60ESCHE COURANT BIJVOEGSEL VAN DE ZATERDAG 19 FEBRUARI 1916. Vervolg- Gemeenteraad. B. en W. meenen, ast bet goenszlns in bet nadeel der gemeente kan zfln, wanneer hst doen houwen van goede woonhulzan van ni.it te hooge buaf prijzen door den raad wordt bevor derd, aangezien aan dergelijke woningen alhier sedert lang groots behoefte bestaat. Bi] de bevordering daarvan mogen B. en W. evenwel ook de algemeens belangen der ge meente niet nlt het oog verliezen, d. w. z., dat bedoelde zeer gunstig gelegen terreinen aan do bonwver- cenlglng nlot togen een minder bedrag per e.A. in erfpacht gegeven mogen worden, dan ook aan anderen steeds werd berekend. Op grond van een en ander stellen B. en W. voor, aan het voorlooptg bestuur der coöp. bouwvereenlging te berichten, dat de bedoelde terreinen, ter grootte van plm. 2000 M2, onder nadere goedkeuring van Ged. Staten, onder de navolgeude voorwaarden in erfpacht knnnen worden uitgegeven le. De uitgifte zal geschieden voor een ttyd van niet lsngar dan 50 achter eenvolgende j-tren j 2e. De jaarlgksche erfpachtscanon zal f 0,25 par c.A. bedragen voor het bet yercsel naast de B. L. W. S. en f 0.30 per c A. voer het perceel naast het gebouw vau de RJjkskantorer, als zijnde dit perceel het moest gnostlg gr lagen 3e. De uitgifte zal geschieden tot het op ds sub 2 bedoelde terreinen doen bouwen van niet meer dan vier woonhuizen, waarvan do teekenlng aan de goedkeuring van den Raad zijn onderworpen 4e. Ulterljk vóór 1 Januari 1917 moet mat bet bauwen der woonhuizen door de bouwvereenlging een aanvang gemaakt zijn. V De Fin. commissie kan zich ln het algemeen mot het voorgestelde wel vereenlgon. ZO merkt eveowel op. dat zS beiwflfelt of de terreinen naast do Bijkskantoren wel het gunstigst zouden gelegen aqn. In elk geval vindt zij dit oordeel zeer subjectief, zoodat daaruit in billijkheid geen motief valt af te lelden voor hot hooger stellen van den erfpaehtaeanon. Zjj geeft dus ln overweging, alsnog de erfpacbtscanou voor belde terreinen op f 0,25 per c.A. per jaar te stellen. Het zal zeker wel in de bedooilng van B. en W. liggen, over de niet gebruikte stukkeu, denkelijk de uiter ste tippen van da belde driehoeken nader te beschikken. Aangezien daaromtrent gesn voor stel gedaan wordt, onthoudt de com missie zich vau advies, hoewel sjj zich niet ontveinst, dat het gewenscht zou zijn, dat de raadsleden hierover intijds werden ingelicht. V De heer Rollmann wal eerst tegen dit voorstel. Hvj was voor publieke verkoop van den grond. Hfl kan zich evenwel met het voorstel thans vereenigen. Maar de commissie most bij haar oorspronkelijk voorstel blijven. De vereeniging moet boawen. De Voorzitter zegt, dat het bouw plan later aan de orde komt. De heer Von Schmidt herinnert aan de voorstallen der Fin. commissie. De Voo zitter zegt, dat B. en W. het er over eeos wares, dat ds grond bij de Bijkskantoren gunstiger is ge legen, ook met het oog op hot zonlicht. Daarom la deze grond Iets duurder. Da heer Von Schmidt wijst er op, dat de zon b|j de anders hulzen aan den achterkant komt. De Voorzitter merkt op, dat de drie hoekjes, die over zullen blijven nog niet bespreken knnnen worden. Er is geen bepaalde terrein grootte aange vraagd. Later komt een en ander weer bji den raad. De heer Van Dietel zegt, dat de plaats van den grond esn kwestie van smaak ls. Er zjn er die jnist graag op den goedkooperen grond willen wonen. De heer Dekker ls er voor, één prijs te stellen. Maar het geheels plan moet ln den raad terug komen. De vereenigiog is nog niet Kon. goedgekeurd. De hoer Van Diteel merkt op, dat dit voor eoöp. vereenlglngen niet noodig is. Alles wat hier gedaan most worden, iB gebeurd. De Voorzitter zou liever geen kwes ties behandelen, welke later toch weer aan de orde komen. Besloten moet thans