N°, 6 1916
Donderdag 13 Januari
103
jaargang,
de
Bij dit no. behoort een
35 FEUILLETON,
De verwisselde Kist,
goesch
Delnitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen,
frji per kwartaal, In Ooes f 0,7S, bulten Goea, franco f l,S8.
Afzcnderiyke nommer* cent.
inzending van advertenties op Maandag, Woensdag
en VRIJDAG vóó* 19 urea.
Depris der gewone advertenöSnls van 1-5 rogels&Q ot., eikeregel meer 10 ct.
BJ directe opgaaf van driestaal paatsing doraelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend,
Geboorte-, hnweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden vsn 1—10 regjisJ,— berekend
r.«w8sn?imme;» 5 «ent.
telefoonnummer 82. Bireetear 9. W. van Babnsvïld. Uitgave va» de Naarnl. Venmoot&skap ,09*s«he Poaraat". Hoofdisdatteur W. J. G. van Samï»h,
iIer S. A. P.
Op het buitengewoon congres der
8.D.A P., te Arnhem gehouden, is een
aantal zeer belangrijke punten aan de
orde gesteld geworden, belaDgrijk voor
al met het oog op de huidige poli
tieke situatie. Het zou ons Ie ver
voeren, ze alle hier te behandelen
wij wenscheu slechts onze algemeene
indrukken vast te stellen.
En dan dient geconstateerd, dat het
congres, althans van socialistisch
standpunt, in het teeken der matheid
stond. Het ging er lang niet op
ouderwetsche manier toe. Zeker er
werd zoo nu en dan op de //burger
lijke" partijen afgegeven waarom
zou men anders ook op een socialis
tisch congres wezen f maar de
hóóge toon van kritiek ontbrak het
„wij weten het alleen en van ons
slechts zullen alle maatschappelijke
zegeningen komen" werd niet verno
men, en, deed men al een poging
daartoe, dan stierf ze een snellen
dood aan zwakte. Zelden hoorde men
de stem van het opportunisme zóó
duidelijk, als ditmaal.
Wij verheugen ons daarover het
kan de democratie slechts ten goede
komen.
Op de sociale wetgeving van mi
nister Treub had men aanmerkin
gen, maar hoeveel viel er niet te
prijzen En de aandacht dient er
op gevestigd, dat juist op het prij
zenswaardige de klemtoon werd ge
legd. Het was de heer Duys, die het
openlijk uitsprak „Naar mijn oor
deel kunnen wij nu op groole prin-
cipieele punten geen strijd tegen de
ontwerpen-Treub voeren."
En inderdaad men zou al ziende
blind moeten wezen, om niet te er
kennen, dat de ziekte- en invaliditeits
verzekering van Treub stukken en
stukken beter is dan de bureucrati-
sche ontwerpen van ï'alma minister
Treub is daarvoor ook een man van
de realiteit. Alles pleit voor deze
stelling de opname in de verzeke
ring van de losse arbeiders en dienst
boden de opname van de genees
kundige behandeling het zelfbestuur
der verzekerden de minder omslach
tige organisatiede vereenvoudigde
premie-betaling als gevolg van het
vervallen van het plak-systeem het
in meerdere mate dienstbaar maken
van de verzekering aan het vraagstuk
der algemeene volks-gezondheid. En
zooveel meer.
Dat de 8. D. A. P. ten slotte nog
aanleiding vond tot kritiek, verder
wilde gaan, dan minister Treub gaat,
Roman, naar het Engelsch
van KOBERT LOUIS STEVENSON.
Da verdediger dei vaderlands had
lntnsschen stilletjes de tongele ter
hand genomen. HU eehean veel oog te
hebben voor de verborgen lehoonha-
den van het landschap, want de kar
vertoonde zich geen enkele maal op
den open Btraatweg, maar bewoog zich
voortdurend tussohan hooge keggen
en onder de schaduw van lommerrijk
geboomte. Voorts bleek het, dat hg
het welzijn van Harker niet alt het
oog verloor, want ofsohoon de kar
meermalen bij de een of andere her
berg stilhield, stapte telkens alleen
de sergeant af, om, gewapend met
een llterfleach ram, zQn tocht door
deze landaljke dreven voort te zetten.
