gezien. De knagende tand des tfjds had ook op hem gewerkt. Heer Dumont was niet meer de jonge, krachtvolle en aan trekkelijke borst, die op 't schoone, levenslustige zwakkere geslacht eeu Onweerstaanbaren Invloed uitoefende. Alleen zgu adelaarsblik bleef spreken even stout en gebiedend. den koning trouw geblevena zou komen, zoodat een burgeroorlog het bloed van het Grieksche volk zou doen vloeien. Da Fransche gezant schijnt toen den koning verzekerd te hebben, dat het niet ln de bedoeling lag van het deel vau het r$k, dat zich had afgescheiden, tegen de hoofdstad op te rakken. Do koning heeft vervolgens z(jn verzet tegen de militaire maatregelen, welke admiraal Fonrnet verlangde om de veiligheid der geallieerden ln Ma cedonië te verzekeren, prijs gegeven waarna een vergelijk tot stand kwam en de koning beloofde alle maatregelen alt te voeren, die kunnen strekken om de verdenking der entente te ontze- nuwon. De geallieerden zouden in rui! daar voor den koniug niet lastig vallen en in het vreedzaam genot laten van zijn troon ln het deel van het rfck, dat hem trouw bleef en waarin ht] de onzfjdigbeidspolitlak kan voortzetten. Dit deel van het r(jk beschouwen de geallieerden dan als een bondge noot en het heeft als zoodanig het recht, te doelen in de voordooien van een welwillende onzijdigheid. NatunrlQk is deze verandering iu den toestand van Griekenland in de pers der geallieerde rijken ernstig besproken. De Daily Chronicle merkt op, dat de geallieerden er merkwaardigerwgs ln geslaagd zjn om den koning tot een minder vganalgo houding te be wegen, terwijl zij tegelgkert(|d aan de nieuwe regeering te Saloniki nieuwen steun verleenden. Uit Athene schrijft men aan het blad De Observer, dat de verbetering in de betrekkingen tusschen de ge allieerden en de Grieksche regeering het gevolg is van door do regeoring gegeven verzekeringen, dat zQ erkent, dat bet doel van de beweging te Saloniki alleen anti-Bulgaarsch is. De regeering zon daarom besloten hebben, geen enkelen hinderpaal aan de versterking van de Grieksche troepen te Saloniki ln den weg te leggen. Zij had reeds laat gegeven, het Grieksche leger onmiddellijk uit Thesiallê weg te brengen, soodat daar nog slechts twee regimenten over blijven. Na de spanning tnsschen de wette- igke Grieksche regeering en de ver tegenwoordigers der entente is weg genomen, getuigen verschillende bla den der geallieerden van een meer welwillende hondlng tegenover koning Konstaiitfjn en zijn aanhangers. De Matin bevatte een ofüclense verklaring, volgens welke Frankrijk voortaan in do Grieksche zaken niet handelend zal optreden, dan )n ge meenschap met sjju 'Dondgenooten en in volkomen overeenstemming met de eerbiedwaardige opvattingen van den koning. Volgens de anti liberale organen te Athene beteekent dit, dat de bondge- cooten in het vervolg niet meer zullen toestaan, dat afbreuk wordt gedaan aan de positie des konlngs. Het Grieksche ministerie van bul- De ongebreidelde natuur en zelf bewuste moed bleven, trots de was sende jaren, die slechts zijn haar deden grijzen, en bem de frissche kleur ontroofden. Bij de belegering van Middelburg vond een algeheele om keer bij hem plaats- Steeds deed hg zich kennen bij ieder, die met hem ln aanraking kwam, alz een beleefd heer, opgaand in beschaafde hoffelijke vormen. Geheel zgn kleeding, houding en manier van doen, z{n uiterlijk vooral was daarmee iu overeenstem ming. Nu hj eenige dagen geleden ver raderlijk in 't gezicht getroffen werd, zoodat hjj niet alleen veel pijn leed, maar zich moest bekennen, dat hi) voor altijd afichuweljk mismaakt zon bl(|ven, kwam zijn waar karakter pas j duidelijk uit. HQ zwoer met een duren eed, dat hü zich honderdvoudig wreken zou, en wel op een eigen aardige manier. Bi) do Spanjaarden was opgevallen, dat zoovele Geuzen geschonden waren, dat ze een oog, een oor of hun neus mankeerden, waarvan ze In de meeate gevallen trouwens do oorzaak en be werkers waren, 't Aantal gevallen