8 Ter zake van onderhoud en opvoeding van minderjarige kinderen is geen aftrek toegelaten, behoudens het bepaalde in art. 22. Art. 19. Aan ieder, die vermoed wordt belastingplichtig te zijn, wordt in de maand, in welke het belastingjaar aanvangt, een beschrijvingsbiljet gezonden. Het model van het beschrijvingsbiljet wordt door Bur gemeester en Wethouders vastgesteld. Ieder belastingplichtige is verplicht door het beschrijvings biljet naar waarheid in te vullen en te onderteekenen aangifte van zijn zuiver inkomen te doen. De verplichting tot het doen van aangifte wordt opge heven door het verzoek om ambtshalve aangeslagen te worden. Ambtshalve worden tevens aangeslagen, zij, wier biljet (door nalatigheid van den aangever) niet tijdig is inge komen of wier biljet niet of niet volledig is ingevuld, of niet is onderteekend. Voor minderjarigen en onder curateele gestelden ge schiedt de aangifte door den voogd of door den curator. Het beschrijvingsbiljet wordt teruggehaald, echter niet vroeger dan acht dagen na de bezorging. Hij, wiens woonplaats niet in deze gemeente is gevestigd, is verplicht het biljet binnen veertien dagen na de uitreiking ingevuld en onderteekend ter gemeente-secretarie te bezorgen of te doen bezorgen. Hij, die een maand na den aanvang van het belasting jaargeen beschrijvingsbiljet mocht ontvangen hebben en toch belastingplichtig is, is verplicht binnen acht dagen ter gemeente-secretarie een beschrijvingsbiljet aan te vragen en dit voor den vijftienden der maand, volgende op die, waarin het belastingjaar is aangevangen, ingevuld en onderteekend aldaar te bezorgen of te doen bezorgen. Art. 20. Aan ieder, die na de algemeene beschrijving, in art. 19 vermeld, belastingplichtig is geworden, wordt zoo spoedig mogelijk een beschrijvingsbiljet gezonden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1916 | | pagina bijlage 8