60ESCHE COURANT
BIJVOEGSEL
VAN DE
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1916.
Vervolg- Gemeenteraad.
B. en W. meenen, ast bet goenszlns
in bet nadeel der gemeente kan zfln,
wanneer hst doen houwen van goede
woonhulzan van ni.it te hooge buaf
prijzen door den raad wordt bevor
derd, aangezien aan dergelijke
woningen alhier sedert lang groots
behoefte bestaat. Bi] de bevordering
daarvan mogen B. en W. evenwel
ook de algemeens belangen der ge
meente niet nlt het oog verliezen,
d. w. z., dat bedoelde zeer gunstig
gelegen terreinen aan do bonwver-
cenlglng nlot togen een minder bedrag
per e.A. in erfpacht gegeven mogen
worden, dan ook aan anderen steeds
werd berekend.
Op grond van een en ander stellen
B. en W. voor, aan het voorlooptg
bestuur der coöp. bouwvereenlging te
berichten, dat de bedoelde terreinen,
ter grootte van plm. 2000 M2, onder
nadere goedkeuring van Ged. Staten,
onder de navolgeude voorwaarden in
erfpacht knnnen worden uitgegeven
le. De uitgifte zal geschieden voor
een ttyd van niet lsngar dan 50 achter
eenvolgende j-tren j
2e. De jaarlgksche erfpachtscanon
zal f 0,25 par c.A. bedragen voor het
bet yercsel naast de B. L. W. S. en
f 0.30 per c A. voer het perceel naast
het gebouw vau de RJjkskantorer, als
zijnde dit perceel het moest gnostlg
gr lagen
3e. De uitgifte zal geschieden tot
het op ds sub 2 bedoelde terreinen
doen bouwen van niet meer dan vier
woonhuizen, waarvan do teekenlng
aan de goedkeuring van den Raad
zijn onderworpen
4e. Ulterljk vóór 1 Januari 1917
moet mat bet bauwen der woonhuizen
door de bouwvereenlging een aanvang
gemaakt zijn.
V
De Fin. commissie kan zich ln het
algemeen mot het voorgestelde wel
vereenlgon. ZO merkt eveowel op. dat
zS beiwflfelt of de terreinen naast do
Bijkskantoren wel het gunstigst zouden
gelegen aqn. In elk geval vindt zij dit
oordeel zeer subjectief, zoodat daaruit
in billijkheid geen motief valt af te
lelden voor hot hooger stellen van den
erfpaehtaeanon.
Zjj geeft dus ln overweging, alsnog
de erfpacbtscanou voor belde terreinen
op f 0,25 per c.A. per jaar te stellen.
Het zal zeker wel in de bedooilng
van B. en W. liggen, over de niet
gebruikte stukkeu, denkelijk de uiter
ste tippen van da belde driehoeken
nader te beschikken.
Aangezien daaromtrent gesn voor
stel gedaan wordt, onthoudt de com
missie zich vau advies, hoewel sjj zich
niet ontveinst, dat het gewenscht zou
zijn, dat de raadsleden hierover intijds
werden ingelicht.
V
De heer Rollmann wal eerst tegen
dit voorstel. Hvj was voor publieke
verkoop van den grond. Hfl kan
zich evenwel met het voorstel thans
vereenigen. Maar de commissie most
bij haar oorspronkelijk voorstel blijven.
De vereeniging moet boawen.
De Voorzitter zegt, dat het bouw
plan later aan de orde komt.
De heer Von Schmidt herinnert aan
de voorstallen der Fin. commissie.
De Voo zitter zegt, dat B. en W.
het er over eeos wares, dat ds grond
bij de Bijkskantoren gunstiger is ge
legen, ook met het oog op hot zonlicht.
Daarom la deze grond Iets duurder.
Da heer Von Schmidt wijst er op,
dat de zon b|j de anders hulzen aan
den achterkant komt.
De Voorzitter merkt op, dat de drie
hoekjes, die over zullen blijven nog
niet bespreken knnnen worden. Er is
geen bepaalde terrein grootte aange
vraagd. Later komt een en ander weer
bji den raad.
