N°. 53 1916
Donderdag 4 Mei
103de jaargang.
Het Onderwijsvraagstuk.
FEUILLETON
Het Geheim
van de „Neptunus".
GOESCHE
O®'uitgave dezer Courant gesohledt Haandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Frgt per kwartaal, In Goes f C">T% buiten Goes, franco l„S».
Afzonderlijke nommers S cent.
ias®EfllH5S van Bdvertentlën op Maandag, Woensdag:
en VRIJDAG vóór 13 ueren.
Telsfoonnomiaeï 88. Uitgave vaa de Naanl
Do pr(Js der gewone advertentiBni» van 1-5 regels 50 et., elke regei meer 10 et
,EJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 tegels k 1,— berekend.
Eewgsunnmers 5 sent.
Veaaootssbap „©atsabe Coaraat". ©irsetew G. W. vaw Babnïvseb.
Onze lezers hebben kennis kunnen
nemen van het verslag der staatscom
missie voor het onderwijs, de zooge
naamde „bevredigingscommissie".
Twee en een half jaar heeft deze
commissie gewerkt en men mocht dus
met reden verwachten, dat er een
degelijk stuk voor den dag zou komen.
Dit is dan ook werkelijk het geval
geweest, maar of het werk der bevre
digingscommissie ook een ieder zal
bevredigen, zie, dat is iets wat aan
gerechten twijfel onderhevig is.
Men heeft slechts kennis te nemen
van uitdrukkingen in sommige partij-
organen, om te begrijpen, dat men in
enkele kringen nog alles behalve bevre
digd is en dat datgene, wat nu in uitzicht
wordt gesteld, dankbaar wordt aange
nomen, alleen onder voorbehoud, dat
later meer zal worden geëischt.
Zoo schreef De Standaard: „Voor
art. 193 is natuurlijk geen formule
gevonden, die geeft, wat principieel
volstrekt recht zou zijn, en met name
niet wat door ons steeds begeerd werd
maar daarvoor blijft de Schoolquaestie
dan open staan. Dit euvel kan in een
latere periode worden weggenomen".
De a.r. Rotterdammer meent in de
voor«tellen aan te treffen „eene uit
drukkelijke loochening van het begin
sel de vrije school regel, de openbare
uitzondering". Het blad is van oordeel,
dat er een sterke achteruitgang is waar
te nemen, vergeleken met het voorstel-
Heemskerk en vindt dan ook, dat voor
de rechterzijde de allergrootste behoed
zaamheid in deze materie plicht is.
l-i de duidelijkste bewoordingen
wordt het wel gezegd door het r.k.
liet Huisgezin.
Dit biad verwacht wel, dat, indien
het ontwerp-artikel 193 door de regee
ring zal worden overgenomen en de
volksvertegenwoordiging daaraan haar
zegel zal hechten, we een periode van
rust zullen tegemoet gaan. „Maar", zegt
het, „men behoeft de hoop niet op
te geven, dat de wensch de bijzondere
school regel, de openbare uitzondering,
dichter bij zijn verwezenlijking wordt
gebrachtdoch er zal niet, zooals een
enkele reeds te verstaan gaf, dadelijk
aangestuurd worden op een nieuw en
nog beter artikel 193".
Niet dadelijk dus, maar later blijk
baar wel.
Wanneer dit later zijn zal Zal
dat tijdstip misschien zijn aangebroken
als de rechterzijde weer eens in de
meerderheid mocht komen Men zou
het kunnen vermoeden uit hetgeen de
r. k. Tijd zegt, die meent, dat de toe
gestoken hand niet moet worden afge
wezen en dat de rechterzijde toegevend
U
XVIII.
Dien avond ontving Ronald den
volgenden brief van Carmels,:
.Waarde meneer Monteith. Deze
dient, om u te laten weten, dat u
in ons onderhond van gisteren ver
keerd begrepen hebt. M(jn zuster,
mevrouw Verschoyle, kwam niet aan
boord van de „Neptunus", om mfl
vaarwel te zeggen, maar deed dit,
vóór ik het huls verliet, zult b«'
gr(Jpen, waarom ik u dit schrijf.
Uw toegenegene
CARMELA COTOHER.'
„Arm schepseltje" zei Ronald, den
brief aan Poster overhandigend. „Ik
begrijp het. Zij weet, dat haar zuster
sehuldig ls en wil haar beschermen."
„Ja, dat geloot ik ook" antwoordde
Poster, den brief haastig doorlezend,
„maar hoe weet s8, dat haar zuster
schuldig ls?"
