N°. 96 1916
Dinsdag 15 Augustus
103de jaargang.
WALTER.
Oê ultg*vod6ior Courant geschiedt Maandag Woensdag- en Vrijdagavond
oitgexonderd op feestdagen.
Pr|i per kwartaal, In Goes 1,holten Goes, franco jf 1,25.
Afsonderljke nommers 5 cent.
tanending van cdvertenUên op^ Maandag:, Woensdag
en VRIJDAG vóóff IS men.
Telefoonnamiwer 8So Uitgave vas de Nautl. Yeaacotsekap ,QN»&s«kö Coaraat".
De pr(Js der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 et
Bf directe opgaaf van driemaal plaatsing darzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwei§k- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— bercksnd.
BewScnoHMeri l cent.
Simteir gi "W. vak Barnevïlb.
Verplichte levering met
prijsbepaling door den kooper.
in een vorig hoofdartikel over ge
dwongen winkelnering hebben wij uit
eengezet, hoe de handelaren uit neutrale
landen meer en' meer worden genood
zaakt hunne henoodigdheden te be
trekken van den Engelschen koopman,
tegen prijzen, die niet worden hein vloed
door concurrentie en die daardoor
noodzakelijk te hoog zijn.
Wij willeu er nu eens op wijzen,
hoe niet alleen liet recht van vrijen
inkoop wordt verkracht, maar hoe ook
niet meer aan eigen keuze wordt over
gelaten aan wien de producten van
den nationalen arbeid zullen worden
geleverd.
Een der sterkste staaltjes daarvan
vinden wij wel in het nog altijd niet
gemotiveerde opbrengen van onze ge-
heele visschersvloot.. Dat is wel een
uiting van eigengerechtigdheid, zooals
men zich nauwelijks kan indenken.
Stel u voor Engeland was van plan
het uitvoeren van visch naar Duitsch-
land te verbieden. Het bezat daartoe
geen enkel rechtsmotief. De visscherij
is een zuiver HoIIandsch bedrijf en de
visch werd publiek verkocht, ook Enge
land kon hiervan dus betrekken. De
zaak was zoo zuiver, dat zelfs de be
kende slimheid der Eugelsche diploma
tie niet in staat was daarop iets te
vinden. Welnu, waarvoor dient de
beheerschiug der zeeën, wanneer die
in zoo'n geval niet te hulp kan worden
geroepen. Men gebruikt geen dreige
menten, maar voert ze al vast uit.
Dat maakt de onderhandelingen met
de eigenaren der gevangen vloot ge
makkelijker. Eu wat die besprekin
gen betreft. Eene der bekende voor
stellen van Eugelsche zijde is, dat de
visekopbrengsfc van de Hollandsche
visschersscbepen moet worden verkocht
in Engeland. Een hoeveelheid, begioot
naar het binnenlandscli verbruik iu
Nederland, zal daarheen mogen worden
vervoerd, de rest blijft in Engeland,
dat er verder mee handelt naar goed
vinden. Deze eisch is verworpen door
de reeders, en nieuwe voorstellen zijn
door hen gedaan. Dat het hier uiet
alleen de bedoeling is den uitvoer van
visch naar Duitschland te beletten,
maar tevens zelf goedkoop aau dat
voedsel te komen, blijkt duidelijk wau-
neer we ons berinneren, dat Engeland
in het voorjaar heeft voorgesteld 40
pCt. te neme a van de vangst, waarvoor
bet niet meer wilde betalen, dan den
kostenden prijs. De kostende prijs is
toen door de reeders berekend op f 4-0
per kantje. Dit is aan Engeland
meegedeeld en daarop is nooit ant
woord ontvangen.
Behalve de Hollandsche is ook de
Noorscke visschersvloot de dupe gewor-
27 FEUILLETON
Historische Rom?n
door
M. C. VAN DEN ENDE.
(Nadruk verboden).
Rustig antwoordde hij op alle vragen.
„Ge verbergt hier een spion en
kloosterschendor 1' begon Mondragon
op strengen toon.
„Noen, heer 1"
.Ontkennen zal je weinig baten,
schart: en je gevangenisstraf bezorgen.
„Als de hopman hem in mjjn hnls
vindt, mag hij me bacgen 1"
„En Baleintje, waar is 't meisje, dat
hfl geschaakt heeft?"
„Geschaakt, heer? Mjjn nichtje ge
schaakt Ze Is 't klooster nit eigen
beweging ontloopen
„En ze kwam hierheen, hé
„Dat is waar, heer! Maar na is ze
er niet meer 1*
.Zoo. Is ze mes dien man v ertrokken?"
