N°. 103 1916 Donderdag 31 Augustus 103 de Onderricht in kunst. FEUILLETON WALTER. GOESCHE Os uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woenidag- en Vrtydagavond uitgezonderd op feestdagen. ?r|» per kwartaal, In Goes f 1,—bulten Goes, franco f 1,25. Afzonderfljke nommers 5 cent, inzending van ndvertentlën op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóójt 13 uren. De prjjs der gewone advertentlgn la van 1-5 regale 50 et., elke regel meer 10 «t. B| directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt de pr(Ja alashta tweemaal berekend. Geboorte-, huwelfk- en doodaberiohten sa de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regale k 1,— berekend H»wJ«assiuiS«i's 5 «eet. 'lelcloonnumnaer 88, Uitgave va» de Naast). Veaaootstkap ,G»»s«)w Cotrant"'. ©iresfcsur 9. W. tak Barnsvsib. We zullen niet ver van de waarheid zijn, als we zeggen, dat het met onze opleiding op kunstgebied over 't alge meen maar treurig gesteld is. Op bijna geen enkele school wordt iets gedaan, om aan het kind eenigen grond onder de voeten te geven bij het beoordeeleu van kunst. De gewone lagere school houdt zich er niet mee op de scholen voor middelbaar onder wijs hebben wel teekenonderwijs op bun programma genomen, maar meteen het vak in den hoek der minachting gezet, door het als een bijvak te brand merken, dat tegenover de exacte we tenschappen niet in aanmerking komt. Op het gymnasium maakt men de zes jaren door, zonder ooit te worden bezig gehouden met kunstgeschiedenis. Het gevolg hiervan is, dat de groote menigte in alle standen van onze maat schappij naderhand volkomen vreemd tegenover verschillende kunstuitingen komt te staan. Tegenover de toonkunst schijnbaar het minst, vermoedelijk omdat een ietsje daarvan ook door den meest onwetenden leek kan worden beoefend. Millioenen kunnen een beetje zingen en honderdduizenden een weinigje piano- of vioolspelen en vooral de laatsten bereiken dit niet, zonder eenige alge- meene begrippen van muziek op den koop toe te hebben meegenomen. Maar dat die kennis niet ver strekt, kan iedere leek, die zijn bescheidenheid op dit stuk bewaard heeft, aan zichzelf waarnemen, zoodra hem iets wordt voor gespeeld, waarbij de melodische lijn niet altijd, om zoo te zeggen, bovenop de compositie gebleyen, maar daarin min of meer verwerkt is. Dan raakt hij in de war, herkent den terugkeer van het motief evenmin als hij de variaties onderscheidt en redt zich aan het einde van het stuk met anderen na te pra ten, dat hij het merkwaardig of inte ressant gevonden heeft. Tocb moet het wel een bizonder bizar stuk zijn geweest, wanneer niet een klankcombinatie hier of daar zijn gehoor aangenaam heeft getroffen. Is dit van toepassing op instrumentale muziek, met de vocale is het niet anders. De moderne liedereu-componist maakt het den hoorder niet gemakkelijk hij heeft niet alleen getracht, een fraaie zangmelodie te schrijven, maar ook aan de begeleiding een min of meer onaf hankelijke roi te geven, zoodat de toehoorder zijn aandacht moet vestigen op beide en op hun onderling verband. Dikwijls gaat dit boven zijn muzikaal begrip en daarmee is verklaard, waarom aan een liedje zonder beteekenis, maar waar de melodische lijn duidelijk te volgen is, in de concertzaal dikwijls veel grooter bijval ten deel valt, dan aan een kunstwerk van hooger waarde. 