N°. 88 1916 Donderdag 27 Juli 103 jaargang. de PROGRESSIE. FEUILLETON. W ALTER. GOESGH 0*5uitgave dezer Oourant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Pr{( per kwartaal, In Gooi f labolton Goei, franco f 1,25. Afzonderlijke nommert 5 oent. laneitdliis van advertentlSn op' Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór 12 turen, Da prja der gewone advertentfèn ij van 1-5 regel. 5ü ot., elke regel weer 10 st Bjj dlraote opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs «lechti tweemaal berekend. Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regal. A 1,— barek.nd Bvrgittuname;,' 5 .ast. XeleioonnnnuBer 23. Uitgave van de Naaml Vennootselutp 40Msshe Courant". öire.tesr <5. W. vak Babhïvïii-. i. liet is jamuier, dat we zoo dikwijls vreemde woorden gebruiken voor wat we evengoed in het Nederiandsch kunnen zeggen. Progres beteekent vooruitgang, pro gressief wil dus zeggen vooruitgaand, of, gevoegd bij het begrip belasting, stijgeude belasting, met dien verstande, dat de stijging slaat op het percentage. Wanneer we dus zeggen, dat we het raadzaam zouden vinden, dat in de verschillende gemeenteraden eens een onderzoek werd ingesteld naar het wenschelijke van de invoering van de progressie in de gemeentelijke belasting, dan beteekent dit, dat we onderzocht zouden willen, of het voor de gemeente wenschelijk is, dat personen, die een groot inkomen hebben, daarvan een hooger percentage als belasting zullen hebben te betalen, dan personen met een klein inkomen. Dat bijvoorbeeld iemand met een belastbaar inkomen van f 2000, zal betalen, om maar iets te noemen, 2 procent of 40 gulden iemand met een inkomen van f 20000, vier pio- cent of 800 gulden. In gemeenten, waar geen progressieve belasting is, betalen deze beiden evenveel, dat is bijv. naar een percentage van 8 de eerste f 60 en de tweede f 600. Nu is het duidelijk, dat een gelijk percentage voor kleine en groote inkomens noodzakelijk tot ongelijkheid moet voeren. Eet spreekt toch vanzelf, dat naar het bovengeuoemde voorbeeld, iemand met een belastbaar inkomen van f 20000 veel gemakkelijker f 600 kan betalen, dan iemaud met een belastbaar inko men van f 2000 zestig gulden. En hoe kleiüer de inkomens worden, koe moeilijker het opbrengen van belasting. Het beginsel van stijging in het percentage is dan ook zoo eenvoudig en zoo rechtvaardig, dat niemand er meer tegen durft te zijn in theorie. De maker van onze Gemeentewet heeft dan ook de mogelijkheid van het invoeren van een dergelijke stijging in het percentage opengesteld en steeds meer gemeenten maken van die moge lijkheid gebruik. Daarbij komt, dat, wanneer men de kleine inkomens iets minder en de groote iets meer laat betaleu, de geheele opbrengst der belasiing in de meeste gemeenten belangrijk grooter zal zijn. Van de meerdere op bi engst zou men dan kunnen profiteeren, dcor bijv. de gemeenten meer aantrekkelijk te maken voor vreemdelingen, of door de loonen te verhoogen van die beambten of ambtenaren, die men nu steeds op hun vragen om hooger loon moet afwijzen met het antwoordwe zouden wel 19 Historischs Rowan dcor M. C. VAN DUN ENDE. (Nadruk vorkoden). Onder aan hot trapje, waar hot bootje lag gemoord, werd onderma- achen een heel ander tooneeltje afge speeld. Een grijsaard met langen, witten baard hielp daar een vronw Instap pan. Zonder spreken liehtte hfl een stuk zeil op, dat over eenlge pakgoederen gespreid lag. Daartnsschen werd de vronw ge plaatst, zoo goed mogelijk er onder verborgen en na een handdruk ten afscheid, het zeil goed gelegd, alsof niemand er aan raakte. Niet lang was dat volbracht en bad de grjsaard zieh verwijderd, toen de deur van 't veerhuis geopend werd en door ons drietal hot bootje werd op gezocht. Zacht voerden