De heer Van Dietel zegt, dat de
plaats van den grond esn kwestie van
smaak ls. Er zjn er die jnist graag
op den goedkooperen grond willen
wonen.
De heer Dekker ls er voor, één prijs
te stellen. Maar het geheels plan moet
ln den raad terug komen.
De vereenigiog is nog niet Kon.
goedgekeurd.
De hoer Van Diteel merkt op, dat
dit voor eoöp. vereenlglngen niet
noodig is. Alles wat hier gedaan
most worden, iB gebeurd.
De Voorzitter zou liever geen kwes
ties behandelen, welke later toch weer
aan de orde komen. Besloten moet
thans worden, don grond toejte staan
waarvoor de prijs bepaald moet wor
den.
De heer Rollmann zegt, dat de heer
Brants niet mee mag stemmen.
De heer Orante dankt voor den wenk.
HO had er evenwel al op gerekend.
De grondprijs komt nu in Btemming.
B. on W. stollen voor f O 25 f 0.30,
de Fin. oom stelt gelijken prijs voor.
Het voorstel van de Fin. oom. wordt
met 6 tegen 3 stemmen aangenomen.
De hear Fransen van de Putte eu
Brants onthouden zich van stemming.
Verzoek O. T. Ruben.
Van den heer C. T. Ruben li reeds
vroeger een verzoek Ingekomen om
voor het geven van particuliere lessen
bulten de schooluren gebruik te mogen
maken van het gymnastieklokaal der
O. L. school voor M. D. L. O.
Thans heeft adreraant nader mede-
gedeald, dat hfl verzoekt om gedu
rende dit jaar het lokaal te mogen
gebruiken op ds 5 Zondagen, vallend
op 5 Maart, 9 April, 30 April, 7 Mei
en 25 Juni, telkens van 11 nur v.m.
tot 1 uur n.m. Aangezien bet hier
betreft het geven van onderricht aan
voorturners van elders en het niet
mogelflk is deze lessen op andere
dagen en uren te doen plaats hebben,
stellen B. en W. voor, het verzoek
toe te staan tegen betaling van f 3
per Zondag, znlks als tegemoetkoming
in de kosten van slijtage aan de te
gebruiken werktuigen.
Een lid der Fin. commissie kan zioh
met dit voorstel vereenigen wat be
treft de door adressant te betalen ver
goeding. Een ander lid van deze
commissie komt het voor, dat bedoeld
gym. onderwas behoort gegeven te
worden in het lokaal der B. H. B. S.
Hfl heeft echter tegen het voorstel
van B en W. geen bezwaar, mits
ouder ds voorwaarden worde opge
nomen, dat de schade, welke eventueel
mocht worden toegebracht aan gebouw,
meubelen of gymnastlektoeBtellen, zal
worden vergoed.
Het derde lid der Fin. com, kan
zleh niet vereenigen met het voorstel
om het gymnastieklokaal op Zondagen
af te staan. Tegen het kostenbedrag
heeft dit lid geen bezwaar.
De heer Plazier acht het niet ge
wenscht, gemeente-gebouwen op Zon
dag voor dergelijke lessen af te staan.
Het is ook niet wenichelijk voor den-
gone, die les geeft
Hy werkt al de gebeele week.
Zullen zjn zenuwen op den duur niet
In de war raken
De heer Brants voelt veel voor de
gymnastiek en heott dit in Goes
bewezen. Het doet hem leed, dat bij
een verdienstelijk gymnastiekman als
de heer Bubèn, niet ter wille kan zfln.
Doch spreker acht het niet gswenscht,
dat de gemeente de gebouwen dispo
nibel stelt op Zondag.
Laat men een anderen weg zoeken.
Het is ook niet van den cotciei ga te
vargsn, dat hy op Zondeg werkt.
Da Voorzitter wyat er op, dat de
heer Ruben geen andere dtgsn kan
ojgsvea. De concierge behceft geen
extra werkzaamheden te verrichten.