34 Historische Roman door M. C. VAN DEN ENDE. (Nadruk verboden). „Toch mag jU niet klagen over 't vrouwvolk ln deze streken 1* „Neen, dat niet, mtln waarde, want zoo keel als ze er nltzien zoo vurig z$a de bloedjes, als 't eenmaal gelakt Is, de poorten van haar hart te ont sluiten. Over 't geheel staan ze m(j beter aan dan de landmeisjes alt Frankrijk, die mloder te vertrouwen ga. Doch dat neemt niet weg, dat k naar 't Zuiden verlang, en ook naar alt en wjjn en afwisseling, om van oede maaltijden niet te spreken Dit zeggende, klapte h(j met de tong, lief er een heerlijk boutje te ver- rberen viel. En toen begonnen ze eeuwend in herinnering te brengen, o keurige, overvloedige smulpartijen, le hun bi) feestelijke gelegenheden en deel vielen. Het opsommen dier euk- en smaakzin streelende gerech- en tergden hun vastende maag en ezorgde hun een watertanden zonder iud. Jammer genoeg worden den leek op concerten dan ook niet altijd uitste- keude hulpmiddelen in den vorm van verklarende tekstboekjes gegeven. Deed men dit, dan zou men de moeite ruim vergoed vinden in grootere belangstel ling en in hoogere waardeering van betgeen er wordt uitgevoerd. Hetzelfde is van toepassing op man nenkoren, zoodra zij groote werken ten gehoore brengen. Dan zou het publiek met een toelichtende beschouwing ook zeer gediend zijn. Op stuk van uitvoering verlangt het publiek voortdurend meer. Dilettanten komen, zelfs op concerten, die overi gens geringe pretentie hebben, niet meer voor het voetlicht. Van ieder die zich hooren laat, wordt een zekere mate van studie, van opleiding verlangd. Deze smaakverfijning van het publiek is een gelukkig verschijnsel, meu kan het, zooals gezegd, uog verder tegemoet komen door eeu verklarend tekstboekje of programma. De periode, waarin wij leven, is er een van groote intensiteit wie aan die neiging voldoet, zal er zelf genoe gen van smaken en dat aan andereu bezorgen. Veel vreemder nog, dan tegenover de toonkunst staat de groote massa tegenover de beeldende kunst. Het is niet toevallig, dat er veel meer men- schen naar de concerten dan naar een museum gaan. Dat komt om de eenvoudige reden, dat wij met ons allen, een klein troepje uitgezonderd, dat er bijzonderlijk in onderricht werd, van beeldende kunst geen flauw begrip hebben, uiet weten wat mooi is en waarombet mooie niet hebben leereu onderscheiden. Veiligheidshalve spreekt men dan ook liever geen opinie uit over die kunst voorwerpen. Niemand behoeft zich daarover te schamen. Wat hij niet leerde, behoeft hij niet te weten. Maar de onwetend heid is er niet minder hinderlijk om. Kunnen waardeeren geeft geluk in 't leven. Op kunstgebied is daartoe maar een enkele'zelfstandig in staat. De rest praat na. Wanneer morgen aan den dag in de Musea de naam plaatjes van Rembrandt, Rubens, Hals eu anderen aan minderwaardige schil derijen werden gehangen, dan zouden de bezoekers die bewonderen en de ware Rembrandts, Itubenssen, Halsen enz. met minachting voorbijgaan. Wie dit ontkent, maakt zichzelf wat wijs. Hij zal wel tot andere gedachten^ ko men, wanneer hij opmerkt, hoe op een tentoonstelling van schilderijen het meerendeel van de bezoekers eerst dan een stuk mooi durft vinden, wanneer zij in den hoek den naam hebben ge vondenvan een bekenden meester. Er wordt dan ook weinig of niets om ons een beetje iu die rich ting op te voedeu. Reisgidsen ver- Met een slok uit de kruik eu een verwensehing, trachtten zy de stem vau den honger te bezweren. Dat hielp evenwel niet afdoende. Zij werden er, mede door den alaap, gevoeliger door voor de konde. De wind huilde en joeg sneeuw en hagel en dorre takken tegen de rnlten. Huiverend wikkelden zy zich in hun mantels. Na 'tvuur van nieuwen voorraad voorzien te hebben, strekten zij zich daarbij Bit, om in den slaap verkwikking te zoeken en hun leed te vergeten, in navolging van de wapenbroeders, die 't voorbeeld gaven. Zjj praatten na niet meer. Pas be wezen de regelmatige ademhaling en gesloten oogen, dat zij in hun poging Bpoedig beloofden te slagen, toen Maltuso zich half oprichtte en met de hand onder 't hoofd luisterde. H(J meende daarbuiten messchen te hooren stappen en praten. Even bleef bij ln die houding, toen vernam hij een zacht tikken op de rnlten. Nu stond h{ geheel op, schudde Parvaz by den arm en zei ,Sta op, slaapkop, hoor