„Ja, heer. Ik denk, dat ze veilig en
wel balten Middelburg zfln. Maar zijn
eenlge strafwaardige daad is, dat hy
z(jn bruid In 't klooster opzocht. Een
spion,,is h(j niet!'
Mondragon liet hem dat zeggen.
„Hebt ge nog veel koren op den
zolder
den van dit verlangen. In dit geval
was liet echter niet noodig hare schepen I
in beslag te nemen, maar kon worden
volstaan met het niet doorlaten van
netten en andere visscherij-benoodigd-
heden en het ophouden van de zendingen
zout uit IJsland. Hierdoor was de
Noorsche visscherij aan handen en voeten
gebonden overgeleverd en kon Engeland
zelf den prijs bepalen vau het artikel.
Dien prijs stelde het echter zoo laag,
dat de reedirs verklaarden daarop ver
lies' te lijden.
Hoe ook IJsland zijn producten als
een schatplichtig tribuun aan Engeland
moet leveren, blijkt uit een schrijven in
„Dagbladet", het Noorsche blad, over
de maatregelen die Engeland in IJsland
heeft genomen. Engeland heeft de
regeering van IJsland genoopt te ver
bieden, dat er uit IJsland goederen
worden verzonden met andere schepen,
dan die eerst een Eugelsche toezicht-
haven aandoen. De kapiteins moeten
tegenover den IJslandschen staat daartoe
een eed afleggen. Op niet-nakoming
van het gebod staat een boete, die tot
100.000 kronen kan stijgen, ten bate
van Engeland. Verder is de uitvoer
van visch, wol, huiden en vleesch
verboden,behalve iu zekere hoeveelheden
naar Denemarken, als het in Dene
marken blijft. Vervolgeus is er een lijst
opgemaakt van prijzen,waarvoor IJsland
producten aan de entente moet leveren.
Als Engeland van die waren afziet,
mogen ze aan neutralen worden verkocht,
mits goedgekeurd door Engeland.
Schepen naar Amerika hoeven Engeland
uiet aan te doen.
„Dagbladet" noemt IJsland nu een
volkomen Engelsehe vazalstaai.
Met de leverantie van groenten aau
Engeland schijnt ook de handelsvrij
heid ver te zoeken.
Er is eenigen lijd geleden hier te
lande een beweging ontstaan, die ten
doel had de groente-leveranties naar
de overzijde van het Kanaal, die vóór
den oorlog zeer belangrijk waren, weer
op te vatten. Door de hooge prijzen,
die onze Oostelijke nabuur betaalt,
had de groentenuitvoer zich hoofdzake
lijk in zijn richting bewogen. De goede
bedoeliug, om den vroegeren klant niet
geheel ter veronachtzamen, was zeer te
billijken. Het moeilijkst van het geval
was echter, dat deze oude klant niet
genegen was op de open markt j te
koopen tegen de door eigen blokkade
zoo hoog geloopen prijzen.
Wanneer wij dan ook lezen van de
weigering onzer regeering, om gevolg
te geven aan het verzoek van den
Nederlaudschen groeutenhandel, om het
verschil bij te passen tusschen de markt
prijzen en de bedragen, die Engeland
daarvoor wil vaststellen, dan voelen wij,
dat hel hier een zeer bijzondere wijze van
handeldrijven betreft en zullen waar
schijnlijk niet ver van de waarheid zijn,
„Niets, heer*, loog hg. „Walter
bracht enkele brooden mee. Daarvan
heb ik er twee afgestaan aan de
vrome Zwarte Zusters!'
„Dos, Walter heet hysprak Mon
dragon en messier Herman verschoot
van kleur, nn h(j inzag, hoe hj zich
versprak. Hy troostte zich echter met
de gedachte: „Hier heet hfi toch
andera."
Da hopman beval nn, dat men met
de huiszoeking beginnen zon en toen
hj bemerkte, hoe de bakker angstig
naar een zfldenr keek, voegde hg er
b(j„Zet alle uitgangen af en begin
bf] deze deur 1"
De soldeniers hadden slechts op een
teeken gewacht van hnn hoofdman.
Zy deden nletB liever dan onmiddeliyk
gehoorzamen. Zy openden de dear en
zagen by 't binnentreden een in het
zwart geklaade vrouw aan de tegen
overgestelde zyde vluchten.