De heer Dekker bemerkt tot zyn
groot leedwezeD, dat bet collrgs van
B. en W. eenstemmig ls. Hy bad
gehoopt, dat de voorzitter een andere
meenit g zon toegedaan z(ja. Hoe gaat
het b'j rechts? Daar kan men in de
week altyd tjjd voor bijeenkomsten
vinden.
Spreker is er zeker van, als het
niet to gsstaan wordt, de zaak toch
in orde zal komen.
Spreker li gegriefd door een der
gelijk voorstel van B en W.
De heer Bran's herinnert aan de
turnoefeningen (feesten). HQ heeft toen
gezegd, dat als 't op Zondag moest
gebeuren, hl) niet mee kon werken.
Men zei eerst't kan niet. En wat was
da nltkomst? Dat do commissie zelf
zelde, dat zy zoo tevreden was, dat
alles op een gewonen dag zoo goed
geslaagd was. Men mag de gemeen
telijke gebouwen op Zondag niet geven.
Hat voorstel van B. en W. wordt
vervolgens in stemming gebracht en
met 7 tegen 4 stemmen aangenon.en
Tegen stemmen de heeren Dskker,
Brauts, De Faauw en Fiazier.
Vaststelling verordening op de heffing
van een H. O.
In verband met de inwerkingtreding
der wet op de inkomstenbelasting 1914,
bieden B. en W. eene nieuwe verorde
ning op de hefting van een H. O. aan.
Art. 107 der wet op de Inkomsten
belasting 1914 luidt:
,De gemeentebesturen zyn bevoegd
om kosteloos inzage en afschrift te
nemen of door een of meer gemeente
ambtenaren te doen nemen van de
kohieren van aanslagen in de inkom
stenbelasting, een en ander voorzoo-
veel batroft de gemeenteltke belasting
plichtigen. Bovendien knnnen zy
sehrlfteiyk aan de betrokken rijks
ambtenaren inlichtingen vragen no
pens do bestanddeeleD van het ver
mogen van een zoodanlgen belasting
plichtige, welke by de vaststelling
van den aanslag in aanmerking zjjn
genomen. Deze inlichtingen worden
schriftelijk verstrekt.'
Het ls duideiyk, dat het meest van
deze bepaling geprofiteerd zal knnnen
worden als de verordening op hot
heffen van een H. O. voor de wflze
van berekening van bet zuiver inko
men der belastingplichtigen zoo na
mogelyk aansluit by do regels, daar
voor opgenomon in de wet op de
Inkomstenbelasting 1914.
Iq het thans door B. en W. aan
geboden ontwerp is daarmede zooveel
mogeiyk rekening gehouden en het is
daarom ook wenichelflk geoordeeld
het belastingjaar te doon loopen van
1 Mei—1 Mei.
De thans bestaande verordening
moot dus nog worden toegepast over
het tydvak 1 Januari 1916—1 Mei
1916 en B on W. zonden, met betrek
king tot do heffing over dat tijdvak,
willen voorstellen, de zogelkosten(voor
zooveel de aanslagbiljetten gezegeld
zyn) voor rekening der gemeente te
nemen, teneinde te voorkomen, dat nn,
by den overgang, tweemaal in één
jaar die kosten voor rekening der
belastingplichtigen komen.
Even'.usel kan nog worden bepaald,
oi die kosten steeds voor gemeente
rekening kunnen zjjo, waardoor tevens
het werk van den gemeeute ontvanger
veel wordt vereenvoudigd.
In het tarief is geen verandering
gebracht, zoodat dit geheel uit de
bestaande vi rordsnlngls overgenomen.
Do verordening is nu zoodanig inge
richt, dat ook niet verschuldigde pe
riodieke uitkeerlngen van hot beiast-
baar inkomen mogen worden afge
trokken, ten einde de onbillijkheid te
ontgaan, dat b.v. ondars, die jaarlijks
een zeker bedrag aan ban kinderen
geven, daarvan tooh belasting moeten
betalen, terwyi van bedoeld bedrag
door de kinderen nog weder eens
belasting moet worden betaald (zie
art. 13 junct. art. 7, laatste alinea).
