N°. 31 1916
Zaterdag 18 Maart.
103de jaargang.
Bij dit no, behoort een
Bijvoegsel.
plan-de-campagne
ie FEUILLETON,
Het Geheim
van de „Neptunus".
Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
PrSs per kwartaal, ia Soes f B,IS, buiten Goes, franco f 8.E6-
Afzonderlijks nommors B csnt,
inzending van adverteatlSn op Maandag, Woensdag
en VRIJDAG vdóï 13 neen.
Telefoonnummer SS. iJiretteuir 91 W. tam Babmvem. Uitgave
Zij, die zich met ingang vaü
1 April a.s op ons blad abon-
neeren, ontvangen do tot dien
datum verschijnende nummers
gratis.
Een reclitscli
IV.
Als tweede grond, dat de vrijzinni
gen ook het Kabinet-Cort vau der
Linden lijnrecht tegenover de christe
lijke leer staan, wordt door prof. mr.
Diepenhorst aangegeven de wijze,
waarop liet Kabinet, //in strijd met de
christelijke begrafeniswet," de lijkver
branding trachtte in te voeren. Wij
meenen goed te doen, met er den
nadruk op te leggen, dat prof. mr.
Diepenhorst op den partij-dag te Alk
maar maar niet een dood-gewone rede
voering hieldvolgens zijn zeggen zal
zij den grondslag vormen, waarop de
anti-revolutionaire partij bij de aan
staande Staten-verkiezingen te velde zal
trekken tevens hield zij de bezwaren
der anti-revolutionaire partij tegen het
huidig Kabinet in. Wrij hebben hier
dus, zoo al niet met een officieel, dan
toch minstens met een officieus stuk
te doen.
Jammer is het, ook voor de rechtsche
propagandisten, dat prof. mr. Diepen
horst absoluut, niet de materie, welke
hij meende te moeten behandelen, he
li eerscht.
Hij gewaagt van <le //christelijke
begrafeniswet"
Als de professor zijn geheugen eens
raadpleegt, zal hij moeten erkennen,
dat de begrafeniswet of, zooals zij
volledig luidtwet tot vastslelliug van
bepalingen betrekkelijk het begraven
van lijken, de begraafplaatsen en de
begrafenisrechten afkomstig is van...
het liberale Kabinet Van Bosse-Eoek.
Wij nemen er acte van, dat de heer
Diepenhorst haar een //christelijke"
heet. Naar zijn opvatting dus kunnen
//christelijke" wetteu zeer goed van
liberale zijde komen. Hetgeen wij nooit
hebben betwist, maar juist altijd op
hun meetings..de heeren van rechts
deden en doen.
Een grove onwaarheid is echter, dat
het Minis!erie-Cort van der Linden,
z/in strijd met de christelijke begrafe
niswet", de lijkverbranding trachtte in
te voeren.
Wij moeten het hierover even
hebben, want van deze legende zal
zonder twijfel door de „christelijke"
propagandisten bij de aanstaande Staten
verkiezingen een dankbaar gebruik
worden gemaakt, om de eenvoudige
zielen tegen het zittend Kabinet in het
harnas te jagen.
De kwestie der lijkverbranding da
teert niet van vandaag of gister sinds
jaren worden in het buitenland lijken
van Nederlanders verbrand. Dit had
ook plaats, toen de heer Ivuyper aan
het bewind was. Nu zegt artikel 3
van de begrafeniswet, dat een algemeene
maatregel van inwendig bestuur de
wijze bepaalt, waarop met lijken van
op in zee zijude schepen overledenen
moet worden gehandeld, alsmede op
welke wijze het vervoer van lijken van
Nederland uit naar het buitenland en
van het buitenland uit naar Nederland
kan worden toegelaten. Wanneer er nu
werkelijk groote bezwaren waren tegen
het verbrauden van lijken, wanneer dat
volkomen in strijd was met de wet,
wat was dan eenvoudiger geweest, dan
dat men bij algemeenen maatregel van
inwendig bestuur had bepaald, dat een
dergelijk vervoer niet zou mogen plaats
hebben, als men niet de zekerheid had,
dat het lijk zou worden begraven
Geen vau de ambtsvoorgangers des
heeren Cort van der Linden noch
Kuyper, noch Heemskerk heeft
daar echter aan gedacht.