„Ha I' riep Mondragon, „je zal zeker
hangen, als 't straks biykt, dat je
loog. Mannon, grjjpt dat wjf, als het
tenminste niet onze Walter is, dien
Wo zoeken
De denr vonden ze echter gesloten
en toen die voor hnn ruw geweld
eindelijk krakend bezweek, was nie
mand in 't vertrek te vinden. Mondra
gon was woest. Herman moest ham
nn vergezellen en alle verborgen
hoeken en gaten wyzen. Dat deed hy
dan ook, want hj had niets goeds te
verwachten by verzet of misleiding.
wanneer we het vermoeden uitspreken,
dat hier een eisch tot levering is gesteld.
Hoe aandien eisch kracht kan bijgezet
worden, zonder nog aan oorlogsbedrei
ging te denkeu, wordt ons duidelijk,
als we alleen maar eens nagaan, hoe
iu het voorjaar de schepen, met chili-
salpeter geladen, werden opgehouden
in de Duins en veel gewassen hier te
lande door gebrek aan die zoo noodige
meststof, niet dien oogst hebben ge
geven, die anders had kunnen worden
verwacht.
Wij zien uit al deze en dergelijke
verschijnselen, dat de beheerscher der
zee niet in zuiver platonische liefde is
ontsteken voor de kleine staten, maar
zijn macht ter zee nogal eens gebruikt
om kleine liefdegaven af te dwingen,
die niet uit eigen, innerlijken aandrang
worden gegeven.
NOOD LEERT BIDDEN.
Het is opvallend hoe in dezen be
narden oorlogstijd, in neutrale, zoowel
als in oorlogvoerende landen, ontdek
kingen en uitvindingen worden gedaan
en maatregelen genomen, waaraan men
vóór den oorlog niet dacht, omdat men
er geen behoefte aan gevoelde. Door
gebrek en schaarsehte aan of duurte
van de noodzakelijkste levensbehoeften,
door den drang om zich tegen welken
vijand ook te verdedigen, door de zorg
om zijn veiligheid of zelfs zijn leven
te verzekeren is men geneigd naar
middelen te zoeken, die uitkomst zullen
geven en daardoor bewijzen, dat redding
het meest nabij is, als de nood het
hoogst is gestegen. De behoeften, ont
staan door dezen noodlottigen oorlog,
die bijna de gansche wereld heeft
ontwricht, hebber de vindingrijkheid
van den mensch ten top gevoerd, ai
houdt men daarbij weinig rekening met
beschaving, rechtvaardigheid en huma
niteit, waarop men in onze ontwikkelde
maatschappij toch zou mogen vertrouwen.
Maar in dit opzicht is de wereld
sedert haar wording geen stap vooruit
gegaande ontwikkeling van weten
schap, kunst en industrie daarentegen
met reuzenschreden, doch humaniteit
werd daarbij op den achtergrond ge
steld. Hierdoor is het te verklaren,
dat in onze vernuftige 20e eeuw nog
de gruwelen kunnen plaats hebben,
die zich in dezen oorlog voordoen. In
wreedheid doet onze tijd niet onder
voor dien van galg, rad en brandstapel.
Als bewijs voor dit alles kan de ver
melding dienen van wat we daaromtrent
in de nieuwsbladen lezen en waaruit
blijkt hoe de vooruitgang als men
die zoo zou willen noemen in de
wijze van oorlogvoeren enorm is. In
vroegere oorlogen, zelfs onder den
grooten Napoleon, kende men geen,
drijvende mijnen,loopgraven, stikgassen,
Tengevolge daarvan ontdekte men
eindelijk in 't pakhuis achter den
hontvoorraad de vlnehtelingo.Zy werd
onder vinnige tegenweer gegrepen en
gebonden. Haar gelaatskleur was
donker. Ook haar spraak verried haar
Zuidelijke afkomst.
Meester Herman deelde tot zjn
verwondering in 't zelfde lot. Hy
bood geen tegenstand, wel begrjpend,
dat zoo iets hier niet baten zon.
„Waarom alroo heer?" vroeg hj
alleen.
Vraag je dat uog, terwijl we den
spion in jon woning vinden
„Zy, een spion, den spion, dien gj
zoekt
„Ja, ja, vriendje, zy is een ver-
kleede by. Walter heb ik en jon houd
ik 1" zei Mondragon lachend.
Zoo gebeurde het, dat meester
Herman en de vrouw, die men ver
dacht hield, belden voor den bisschop
gebracht werden.
Daar gelnkte het Herman vry te
mogen tsrugkearen. Maar de zwarte
vronw, in de kleedlng eener non,
werd in de abdj gevangen gezet.
Voorzichtigheidshalve zon men haar
daar honden tot na 't beleg.