„Ik weet 't niet," zei Ronald.
„Hm," antwoordde Gerald, hem
scherp aanziend, „laat ons eens zien
In de eerste plaatsdenk je, dat ze
haar zuster voor schuldig hield, toen
je haar sprak?"
„Neen 1 Daar ben ik zeker van."
„Dan moet ze in dien tusschentQd
kan zijn, juist omdat tegenwoordig de
wind blaast in het zeil van de bijzon
dere school. „Wij willen", zegt zij,
„daarbij ook niet vergeten, dat wij
op dit oogenblik zij het tijdelijk
in de minderheid zijn en dat dienten
gevolge het compromis te onzen nadeele
moet uitvallen."
Neemt men tenslotte nog in aanmer
king, dat het r. k. Centrum, dat eerst
meende, dat, indien hetgeen door de
commissie is ontworpen en wordt voor
gesteld, wettelijk tot stand komt, er
van den schoolstrijd in zijn ouden vorm
geen sprake meer zou kunnen zijn,
later schreef „wij weteu wel, dat met
zulk een wijziging (bedoeld in de voor
gestelde wijziging van art. 192) het
laatste woord inzake de schoolquaestie
niet gesproken, noch geschreven is",
dan voelt men, dat er van bevrediging
op dit punt bij onze politieke tegen
standers nog allerminst sprake kan zijn.
En thans zijn wijzelf bevredigd
Aan het beantwoorden van deze
vraag moge eene algemeene opmerking
voorafgaan.
Het zal voor allen, die hunne liefde
aan de neutrale school hebben verpand,
omdat het hunne eerlijke overtuiging
is, dat alleen deze school voor het
kind de beste is en ook omdat zij het
best de volkseenheid kan bewaren, een
bittere gewaarwording zijn, dat deze
school in het vervolg in sommige
gemeenten een zwaren strijd om het
bestaan zal hebben te voeren.
Wij hebben onze gegronde reden om
te blijven gelooven in de meerdere
voortreffelijkheid van de neutrale school.
Immers deze school is het, waar de
kinderen worden onderwezen volgens
de beginselen der neutrale paedagogiek
de bizondere is die, waar confessioneel
onderwijs wordt gegeven.
Terwijl de coufessionee'.e school aan
het kind dogma's leert, die kinderher-
sens niet kunnen begrijpen, wordt op
de openbare school bij de godsdienstige
vorming van het kind uitgegaan van het
eenvoudige en concrete en allengs op
geklommen naar het meer samengestelde
en abstracte.
De openbare school onderwijst over
eenkomstig den eisch des kinds.
Het eigenlijke doel van de confes-
sioneele school is dan ook niet zoo
zeer het kind, als wel de toekomstige
geloofsgenoot.
Het is trouwens meermalen onom-
wooden door enkele politieke tegen
standers erkend, dat men van de leer
lingen goede rechtsche kiezers wilde
kweeken.
Houdt men dit in het oog, dan is
het duidelijk, dat de eonfessioneele
school krachtens haar karakter gods-
Iemand geiten hebben, dto haar de
waarheid mededeelde," meende Foster.
„Wie kan zij gesproken hebben
„Niemand, behalve Vasalla," zei
Ronald.
„Juist," riep do advocaat uit, „je
zag Vasalla en vertelde ham, dat je
wist, dat mevrouw Verschoyle en hjj
hadden gelogen met betrekking op
het aan boord zijn op den avond van
do misdaad."
„Welnu
„Welnu I" herhaalde Foster, begrijp
je 't nog niet Vassalla wist, dat
mevrouw Verschoyle aan boord kwam
en eveneens, dat Ventin haar echtge
noot was. Hjj deelde Carmela Cotoner
dit alles mede en zoo heeft zij, om
haar znster te redden, dit briefje ge
schreven met leugens pure
leugens arm BehepseltjeMaar de
hemel zal 't haar vergeven.'
„Wat denk je En van de zaak?"
vroeg Ronald,
„Ik denk, dat Vassalla er meer van
weet, dan w(j veronderstellen."
„Zal ik dat briefje beantwoorden
vroeg Montheith na eenige oogenblik-
ken stllzwijgens.
„Als je wilt", zei de ander de schou
ders ophalend.
„Dan zal ik 't maar doen. En hj
schreef bet volgende briefje:
„Waarde miss Cotoner. Ik heb uw
brief ontvangen. Ik bewonder u en
eerbiedig uw stilzwijgen.