zj een gesprek. Walter maakte er den veerman attent op, dat zijn naam voorloopig zon zijn „Don Lopez", terwijl Frans moeit luisteren naar den naam Franso. Knaap en veerman bogen toestemmend. willen, maar er is geeu geld. Het invoeren van progressie zou dus niet alleen zijn het betrachten van j rechtvaardigheid, maar ook uit practisch oogpunt wenschelijk zijn. Buitenland De strijd In en buiten Europa. Optimisme is een bewgs vaninnsr- ljko kracht, een sterk vertronwen op het welslagen van eigen plannen en ondernemingen. Optimisme bil een volksgroep toont, dat die groep, wélke zware slagen haar ook mogen toegebracht zijn, moreel ongeschokt Is en voor haar zeil de zekerheid heeft, dat niets in staat zal bijken, de volkskracht en daardoor de welvaart van het vaderland te ondermijnen. Na twee jaren van verbitterden strijd, na twee jaren vernietiging van kapitaal en arbeidskrachten met de verwoestingsmlddelen, we'keden mo dernen oorlog kenmerken, vinden w{j bj belde strijdende partijen nog een optimisme, dat bewonderenswaardig is als kenteeken van ongebroken volks kracht en energie. Hoevelen van Dnltschlands beste zonen hebben in de belde laatste jaren niet op het slagveld het leven gelaten, hoe heeft het geheele volk niet ge leden onder den drnk van zware be lastingen, door een dreigend tekort aan voedingsstoffen, door gebrek aan zoo velorlei, wat wetenschap en tech niek ten bate der menschheid tot stand brachten 1 Om de cantraal-Europeesche rijken is, als eertijds om het onde China, een hooge mnur opgetrokken, een ijzeren muur, dia alle gemeenschap met da buitenwereld onmogelijk maakt, dia verhindert dat een teveel van grond stoffen en industrleele voortb: engaelea nog langer wordt nltgewisseld tegen voedingsmiddelen of teohnlscho voort brengselen van vreemden bodem. Maar dit heeft ongetwijfeld ook zijn goede zjde. De oude geschledeniB van Robinson Crusoe verhaalt, hoe de schipbreuke ling, wlen ploiseling alle moderns hulpmiddelen waren ontnomen, ge noodzaakt was zijn lev8n op zeer een- voadlge wijze in te richten en hoe juist het gebrek aan allerlei grond stoffen en werktuigen hem vindlngr jk maakte en de oorzaak was, dat menige ontdekking werd gedaan en menige verbetering werd tot stand gebracht, waaraan in gewone omstandigheden zeker niet de aandacht zon geschon ken zjn. Wanneer na den centraal Europee- sche Staten veel wordt onthoaden waaraan li) in hnn dageljjksch leven gewoon waren geraakt, dan wordt daarvan tijdelijk zeer zeker door de bewoners dier Staten een groot os ge mak ondervonden. Maar daar tegenover staat, dat de prikkel gewekt wordt, het ontbrekende door eigen krachtsinspanning te ver krijgen, met het gevolg, dat weten, schap en techniek dienstbaar gemaakt worden tot het fabricearen van die Bet tonw werd losgemaakt en men zon van wal duwenop dat oogenblik naderde nlt de duisternis dezelfde oude man, die zich scheen bedacht te hebben. „He, vader Noes»!" riep Walter, aangenaam verrast. „Wat voert u zoo onverwacht hierheen?" Ala ge in Middelburg uw kenniseen ook zoo grif begroet, dan, voorwaar, zullen ze Walter gauw ingerekend hebben en geborgen in de gewelven van den bisschopshof. Wees wat voorzichtiger 1" gal de toegesprokene ten antwoord. „En ge wlit dan, dat lk naar de stad moert, wellicht ook waarom Informeerde Walter. „O, ja, mijn jongen I* zei Nossa. „Ik zou geen spionnendlenst willen verrichten, en de groote heeren zou ik zelf de kastanjes uit het vuur laten halen. Waarom ging je jezelf voor zoo iets aanbieden Kon heer Roland dat niet beter, daar Boysot een aan voerder wenachteï Of heb ja je laten verleiden door de sehoone belofte, dat ga bsndehootd zon gemaakt worden Walter, Walter 1 lk vrees, dat het je den kop kost. Keer terug, 't is nog niet