En toen het donker geworden was,
hield de kar stil in een dlohtbelom-
merde laan, waar de sergeant de
bewnstelooze gestalte van Harker
voorzichtig tnsschen de pakjes uittilde
en zaohtjes aan den kant van den weg
neerlegde.
„Als jU vóór morgen vroeg wakker
wordt", daoht de sergeant, „zal mU
dat sterk verwonderen".
Nadat de verschillende zakken
van den vrachtrijder behendig bad
wien kan het verwonderen Zou
de S. D. A. 1'. ten onzent nog in
waarheid de S. D. A. P. zijn, als zij
vrijwillig aan het stelsel van opbieden
een einde maakte
Ook ten aanzien van Treuh's be
lasting-voorstellen klonk men ver-
gete niet, dat het hier een socialis
tisch congres geldt een welwillen
de toon. Yoor verschillende wijzi
gingen werd gepleit, maar van den
kant der S. D. A. P., als oppositie
partij, zal Treub waarlijk niet den
grootsten tegenstand ondervindeu.
Een ding helpen wij de S. D. A. P.
van liarte wenschen dat de pensi
oen-belasting progressief wordt.
Eveneens zal de iegeering bij de
kiesrecht-ontwerpen de S. D. A. P.
aan baar zijde vinden, al wil deze
nog het algemeen vrouwen-kiesrecht
in de Grondwet zien vastgelegd en
afschaffing van""de Eerste Kamer. Al
wederom de S. D. A. P. moet, om
haar gebruikelijke propaganda te kun
nen voeren, verder gaan dan de
„burgerlijke" partijen. Vanwaar zou
zij anders winste halen f
Maar met dit al het was een
vruchtbaar congres.
Een congres, dat wellicht de ortho
doxen in de partij slechts matig
tevreden kan stellen, doch zonder
twijfel de zaak der democratie bevor
deren zal.
En daar komt het per slot van
rekening toch maar op aan.
Wij zijn dus getrouwd, zelfs zonder,
zooals te doen gebruikelijk is, een
poosje gevrijd te hebben, om elkaar
wederzijds beter te leeren kennen.
„Zonder voorafgaande vrijage wordt de
verbintenis nu reeds gesloten".
De woorden zijn van De (antirev.)
Rotterdammer, welk blad ze schreef,
vóór er nog iets van het buitengewoon
sociaal-democratisch congres was uit
gelekt.
Getrouwd zijn o, schande, zonder
voorafgaande kennisgeving aan moge
lijke antirevolutionaire bakers de
vrijzinnige concentratie en de S.D.A.P.
Althans voor de Staten-verkie-
zingen van 1916. Het brave „christe
lijke» blad denkt natuurlijk niet aan
een duurzame verbintenis; de antire
volutionairen hopen blijkbaar, nog eens
op vrijers-voeten te kunuen gaan met
de S.D.A.P. of de concentratie.
Nu zouden wij, in onze onschuld,
denken, dat men aan die zijde wat
voorzichtig diende te zijn, om over
politieke verbintenissen in waarheid
of in fantazie bestaande een oordeel
te vellen. Wij hebben althans immer
van „christeiijken" kant gehoord, dat
„liberaal en sociaal» zoo ongeveer één
pot nat wasdat ten slotte de één
toch tot den ander, of de ander tot
geledigd en zoodoende de som van
tien galden sn zeventig cent had ver
zameld, stapte h(j weer op de kar en
reed bedaard verder.
„Als ik nn maar precies wist, waar
ik was," dacht hy, „dan was de zaak
gezond. Hier zjn we in elk geval by
een hoek."
HO sloeg rechtsom en zag, dat hij
zich aan den oever van de rivier be
vond. Iets verderop scheen licht nlt
een boot en vlak by hem, zoo dichtbij,
dat hO hun onmogelijk ontwOken kon,
stond, n drie perionen, een dame en
twee heeren, die op hem afkwamen.