Uw toegenegen,
RONALD MONTEITH."
diensthaat moet kweeken.
Sterk komt dit uit, wanneer men
een r.-katholieke school stelt tegenover
een hervormde school.
Daartegenover blijft onze openbare
school staan met haar christendom
boven geloofsverdeeldheid.
Al deze zaken in lanmerking ne
mende, spreekt het vanzelf, dat wij
geen vurige bewonderaars kunnen zijn
van de voorstellen der bevredigings
commissie.
Aan den anderen kant moeten wij
toegeven, dat, indien de schoolstrijd
zou blijven bestaan, dit ten nadeele
zal komen aan veel parlementairen
arbeid.
Na deze algemeene opmerkingen,
hopen wij in een volgend artikel eens
na te gaan, welke der voorstellen van
de commissie ons wel, welke ons niet
bevredigen.
Buitenland.
De strijd in en bulten Europa.
De afgeloopen week heeft voor de
geallieerden, en voor Engeland ln het
bijzonder, niet veel aangename ver
rassingen gebracht.
De verhouding tusschen de Griek-
sche regeerlng en de mogendheden
der Entente is ongunstiger dan ooit
te voren, de opBtand in Ierland, thans
vrijwel onderdrukt, was een zeer
slechte reclame voor de éénheid van
Britten en Ieren en de val van de
Engelsohe troepenmacht in Koet-el-
amara kaa met recht een ernstigen
tegenslag genoemd worden.
De betrekkingen tusschen de geal
lieerden en Griekenland hebben tot
nu toe van een gedwongen vriende
lijkheid getuigd
Griekenland was meermalen, zooals
we telkens weer uitvoerig hebben
besproken, genoodzaakt, do grofste
inbreuken op zijn onzijdigheid toe te
staan.
Do geallieerden beschikten over
belangrijke deelen van het koninkrijk
en legden ten eigen bate beslag op
spoorwegen, bruggen en gebouwen.
Herbasldelflk heeft de Grleksche
regeering daartegen geprotesteerd,
maar herhaaldelijk ook werd van die
protesten niet de minste notitie ge
nomen.
Dus bleef Griekenland, wilde het
niet gedwongen worden, tegen zijn
zin in den wereldkrjjg te worden
mede gesleept, geen andere keus dan
telkenmale weer tegen de schending
van z|jn grondgebied ten krachtigste
protest aan te toekenen.
De troepen der geallieerden, die ln
Griekenland ontscheept zijn, de expe
ditiemacht, die zoogenaamd werd aan
gevoerd om Servië te redden en de
verbinding Berljn—Konstantinopel te
verbreken is tot nu toe vrijwel wer
keloos gebleven.
Van een zegevierend oprukken was
„En wat zal er nu vau ja huwelijk
komen vroeg Poster.
„Ik zal wachten, tot deze zaak is
opgehelderd en dan
„Welnu
„Of haar zuster schuldig bevonden
wordt of niet, haar te huwen."
„Dan handel je verkeerd."
„Wat? Is het verkeerd, oen nobele
vrouw te huwen, zooals zij ls Neen,
Poster, zij is in 't vuur beproefd en
er zuiver als goud uit te voorschijn
gekomen."
„Amen," zei Poster op z0n gewonen
cynlscheu toon.
„Iotusschan zond Carmela aan me
vrouw Versehoyla dit schrijven
„Ik aan je niet als znster toespreken,
sinds ik de waarheid dier vreeselljke
geschiedenis ken. Je echtgenoot was
aan boord van de „Neptunus" en je
zag hem daar, ofschooD je het ont
kende. Ik vraag ja nu, of dit waar Is.
Heb je Iets uit te staan met den moord
op js echtgenoot Ik weet, dat je
wreed en trotsch bent, maar ik geloof
niet, dat je zoo slecht bent als Vas
salla beweert. Voordat we elkaar
wederzien, wil ik van je de verzeke
ring hebben,dat je onschuldig bent aan
den dood van je echtgenoot.
CARMELA."
„Hoe is zij dat te weten gekomen
vroeg mevrouw Verschoyle zichzelve
af, „niemand kon weten, dat mijn
echtgenoot aan boord was. Carmela
geen sprake en het is dan ook niet
te verwonderen, dat zeer velen ln
Griekenland langzamerhand genoeg
van de vreemde troepenmacht en het
eigendunkelijk optreden harer leiders
hebben gekregen.