ie laat I" „Neon, vader, lk zal mijn woord houdon en gaan 1" „Maar hoor je dan niet, dwaas, hoe ginds dood en verderf wordt toege bracht „Zeker, maar dat li loos alarm, dat voedingsstoffen of artikelen, welke men gewoon was, In normale tijden nlt het buitenland te betrekken. En na den oorlog zullen dan ook vele producten nlt Engelavd, Frank rijk en Rusland door het Dultsche en Oostenrjksche volk niet meer begeerd worden, deels omdat men geleerd heeft ze te on tb'ren, maar voor een groot deel ook, omdat de nood vin- dingrjk genoeg gemaakt heeft om dezs producten, of degelflke aurogb- ten daarvan, uit eigen fabrieken te batrekken. Dat Is de keerzijde van de medaille welke hen, die het handelsverkeer der centraal Europeeaohe ijken met overzeesche gewesten onmogelijk ma ken, als dank voor bewozen diensten op de borst gespeld wordt. Ean staat, die aan alle zjdon vol komen wordt Ingesloten kan, wanneer hij slechts een betrekkelijk groot grondgebied vertegenwoordigt, wan neer de bodem rijk is aan ortsen en vruchtbaar genoeg voor dan verbouw van voedingsartikelen, nimmer te gronde gaan. HU wordt eenvoudig een wereldje op zleh zelf. Da eerste jaren bresgen dc grootste moeilijkheden omdat het volk in zjn geheel voor de oplossing van het raadsel der voedselvoorziening en technischs vervaardiging van uit- heemsche fabrieksprodneten komt te staan. Maar ieder jaar, dat de insluiting langer duurt, zullen de te overwinnen moelitkheden kleiner zjn. Door esn doelmatige grondbewerking en een zorgvuldige keuze in den verbouw van bepaalde voedingsmid delen, zal de volksvoeding van jaar tot jaar mind -r bezwaar opleveren, door steeds nieuwere uitvindingen znllen fabriekipro" neten, tot nu toe uit het bui'* 'and betrokken, meer en meer in eigen werkplaatsen kunnen vervaardigd worden. De dran g om ts kunnen voortbestaan zal het Dultsche volk steeds tot groo ter kracht en energie prikkelen en wanneer va den ootlog de ijzeren afelnitingsmuur rond de centraal Europeeiohe r Jkou wordt afgebroken, zal het nieuwe Dultschland esn andete staat zijn dan bet oude. Het overblijvend volksdeel zal aan kracht en energie hebben gewonnen, niet alleen omdat hot gemeenschap peljk gevaar het gevoel van saam- horigheiden vaderlandsliefde versterkt heeft, maar tevens omdat het geleerd heeft overbodige luxe te ontberen en zelf te kunnen voortbrengen, wat tct nu toe eenvoudig als ruilprodnct uit omliggende landen word betrokken. We spraken zooeven over het opti misme als kenmerk van volkskracht. Twee jaren van modernen vernie tigingsoorlog hebben dit optimisme noch bj de centrales), noch bij da geallieerden kunnen vernietigen. Daarover een volgende keer. Belangrljko nieuwstJdlDgan komen er van het Westelijk front op het oogenblik niet. In do laatste geweldige worsteling rumoer heeft niets te beteakensn. Dat alles doet mon slechts om 'tmü ge makkelijk te maken, ongemerkt binnen te sluipen 1" Geloof je dat? Ik verzeker ja,'tls ernst. Ik was aan de Langevlelepoort ooggetuige ervan „Als u dat zegt, zal 't wel zoo zjn, doch ik zal niettemin gaan en onvor- wjld. Houd goeden moed, vader, verontrust u niet om mjj, ik loop minder gevaar dan u denkt 1* „Als lk je dan niet weerhouden kan, zoo ga, en wees voorzichtig, o zoo voorzichtig, want Mondragon ver trouwt ia den laafsten tijd niemand meer. Daar heeft hi) zijn reden voor Daarop ging de houtvoBter langzaam weg, het bootje met dc oogen volgend. Bijna onhoorbaar gleed het over 't donkere watervlak. Sterck had de riemen omzwachteld, waardoor ze geluidloos steun zochten in 't water. Ia de verte klonk dof 't gelald der strijders. Niemand sprak esn enkel woord. Walter zat tegenover den veerman en op 't achterbankje Frans, die een oogenblik meende in de pak goedoren beweging