worden, don grond toejte staan waarvoor de prijs bepaald moet wor den. De heer Rollmann zegt, dat de heer Brants niet mee mag stemmen. De heer Orante dankt voor den wenk. HO had er evenwel al op gerekend. De grondprijs komt nu in Btemming. B. on W. stollen voor f O 25 f 0.30, de Fin. oom stelt gelijken prijs voor. Het voorstel van de Fin. oom. wordt met 6 tegen 3 stemmen aangenomen. De hear Fransen van de Putte eu Brants onthouden zich van stemming. Verzoek O. T. Ruben. Van den heer C. T. Ruben li reeds vroeger een verzoek Ingekomen om voor het geven van particuliere lessen bulten de schooluren gebruik te mogen maken van het gymnastieklokaal der O. L. school voor M. D. L. O. Thans heeft adreraant nader mede- gedeald, dat hfl verzoekt om gedu rende dit jaar het lokaal te mogen gebruiken op ds 5 Zondagen, vallend op 5 Maart, 9 April, 30 April, 7 Mei en 25 Juni, telkens van 11 nur v.m. tot 1 uur n.m. Aangezien bet hier betreft het geven van onderricht aan voorturners van elders en het niet mogelflk is deze lessen op andere dagen en uren te doen plaats hebben, stellen B. en W. voor, het verzoek toe te staan tegen betaling van f 3 per Zondag, znlks als tegemoetkoming in de kosten van slijtage aan de te gebruiken werktuigen. Een lid der Fin. commissie kan zioh met dit voorstel vereenigen wat be treft de door adressant te betalen ver goeding. Een ander lid van deze commissie komt het voor, dat bedoeld gym. onderwas behoort gegeven te worden in het lokaal der B. H. B. S. Hfl heeft echter tegen het voorstel van B en W. geen bezwaar, mits ouder ds voorwaarden worde opge nomen, dat de schade, welke eventueel mocht worden toegebracht aan gebouw, meubelen of gymnastlektoeBtellen, zal worden vergoed. Het derde lid der Fin. com, kan zleh niet vereenigen met het voorstel om het gymnastieklokaal op Zondagen af te staan. Tegen het kostenbedrag heeft dit lid geen bezwaar. De heer Plazier acht het niet ge wenscht, gemeente-gebouwen op Zon dag voor dergelijke lessen af te staan. Het is ook niet wenichelijk voor den- gone, die les geeft Hy werkt al de gebeele week. Zullen zjn zenuwen op den duur niet In de war raken De heer Brants voelt veel voor de gymnastiek en heott dit in Goes bewezen. Het doet hem leed, dat bij een verdienstelijk gymnastiekman als de heer Bubèn, niet ter wille kan zfln. Doch spreker acht het niet gswenscht, dat de gemeente de gebouwen dispo nibel stelt op Zondag. Laat men een anderen weg zoeken. Het is ook niet van den cotciei ga te vargsn, dat hy op Zondeg werkt. Da Voorzitter wyat er op, dat de heer Ruben geen andere dtgsn kan ojgsvea. De concierge behceft geen extra werkzaamheden te verrichten. De heer Dekker bemerkt tot zyn groot leedwezeD, dat bet collrgs van B. en W. eenstemmig ls. Hy bad gehoopt, dat de voorzitter een andere meenit g zon toegedaan z(ja. Hoe gaat het b'j rechts? Daar kan men in de week altyd tjjd voor bijeenkomsten vinden. Spreker is er zeker van, als het niet to gsstaan wordt, de zaak toch in orde zal komen. Spreker li gegriefd door een der gelijk voorstel van B en W. De heer Bran's herinnert aan de turnoefeningen (feesten). HQ heeft toen gezegd, dat als 't op Zondag moest gebeuren, hl) niet mee kon werken. Men zei eerst't kan niet. En wat was da nltkomst? Dat do commissie zelf zelde, dat zy zoo tevreden was, dat alles op een gewonen dag zoo goed geslaagd was. Men mag de gemeen telijke gebouwen op Zondag niet geven. Hat voorstel van B. en W. wordt vervolgens in stemming gebracht en met 7 tegen 4 stemmen aangenon.en Tegen stemmen de heeren Dskker, Brauts, De Faauw en Fiazier. Vaststelling verordening op de heffing van een H. O. In verband met de inwerkingtreding der wet op de inkomstenbelasting 1914, bieden B. en W. eene nieuwe verorde ning op de hefting van een H. O. aan. Art. 107 der