De ontwikkeling van het krijgsbe
drijf in de laatste maanden is niet
zoodanig geweest, dat do geallieerden
zonder '.-enigen twijfel als de toekom
stige overwinnaars zijn aan te wijzen
en er is voor Griekenland niet de
minste reden om zich nog langer
onvoorwaardelijk aan de eischen van
oen der strijdende partjjen te onder
werpen.
Da regeering in Athene schijnt
tegenover de geallieerden langzamer
hand een andere en minder toegefe
lijke honding aan te nemen.
Nu van haar geëischt werd, dat de
Grleksche spoorwegen ter beschikking
der entente moeten worden gesteld
voor hot vervoer van Servische troe
pen, welke men met bet oog op bet
dnlkbootengevaar niet over zee durft
vervoeren van Kotfoe over land
naar Saloniki en van daar naar de
Servische grens, hoeft de Grleksche
regeering de inwilliging van dezen
eisch geweigerd.
De regeerlng is van oordeel, dat zjj
nu de entente voldoende grondgebied
en spoorwegen heeft afgestaan en
verklaart de thans opgeëischto spoor
wegen voor eigen troepenvervoer en
voor het binnanlandsch verkeer noo-
dlg te hebben.
Voor da geallieerden, die blijkbaar
weer een eenvoudig protest verwacht
hadden, ls dit optreden van de Grlek
sche regeerlng allesbehalve aanmoe
digend. De gezanten der entente-
mogendheden hebben zoo spoedig
mogelijk met de regeerlng ln Athene
een bespreking gebonden, welke even
wel niet tot eeoig resultaat leidde,
daar de Grleksche regeerlng van
meaniDg bleef, dat de Servische troe
pen beter over zee naar Albanië en
van daar over land naar Macedonië
konden gebracht worden.
De geallieerden overleggen thans, wat
hen teu opzichte van Griekenland te
doen staat en zullen ongetwjfald door
bedreiging cenigen druk op de Grlek
sche regeerlng trachten uit te oefenen.
Doch de Grleksche bladen wjzen
er op, dat de regeerlng thans vast
besloten is, haar eigen weg te volgen.
Minister-president Skoeloedis heeft
verzekerd, dat de regeerlng alle spoor
wegwerken en brnggen zou laten
springen, wanneer men zou pogen, de
landing der Servische troepen met
dwang door te zetten.
Tevens komt uit Griekenland de
mededeeling, dat de officieren te
Athene een verbod oprichtten, dat in
zijn eerste bekendmaking trouw aan
koning en dynastie ie kennen heeft
gegeven.
Van Duitsche zfjde wordt daarbij
bericht, dat dit verbond zich ten doel
stelt, zedeljjken steun te verlsenen aan
de regeerlng bfj haar verzet tegen de
voortdurende kwellingen, die het l.snd
wist natuurlijk, dat lk haar vaarwel
kwam zeggen, maar hoe ontdekte zij,
dat Lion Ventin mijn echtgenoot was
Er moet een verrader in het kamp
zijn en die verrader is Matteo Vasalla.
Ik zal hem morgen een bezoek gaan
brongen en de waarheid trachten te
ontdekken. Als 't ls, zooals ik veron
derstel, zal hij wenschen, zijn mond
gehouden te hebben 1"
In een schrijven aan Carmela vroeg
Matteo Vassalla, of zij goed in Marlow
aangekomen was. Hij hoopte, dat het
buitenleven haar goed zou doen en de
rozen terugbrengen op haar wangen,
want hfj wenschte, dat zij er goed zou
uitzien, als ze trouwden. Londen vond
hij op 't oogenblik erg saaihet eenig
belangrijk voorval was de aankomst
van Carmela's znster, die Vassalla een
briefje had geschreven, waarin zjj
hem meldde, dat ze hem den volgen
den dag een bezoek zou brengen,
Vassalla beloofde Carmela, haar het
resultaat van dit onderhoud onmiddel
lijk te schrijven, ofwel hj zon het haar
mondeling komen mededeelen, daar
h(j binnenkort naar Marlow dacht te
gaan. Hij schroef verder, dat Montelth
nog steeds in de stad was en zijn
dwaas plan doorzette, den moordenaar
van Verschoyle te zoeken. Vassalla
vreesde, dat hij weinig succes zou
hebben. Hfl toch was de eenige per
soon, die kon bewijzen, dat Carmela's
znstor haar echtgenoot aan boord zag
en iets heeft nit te staan mot den
moord, maar hij beloofde zQn mond
te houden op voorwaarde, dat h|j zijn
van de entente heeft te verduren.