En nu willen wij professor Diepen
horst dit even zeggen waar het huidig
Kabinet, evenals vroegere Ministeries,
staat voor de consequenties van de
begrafeniswet, hoe durft hij daar
Cort van der Linden een verwijt te
maken, waar hij een dergelijk verwijt
nimmer richtte tot Kuyper of Heems
kerk Is dit meten met twee maten,
of niet
Wat is de fout in de begrafeniswet?
Deze dat de wetgever, hoewel hij zich,
bij de samenstelling dier wet, op het
standpunt heeft gesteld, dat lijkverbran
ding niet zou zijn geoorloofd, verzuimd
heeft, een uitdrukkelijk verbod van
verbranden van lijken in die wet op te
nemen. Het verbrauden van lijken is
dus bij deze wet niet verbodenen daar
in Nederland geen andere wet is,
waarin zoodanig verbod voorkomt,
maakt alzoo het verbranden van lijken
hier te lande geen onderwerp van
wettelijke regeling uit en is mitsdien
vrijgelaten. Met het oog hierop vervalt
ook de door de rechterzijde in het
midden gebrachte stelling, dat de ver-
eeniging voor facultatieve lijkverbran
ding een bij de wet verboden vereeni-
ging zou zijn, en tevens de daaruit
gemaakte gevolgtrekking, dat de Minis
ter van Justitie, door zich met die
vereeniging in verbinding te stellen,
niet zou hebben gehandhaafd de wet
op het recht van vereeniging en
vergadering, meer speciaal artikel 2,
dat bepaalt, dat vereenigingen verboden
zijn, die in strijd zijn met de openbare
orde, waaronder ingevolge art. 3 dier
wet o.a. is te verstaan ongehoorzaam
heid aan of overtreding van de wet.
Verder mag wel worden gewezen in
dit verband op een arrest van den
Hoogen Raad, van 1 Maart 1915,
hetwelk uitdrukkelijk een beslissing
inhoudt over het al of niet geoorloofd
zijn van lijkverbranding hier te lande.
De Ilooge Raad overwoog, dat in het
vonnis van den kantonrechter op alles
zins juiste gronden was aaugenomen,
dat de wetgever, bij de samenstelling
der begrafeniswet, zich heeft gesteld
op het standpunt, dat lijkverbranding
niet zou zijn geoorloofd dat in dat
vonnis evenzeer terecht is beslist, dat
die bedoeling in de wet geen uitdrukking
heeft gevondenwijl daarin een uitdruk
kelijk verbod van verbranden niet wordt
aangetroffen.
Met andere woorden er is een leemte
in de wet van 1869 en deze maakt de
lijkverbranding mogelijk.
De brave anti-revolutionaire professor
Diepenhorst evenwel vertelt aan zijn
schare, dat het Kabinet Cort van der
Linden, „in strijd met de christelijke
begrafeniswet", de lijkverbranding
trachtte in te voeren.
Uit welke bewering wij voor de
zooveelste maal mogen concludeeren,
dat de sprekers van „christelijken"
huize het in den politieken strijd met
de waarheid niet erg nauw plegen te
nemen.
Buitenland.
De strijd In en buiten Europa.
Door dan grooton worstelstrijd,
den strijd op leven en dood tusschon
de economisch en militair sterkste
Enropeesohe stalen, is Europ» één
groot slagveld geworden.
In het Westen, het Zuiden en het
Oosten van ons werelddeel klinkt dag
en nacht onafgebroken, de metalen
stem vnn het kano». Mlllioenen man
nen van den eenen stam staan tegen
over mlllioenen van een anderen,
gereed om te dooden en te vernieti
gen alles wat leeft en niet tot do groep
der eigen strijdmakkere behoort.
En de aarde is gedrenkt van bloed,
dat dag aan dag alt de lichamen van
tallooze jonge mannen vloeit.
Enropa is een terrein van verschrik
king geworden, niet alleen op het
slagveld zelf, maar ook daar balten.
Waut in do vernielde, platgebrande
landstreken, waar de groote legers
zijn doorgetrokken en ean vreemde
militaire macht als alloenheeracher is
opgetreden, woekert de ellende onder
de bevolking.
De oogst kon niet worden binnen
gehaald, het voedsel wordt schaars,
het verarmde volk lijdt onder den
druk der tjiden en den smaad der
vreemde overheerscbiug.
In de groote strijdende staten, in de
hoofdsteden waar het levon schijnbaar
zijn gewonen gang gaat, waar geen
geluid van het slagveld doordringt,
blijft een s panning waarin men vandag
tot dag de oifioisele mededeelingen
der regeering volgt.
