N°. 38 1916
Dinsdag 28 Maart
103de jaargang.
FEUILLETON.
Het Geheim
van de „Neptunus".
60KSCH
Os uitgave deser Goarant geschiedt Maandag-, Woensdag- an'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen,
Pry« por kwartaal, in Goes f 0,78, holten Goes, franco l.ftfi.
Afzonderlijke nommer» 8 cent.
:nsecdiEK van advertenUën op Idaandag, Woeasdas
en VRIJDAG vóór 13 uien.
COURANT.
Doprfla der gewone advertentiën is van 1-5 regels 60 ot„ elke regel meer 10 et.
BJ diraote opgaaf van driemaal plaatsing derzalfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnwaljk- en doodsberichten an de daarop betrekking hebbend»
dankbetuigingen worden van 1—10 regels 4 1,— kerekrnd
Btwlsnsmntersl 5; t»s\
Telefoonannwaet; 98. Sirettear Gl W. tak Barnsvsm. Uitgave van de Na**!. Vensootsehag .Geassko Contant Koofdiedaetenr W, I, C. va» Sahtsk,
Zij, die zich met ingang van
i April a.s, op ons blad abon-
naeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers
gratis.
Kon rcchtsch
plan-de-cainpagne 1
VIII.
Wij mogen ons ontslagen aclilen
van de verplichting, hier de kwestie
der gratis oudeudoms-reutcn, waarover
de rechterzijde zoo toornt, uitvoerig te
oebandelen wij hebben reeds zoo vaak
gelegenheid gehad, het beginsel der
Slaatspeusionneering te verdedigen.
Maar wanneer de rechtsche propagan
disten hel doen voorkomen, dat de
arbeiders geen gift, geen aalmoes op
hun ouden dag weuschen, doch een
recht op uitkeering, wijl ze er voor
betaald hebben, dan kunnen wij
toch niet nalaten, te glimlachen. Want
wij kunnen in onze omgeving bij tien
lallen personen aanwijzen, die, zooge
naamd „uit kracht van hun beginselen",
weigerden als lid tot den Bond van
Staatspensionneering toe te treden die
op alles, wat die Bond propageerde,
heftig afgaven, maar hel eerst er hij
waren, om hun twee-gulden-pensioen
machtig te worden, dikwerf langs
slinkschen weg, en vergaten, dat de
verkiezings-feestgave 19115, door Talma
als uiterste redmiddel toegepast in zijn
poging, het verloopende rechtsche
standje te redden, niets anders was dan
een dóórwerking der beginselen van
den Bond voor Staatspensionneering in
Nederland.
Alleen zij hier even de nadruk er
op gelegd, hoe frappant het is, dat de
gansche rechtsche agitatie tegen liet
Staatspensioen geschiedt op dezen
grond, dat hel feitelijk niets anders is
dan een vernederende armen-zorg, een
soort bedeeling van Staatswege. Wij
willen hun, die aldus redeneeren, een
paar simpele vragen voorleggen. In de
eerste plaats als men zich tegen
Staatspensionneering, als zijnde demo-
raliseerend, armen-zorg, kant hoe
kan men volhouden, dat de arbeider
een recht heeft, alleen en uitsluitend om
de reden, dat hij in het stelsel der ver
plichte verzekering premies heeft gestort r
Vergeet men, in dit verband, niet
ten eenenmale, dat de wetgever
laten wij ons op dit oogenblik maar
bij Talma houden aan den patroon
de verplichting heeft opgelegd, gedeel
telijk de premie van zijn werknemer
te betalen Zegt ook het feit, dat
opeenvolgende regeeringen Staats-bij-
dragen wilden verstrekken, niemendal
20
„Ga voort', zei h? schor. „Wat
zal er gedaan worden
„'t Beste, wat we knnnen doen",
zet Koper rustig, „is te trachten,
Iemand te vinden, die Versehoyle
kende.'
„Ja, maar hoe kannen we dien
vinden
„Ik heb het gedaan."
„Na reeds
„Ja, h{ heeft een zoster, die in
Londen woont, en ik weet, waar haar
te vinden.'
.Inderdaad
„Ja, ie heet mevronw Tannton en
haar echtenoot is een artleBt. Als
we haar konden spreken en haar
vragen, meneer Monteith een portret
van den overledene te laten zien,
zon hfl het kannen herkennen."
„Natunriyk zon ik dat,' zol Bo-
nale gretig.