In allen gevalle blijkt wel, dat de
tjd voorbij ls, dat Griekenland, zjj
't dan ook onder krachtige protesten,
alle eischen der entente zonder ern
stigen tegenstand inwilligt.
Met belangstelling wachten wij
af, welke honding thans door de ge-
aUlceiden ten opiichte der Grleksche
regeerlng zal worden Ingenomen.
De opstand in Ierland schijnt vrij
wel geëindigd te ztjn, al is daarvoor
dan ook een volle week van verwoe
den strijd tusscheu opstandelingen en
regeeringstroepen noodzakelijk ge
weest.
Volgens Renter-telegrammen heb
ben thans alle opstandelingen ln Du
blin zich overgegeven en ls de stad
volkomen velUg. Ook de opstandelin
gen in da landelijke districten geven
zich over.
Toen te Dublin de oproerlingen uit
het brandende postkantoor werden
verdreven, naderden hun leiders met
een witte vlag en vroegen een wapen
stilstand aan, waarna de onvoor
waardelijke overgave door den zoo-
genaamden president van het voor-
iooplge republlkelnsche bewind werd
gsteakend en deze allen bevelhebbers
van zijn manschappen beval, de wa
pens neer te leggen.
Hoewel ongetwijfeld het overgroote
deel der Ieren met een opstand ln
dezen ernstiger tijd niet gesympathi
seerd heeft, ls het gebeurde, dat ove
rigens van geen militaire beteekenlB
was, toch hot bewjs geweest, dat de
Engelsche regeerlng voor eventueele
onlusten, ook in hot land zelf over
voldoende troepen moet kunnen be
schikken.
De regeerlng zal nlt het gebenrde
ln Ierland zeer zeker politieke munt
weten te slaan als straks de wetsont
werpen tot invoering van algemeenen
dienstplicht in het Lagerhuis ter tafel
gebracht worden.
Tegenover het buitenland maakt de
jongste blnnenlandsche opstand in het
land, dat steeds zoo van de eensge
zindheid van al zijn onderdanen ge
tuigd heeft, zonder twijfel een minder
aangenamen Indruk.
De opkomende zon wordt steeds
aangebeden. Een overwinnend leger
vindt overal vrienden, een verslagen
troepenmacht ls de slechtste reclame
voor de mogendheid, welke haar heeft
uitgezonden.
En waar er Engeland thans zeer
veel aan gelegen is, voornamelijk in
Mohammedaansch gebied een schitte
rend figuur te maken, daar is de
overgave van de geheele expeditie
macht in Koet-el-amara zeer zeker
een geweldigen slag voor het prestige
van Engeland ln het Oosten.
Dat ls de groote beteekenis van
generaal Townshends nederlaag, niet
de veertien duizend man, die thans
van het gevechtsterrein verdwijnen,
maar de indruk, welke, na het ge
beurde aan de Dardanelles thans de
belooning haar hand kreeg.
„Dns moet ik de straf ondergaan
voor de misdaad van mijn zuster",
zuchtte Carmela, na den brief gelezen
te hebben. „Om baar te redden moet
ik mijzelf opofferen t Is wreed. Maar
wat kan ik anders doen Als zij on-
schnldig ls, ben ik vrij, den man te
huwen, dien ik liefheb: maar als zij
•chnldig ls Dan helps God mil 1 lk
kan Diet andets doen dan mijzalve
opofferen om haar te redden I"
Dit hasr overpeinzingen werd zij
wakker geschud door den kellner, dia
haar een brief bracht. Hij was van
Ronald en luidde als volgt:
„Is het waar? Ik smeek je, zeg mij,
bevat het gerucht, dat je met je neef
verloofd bent, waarheid O, Carmela,
waarom heb je zoo met mijn liefde
gespeeld Je wist toch, hoe lief lk je
had en nu versmaadt je mij koelbloe
dig en schenk je hand aan een man,
dien je tiet llefhebt en niet küai lief
hebben. Denk eraan, hoe je aldns
twee levens verwoest, het jouwe en
het mijne, vóór je tot dezen gewlcb-
tlgen stap overgaat; eens gedaan, ls
't niet meer te herroepen. Ik verwacht
je antwoord mot 't grootste ongeduld
cn hoop, dat je dit vreeseljjk gerucht
zal kunnen tegenspreken.'
(Wordt vervolgd.)