Zal het eigen, dappere leger over
winnen, znllsn de vaders, broeders
en zoons, die ten strijde trokken,
trinmpheerend en ongedeerd in den fa
miliekring terngkeeron, of zal de wree-
de oorlog ook hen als slachtoffers doen
vallon ea ver van huis, van vrienden
en familie, 06n gemeenschappelijk sol-
datengraf als laatste rustplaats aan
wijzen.
Niemand weet het, niemand durft
het voorspellen, maar er ls geen
gezin, dat niet in spanning van dag
tot dag de lijsten dor gesneuvelden
volgt, dat niet voortleeft in de vrees,
dat ieder oogenblik de verpletterende
tijding kan komen, dat h(j, die vol moed
ten strijde trok, nimmer meer tot de
zijnen zal wederkeeren.
En hoeveel duizenden malen is die
tijding niet reeds gebracht.
Men leeft voor het ulterljk onge
schokt, men getroost zleh den last
der duro tilden en beperkende regae-
rlngsmaatregelen, vol hoop op een
overwinning voor het eigen vaderland
maar mon volgt tevens in de groot-
sta spanning het verloop van den
strijd en ziet van dag tot dag reik
halzend uit naar een overwinning, die
nog altijd niet bevochten kon worden.
Bedenk slechts in welke spanning
duizenden gezinnen in Duitsehland
verkeeren als hat bekend is, dat bjj
den jongston stormloop op Verdun
niet minder dan 200 000 landganooten
z{jn gevallen en dat de rust, welke daar
thans op het slagveld Is ingetreden,
slechts de voorbereiding voor een
nienw offensief zal zijn.
Dat te weten en dan een vader,
een zoon of broeder te hebben, die
aan den volgenden stormaanval zal
deelnemen, maakt het leven in tal van
gezinnen ondragelijk.
In en buitan het slagveld, ln alle
strijdende rijken, ondergaat men de
verschrikkingen van den oorlog.
Maar de kleine neutrale staatjes, op
de Europeesche kaart als onaanzien
lijk gebied tnssehen de breede rnggen
der groots mogendheden weggedrukt,
liggen als oasen ln de woestijn der
verschrikking.
Ons kleine koninkrijkje is een toe
vluchtsoord geworden voor allen, die
een veilige schuilplaats zochten. De
ongelnkkige Belgen, nlt hun vader
land verdreven, kwamen by tiendui
zenden de grens van het gastvrye
Nederland over, onderdanen en ont-
vluch e gevangenen van lederen strij
denden staat vonden hier een ellige
schuilplaats.
Zooals in het spel van de kinderen
een vrijplaats is, waar alle spelregelB
niet meer gelden, zoo ls Nederland
in het vreoselljke spel van den Euro-
peeschen oorlog een van de weinige
vrijplaatsen waar tedere verdrevene
zich veilig en te midden eener gast
vrije bevolking weet.
Eb onwillekeurig wordt daardoor
Nederland meer en meer beschouwd
als een gebied waarop uitsluitend
werken des vrede knnnen geschieden.
Van uit ons land vertrokken ambulan
ces naar verschillende slagvelden, op
ons gastvrij, onzijdige gebied had
steeds de uitwisseling van zwaar ge
wonde krijgers van beide strydende
staten-combinatles plaats.
Als oasen in de woestijn, zijn staten
als Nederland en Zwitserland het
slagveld van Enropa.
Langen tijd z{jn er nu weer onder
handelingen gevoerd over het over
brengen van minder zwaar gewonde
H5 ging uit in de theater-wereld en
was met alle acteurs en actrices van
naam bekend, begaf zich ln de poli
tieke wereld en wist zoodoonde over
alle vragen van den dag mee te
pratenhy lette op de geldmarkt en
den effectenhandel en wist ln hoo-
gere kringen te worden toegelaten
en van al, wat daar voorviel, op de
hoogte te blijven.
Al zyn pogingen waren echter tot
heden met geen succes bekroond ge
worden, maar hj) was pas acht en
twintig jaar en liet den moed zoo
spoedig niet zakken.
Op den morgen na de aankomst
van de .Neptunus* zat hij zijn brie
ven na te zion en toevallig viel dien
van Ronald hem 'teerst in handen.