„Dan*, vervolgde Koper, ,1a er een
ander bewijs, dat we in handen moe
ten zien te krQgen. De brief, door
zjjn vrouw aan Versehoyle geschreven
en waarin ze hem dreigt, hom te
doodenmaar hoe kannen wo dien
kragen
„Wel*, zei Konald, de schenders
ophalend, „men kan nooit weten
Voor ons ligt daarin de aanvankelijke
erkenning van de waarheid, dat de
maatschappelijke omstandigheden het
duizenden en duizenden onmogelijk
maken, zeiven geheel voor den ouden
dag te zorgen. Wie een toeslag op de
premie van den patroon eischt, wie
vóór Staals-hijdragen pleit, mist het
recht te beweren, dat de arbeider er
prijs op stelt, absoluut op zich zelf
voor den ouden dag te zorgen. Als
Staatspensionneering vernederend werkt,
dan ligt er voor den Zieren arbeider
van calvinistischen huize zeer zeker
ook iets vernederends in, dat hij zijn
„recht" verkrijgt dank zij den betalin
gen, van den patroon gevergd, dank zij
tevens den toeslag van den Staat. Als
het één het Staatspensioen 'niet
kan, gaat het andere evenmin.
En dan nog iets. Hoe verdedigen
de rechtsche propagandisten, wier parool
het is „ge moet gewerkt hebben voor
een pensioen, voor een deel van uw loon
dat op den ouden dag wordt uitge
keerd", hoe verdedigen zij het,
vragen wij, dat een „christelijk" Minis
ter van Justitie een wetsontwerp in
diende, waarbij op leeftijd gekomen
rechters den dienst moetey verlaten
met behoud ran het volle tractement als
pensioen Toen hebben verschillende
rechtsche bladen dezen maatregel toe
gejuicht, maar nergens lazen wij, dat
hier met recht van een zekere bedeeliug
gesproken mocht worden. Is het dan
zedelijk, dat bejaarde rechters Staats
pensioen het volle tractement
krijgen en onzedelijk, dat arme men-
schen het ontvangen
Zit de onzedelijkheid misschien in
de hoeveelheid pensioen En laten
wij er gerust nog maar eens even hier
aan herinneren, dat de premies, welke
zoo menig Minister voor zijn vier
duizend gulden levens-lang pensioen
stortte, bij lange na niet voldoende
waren, om het pensioen voor één jaar
aan hem uit te keeren. Dus krijgen
zij al spoedig hun pensioen zonder
eenige bijdrage. Is dat niet vernede
rend Of..... is voor een Minister en
een rechter goed en billijk, wat voor
den ouden, armen arbeider slecht en
onbillijk is f
Maar geDoeg.
Wij kunnen volstaan, met er op te
wijzen, dat het volkomen ojjuist is,
het voor te stellen, als zou in plaats
van een recht op een rente volgens
het systeem-Talma den arbeider een
gunst het gratis-pensioen volgens
het stelsel-Treub gegeven worden,
liet één toch treedt niet in de plaats
van het ander en kan zulks niet doen.
De arbeider zou in het systeem-Taluia
recht hebben op een ouderdoms-rente,
wijl hij er voor betaald heeft. De
onjuistheid van deze bewering meeuen
misschien heeft mevronw Tannton
hem wel.'
„Onzin', zei Foster ongeloovig.
„Misschien wel, maar er bestaat
ook kans, dat Versehoyle, toen
hy naar Australië ging, eenige
zyner papieren achterliet. Fen man
houdt er niet van, met veel bagage
te reizen en 't is heel waarschijnlijk,
dat mevronw Tannton een en ander
van haar broeder in bewaring heeft*.
„En als de brief zich daaronder be
vindt
„In dat geval", deed de deteotive
opmerken, „moeten we eenig ander
schrift van mevrouw Versehoyle zien
te krijgen en dat vergelijken. Als
het met elkaar overeenkomt, hebben
we een sterk bewijs tegen haar."
„En dan?"
„Zal ik naar Malt» gaan en trach
ten nit te vorsehen, hoe zy den avond
van de misdaad heeit doorgebracht.
O ja,' zei hj tot Ronald, „op welken
datnm verliet n Malta
„Ik geloof, dat 't den 13den Jnni
was."
„Dank n', hernam Koper, het in
zijn zakboekje noteerend. „Dan zal
ik trachten nit te vorsehen, waar zy
den I3den Jnni tusschen 7 en 9
nnr was".
„Maar in plaats van naar Malta te
gaan, kon Monteith het toch aan juf
frouw Cotoner vragen."