Da sergeant vertrouwde op da duis
ternis, die hom gunstig was en reed
hun tegemoet. Da dikste heer liep ln
het midden en hield zijn stok omhoog,
om de aandacht te trekken.
„Zeg een«, vriend, heb je ook ergens
een vrachtkar gezien riep hU.
Ondanks de duisternis meende do
sergeant op te merken, dat de andere
heer een beweging had gemaakt, om
den spreker terng te honden en, toen
dit niet hielp, zelf een beetje op z{|
was gegaan.
Op een andoren tyd zon hy hieraan
moer aandacht hebben geschonken,
doch h(j was thans te zeer vervuld
van het gevaar, dat hemzelf bedreigde.
„Een vrachtkar vroeg hy, met
eenige aarzeling in zjjn stem. „Neen,
meneer."
„Zoo," zei de gezette heer en ging
opzjj, om hom voorby te laten. De
den één zou moeten komen.
Daarom begrijpen wij niet, dat men
ter rechterzijde over deze vermeende
„verbinteuiszonder voorafgaande vrijage»
zich zoo buitengewoon ongerust maakt.
Want al leven wij snel, het gaat
toch niet zóó gauw, dat wij ook maar
even veronderstellen mogen, dot rechts
haar politieke huwelijks-komedie nu
reeds vergeten is.
„Wie zich aan Rome koppelt, ver
loochent zijn historie». Wij hebben
zoo'n Hauw vermoeden, dat dr. Kuyper
zich deze woorden nog wel herinneren
zalom hem in dit geval leiding te
geven, behoeven waarlijk geen vreemde
boekjes uit de kast te vallen. „Met
Rome kunnen en zullen en mogen wij
nooit samengaanwie het zou willen
doen, voor hem is het bloed der mar
telaren tevergeefs vergoten». Bij goed
nadenken zal dr. Kuyper moeten er
kennen, dat ook deze woorden hem niet
ganschelijk vreemd voorkomen.
Nu is het een leelijk, doch een zeer
wuilr spreekwoord in het huis van den
gehangene moet men niet over den
strop spreken.
Wij zouden er de antirevolutionairen
niet aan herinnerd hebben, als zij er
ons niet toe hadden gedwongen.
Het huwelijk tusschen Rome en
Dordt is voltrokken de historie ver
loochend het bloed der martelaren
ongedaan gemaakt. Wij constateereu
het feit. In familie-aangelegenheden
treden wij nietzij, die het huwelijks
verbond aangingen, moeten.Run eigen
boontjes maar doppen.
Doch wij ontzeggen denzulken het
recht, over het doen en laten van
andereu een hoogen tocyf aan te slaan.
Als de vrijzinnige concentratie en
sociaai-demceratie efkandcr hij de Pro
vinciale Stembus vinden, dan is dit,
wijl de politieke omstandigheden daar
toe dwingendan is dit een tijdelijk
verhond, wijl men van heide zijden
er van doordrongen is, van twee kwaden
het minste kwaad te moeten kiezen
dan is dit, ten slotte, een verbond van
tijdelijkeu aard, dat niet wordt aange
gaan onder leuzen, welke bewuste leu
gens zijn.
Waarlijk de politieke „christenen»
deden goed, wat meerder de deugd der
bescheidenheid te betrachten.
Het zou hun niet tot schade strekken.
Buitenland.
De afrijd In en bulten Europa.
Er is wat meer licht gekemen ln de
zaak van de torpedeering van de
„Persia".
Wü hebben ze kort geleden uitvoe
rig besproken, moegudeeld dat deze
oorlogsdaad aan een Oostanrgkache
duikboot werd toegeschreven en weer
gegeven hoe krachtig ln pro-entente
bladen een dergelijke, trouwens niet
dan?o bukte en nam do kar nieuws
gierig op, terwUl do andere heer zich
op d6n achtergrond hield.
„Ik won wel eens weten, wat dlo
lui voorhebben," dacht de sergeant.