Mondragon zag wel z{jn vergissing
Ic, toen 't weldra bleek, dat h(j wer
kelijk een vronw gevangen gevangen
bad geaomen, maar zy kon haar
onschnld niet bewijzen, zy kon ook
Bpion zijn.
Waar zy vandaan kwam, hoe het
luchlhommen, onderzeeërs, torpedo's
electrische draadversperringen, lucht
gevechten en wat niet alBij het
vervaardigen en gebruiken van deze
helsche machines heerscht maar ééne
gedachte „het doel heiligt de midde
len". Zoo denken alle strijdenden en
compassie wordt door niemand getoond.
Wie zou, ruim twee jaar geleden,
hebben kunnen vermoeden, dat in een
eventueelen volgenden oorlog geweeren
kanon zouden worden bijgestaan door
zulke veruielingswerktuigen. En toch,
de nood heeft ze uitgedacht, dank zij
de hooge ontwikkeling van wetenschap
en kunst.
Maar niet alleen op oorlogsgebied
ontwaardt men al die nieuwigheden.Ook
de occouomische toestand heeft nieuwe
maatregelen en nieuwe zaken in het
leven geroepen, die alle het gevolg
zijn, van den nood, waarin de bevolking
van bijna alle landen ter wereld ver
keert. Men leest daarvan treffende voor
beelden, waarvan we er hier eenige
willen noemen. Het allereerst mogen we
wijzen op de vele en ingrijpende maat
regelen, die door onze regeering zijn
genomen, om te beletten, dat de nood
zakelijke levensmiddelen geheel niet
meer zouden zijn te bekomen of alleen
tegen buitengewoon hooge prijzen. Wie
had ooit gedacht, dat ons landsbestuur
nog eens zou moeten optreden als groot
handelaar. Onze minister Cort van der
Linden heeft de bedoeling der genomen
besluiten zoo treffend uitgedrukt in de
woorden „Te zullen zorgen, dat het
volk geen honger lijdt." Een dankbare
hulde aan onze regeering, zij daarvoor
gebracht I
Een andere noodmaatregel in ver
scheidene lauden is wel het plaatsen
van vrouwen in betrekkingen, die door
mannen zijn verlaten, omdat zij ten
strijde moesten trekken. Een vrouwe
lijke conducteur of brievenbesteller zou
vóór den oorlog een ongekende ver
schijning geweest zijn.
In bosehrijke streken, waar veel hout
gebrand wordt, in plaats van turf of
steenkool,gaat men evenals in den ouden
tijd loog, dat uit houtasch verkregen
wordt, gebruiken, om zeep en soda te
vervangen.
In Gent is een nooit geziene wijze
voor het bereiden van volksvoedsel
ingevoerd. Voor de 13000 gezinnen
van werkloozen heeft het nationaal
comité met behulp van het staatsbe
stuur één groote gaarkeuken ingericht.
Tot voorkorten tijd zorgden 21 keukens,
geplaatst in verschillende wijken derstad,
voor de voeding van duizenden mannen,
vrouwen en kinderen, maar zooveel
bracht eigenaardige bezwaren mede,
waarom men ze alle tot één vereenigde,
om van daaruit het voedsel in alle
volksbuurten te verspreiden. Wat er in
die 13000 gezinnen wordt gebruikt,
lijkt fabelachtig voor eiken maaltijd
haar gelakte binnen de stad te koeien,
wat ze hier te doen had, niets wilde
zy bekennen. Daarom liet men haar
niet los, te minder nn men wist, dat
zj naar Walter kwam vragen in 't
Wittebroodskind.
De bisschop verwierp het voorstel
van den hopman om haar de duim
schroeven aan te leggen en ze tot het
verstrekken van ophelderingen te
dwingen.
Door een onden monnik werd ze
over de binnenplaats naar haar ver-
biyf onder de gewelven gevoerd. Ge
dwee ala een kind liet ze zich leiden.
Aan de z(jde der Glstpoort opende
een denr. Een vochtige kelderlucht
sloeg hen tegen.
Schoon met weerzin, daalde ze toch
af, liepen een smalle gang door en
zy hielden stil voor haar onderaardsch
verbijt, waar van de bnltenwereld
geen gelald tot hen doordrong.
Een oogenblik stond ze achter den
pater, die haar cel ontsloot. Haar
oogen schitterden van een zonderlin
gen gloed.
„Ziehier, myn dochter
De gemoedeiyke oude man, die haar
zeker nog een opbenrend troostwoord
wilde toevoegen, vóór hy haar ker
kerde, werd het vervolg belet, door
dat met kracht der wanhoop een paar
handen om zijn hals geslagen werden,
die hem den adem benamen.