Ten einde zooveel mogelijk in over
eenstemming te komen mot dn bepa
lingen der wet op de rijksinkomsten
belasting, zal de opbrengst van Iedere
bron van Inkomen worden gesteld op
het bedrag, dat zy voor den belasting
plichtige zuiver heett opgeleverd over
het laatst verloopon kalenderjaar of,
voor zooveel de opbrengst van onder
neming of arbeid betreft, over het
laatst verloopen boekjaar, Indien dit
niet met het kalenderjaar samenvalt
(art. 12).
B. en W. hebben den raad een ont
werp invordering-verordening alsook
een beschrflvingsblljot mede overge
legd.
De Fin. com. juicht het zeer toe,
dat B. en W. voor de heffing van den
H. O. gebruik wenschen te maken
van de Inderdaad gunstige bepalingen
van art. 107 van de wet tot heffing
eener inkomsten belasting, de wet van
19 Dee. 1914, Staatsblad no. 563.
Zjj veroorlooft zich dan ookBleehts
enkele opmerkingen.
le. Waar het eindcijfer der be
grooting 1916 het maximum, genoemd
in (artikel 1 van dit ontwerp, beeft
bereikt, was er h. i. toch wel eenig
bezwaar, geen enkele marge te nemen
bfl de bepaling van dat maximum.
Waar de gemeeute-financiSn bfl deze
nieuwe regeling, gesteld, dat z(j wordt
goedgekeurd, belangrijk gebaat zullen
kunnen zyn, daar komt de behoefte
aan verschillende zaken, die tot nog
tos steeds uitgesteld moesten wor
den wegens de geldel(|ke bezwa
ren, o a. de bestrating en rloleering,
sterker naar voren.
2e. Dat ln artikel 18 bepaald wordt,
dat periodieke nltkeeringen en ver
sterkingen als bedoeld in artikel 7
van het belastbaar inkomen knnnen
worden afgetrokken, omdat er enne
onbillijkheid zon kannen ontstaan,
dat b.v. ouders, die jaarlüks een zeker
bedrag aan hun kinderen geven,
daarvan tooh belasting moeten betalen,
terwijl van bedoeld bedrag door die
kinderen weder eens belasting zou
moeten worden betaald, kan de com
missie zich wel verklaren voor een
wet, die betrekking heeft op het ge
heels rijk, maar niet voor een ge
meentelijke verordening. Z(j stelt dan
ook voor, de woorden „met dien ver
stande, dat daartoo niet gebracht wor
den verschuldigde periodieke uitkee
rlngen, die genoten worden ingevolge
een verbintenis waarvan de naleving
niet in rechte kan worden gevorderd',
voorkomende in art. 18 snb a, te ver
vangen door de volgonds clausula:
.met dien verstande, dat daartoe niet
gebracht worden verschuldigde perio
dieke nltkeeringen aan personen, dia
niet in de gemeente Goes woonachtig
zyn en waarvan de naleving niet ln
rechte kan worden gevorderd'.
3e. Om overeenstemming te brengen
tneschen de laitite alinea van art. 18
en art. 22, geeft de Fin. com. In over
weging, aan genoemde alinea toe te
voegen .behoudens het bepaalde in
art. 22'.
4a. By art. 22 geeft zfl ln overwe
ging de voor noodzakeiyk levens-
onderhend benoodlgde som, die als
onbelastbaar moet worden aange
merkt, te brengen op f 450, oene som,
die voor onze tyden, afgezien van do
buitengewone huidige omstandighe
den, zeker niet te hoog genoemd kan
worden.
Bjj de door B en W. toegevoegde
clausule over den kinderaftrek, vroeg
de com. zleh af, wat toch wel de reden
geweest kan zjju voor de voorstellen
daarin vervat.