te bespeuren. Strak hield hij er z|jn oog op gevestigd, en daar hij niets meer waarnam, schreef hij het verschijnsel aan dan wind toe. Bij da Punt stond een schildwacht op post, doelloos rondstarend, leunend op zjn musket. Eensklaps werd hij ten N. van de Somme slaagden de Engelsehen er niet noemenswaard In, de Dultschers achteruit te dringen. Zoowel bj Pozlères als Loogueval kwam bet tot een rakken aan den frontmuur zonder dat deze tot wjken gebracht kon worden. Dg telegrammen mslden thans een stilstand in de krijgsverrichtingen, welke deu Indruk wekt, dat beide partijen hun krachten verzamelen alvorens tot nieuwe stormloopon over te gaan. Het resultaat der jongste gevechten is voor de Engelsehen niet onguostlg daar zj bij Pozlères, aan den weg Albert—Bapanme en in de richting van Onillemont eenig terrein wonnen. De Franschsn verdedigen ten Z. van de Somme hardnekkig de thans door hen ingenomen linie van Bl&ches tot Vermaodovillers. De Duitschers verklaren, dat de geallieerden een ztvaro nederlaag leden, wat slechts in zooverre juist mag heten, dat deze er niet In ge slaagd zijn, de Dultsche linies ts doorbreken. Op het Oostelijk front heeft bfj Riga een hevige strijd gewoed Da Russen trachtten den uitersten Dultschen lin kervleugel bj Ekkau en Riga terug te dringen, wat hun tot dusver niet mocht gelukken. Zooals we nog la ons vorig nummer konden melden, zjn de Oostenrjkiche troepen in de Karpathen weer achter uit gebracht, zoodat zj thans aan de Hongaarsche grens staan. Van den derden Karpathenkam heb ben zij das op den hoofdkam moeten terugtrekken. De volgende telegrammen teekenen den toestand. ParlJ*. Ten N. van de Alsne zjn onze verkennlngsafdeelingen vjande- IJke loopgraven bij Vally binnenge drongen. Ten Z. van EsuéeB hebben w(j een vijandelijke batterij vormeesterd. WU namen een schans ten N. van Thiau- mont. Londen, Bjj het Foureaux bosch en in de riobtlng van Gulllemont wonnen wij eenlg terrein. Een groot deel van Pozlères is nu ln onze handen. Weenen, Ten N. van den Prlslop- zadel en bjj Lobaczowka ln Wolbynië zjn vijandelijke aanvallen afgeslagen. St. Petersburg. Wjj namen hot dorp Oalitspemo aan de Llpa. Berlijn, De Eagelsch-Fransche strijdkrachten zijn vanuit het front Pozlères-Maurepas tot een besllssenden aanval opgetrokken. Da vcorwaartsche beweging is gebroken. Ten Z. van de Somme trokken tegelijkertijd sterke Franscha strijdkrachten tegen het front Estries-Si ysconrt op. De storm loop, die alleen ten Z. van Eatries tijdelijk terrein won, is met talrijke verliezen aan dooden en gewonden voor den vjand mieinkt. Binnenland. Smokkelen. De heer De Savornln Lohmsn aandachtig. Hij zag een bootje over 't watervlak glijden en weder ver- dwjnen in schuine richting. Zou van deze ajda mogelijk ook ten aanslag beraamd worden? Maar dan zon hi) meer dan een bootje moeten bsspenren. En daar hij verder niets zag of hoorde, was hij weer ge- ruBtgejteld. In den omtrek hoersohta doodscho stilte. Toch ging hj lijn commandant waarschuwen, in elk geval was hij van do verantwoordelijkheid af, als er iets bijzonders voorvallen mocht. Deze kwam mee, koek nanwlettend in de aan gewezen richting en lachte den Boldaat daarna uit. „De vjand is daar I" zei h{|, naar dun kant van de Langevlelepoort wijzend, „en hier is niets, wijl 't gebroed niet talrjk ge noeg Is, om in sterke groepen gesplitst te worden I Js hebt je dus maar wat verbeeld 1" Daar bleef hst b{j, zoar tot geluk uer opvarenden, want de kleodlng van „Don Lopez" als Spaanseh officier zou hem hoogstwaarschijnlijk niet duurzaam tegen ontmaskering be veiligd hebben, daar hij door deu veerman Sterck, die aio Göub bekend stond, voortgeroetd werd. Ook had hjj een kleine lading aan boord, dia hem in motjiljkhedea zou kenen