je niet, dat er bezoek is aan de poort!' „Wat kan dat nu zijn vroeg deze, ln eens geheel wakker, en hy volgde zijn vriend naar bulten. Op 't ge stommel en 't gekletter der wapenen en 't luidruchtig gesprek, dat nu ge voerd werd, kwamen meerde Span- 1 jaarden zich by hen voegen, in huu moeien ons met jaartallen, maar op de vraag, waarom een gebouw, een stand beeld mooi is, geven ze geen antwoord. Op gezag moeten we dit aannemen. En toch zou er zooveel opvoedende kracht uitgaan van een toelichtende beschrijving, die ons zou leereu, zelf te zien en daardoor ons genot niet weinig zou verhoogen. Inderdaad dit.terrein van volksopvoe ding hiermee het volk, in al zijn lagen, niemand uitgezonderd, bedoeld - ligt wel braak. Buitenland. De etrljd In en bulten Europa. W5 schreven reeds het een en ander over do Inmenging van Roemenië, dat verklaard hoeft zich vanaf 27 Augustus, des avonds te negen uur, ln staat van oorlog met Oostenrijk-Hongarye te beschouwen. De huidige stand van het krflga bedrijf heeft das de Roemeensahe regeering doen besluiten, de gebieds uitbreiding voor d&t land niet in Bessarablë maar in Zevenbergen te zoeken. Of de daar ïgn. onder het jak der vreemde overheerschlng zuchtende broederen wel erg met bun be vrijding door de Roemenen Ingenomen zullen zyn, is een tweade kwestie. Over het algemeen z0n de levens voorwaarden in Oostenryk-Hongarlie voer hen niet slechter dan ln Roemenië. De csntralen hebben natnurlQk den loop der gebeurtenissen voorzien en naar beweerd wordt, staat een Dnitseh- Oostenryksch leger, onder generaal Von Mackensen, in Zevenbergen tot alweer van do Rocmeensche aan vallen geresd. In het ten Z. eu Z.W. van Brasio lig gende gebergte zyn resds Oostenrijk- Hougaarsche en Roemeetisebe voor- boeden met elkaar ln gevecht geweest. Met belangstelling mag afgewacht worden, wat de honding van Roeme nië tegenover Bulgarije zal zjn en ook of Griekenland thans den tjd gekomen aal achten, zich eveneena by de troepen der geallieerden op den Balkan aan te sluiten. Een Dultsche oorlogsverklaring aan Roemenië ls Inmiddels gevolgd, wat wel niemand verwondering zal baren. Nog een andere oorlogsverklaring moet ln het kort besproken worden, nml. die van Italië aan Dulttehland, ofschoon zy al heel weinig verandering in de gebeurtenissen op het gevechts terrein zal brengen. Toen Italië in 1915 Oostenryk den oorlog verklaarde, wees toch do Duit. sche regeering er de Itallaantche op, dat overal Oostenrjksche legarafdee- lingen met Dultsche troepen gemengd waren en een aanva! op Oostenryksche troepen dus tegeiyk op de Duitsoho gericht zou zjn. De ItaliaauBche oorlogsverklaring aan Dnltschland Is op het oogeubllk dan ook niets dan een formaliteit en houdt verband met da omstandigheid, dat Italiaansche troepen in de eerst volgende weken waarschflniyk op het roes niet anders meonend, dan dat er alarm gemaakt werd. Indiehten kring stonden zy weldra om een viertal personen, waarvan één op boogen toon den luitenant van de wacht wensehte te spreken. Maltuso, dia in hem een Spaanseh officier zag, gat heel onderdanig la kennen, dat zyn heer binnen een half nur misichien wel terug zou zyn, daar hy mat een vrouw, die hem meermalen bezocht, zich had verwilderd. ,Zoo, zoo 1" zei de Spaansche offi cier, „dan ben ik misschien resds terug. Mocht hQ er eerder zyn, zeg hem dan, dat, „don Lopez* uit het zesde vendel voetvolk van Mondragon ter poorte uitging met zSn knaap en twee helpers, om den omtrek te ver kennen en de sterkte van dec ellen- dlgen Boysot op te nemen. Draag vooral zorg op 't eerste sein de poort weer te openen, opdat wj er 't haehjo niet bjj Inboeten. Houd goed wacht, en geef je niet over aan slaap of drank I* „Jawel heer, maar wacht liever wat tot do luitenant terug Is. Ik mag de poort niet openen, zonder zyn uit- drukkeiyk bevel 1* „Goed, mjn