wet op de Inkomsten belasting 1914 luidt: ,De gemeentebesturen zyn bevoegd om kosteloos inzage en afschrift te nemen of door een of meer gemeente ambtenaren te doen nemen van de kohieren van aanslagen in de inkom stenbelasting, een en ander voorzoo- veel batroft de gemeenteltke belasting plichtigen. Bovendien knnnen zy sehrlfteiyk aan de betrokken rijks ambtenaren inlichtingen vragen no pens do bestanddeeleD van het ver mogen van een zoodanlgen belasting plichtige, welke by de vaststelling van den aanslag in aanmerking zjjn genomen. Deze inlichtingen worden schriftelijk verstrekt.' Het ls duideiyk, dat het meest van deze bepaling geprofiteerd zal knnnen worden als de verordening op hot heffen van een H. O. voor de wflze van berekening van bet zuiver inko men der belastingplichtigen zoo na mogelyk aansluit by do regels, daar voor opgenomon in de wet op de Inkomstenbelasting 1914. Iq het thans door B. en W. aan geboden ontwerp is daarmede zooveel mogeiyk rekening gehouden en het is daarom ook wenichelflk geoordeeld het belastingjaar te doon loopen van 1 Mei—1 Mei. De thans bestaande verordening moot dus nog worden toegepast over het tydvak 1 Januari 1916—1 Mei 1916 en B on W. zonden, met betrek king tot do heffing over dat tijdvak, willen voorstellen, de zogelkosten(voor zooveel de aanslagbiljetten gezegeld zyn) voor rekening der gemeente te nemen, teneinde te voorkomen, dat nn, by den overgang, tweemaal in één jaar die kosten voor rekening der belastingplichtigen komen. Even'.usel kan nog worden bepaald, oi die kosten steeds voor gemeente rekening kunnen zjjo, waardoor tevens het werk van den gemeeute ontvanger veel wordt vereenvoudigd. In het tarief is geen verandering gebracht, zoodat dit geheel uit de bestaande vi rordsnlngls overgenomen. Do verordening is nu zoodanig inge richt, dat ook niet verschuldigde pe riodieke uitkeerlngen van hot beiast- baar inkomen mogen worden afge trokken, ten einde de onbillijkheid te ontgaan, dat b.v. ondars, die jaarlijks een zeker bedrag aan ban kinderen geven, daarvan tooh belasting moeten betalen, terwyi van bedoeld bedrag door de kinderen nog weder eens belasting moet worden betaald (zie art. 13 junct. art. 7, laatste alinea). Ten einde zooveel mogelijk in over eenstemming te komen mot dn bepa lingen der wet op de rijksinkomsten belasting, zal de opbrengst van Iedere bron van Inkomen worden gesteld op het bedrag, dat zy voor den belasting plichtige zuiver heett opgeleverd over het laatst verloopon kalenderjaar of, voor zooveel de opbrengst van onder neming of arbeid betreft, over het laatst verloopen boekjaar, Indien dit niet met het kalenderjaar samenvalt (art. 12). B. en W. hebben den raad een ont werp invordering-verordening alsook een beschrflvingsblljot mede overge legd. De Fin. com. juicht het zeer toe, dat B. en W. voor de heffing van den H. O. gebruik wenschen te maken van de Inderdaad gunstige bepalingen van art. 107 van de wet tot heffing eener inkomsten belasting, de wet van 19 Dee. 1914, Staatsblad no. 563. Zjj veroorlooft zich dan ookBleehts enkele opmerkingen. le. Waar het eindcijfer der be grooting 1916 het maximum, genoemd in (artikel 1 van dit ontwerp, beeft bereikt, was er h. i. toch wel eenig bezwaar, geen enkele marge te nemen bfl de bepaling van dat maximum. Waar de gemeeute-financiSn bfl deze nieuwe regeling, gesteld, dat z(j wordt goedgekeurd, belangrijk gebaat zullen kunnen zyn, daar komt de behoefte aan verschillende zaken, die tot nog tos steeds uitgesteld moesten wor den wegens de geldel(|ke bezwa ren, o a. de bestrating en rloleering, sterker naar voren. 