,Hm," mompelde h{j, den brief na
denkend doorziende.vriend van uw
vader eenige zoon eerete be
zoek aan Engeland, -— zou graag
hebben, dat u hem mat raad terzijde
stond juist" en dan, den brief
terzijde leggend, ,een ongelikte beer,
vreee ik, in de wildernis groot ge
bracht, die heelemaal niet weet hoe
zich te gedragen een heeriyka
originaliteit, om in de Londecsche
kringen te introducaeren. Maar me
dnnkt toch, dat ik 't doen moet. Ik
hond te veel van mijn ouden vader,
om een vriend van hem een dienst
te weigeren. Die zoon is zeker een
vreeseiyk wezen, maar misschien is
hy rjjk en dat bedekt een me
nigte zonden. Men houdt in onze
dagen van gepleisterde vragen."
Bij legde den brief terzijde en las
zjjn andere correspondentie; daarna
begon hy zijn couranten te lezen,
waarin het verhaal voorkwam van
den moord, aan boord van de .Nep
tunus" bedreven. ,Dat ls de boot,
waarmee myn vriend hierheen is ge
komen", dacht hy. ,Ik zal 't eens
lezeD. Misschien staat zyn bezoek er
wel mee in verband."
H{j las het artikel oplettend door
het verhaalde alles aangaande den
moord op Vontin en de verdenking,
door Ronald geopperd; daarna legde
h(j de conrant weg en, opstaande,
wandelde hy, met de handen op den
rng, de kamer op en neer.
.Die jongen lijkt me nog zoo
slecht niet", zei hy peinzend. .Inder
daad, te oordealen naar zyn getui
genis, ljjkt 't me een doortastend
persoon, 't ls een vreemde zaak en
ik zon heel graag 't onderzoek ervan
op me nemen. Als ik er dan in
slaagda, het geheim te ontsluieren,
was mjjn fortuin gemaakt. Maar
zulke dingen overkomen iemand niet
eiken dag." Hier werd zjjn over
denking afgobroken door een tk je
op de deur en z(jn klerk, een rood
harige jongen, trad met een kaartje
in de hand de kamer binnen.
.Die beer staat te wachtas, me
neer", zei de klerk.
.Ronald Monteltb," las Foster. ,Hm,
daar is hy, laat meneer binnen,
Berkles."
Berkles verdween en kort daarop
werd de deur weer geopend, terwijl
hy Ronald Montelth aandiende.
Als Qerald Foster ooit in zyH le
ven schrok, was het op dit oogen
blik, nu hy den ongelikten beer uit
zyn verbeelding zag herschapen in
den knappen jongen man der werke
lijkheid. Aan vlngge opmerking ge
woon, nam Foster in een enkelen
oogopslag die kloeke gestalte en dat
open gelaat op en stak hem, in plot
selinge instinctmatige ingenomenheid,
de hand toe.
.Meneer Ronald Monteith, geloof
ik", zei hy, toen Ronald binnen
trad.
,Ja," antwoordde Ronald, de uit
gestoken hand grijpend en wat een
flinke, eeriyke greep was die van
den jongen Australiër 1 ,Ik heb u
gisterenavond mjjn introductiebrief
gezonden."
.Hier is hy," zei Foster, naar de
tafel gaande, terwyi Ronald ging
zitten.
,'t Doet ma veel genoegen, u te
zien, meneer Monteith. M(jn vader
was een goed vriend van den uwe.
Laat ons hopen, dat die vriendschap
erfelijk zal zyn.'
,'t Is heel vrlendelGk van u", zei
Monteith een weinig verrast. Ik ben
slechts oen vreemdeling voor u."
.Dat is waar," antwoordde de ad
vocaat. .Maar ik heb Lavater be
studeerd en kan op gezichten lezen,
daarom zeg ikIk hoop, dat we
vrienden zullen worden."
„Daar ben ik zeker van", zei Ro
nald, hem de hand toestekend, die
de advocaat andermaal greep.
.Hadt u een voorspoedige reis
vroeg Foster op een conversatie
toon.
.Zeer voorspoedig, behalve één in
cident."
„Waarvan ik alles weet." Forster
wees naar de courant.
.Daar beu Ik biy om, want ik kwam
juist hier, om u daarover te spreken,"
„Welnu, ik hoop, dat u my met de
en zieke Duttsche en Fransehe krijgs
gevangenen naar Zwitserland. De
pans nam het Initiatief cn de Zwit-
sersche regeoring werkte zoo bereid
willig mogelijk tot het welslagen mee.
