HEFFING VAN EEN HOOFDELIJKEN OMSLAG
VERORDENING
No. 77.
Bijvoegsel behoorende bij de Goesche Courant
van Donderdag 1 Juni, No. 65.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOES doen te weten, dat door den Raad dier gemeente
in zijne vergadering van den 17 Februari 1916 is vast
gesteld de navolgende Verordening
OP DE
IN DE
GEMEENTE GOES.
Artikel 1.
Ten behoeve der gemeente zal jaarlijks worden geheven
een hoofdelijke omslag tot een maximum van ƒ45000,
onverminderd het bedrag van den suppletoiren omslag te
heffen van hen, die na het opmaken van het primitief
kohier belastingplichtig worden.
De grondslag der belasting is het jaarlijksch zuiver
inkomen der belastingplichtigen.
Art. 2,
Met inachtneming van art. 245 der gemeentewet worden
in den hoofdelijken omslag aangeslagen allen, die zoodanig
inkomen hebben, dat zij daartoe in de termen vallen,
onverschillig of zij op zich zelf wonen, dan wel bij anderen
inwonen.
Bereikt iemands inkomen eerst in den loop van het
belastingjaar het bedoelde bedrag, dan ontstaat geen
belastingplicht, indien dit het gevolg is van het overlijden
van een gehuwde vrouw, voor wier inkomen de man in
deze gemeente is aangeslagen, zoolang de man voor dat
inkomen in deze gemeente belastingplichtig blijft.