2e. Dat ln artikel 18 bepaald wordt, dat periodieke nltkeeringen en ver sterkingen als bedoeld in artikel 7 van het belastbaar inkomen knnnen worden afgetrokken, omdat er enne onbillijkheid zon kannen ontstaan, dat b.v. ouders, die jaarlüks een zeker bedrag aan hun kinderen geven, daarvan tooh belasting moeten betalen, terwijl van bedoeld bedrag door die kinderen weder eens belasting zou moeten worden betaald, kan de com missie zich wel verklaren voor een wet, die betrekking heeft op het ge heels rijk, maar niet voor een ge meentelijke verordening. Z(j stelt dan ook voor, de woorden „met dien ver stande, dat daartoo niet gebracht wor den verschuldigde periodieke uitkee rlngen, die genoten worden ingevolge een verbintenis waarvan de naleving niet in rechte kan worden gevorderd', voorkomende in art. 18 snb a, te ver vangen door de volgonds clausula: .met dien verstande, dat daartoe niet gebracht worden verschuldigde perio dieke nltkeeringen aan personen, dia niet in de gemeente Goes woonachtig zyn en waarvan de naleving niet ln rechte kan worden gevorderd'. 3e. Om overeenstemming te brengen tneschen de laitite alinea van art. 18 en art. 22, geeft de Fin. com. In over weging, aan genoemde alinea toe te voegen .behoudens het bepaalde in art. 22'. 4a. By art. 22 geeft zfl ln overwe ging de voor noodzakeiyk levens- onderhend benoodlgde som, die als onbelastbaar moet worden aange merkt, te brengen op f 450, oene som, die voor onze tyden, afgezien van do buitengewone huidige omstandighe den, zeker niet te hoog genoemd kan worden. Bjj de door B en W. toegevoegde clausule over den kinderaftrek, vroeg de com. zleh af, wat toch wel de reden geweest kan zjju voor de voorstellen daarin vervat. Zij vindt dien aftrek in dezen vorm onbillijk. Bij meer dan drie kinderen houdt de verdere aftrok op eu dan beginnen pas de groote bezwaren voor het gezin te komen. Waarom geen aftrek voor leder kind, zooals in de ryksregellng wordt voorgesteld. De com. adviseert, alsnog de redactie van de ryksregellng over te nemen en das, in plaats van het voorge stelde, te lezen .eveneens f 50 voor ieder minderjarig eigen ot aangehuwd kind of pleegkind, dat niet zelf in deze belasting wordt aangeslagen. Als pleegkind van den belasting plichtige wordt slechts aangemerkt wie door hem als een eigen kind wordt onderhouden en opgevoed.' 5e. Bfl art. 26 vond de com. geen antwoord op de vraag of de geheim houding, bedoeld in de twsede alinea, ook geld tegenover raadsleden. 6e. By art. 27 stelt de commissie voor, achter het woord .verzoek", genoemd ln de tweede alinea, te voegen de woorden .van eon of meer'. Bij art. 29 kan de oom. de bj] aan haling toegevoegde bepaling niet ln overeenstemming brengen met den nn gevolgden kalender. De geheele 2s alinea zou ze trouwens als nieuw art. 29bis of 30 willen voor zien van het hoofd .Overgangsbe paling*. 7e. De com. voelt niet veel voor het argument om een belangryk be drag aan zogelkosten door de gemeente te doen betalen, teneinde het werk voor den gemeente-ontvanger te ver lichten. 8e. Wat het beichrjjvlngeblljat be treft, merkt zjj op, dat de vorm er van nog al ingewikkeld is, zoodat versohillenden voor de invulling er van zleh moeten laten bijstaan, wat uit den aard der zaak voor velen onaangenaam is. De com. meent, dat ook weggelaten zou kunnen worden de Invulling in eens van het zuiver inkomen. Bjj ge bleken verschil konden de elementen waaruit de bepaling van het inkomen is ogebonwd nog nader worden toe gelicht. Ten slotte zon de commissie er prijs op stellen wanneer er toe besloten zou kunnen worden, leder raadslid van deze stokken, met het rapport van de Fin. oom., een gedrukt exemplaar toe te zenden. De Voorzitter brengt den rapporteur, den heer Brants, hulde voor zijn nit- voerigen arbeid. B. en W. zijn, na alle overwegingen gehoord te hebben, tot een bepaald besluit gekomen. BS art. 1 is het niet noodzakelijk nu al te verhoogen. Hier kan later altyd nog de Kon goedkeuriDg voor verhooging gevraagd