was evenwel sterk overdreven. Heer Dumont nam zioh voor dat aantal enorm te vergrooten, doch kon hj toevallig den man ontdekken en ln handen krijgen, die hem misvormde, een verschrikkelijke dood zou kjn deel zijn. tenlandscho zaken hechtte aan deze verklaring groote waarde en liet baar door de pers in Athene verspreiden. Toen na ook het bericht bekend werd, dat te Londen een officieuss verklaring verspreid is, met de be doeling te betoogec, dat de bondga- nooten niet meer dan één regeering in Griekenland konden erkennen en daarom met do wettige regeering te Athene in betrekking waren getreden, sloegen de koningsgezinde bladen een juichtoon aan. Het gevolg Is geweest, dat de voor naamste aanhangers van Wenlzelos zich diep gegriefd en teleurgesteld gevoelden. Zij achten de ongelukkige vorm, welke de half-ambtelijke mededeelln- gen over dea toestand hebben aange nomen oen ernstige fout, die stellig zeer uadeelige gevolgen na zich zal sleepen tenzij ze onmiddellijk wordt hersteld. Met het oog op de toekomst van Griekenland als staat, noemen zij een mislukking van de beweging onder Wenlzelos een ramp, waar het geen geheim is, dat de nieuwe provincies van Griekenland, die zich bg de be weging hebben aangesloten, hardnek kig gekant z(jn tegen de wettige regeoring en de bewoners dezer provincies hnn tronw daaraan niet opnieuw willen verpanden wanneer z(j niet in een Wenizeltstliohe regeering wordt omgezet. Wanneer Wenlzelos niet voldoende gesteund wordt en daardoor als ver antwoordelijk staatsman valt, znllen Macedonië en Epiris zich voorgoed afscheiden zoodat er twee kleine Grieksche staten zullen zijn, geen van beide met genoeg levenskracht om te kunnen gedjen. Zooals te begrflpen valt, is deze nieuwe ommekeer ln den stand van zaken de oorzaak, dat da wettige GrlekBcha regeering, welke zich tot voor korten tQd machteloos voelde, het hoofd opnieuw naar boven steekt. De koning, de generale staf en het kabinet willen op groote schaal alle ambtenaren ontslaan, die zich b(J Wenlzelos hebben aangesloten. Mili tairen van leger en vloot, die dienst hebben genomen bij de vrijwilligers te Saloniki worden van de ranglijst geschrapt en voor krijgsraden gedaagd. Wie verdacht wordt naar Saloniki te vertrekken of met de revolutionaire beweging te sympathiseeren, bevindt zich ln hechtenis of wordt streng bewaakt. Wie weigert trouw aan dea koning te beloven, wordt gestraft. Het Engelsche blad, de Morning Poet, dat deze gegevens verstrekt, dringt er op aan, Weuizelos alsnog te steunen door een volledige en formeels erkenning, wanneer de geallieerden althans zijn zaak, die ook de hunne is, willen zien zegevieren. Het huidige bewind te Athene li volgens het blad pro-Duitseh en zal dit ook in de toekomst blijven. Naar Keuter evenwel uit gezagheb bende Engelsche bron zegt te verne men, zouden de klachten, dat de En nu lag hg daar ver van het krggsgewoel, met de droeve ervaring, dat hü door zgn hitteraten vgand nlt den zadel geworpen was en gewand. De woede over deze schandeigke nederlaag was onbeschrüfelük groot. Hü had echter goeden moed op spoe dig heratel, om dan z(jn haat en wraakzucht te koelen. Sanclo zou hg treffen, kwam de stad niet uit bg de te verwachten overgave, of hü zou hem te lijf gaan, al wilden hem alle machten weer houden. Daarna kreeg heer Roland een beurt en ook Walter, zün luitenant, en meester Maarten en 1* De lijst werd lang en langer bg de opsomming en nog was hü niet eens genaderd aan zgn honderdvoudige wraak over do schending van x{jn voorheen zoo mannelijk schoon gelaat, dat nu niets dan afzlchteiyks ver toonde. Zwarte Wanda zag hem strüden dezen avond, tegen Sanclo. Direct kende ze Dumont. Om hem was ze eigenlijk hier. Met haar zou hij nu te doen krügen, dat stond bjj haarvaat. En ze lachte, als zjj bedaoht, dat hü straks zoo geheel anders tegenover haar zon staan dan vroeger, toen belden jong waren en schoon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1916 | | pagina 1