Zij vindt dien aftrek in dezen vorm
onbillijk. Bij meer dan drie kinderen
houdt de verdere aftrok op eu dan
beginnen pas de groote bezwaren
voor het gezin te komen. Waarom
geen aftrek voor leder kind, zooals
in de ryksregellng wordt voorgesteld.
De com. adviseert, alsnog de redactie
van de ryksregellng over te nemen
en das, in plaats van het voorge
stelde, te lezen .eveneens f 50 voor
ieder minderjarig eigen ot aangehuwd
kind of pleegkind, dat niet zelf in
deze belasting wordt aangeslagen.
Als pleegkind van den belasting
plichtige wordt slechts aangemerkt
wie door hem als een eigen kind
wordt onderhouden en opgevoed.'
5e. Bfl art. 26 vond de com. geen
antwoord op de vraag of de geheim
houding, bedoeld in de twsede alinea,
ook geld tegenover raadsleden.
6e. By art. 27 stelt de commissie
voor, achter het woord .verzoek",
genoemd ln de tweede alinea, te voegen
de woorden .van eon of meer'.
Bij art. 29 kan de oom. de bj] aan
haling toegevoegde bepaling niet ln
overeenstemming brengen met den nn
gevolgden kalender.
De geheele 2s alinea zou ze trouwens
als nieuw art. 29bis of 30 willen voor
zien van het hoofd .Overgangsbe
paling*.
7e. De com. voelt niet veel voor
het argument om een belangryk be
drag aan zogelkosten door de gemeente
te doen betalen, teneinde het werk
voor den gemeente-ontvanger te ver
lichten.
8e. Wat het beichrjjvlngeblljat be
treft, merkt zjj op, dat de vorm er
van nog al ingewikkeld is, zoodat
versohillenden voor de invulling er
van zleh moeten laten bijstaan, wat
uit den aard der zaak voor velen
onaangenaam is.
De com. meent, dat ook weggelaten
zou kunnen worden de Invulling in
eens van het zuiver inkomen. Bjj ge
bleken verschil konden de elementen
waaruit de bepaling van het inkomen
is ogebonwd nog nader worden toe
gelicht.
Ten slotte zon de commissie er prijs
op stellen wanneer er toe besloten zou
kunnen worden, leder raadslid van
deze stokken, met het rapport van de
Fin. oom., een gedrukt exemplaar toe
te zenden.
De Voorzitter brengt den rapporteur,
den heer Brants, hulde voor zijn nit-
voerigen arbeid.
B. en W. zijn, na alle overwegingen
gehoord te hebben, tot een bepaald
besluit gekomen.
BS art. 1 is het niet noodzakelijk
nu al te verhoogen. Hier kan later
altyd nog de Kon goedkeuriDg voor
verhooging gevraagd worden.
Ds heer Dekker vraagt of dan later
degeheele verordening moet gewijzigd
worden
De heer Fransen van de Putte wyst
er op. dat de gem. verordening herzien
wordt om ze in verband te brengen
met de rykslnkomstenbelasting.
Het bedrag, dat geheven moet wor
den, wordt slechts beheerscht door de
geldbehoefte, welke voor 1916 al
vastgesteld is.
Da heer Dekker zal op deze kwestie
niet verder ingaan.
Da heer Brants acht het wensehe-
ljjk, dat het bedrag verhoogd werdt.
Spreker wjlst op het noodzakelijke
van verschillende werken, bestrating,
rloleering ent.
De hear Fransen van de Putte hand
haaft zSn meening. Hot cyfer komt
nn riet dadelijk aan de orde.
Da teer Rollmann zou by art, 2
redactiewijziging wenseheiyk achten.
Da heer Van den Bout zou liever
geen redactiewijziging aanbrengen.
De thans bestaande bepalingen afin
voor verBobillende gemeenten vast
gesteld. Door wflzlgisgen aan te bren
gen, zon men moeilijkheden kannen
ondervinden.
De hoer Rollmann staat nietpercé
op wijziging-
In art. 13 zou hy do woorden „on
roerende goederen* willen veranderen
in .onroerende zaken'.