worden. Ds heer Dekker vraagt of dan later degeheele verordening moet gewijzigd worden De heer Fransen van de Putte wyst er op. dat de gem. verordening herzien wordt om ze in verband te brengen met de rykslnkomstenbelasting. Het bedrag, dat geheven moet wor den, wordt slechts beheerscht door de geldbehoefte, welke voor 1916 al vastgesteld is. Da heer Dekker zal op deze kwestie niet verder ingaan. Da heer Brants acht het wensehe- ljjk, dat het bedrag verhoogd werdt. Spreker wjlst op het noodzakelijke van verschillende werken, bestrating, rloleering ent. De hear Fransen van de Putte hand haaft zSn meening. Hot cyfer komt nn riet dadelijk aan de orde. Da teer Rollmann zou by art, 2 redactiewijziging wenseheiyk achten. Da heer Van den Bout zou liever geen redactiewijziging aanbrengen. De thans bestaande bepalingen afin voor verBobillende gemeenten vast gesteld. Door wflzlgisgen aan te bren gen, zon men moeilijkheden kannen ondervinden. De hoer Rollmann staat nietpercé op wijziging- In art. 13 zou hy do woorden „on roerende goederen* willen veranderen in .onroerende zaken'. Do heer Von Schmidt en do Voor zitter achten het wenscheiyk, niet te veel wjjziglngen aan te brengen, wan neer deze tenminste niet strikt nood- zakelSk zSn. Verschillende artikelen komen ver volgens aan de orde. By art. 15 vraagt de hoer Rollmann of het billjjk is 4 rente te betalen van geld, waarvan men zelf geen rente trekt. De heer Dekker boBtrydt deze mee ning. Wanneer men geld ln een on bewoond huls heeft, behoeft men niet te betalen. Spreker herinnert aan iemand, die f 20000 bezat, doch slechts opgaf 1 daarvoor te ontvangen. De heer Van Dissel wflst er op, dat iedereen zfln gold kan beleggen. Nie mand behoeft zyn geld renteloos te laten leggen. Bij art. 18 komt het bezwaar van de Fin. oom. ter sprake. Do Voorzitter zet het standpunt van B. en W. nader uiteen. Spreker geeit do Fin: com in zoo verre geljjk, dat do onbillijkheid van het dnbbel belasting betalen in een gemeente zelf meer tot uiting komt. Maar de onbiliykheid biyft bestaan. De heer Brants haalt het voorbeeld aan, dat iemand te Gor.s zjjn kind ln Groningen Ieder jaar f2000 geeft. Het r(jk zegt dande een betaalt belas- ting, da ander niet. Dat ls correct. Maar wU staan er anders voor en zeg gen als de zoon In Goes woont, zou een dubbele belastingheffing onbiliyk zfln. Maar wanneer do zoon In Groningen woont, zon het bfllSk zijn, wanneer men hier belasting bief. Men vecht anders voor een andere gemeente. Do heer Fransen van de Putte geeft toe, dat 't niet in 't belang ls van de gemeente wanneer de zoon in een andere gemeente woont. Maar ook het kind kan in Goes wonen en de vader in Groningen. Dan heeit Goes het voordeel. De heer Brants vindt de thans voor gestelde regeling te mooi tegenover anderen. Een andete gemeente profi teert ervan. De hoer Dekker zegt, dat het een vader kan betreffen, die zegt, dat hS f 1500 aan zyn gatronwoe dochter geeft, en die man doet het niet. Dat si toch wel te begapen. Da heer Fransen van de Putte: dan gaan w(j om Inlichtingen naar den RSkeontvaüger. Den heer Dekker ls het nog niet dnideiyk. De heer Fransen van de Putte zegt, dat wie geld ontvangt steeds moet betalen. De heer Brants wyst er op, dat deze regeling op het ministerie ls doorga zien. Juist hier treft spreker nu een doorgestreept gedeelte aan. De heer Fransen van de Puttedie ambtenaar zal niet het billjjkhetdsge- voei hebben, dat wy gehad hebben. Het amendement vau de Fin. com. wordt nu in stemming gebracht en met 6 tegen 5 stemmen verworpen. Verschillende bepalingen worden vervolgens nog aan critiek onderwor pen. In art. 22 worden de voorstellen van de Fin. commissie overgenomen, behoudens de loeftSdsgrens. Deze biyfi op 17 jaren gehandhaafd. Da hear Brants verklaart zleh met de toevoeging