Deze aanval geschiedde zoo onver
hoeds, dat de arme kloosterling al op
zijn noodig honderden kilogrammen
vleesch, spek, aardappels, groenten en
de noodige specerijen. Alle werkzaam
heden worden gedaan met electrische
drijfkracht.
Iu Duitschland heeft men een nieuwe
manier voor het bakken van wittebrood
ontdekt, waarbij slechts een twintigste
gedeelte gist noodig is van de hoe
veelheid, die vroeger gebruikt moest
worden. Men is tot dien maatregel
gekomen, ook weer noodgedwongen,
omdat gist in de ambulances te veide be
gon te ontbreken. Op Duitscbe scho
len heeft men „oorlogsinkt" ingevoerd,
waarmede men op minderwaardig papier
kan schrijven, bij gebrek aan goed
schrijfpapier. Doornappels worden
gedroogd en gebrand en vervuilen dan
de plaats van koffieboonen. De
zomertijd is ingevoerd om licht te
sparen. En zoo wordt door behoeftigen
van den nood een deugd gemaakt.
Ook het voedsel der huisdieren is er
door den oorlog niet op vooruitge
gaan. Nog onlangs kon men lezen, dat
in onze provincie zeewier aan varkens
gegeven wordt bij schaarsehte aan ge
woon voer. (Dit doet denken aan het
vee op de Faroër-eilanden, waar geen
plantenvoedsel genoeg groeitmen
heeft het bij gebrek daaraan visch
leeren eten). Wat vroeger als afval en
onbruikbaar werd beschouwd, krijgt nu
waarde, zelfs het zaad- en karweistroo
wordt niet langer verbrand of als
strooisel gebruikthet is weer Duilsch-
land, dat er een betere bestemming
aan heeft weten te geven. Daar het
in gewonen toestand te hard is om als
veevoeder gebruikt te worden, heeft
men het gemalen en vermengd met
melasse, waardoor het een bruikbaar,
zelfs gewild voer is geworden. Maar
ook hier heeft men zijn doel voorbij
gestreefd door het „stroomeel" te ge
bruiken als vervalschingsmiddel van
betere voederartikelen,
Nog meer voorbeelden zou men
kunnen aanhalen van ingevoerde nieu
wigheden, die bewijzen, dat behoefte
vindingrijk maakt, of, zooals het spreek
woord zegt„Nood leert bidden".
Onder die nieuwigheden zullen er waar
schijnlijk wel eenige waard bevonden
worden om ook na den oorlog in stand
te blijven. Dat zou dan toch nog een
heel, heel klein voordeel mogen ge
noemd worden, dat de oorlog in het
leven heeft geroepen, tegenover de
namelooze ellende, vernieling en kosten,
waarvan het gansche menschdom in
meerdere of mindere mate het slacht
offer is.
Buitenland.
Do strijd In en bulten Europa.
Als wy de oorlogsberichten van den
laatsten tjd volgen, dan treft het ons,
dat de strjd, die nn reeds meer dan
twee jaren wordt gevoerd, in hevig-
den grond lag, voor h(j aan zelfver
dediging kon denken;
Bovendien wierp do forsehe heks
zich op hom en bleef hem omkneld
honden, totdat zQn armen slap neer
vielen, en hy geen teeken van leven
meer gaf.
„Ik hoop niet, dat ik hem geworgd
heb; moeht bet zoo zijn, de heiligen
zyn hem en mj genadig, ik kon niet
anders.
Snel ontdeed ze hem van zyn boven-
kleeding, wierp haar redingote en
mantel af, hnlde zich in de monnikspy
en buktb zich toen tot baar slachtoffer.
Haar onderzoek dnarde kort; hij leefde
nog, misschien kwam hy weldra tot
bewuetzyn terug.
Biydachap, dat ze geen moord be
ging, angst voor misinkklng van haar
poging tot ontvluchting, streden om
den voorrang. Wat te doen Zy be
sloot hem te brengen, waar hg ge
meend had, haar op te slatten.
Met inspanning van al haar krach
ten gelakte haar dat. Toen snelde zy
weg near boven.
Da kap ver over 't hoofd getrokken,
de py om, de pas langzaam en statig,
naderde zy de poort. Zonder bezwaar
kwam ze cniten. Rustig wandelde zj
voort, hoewel baar hart zoo onstni-
mlg klopte, alsof 't barsten zon.
Wordt vervolgd).