Do heer Von Schmidt en do Voor
zitter achten het wenscheiyk, niet te
veel wjjziglngen aan te brengen, wan
neer deze tenminste niet strikt nood-
zakelSk zSn.
Verschillende artikelen komen ver
volgens aan de orde.
By art. 15 vraagt de hoer Rollmann
of het billjjk is 4 rente te betalen
van geld, waarvan men zelf geen
rente trekt.
De heer Dekker boBtrydt deze mee
ning. Wanneer men geld ln een on
bewoond huls heeft, behoeft men niet
te betalen. Spreker herinnert aan
iemand, die f 20000 bezat, doch slechts
opgaf 1 daarvoor te ontvangen.
De heer Van Dissel wflst er op, dat
iedereen zfln gold kan beleggen. Nie
mand behoeft zyn geld renteloos te
laten leggen.
Bij art. 18 komt het bezwaar van
de Fin. oom. ter sprake.
Do Voorzitter zet het standpunt van
B. en W. nader uiteen.
Spreker geeit do Fin: com in zoo
verre geljjk, dat do onbillijkheid van
het dnbbel belasting betalen in een
gemeente zelf meer tot uiting komt.
Maar de onbiliykheid biyft bestaan.
De heer Brants haalt het voorbeeld
aan, dat iemand te Gor.s zjjn kind ln
Groningen Ieder jaar f2000 geeft. Het
r(jk zegt dande een betaalt belas-
ting, da ander niet. Dat ls correct.
Maar wU staan er anders voor en zeg
gen als de zoon In Goes woont, zou
een dubbele belastingheffing onbiliyk
zfln.
Maar wanneer do zoon In Groningen
woont, zon het bfllSk zijn, wanneer
men hier belasting bief.
Men vecht anders voor een andere
gemeente.
Do heer Fransen van de Putte geeft
toe, dat 't niet in 't belang ls van de
gemeente wanneer de zoon in een
andere gemeente woont. Maar ook het
kind kan in Goes wonen en de vader
in Groningen. Dan heeit Goes het
voordeel.
De heer Brants vindt de thans voor
gestelde regeling te mooi tegenover
anderen. Een andete gemeente profi
teert ervan.
De hoer Dekker zegt, dat het een
vader kan betreffen, die zegt, dat hS
f 1500 aan zyn gatronwoe dochter
geeft, en die man doet het niet. Dat
si toch wel te begapen.
Da heer Fransen van de Putte: dan
gaan w(j om Inlichtingen naar den
RSkeontvaüger.
Den heer Dekker ls het nog niet
dnideiyk.
De heer Fransen van de Putte zegt,
dat wie geld ontvangt steeds moet
betalen.
De heer Brants wyst er op, dat deze
regeling op het ministerie ls doorga
zien. Juist hier treft spreker nu een
doorgestreept gedeelte aan.
De heer Fransen van de Puttedie
ambtenaar zal niet het billjjkhetdsge-
voei hebben, dat wy gehad hebben.
Het amendement vau de Fin. com.
wordt nu in stemming gebracht en
met 6 tegen 5 stemmen verworpen.
Verschillende bepalingen worden
vervolgens nog aan critiek onderwor
pen.
In art. 22 worden de voorstellen
van de Fin. commissie overgenomen,
behoudens de loeftSdsgrens. Deze
biyfi op 17 jaren gehandhaafd.
Da hear Brants verklaart zleh met
de toevoeging voldaan.
De heer Dekker vraagt, welke kosten
ean leeftjjdveraudering tot 2 jaar met
zich zou brengen.
De heer Von Schmidt zegt, dat dit
niet mag medegedeeld worden.
De raad varer.nigt zleh, dit artikel
betreffende, verder met do zienewjjze
van B. en W.
BS art. 25 bespreekt de heer .Fran
sen van de Putte de heffing van 1 Mei
tot 1 Mei. Het is van groot belang,
dat bij vergeiSklng van den H.O. en
de Rykslnkomstenbelasting de data
van Ingang gelflk zyn.