brengen, als 't op een aannemelijke verklaring aankwam. Doch den ztoutmoedlgcn is de halve hoeft betreffende klachten omtrent laden der Kamer, die met koper of koelen smokkelen, of met consenten hebben geknoeid, schriftelijke vragen Ingezonden. De minister van landbouw, nijver heid un handel, heeft hierop het vol gende antwoord Ingezonden, d.d. 22 Juli 1916 lo. Klachten, dat er Kamerleden zouden zfjn, die met koper of koelen gesmokkeld hebban, of met consenten zonden hebben geknoeid, hebben den ondergeteokonde (den Minister) niet bereikt, noch zjn ambtgenooten, dia daarvoor ln aanmerking zouden heb ben kannen komen. De ,Tubantia.' De heer Nierstrasz heelt schrifte lijke vragen gericht tot den minister van Bultsnlandsche Zaken, betreffende de onderhandelingen met de Dnltsche regeering ter zake van den ondergang van de „Tubantia". De minister van Bnitenlandsche Zaken heeft daarop het volgende dd. 22 Juli geantwoord: Geljjk uit de mededeeling ln het overgelegd Oranjeboek bljjkt, ls do regesring van oordeel, dat met do laatste nota dar Dnltsche regeering de gedachten wisseling over den onder gang der „Tubantia" geenszins afge sloten 1b. De regeering handhaaft haar meening. dat de „Tnbsntia* door ten afgeschoten torpedo is vernield. Nadere Inlichtingen zijn ta Berlijn gevraagd en ten deele reeds verkre gen, doch bat vertrouwelijk karakter dor gedachtenwlssellng en het feit, dat ij nog niet is afgesloten, beletten vooralsnog eanige openbaarmaking daarvan. Bij den stand dier gedach ten wisseling zcu het voorbarig z(jn zich bereids uit te spreken over de nader te volgen gedragslijn. Bet opbrengen van vieschtrttahepen Naar Reuter verneemt, heeft de om vang, waarin de Nederlandsche vis- achersvloot levensmiddelen aan Duit land leverde, sedert eenlgen tijd sterk de ernstige aandacht van de Brltsche regeering getrokken. Bekend ls, dat ongeveer 90 percent van de haring en een aanzienlijk deel van da andere vlscfc, door de Nedorlandiohe vlischers gevangen, dadelijk verkocht zija aan Dnitschnrs. De Brltsche regeering heeft het daarom noodig gevonden een aantal Nederlandsche vistchersschepen voor het Prjzenhof te brengen en heeft verder een aantal opgebracht wegens het visschen ln verboden streek een bezigheid, welke da Nederlandsche vlsschers voortdnrend onderhouden hsbben ondanks de waarschuwing van hnn eigen regeering. De Britsche regeering erkent, dat eanlg nadeel door baar optreden kan veroorzaakt worden en heeft haar be reidwilligheid te kennen gegeven om met vertegenwoordigers van do Neder landsche visschersbatangen te over leggen over middelen om den toestand te verlichten. De Engelsche gezant te 's Graven- hage, Johnstone heeft den volgenden wereld. BU het trapje, dat van het aange wezen poortje naar 't water leidde, werd aangelegd. Sterck sloeg het tonw een paar maal om een paaltje. Walter bevond zieh reeds boven en Frans klom hem achterna. Op dsn kant stonden beiden even stil. „Straks zullen een paar man het vrachtje komen loessn hoor 1* halsterde Walter, „en verder weet je alles, wat afgesproken is." ,'t Is in orde heer I" antwoordde de veerman. ZU wenschten ham een voorspoodige terugreis toe en verdwenen In „Qet Anker." Nauwelijks was de veerman alleen, of hij schrikte zoo hevig, dat hij als verlamd van ontsteltenis bleet zitten. Vlak voor hem kwam beweging Inde boot. Get zeildoek ging de hoogte in, en esn geest verscheen hem. Een zwarte gedaante zweefde weg, de trapjes op en voort, steeds sneller langs 't smalle voetpad tusschen 't water on de buizenrj. Toen ze weg was, kwam hg tot be zinning. „Een geest, een geest I" schreeuwde hg, eu op zjn geroep kwamen Walter en Frans .net twee mannen toeloopen. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1916 | | pagina 1