jongen, dat strekt je tot eer, maar je meester verliet zijn post. Als ik nu onverricht ,rzike tot den hopman terugkeer en hem dat meedeel, ls hy morgen een ïyk, en als ik er bijvoeg, hoe een soldenier Balkanschlereilan d met Duitsehs zuilen slaags raken. Het algemeen, gelïktfldlg offensief der geallieerden heeft tot nu toe nog niet tot het gewonsehie doel geleid, wanneer we althans aannemen, dat dit doel een doorbreking van de Dnltsche linie is. En waar het, hoe langer dit offen sief dnurt, dus hoe meer tjd den thans ln het defensief zijnde Dnltsche leger machten gegeven wordt, hun nieuwe stellingen te versterken, steeds minder waarsehy niy k wordt,dat een doorbraak zal worden verkregen, kan met vry groote waaraehynlflkheid van een mislukte actie der geallieerden ge sproken worden. Eén voordeel is, sinds het groote offen sief in het laatst van Juni door een dagenlang trommelvuur van onge kende sterkte werd Ingeleid, door de geallieerden, dank zij hun gemeen- schappeiyke actie op alle fronten, ver kregen, n.l., dat zy van het defensief tot het offensief zyn overgegaan. Hoe weinig aneees hun aanvallen tot nu toe gehad mogen hebben, hoe weinig practlscho resultaten bereikt mogen zyn, een feit ls het, dat de rollen van defensief en offensief ln de laatsto maanden zyn omgewisseld en dat de leiding, met uitzondering van het gevechtsterrein op den Balkan, thans in handen der geallieerden is. De ergste stoot is thans evenwel door de Dnltschers opgevangen en het gevaar, dat hen uit dit gemeen- schappeiyk offensief dreigde, daardoor vrijwel geweken. Het ls dan ook duidelijk, dat van een stap voor stap terngdringen van de Daitsche legers uit Frankryk en België geen sprake kan zyn. De eerste forsche aanvallen bezorg den den Franschen en Engelschen aacmerkeiyken terreinwinst, maar daarna werd op alle gevechtBfronten weer een verslapping merkbaar en konden de door den aanval bereikte resultaten van dag tot dag minder groot genoemd worden. In het Westen dnurt de strUd, die tot nu toe slechts een kleine wijziging in de frontlinie bracht, voort zonder dat aanmorkeiyke resultaten worden verkregen. Het Itallaauseho offensief schynt vrywol tot nul gereduceerd te z(jn en de krachtige voorwaartsche beweging der Russische troepen is tot atilstand gekomen. Slechts berichten van plaatseiyke gevechten, van aanvallen en tegen aanvallen, die geen wijziging van beteekenis in de opstelling der troe pen brengen, worden van dat deel van het Europeeache gevechtsterrein nog ontvangen. Wie durft na deze opnieuw mislukte poging nog de voorspelling doen, dat het den geallieerden eerlang zal ge lukken het front van den tegenstander tdoorbreken en dezen te dwingen geheel Frankryk en België weer aan de rechtmatige bezitters daarvan over te laten In het wonder, dat menigeeu, die tot nn toe zoo rotsvast op de re-ui m?jn bevel weigerde gehoor te g6ven, wacht hem de galg. Bedenk daarom wel, wat ja te doen staat 1* „Ik weiger niet, heer!' zei Maltuso, „tk vraag alleen een weinig geduld 1* „Dan is 't misschien te laatl' En don Lopez meende nn volkomen wat hQ sprak, terwyi hy omzag en zuchtte. „O, als de luitenant nn eens kwam opdagen 1* prevelde by. Ds soldeniers gaven lntnseehen Mal tuso den raad, de poort niet te openen, zonder een bewijs te vragen, dat „don Lopoz" gezonden was. En deze luisterde daarnaar. Toen hy don Lopez zag omkyken, werd hy bevreesd, dat deze zyn voornemen zon uitvoeren, terug te keeren, teneinde Mondragon er kennis van te geven. Zeer ongaarne zou hy dat ziec, want Mondragon was een streng heer. „Kan de luitenant mQ toonen, dat hy in laat heeft, zich naar buiten te begeven, zoo open ik zonder dralen, heerl' zei nn Maltnso. „Gewis, man! Ziehier 1' En hy toonde hem den zegelring van hun bevelhebber Beau vols. Evenals alle omstanders was hy geheel overtuigd. Geen twflfel