voldaan. De heer Dekker vraagt, welke kosten ean leeftjjdveraudering tot 2 jaar met zich zou brengen. De heer Von Schmidt zegt, dat dit niet mag medegedeeld worden. De raad varer.nigt zleh, dit artikel betreffende, verder met do zienewjjze van B. en W. BS art. 25 bespreekt de heer .Fran sen van de Putte de heffing van 1 Mei tot 1 Mei. Het is van groot belang, dat bij vergeiSklng van den H.O. en de Rykslnkomstenbelasting de data van Ingang gelflk zyn. By art. 26 wil de Voorzitter de woor den .drie* in de te benoemen com missie doen wegvallen. Ook de ge heimhouding kan verdwSnen. Later wordt die in de wet vanzelf voorge schreven. De heer Brants wyst er op, dat de read later toch van verschillende zaken moet kennis nemen. De bestaande redactie is dus geen bezwaar. De wijziging ln art. 27 nemen B. en W. van de Fio. commissie over. In art. 29 moet vier maanden na tuurlijk 5 maanden zfln. Dit ls een vergissing van B. en W. Wat de zegelkosten betreft, legt de voorzitter er den nadrnk op, dat het blliyk is, dat de gemeente éénmaal de zogels in dit jaar betaalt. De heer Fransen van de Putte zou voortaan alle zegelbetalingen willen schrappen. Het motief verlichting van den gemeente-ontvanger ls natuurlSk geen hoofdzaak, al mag het niet uit geschakeld worden. Er zyn 603 ge zegelde mandaten, wat den ontvanger zeer veel werk geeft. Voor de betalers ls het een bron van ergernis, dat zjj boven hst aanslagbiljet nog een zegel moeten betalen. Wanneer de 1135 die dan gederfd wordt niet gemist kannen worden, kan men den H.O. wat hooger maken. De Voorz.it-.r wyst er op, datwaar- schyniyk later de wet zelf de zegels zal afschaffen. De gemeente zou tot zoolang nog op dezelfde wjjzo voort kunnen gaan. De heer Brants verdedigt het denk beeld van de Fin. com. Over het mods gedeelde door den heer Fransen van de Putte is lu de Fin. Com. niet gesproken. De heer Van de Leeuw is voor af schaffing, vooral als het later door de wet toch zoo geregeld wordt. De heer Van Dusel acht het geljjk, of de zegels al of niet verdwynen. De heer Van den Bout wil door afschaiffrg vooral de kleine aanslagen ontlasten. Een voorstel van den beer Fransen van de Putte, om de zegels voor goed voor rekening van de gemeente te nemen, worde daarna met algemeene stemmen aargenomen. Wat de inrichting van hetbeschrfl- vingBblljet betreft, deelt de Voorzitter mede, dat de meerderheid tn het col lege van B. en W. meent, dat het Inrchrfivlngsblljet zoo moet biyven. Het is voor velen gemakkeiyker wanneer zy hnn inkomen nit kleine be dragen opgebouwd knnnen weergeven. Het komt spreker voor, dat zoodoende ook oon zuiverder opgave wordt ver kregen. Bovendien zoo ingewikkeld ls de kwestie niet. De minderheid van B. en W. sluit zich by de Fin. com. aan. De heer Dskker bepleit vereenvou diging. Ook voor de door B. en W. voorgestelde regeling zal men naar den Inspecteur om inlichtingen moeten Voor menschen met veel werk is het zeker aangenaam, op eenvoudige wSze hun inkomen te kunnen ver melden. De heer Van den Bout wyst er op, dat men machteloos staat als men een cyfor krUgt, dat niet klopt met do opgave bjj de rykslnkomstenbelas ting. De heer Von Schmidt deelt mede, dat alles toch later ui'geplozen moet w -rden. Het is beter, de gelegonheid te geven, één getal op te geven. Theorie en prscijjk gaan hier niet samen. De hesr Branis bepleit nogmaals het standpunt van de Fin. oom., wat de Voorzitter daarop bestrjjdt. Ee heer Fransen van de Putte wyst er op, bat men nie s ande s te doen heeft dan de einduitkomsten van beide opgaven te vergeiyken. Het eindcijfer ls alleen van belang. Alleen waar dit niet klopt, is een nsdsr onderzoek noodzakelijk. Men bespaart zich by gelflke elndoyters zeer veel werk.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1916 | | pagina bijlage 1