Zwitsersehe commissies van genees-
hseren zjn thans bezig alle Duitscho
en Fransehe krjgsgevangenkampen
en hospitalen te bezoeken om daar
naar de patiënten, die hst meest aan
goede verpleging behoefte hebben,
een onderzoek in te stellen.
De Fransehe regeering vereenigde
zich tevens ln begitssl met een van
Duitsche zijde voorgestelde uitbreiding
van de overeenkomst tot bnrgeriyke
gevangenen.
Opnlenw zal dns een kleine i entrale
staat het terrein zyn, dat door de
gastvrijheid der bevolking een begin
kan maken met den opbouw van wat
de wreedste aller oorlogen meedoo-
genlooa ter neer gehaald heeft.
Dat de stryd om Verdun nog niet
geëindigd zon zjjn, was te verwachten.
In den sector Bélhineonrt Cnmières
werd, volgens Fransehe berichten, een
Duitsche aanval met groote verliezen
afgeslagen. Toch schynen de Duit-
schers weer op twee plaatsen vasten
voet te hebben gekregen tussehen
Béthlnconrt en Mort Homme.
Ten N. van Verdun dreunt het ar-
tilleriegeschnt dag en nacht voort.
De Franschen melden door tegen
aanvallen een gedeelte van het verloren
terrein weer heroverd te hebben.
De volgende telegrammen van het
krygsbadryf daar ter plaatse geven
een voldoende overzicht.
Pari]*. Ten W. van de Maas hebben
de Dnitechers ln den loop van den
nacht geen enkele nieuwe poging tot
den aanval op het Fransehe front
tussehen Béthlncourt en Cnmières
gedaan.
Door tegenaanvallen zjjn de Fran
schen er ln geslaagd een deel der
stnkken loopgraaf, die de Duitsehers
op hoogte 265 hadden bezet, te
hernemen.
Da Fransehen zQn in 't het bezit van
Béthlncourt, de hoogte Mort Homme,
de Z. strook van het Bols de Cnmières
en het dorp Cnmières In den heelen
sector is het bombardement met hevig
heid voortgezet, krachtig beantwoord
door het Fransehe geschat.
Parijs. Ten W. van de Maas is de
beschieting aan het front van Béthln
court tot Cnmières in den loop van
den dag merkbaar verflauwd. Er is
geen infanterie-geveeht geleverd.
Vrjj groote bedryvigheid op den
reehter Maasoever ln de streek van
Vanx en Damlonp.
Er zyn eenige schermutselingen met
handgranaten geleverd door onze
voorposten op de hellingen ten O. van
het fort Vaux.
De dorpen aan den voet der Maas
hoogten in Woevre worden gebom
bardeerd.
Onze artillerie is aan bet heele front
bedryvig geweest, in 't byzonder ten
O. van Bols-Avrille, waar ze een con-
vool heeft beschoten, en ten N. van
Fresnes, waar ze een hevige ontplof
fing in een Duitsche battery heeft
veroorzaakt.
zaak zult belasten. Ik daeht juist,
vóórdat u hier kwam, welk een prach
tige gelegenheid zy zou bieden, om
naam te maken."
.Ik stel heel veel belang in de zaak,"
zei Ronald, den advocaat doordrin
gend aanziende, .want Ventin was
een intieme vriend van ma en daar
er niemand is, om de zaak opzichte
nemen, heb ik besloten, het geheim
van zfln dood te ontsluieren.'
.Juist. En u hebt hulp noodig.'
,Ja uw hulp."
,DIo zult u hebben", riep de jonge
advocaat nit. 't Is Juist een zaak ais
deze, die Ik noodig heb, om naam te
maken. Ik ben voor 't oogenblik een
advoeaat zonder praktgk, maar geef
my de hand en alles is ln orde en
naar hetgeen lk uit de courant gezien
heb, is dit een prachtige gelegenheid."
,En u zult haar hebben," zei Ronald
harteiyk. ,Ik ben blQ, een zoo geest
driftig helper te hebben gevonden."
Hierop deelde hy Foster alles, wat
hy aangaande den moord wist, mede
en de jonge advoeaat luisterde met dc
grootste aandacht, daarna leunde hy
in zQn stoel achterover en vouwde
de vingertoppen samen.
Wordi vervolgd).
De pr{js der gewone advortentlën is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 et.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt
de ptijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— kerstend
HawSsnesantvrs' test.
▼an de Naarai. Yeanootsskap ,Q«»«ke Courant". Hoofdredacteur W, J. C. vam Sahthk.
MIMNT.