bestond meer, toen don Lopez hem den ring gaf, zeggende„Toon hem uw heer, als h{ eerder dan ik hier lerng mocht zyn. Straks zult ge ham mj weder geven. En nu vlug open. Ik kom pas van heer Mondragon, taten van een algemeen offensief ver trouwde, zioh thans begint af te vragen hoe vele jaren het nog wel duren kan, eer dit offensief tot zulke resultaten geleld heelt, dat er by de vredes voorwaarden mee rekening zal moeten gehouden worden. Zelfs in Engeland, vanwaar de ver zekering is uitgegaan, dat men den vyand in diens eigen hoofdstad de wet zou voorsehryven, begint men meer eu meer met koeler hoofd den stand van het krygsbedryt en de resultaten van het offensief der eigen troepen te beschouwen. De bekende Eogelsche oud-minister van marine Churchill wees er nog dezer dagen in het parlement op, dat bet atrategiich 6veuwlebt aan het Westeljjk front voortduurt en de stryd geen tastbare wyziging in de alge- mecne strategische positie der beide legers gebracht heeft. De Dnitsche legers, aldus deze «pre ker, waren nooit talryker en beter toegerust dan thans. Minister Lloyd George, namens de regeering antwoordende,wees er op,dat den vijand het initiatief was ontnomen, en deelde mede, dat het offensief dor geallieerden heel wat gekritiseerd is eu door sommigen alleen gerecht vaardigd geacht werd, wanneer het tot een doorbreking had geleid. Ten slotte deelde de minister mede, dat de overwinning reeds flauw zicht baar ls. Is deze uitlating in vergeiyking met vroegere, waarin een schitterende overwinning in weinige maanden tflds voorspeld werd, reeds bjzonder op merkenswaard In zooverre de minister meedeelt, dat het algemeen offensief alleen gerechtvaardigd geacht werd, wanneer het tot een doorbreking had geleid, ligt een duideiyke bekentenis van de mislukking van den thans ondernomen gemeenschappeljken aan val. Een aantal Zeppelins hebben weer een bezoek aan de Oostkust en Zuid- OostknBt van Engeland gebracht en o.a. hun bommen boven de City en het Z.W deel van Londen laten vallen. Militaire werken te Harwich en Folke stone en schepen in de haven van Dover hebben het bovendien moeten ontgelden. Hst laatste kan als een succesvolle krygsoperatfe worden beschouwd, het werpen van bommen daarentegen op da dichtbevolkts stadswijken van Londen is misdadig en nutteloos. Misdadig, omdat met vry groote zekerheid op deze plaatsen niet vy- andeiyke versterkingenmaar weer- looze burgers het slachtoffer van den aanval worden, nutteloos, omdat daar mede geen enkel militair succes wordt verkregen, doch de dag van den komenden vrede door de verscherping der volkerenhaat slechts wordt ver schoven. Heett Engeland nog niet genoeg propaganda tegen Dultsohland'a s.gn. barbarisme gemaakt, dan dat Duitsch- land zelf dit door het opzetteiyk die met uw aanvoerder overeen kwam morgen hier een algemesnen nitval te doen, ingeval Ik gunstige berichten meebreng. Laat obb das op verken ning gsaa en zien, hoe 't daar ge legen is 1" Met groote Ingenomenheid begroet ten zy hem nn en stormden naar de poort. Don Lopes maasde hen tot stilte. Aan de overzyde mocht men geen lont rniken, In minder dan een oog wenk was ds poort gespend, ds val brug neergelaten en kon don Lopez met zyn geleide er over trekken. Ds Spaansche krygers zochten zUn manschappen op, die in lange mantels bjjna geheel verborgen waren. De jongste van hen was de eenige, die durfde spreken op luiden, blnffe- rigen toon. Het was Franso, de knaap van don Lopez. Onze wakkere, slimme jongen deed dat, om de aandacht van de andere twee gezellen af te leiden,die wel vervaariyke krijgshaftige knevels vertoonden, doch zoo schuchter en angstig rondkeken, dat het den rnwen gasten vreemd voorkwam, hos de keuze voor de gevaariykeondernemlng op hen had knnnea vgilea. f Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1916 | | pagina 1