„Dat doe ik niet', barstte Konald
heftig nit. „Wat heeft zy er mee nit
te «aan Zy is Verschoyle's vrouw
niet."
wij boven voldoende uiteengezet te
hebben. Maar als men op deze ver
keerde basis wil voortbouwen, dan vra
gen wij wat verhindert den arbeider,
om ook in het stelsel-Treub te betalen
voor een ouderdoms rente, waarop hij
dan ook in dat systeem Volkomen recht
heeft De gunst vau A^nister Treub
is dus een toeslag, een toeslag voor
hen, die niet betaald hebben voor een
ouderdoms-rente, en die dat veelal ook
niet hebben kunnen doen.
En wanneer wij van dit punt af
stappen, kunnen wij voor de zoovcel-
ste maal herhalen hel is M mislei
ding, wat de klok slaat bij de recht
sche propaganda.
In een slot-artikel stellen wij ons
voor, nog het één en ander te be
handelen.
Buitenland.
e strijd in en buiten Europa.
Rusland Is in deu oorlog geen aan-
gerame vijand.
Het Is niet ten onrechte vergeleken
met een loggen beer, langzaam en
dikwijls onbeholpen in z()n bewegin
gen, maar daarom niet minder gevaar
lijk door zUh uithoudingsvermogen
en de rens ichtige kracht, w aarover
hy kan beschikken.
De RnsslBche mobilisatie gaat lang
zaam, maar wannter het leger een
maal voor den stryd gereed is, staan
er dan ook eenige millioesen mannen
in hat veld, die, al moge de geveehti-
w aarde van den Rnsslschen soldaat
niet tegen die van den DnltBChen
opwegen, door hun overstelpend aan
tal zeer gevaariyk zijn.
Rusland profileert in dezm sirjd
van zjn onnitpnlteiyken menschen-
voorraad.
Wat helpt bet den Dnltschers,wanneer
zy een geheel Knsslscb legercorps
In de pan hakken, als even later het
hiaat in de vyandelyke strijdkrachten
nit do onnitpntteiyke reserves neg
Bterker dan vroeger wordt aangevuld.
Van Bnsland krUgt men onwille
keurig den Indruk, dat het verslagen
maar niet vernietigd kan worden.
Zoo groot kansen de Russische ver
liezen niet zijn of de regeering stampt
weer nieuwe mannetjes alt den grond
en na een korte rustperiode komt de
Bnisische vloedgolf weer opzetten met
ongebroken stnwende kracht.
Dnltschland is ia militair opzicht
zeer zeker de meerdere van zyn Rns
slschen vijand, menigmaal hebban de
Dnltsche veldheeren de Rassen gevoe
lige slagen toegebracht en [de Rus
sische troepen over het geheele reus
achlfge front in het Oosten zyn stap
voor stap tot ver achter het Poolsche
gebtjd teruggedrongen.
Maar omsingeling en vernietiging
van het Rnssische leger is ondoenlijk
gebleken.
De Rnssische beer is al brommende
„Neen, maar hoogstwaarschtjnl{k
haar zuster."
Ronald dacht esn oogenblik na.
„Dat kan waar zyn*, antwoordde
hy doodsbleek, „maar u hebt 't nog
niet bewezen en ik wil haar niet
beleedigen, door 'thaar te vragen."
Roper znchtte, toen hy dit atyt-
hooidig jongmehich aanzag, 't Diende
nergens toe, ts trachten, van dien
kunt hulp te bekomen.
„Heel goed,* zei by bedaard. „We
zullen juffrouw Cotoner dns niets
vragen, 't Eerst, wat we te doen heb
ben, is de identiteit van Ventin met
Versehoyle vast te stellen, en dan zal
ik naar Malta gaan, om de zaak verder
te onderzoeken."
„Maar hoe zullen we mevronw Tann
ton vinden?' vroeg Foster.
„Er is een tentoonstelling van de
Vereenlging tot Bevordering der
Sehoone Kunsten,' zei Roper. „Daar
znlt n haar en haar echtgenoot zeker
vinden."
„O, ik heb kaartjes daarvoor en ik
ken mevronw Tannton gelukkig ook,"
zei Gerald, „dan knnnen Monteith en
ik erheen gaan en we knnnen dan
weldra alles omtrent haar broeder
weten. Ga je mee, Monteith?"
„Neen" zei hy korzelig.
„Waarom niet?"
„Omdat ik met de heele zaak niets
moer te doen wil hebben.'
„Ik begryp nw reden,' zei Roper.
„U vreest, dat jnffronw Cotoner erin
betrokken zal worden.'
„Neen, toch niet."
wel voor de zweepslagen van den
temmer teroggogaaD, maar fcfl biyft
even krachtig, even gevaariyk als
vroeger en wacht elechtB een gunstig
oogenMIfc af cm zich op bloedige
wjjzo op zjn doodsvjand tn wreken.