By art. 26 wil de Voorzitter de woor
den .drie* in de te benoemen com
missie doen wegvallen. Ook de ge
heimhouding kan verdwSnen. Later
wordt die in de wet vanzelf voorge
schreven.
De heer Brants wyst er op, dat de
read later toch van verschillende zaken
moet kennis nemen. De bestaande
redactie is dus geen bezwaar.
De wijziging ln art. 27 nemen B. en
W. van de Fio. commissie over.
In art. 29 moet vier maanden na
tuurlijk 5 maanden zfln. Dit ls een
vergissing van B. en W.
Wat de zegelkosten betreft, legt de
voorzitter er den nadrnk op, dat het
blliyk is, dat de gemeente éénmaal de
zogels in dit jaar betaalt.
De heer Fransen van de Putte zou
voortaan alle zegelbetalingen willen
schrappen. Het motief verlichting van
den gemeente-ontvanger ls natuurlSk
geen hoofdzaak, al mag het niet uit
geschakeld worden. Er zyn 603 ge
zegelde mandaten, wat den ontvanger
zeer veel werk geeft. Voor de betalers
ls het een bron van ergernis, dat zjj
boven hst aanslagbiljet nog een zegel
moeten betalen. Wanneer de 1135
die dan gederfd wordt niet gemist
kannen worden, kan men den H.O.
wat hooger maken.
De Voorz.it-.r wyst er op, datwaar-
schyniyk later de wet zelf de zegels
zal afschaffen. De gemeente zou tot
zoolang nog op dezelfde wjjzo voort
kunnen gaan.
De heer Brants verdedigt het denk
beeld van de Fin. com. Over het
mods gedeelde door den heer Fransen
van de Putte is lu de Fin. Com. niet
gesproken.
De heer Van de Leeuw is voor af
schaffing, vooral als het later door de
wet toch zoo geregeld wordt.
De heer Van Dusel acht het geljjk,
of de zegels al of niet verdwynen.
De heer Van den Bout wil door
afschaiffrg vooral de kleine aanslagen
ontlasten.
Een voorstel van den beer Fransen
van de Putte, om de zegels voor goed
voor rekening van de gemeente te
nemen, worde daarna met algemeene
stemmen aargenomen.
Wat de inrichting van hetbeschrfl-
vingBblljet betreft, deelt de Voorzitter
mede, dat de meerderheid tn het col
lege van B. en W. meent, dat het
Inrchrfivlngsblljet zoo moet biyven.
Het is voor velen gemakkeiyker
wanneer zy hnn inkomen nit kleine be
dragen opgebouwd knnnen weergeven.
Het komt spreker voor, dat zoodoende
ook oon zuiverder opgave wordt ver
kregen. Bovendien zoo ingewikkeld
ls de kwestie niet.
De minderheid van B. en W. sluit
zich by de Fin. com. aan.
De heer Dskker bepleit vereenvou
diging. Ook voor de door B. en W.
voorgestelde regeling zal men naar
den Inspecteur om inlichtingen moeten
Voor menschen met veel werk is het
zeker aangenaam, op eenvoudige
wSze hun inkomen te kunnen ver
melden.
De heer Van den Bout wyst er op,
dat men machteloos staat als men
een cyfor krUgt, dat niet klopt met
do opgave bjj de rykslnkomstenbelas
ting.
De heer Von Schmidt deelt mede,
dat alles toch later ui'geplozen moet
w -rden. Het is beter, de gelegonheid
te geven, één getal op te geven.
Theorie en prscijjk gaan hier niet
samen.
De hesr Branis bepleit nogmaals het
standpunt van de Fin. oom., wat de
Voorzitter daarop bestrjjdt.
Ee heer Fransen van de Putte wyst
er op, bat men nie s ande s te doen
heeft dan de einduitkomsten van beide
opgaven te vergeiyken. Het eindcijfer
ls alleen van belang. Alleen waar dit
niet klopt, is een nsdsr onderzoek
noodzakelijk. Men bespaart zich by
gelflke elndoyters zeer veel werk.