Nu de stryd by Verdun de volle
aandacht van het Dnltsche legerbe
stuur vraagt, nn de temmer één ocgen-
biik de oogen naar links wendde,
heeft do Itnsslcche beer onmlddeliyk
zyn onheilspellend gebrom doen hoo-
ren.
Terwjl In het Westen alle beschik
bare Dnltsche troepen dringend nood-
zskeiyk zyn, beginnen de Russen de
laatste dagen over hei geheele Oost
front een offensief, dat nog wel niet
tot tastbare resultaten geleid heeft,
tnaar dat andermaal heeft bewezen,
dat hst RusBlsche millioenenleger
nog onverzwakt en allerminst ver
slagen is.
Dnltschers en Oostenrykers hebben
de laatBte dagen een herleving van
het Rnssische offensief ondervonden.
De Doitschars hebben ten Z. van
Dnnabnrg mat moeite de Rnssische
doorbraakpogingen verydeld en de
OostenrykcrB waren genoodzaakt, den
N. Dnjsstr-oever by Uscleezo te ont
ruimen.
Dit wat betreft de rechtstreekiche
actie der Rassen tegen het front van
hnn voornaamste vyanden.
Maar het Russische leger is zoo
groot, dat ook bnlten het gevechts
terrein In Enropa nog aamleniyke
troepenmachten voor andere operatie-
terreinen beschikbaar zyn.
Na den val van het sterke Tarksche
steunpunt Erzeroem zyn de Rassen,
de Turken voor zleh uitdovende, In
Armenië steeds verder naar het Z.
opgerukt. By lTeblzotde, aan de
Zwarte Zee en ten Z. van Erzeroem,
wordt de stryd met hevigheid voort
gezet.
Maar ook In Perzlë hebben de Ras
sen niet stilgezeten.
Wy hebben in een onzer vroegere over
zichten reeds getracht, een dnideiyk
beeld van den toestand daar te lande te
geven, van het gevaar, dat door de
actie der centralen, onder leiding van
den Dnltschen gezant, dreigde en van
de inlandsohe hulptroepen, welke door
Dnltsche militairen werden georga
niseerd en geoefend. Tevens van het
blnnenrnkkea der geallieerden, de
Bassen alt het Noorden, de Engel-
Bchen nit het Znlden, om Perzlë
opnieuw voor zich te winnen en den
Dnltschen invloed, voor hy overwegend
mocht worden, te breken.
Een ernstige bedreiging van Bag
dad en een ontzet van de door de
Tnrken by Koet el-Amara Ingesloten
Engelsche troepen is zeer wel mogeiyk
wanne r de Kassen, die naar Eerman
schah oprukten en zich nn reeds tot
op korten afstand van de grens van
Mesopotamlë bevinden, niet ln hnn
opmarsch gestnit worden.
Van nit de Perzische hoofdstad
Teheran heeft een brlsngrjjk deel van
Ja, dat denkt n wel, meneer, maar
als u wenscht nit te vorsehen, wie
Leopold Versehoyle vermoord heeft,
doet n beter, met de zaak door te
zetten, 't Zal meer bevredigend zyn
voor n en', vervolgde hy aarzelend,
„voor jnffronw Cotoner.'
„Zy heeft er niets mee nit te staan.'
„Natnnriyk niet,' zei Roper kal
meerend. „We hebben slechts de ge-
ïyklnldendheid der namen, meer niet.
Als ik in nw plaats was, meneer, ging
ik van avond mee.'
Ronald dacht oen oogenblik na.
„Welnu,zei hy gelaten, ,lk zal mee
gaan 1' Daarna stond Roper op.
„Ik zal morgen een s komen hooren,
welke inllohtingen n gekregen hebt,"
zei hy. „Goeden dag, meneer Foster.
Goeden dag, meneer Montheit."
„Goeden dag", zei Ronald, zonder de
oogen op te slaan.
„Is hy verliefd op haar?' vroeg
Roper, toen Foster hem uitliet.
„Ja.*
„Ik dacht het al. Da zaak zal voor
hem treuriger afloopen, dan n of ik
dachten."
„Maar u veronderstelt toch niet, dat
jnffronw Cotoner erin betrokken is
„Neen, maar ik denk, dat zy de
zuster is van de vrouw, die de misdaad
bedreef.'
XI
De Vereenlging tot Bevordering der
Sehoone KnnBten mocht zeer popnl»ir
geheeten worden. Zy was opgericht
door drie of vier enthonslasten, die van
de Rnssische expeditlemicht zich zuid
waarts gewend en dezer dagen, zoo
als wo reeds kortelings meldden, de
belangrijke Perzische stad Isfahan,
een kruispunt van wegen, bezet.
Isfahan was de plaats, van waaruit
da Dnltsche pogingen om in Perzlë
vas;en voet ta krjjgen uitgingen. Zy
werd de „haard" der politieke kuipe
rijen van de Dultsch-Tnrken in do
Russische invloedssfeer van Perzlë ge
noemd.
Naar Isfahan vluchtten by den aan
vang van den Rnsslschen veldtocht
de consuls der centralen en van hieruit
werd, onder leiding van den Dnltschen
gezant, den pi ins von Renss, onderjde
Perzische bevolking krachtig propa
ganda voor do Dnltsche beginselen
gemaakt.
Isfahan, in het Z. van de zgn. Ras
sische Invloedssfeer, ligt ln de provin
cie Irak-Adsjml aan den grouten weg,
welke Teheran mot Sjlras en de Zuid
kust verbindt.
ln de 17e eeuw had ze met haar
voorsteden een omvang van 30 K M.
en bezat ze 162 moskeeën, 137 vor-
Btoiyke paleizen, 48 hooge Bcholen en
byca een miilloen inwoners.
In de latere jaren is de stad sterk
achteruit gegaan. Zy telt tegenwoor
dig nog ongeveer 80.000 Inwoners,
men vindt er 12 groote en 40 kleine
moskeeën, 13 hooge scholen, 18 groote
en 60 kleinere openbare baden en
vele overdekte en tot een 5 K.M.
lange ry vereenlgde bazars.
De Rassen zyn das in Isfahan, zy
zlln de zuidgrens van hnn Invloeds
sfeer genaderd en het is nn maar de
vraag, of zy nog verder znllen op-
rnkken.
Het is te verwachten, dat dit inder
daad zal gebenren. Want waarom zon
esn sterke Rnssische legermacht halt
honden als de veldtocht tot nn toe zoo
buitengewoon voorspoedig ging en een
groot deel van Perzië als 't ware voor
het grypen ligt?
De Rassen znllen voortrakken, zy
znllen Enropa en Brltsch Indlë van
elkander afscheiden en aan de Per
zische golf een krachtige vlootbasis
zien te verkrygeD.
Engeland baett dns den Krlmoorlog
tevergeefs gevoerd en tevergeefs ook
hebben de Engelsche politici jaren
lang er angstvallig voor gewaakt, dat
Knslands Invloed zich asn de Perzische
goli zon doen gevoelen.
Met zeer gemengde gevoelens znllen
de jongBte Rnssische successen dan
ook in Engeland vernomen worden.
Toor de buitenwereld zal men deze
toejniehen als krachtige hulp van den
Rnsslschen bondgenoot tegen de ver
sterking van den Dnltschen invloed
ln Perzlë, maar met een znnr-zoet
lachje znllen de Engelsche politie!
tevens bedenken, dat een bondgenoot
als Rusland een vriend Is, die wel
de kastanjes nit het Perzische vnnr
haalt, maar er per slot van rekening
uitsluitend voor eigen gebrnlk beslag
op laat leggen.
inlicht waren, dat men het talent ge
legenheid moet geven zich te toonen
en daarom in hnn zalen alle schilde-
ryen ter expositie aannamen, die men
hnn verkoos te zenden. Onnoodlg te
zeggen, vooral de hedendaagsohe knnit
in aanmerking genomen, dat de
vreemdste en meest dwaze voorstellin
gen de wanden versierden.
Toch waren de zalan dien avond
gevnld met een groote menigte be
zoekers, die elk op hnn manier zich
vermaakten. Er werd zeker veel meer
kwaad gesproken en geflirt, dan
kunstbeschouwingen gehouden.
Foster, door Ronald vergezeld, wan
delde er ook rond, in de hoop, mevrouw
Tannton te ontdekken.
Eindeiyk kregen ze haar in 't oog.
„Kom mee', zei Foster, „dan zal
ik je aan haar voorstellen.'
Zy baanden zich een weg door de
menigte, om mevronw Tannton te
naderen, die met haar echtgenoot, een
groot, breedgeschouderd man, in een
levendig discours gewikkeld stond. Ze
was esn mooi vronwtje, klein, met
golvend haar en lieve donkere oogen.
zy glimlachte voortdurend, maar als
haar gelaat zich een oogenblik in inst
bevond, bemerkte men daarop een
schaduw van melancholie, welke Ronald
eenigszlns herinnerde aan de sombere
nltdrnkking op het gelaat van zyn
overleden vriend.
(Woedt vervolgd).