Toen hy angstig omkeek, sag hfl het
drietal op den weg staan, alsof ze
samen aan 't beraadslagen waren-
De stoutmoedigste held logenstraft
soms den roep, die uitgaat van z5n
dapperheid, en vrees, of een dergelfjko
ongewone aandoening, kan de ziel
binnenslnlpen van hem, die nimmer
znlk een gewaarwording plaats gaf in
zy'n gemoed. Het woord „politie" ont
snapte aan de bevende lippen van don
sergeant en de zweep over zUn paard
leggend, draafde b(j ln vllogende vaart
den weg naar Great Haverhain op.
De lichten van de boot wierpen nog
even hnn scbQnsel op de snel vliedende
kar, hoefgetrappel en wialgeratel
smolten eamea en stierven weg in do
verte en weldra heerBchte weder diepe
stilte rond het drietal, dat aan den
oever der rivier stond.
„Dddr bagryp ik nn niets van 1" zei
de jonge dame.
„Ja zeker, het wis de kar," beweerde
de heer, „maar 't gekote is, dat het
niet de voerman was".
„Dat kan toch haast niet anders,
Gid", vend de bejaarde hoor. „Het
moet dezelfde man zyG."
„Waarom is hy dan weggereden?"
vroeg Gideon.
„ZJn paard ging zeker op hol," zei
te verdedigen, inbrenk op het volken
recht werd gelaakt.
Maar tevens wez;n w'J er op, dat
ieder benJjB, dat een Oostenryksche
dnlkboot aan het vergaan van do
„Perela" schuldig was, ontbrak, daar
door geon der opvarenden een torpe-
doschot nlt een onderzeeër is gecon
stateerd geworden.
Dat heelt oni toon reeds in ons
oordeel voorzichtig gemaakt en temeer
zon oeb een dergelyke aatie van
OostenrljkBche zyda bevreemd heb
ben, daar juist tusschon de Vereenlgde
Staten en Oostenryk, naar aanleiding
van het vergaan van da „Anconr.",
overeenstemming bereikt was, de
Oostenryk-Hongaarache regeering
openljk had bolocfd de daarbj be
trokken duikboot-commandant te zul
len straffen en er voor te zullen zorg
dragen, dat voortaan meer aandacht
aan de veiligheid van passagiers en
bemanning der aan te vallen schapen
zal worden geschonken.
Het tot dusver Ingestelde onderzoek
schijnt ons in het geljjk te znllen
stellen.
Volgens berichten nlt Weenen, maak
te geen enkele duikboot-commandant
van het torpedeeren van een schip als
de „Persia* melding, zoodat kan wor-
don aangenomen, dat het vaartnlg
niet door een onderzeeër tot zinken
is gebracht, maar op een mfjr, is ge-
loapen.
De Oostenryksche marine trett dns
niet nogmaals hst verwyt, dat z{j een
vysndelgk passagiersschip al was
dit, zooals gebleken is, met twee ka
nonnen bewapend in den grond
boorde, zonder aan de weerlooze pas
sagiers gelegenheid te hebben gege
ven, hnn leven aan de reddings'oootsn
toe te vertrouwen.
Dat de onderzeeboot oorlog door de
oentralen slechts noodgedwongen
wordt gevoerd, als esnigste wijze
waarop zy den vjjaud ter zee knuneu
afbreuk doen zonder dat hnn oorloga-
bodems dadeiyk door de sterke Brit
sche vloot prSsgemaakt ct vernietigd
worden, bewijst wel de bereidwillig
heid, waarmede Dnltschland er thans
in toegestemd heeft, leven en bezit
tingen van passagiers in het vervolg
zooveel mogelijk te ontzien.
Graaf Bernstorff, de Dnitsche gezant
ln Amerika, heeft den Amoriksanbchen
minister van fcnttenlandsche zaken,
Lansing, Duitschlands voorstel over
handigd om schadevergoeding te geven
voor de met de „Lnsitania, omgeko
men Amerikanen en daarb(j de ver
zekering gegeven, dat de Dnlische
dnikbooten ln de Mlddellandsche Zee
geen enkel schip met non-combattan
ten zonder waarschuwing znllen aan
vallen.
Dat is een stap in de goede richting
en in allen gevalle Btelt Dnltschland
zich hiermee op een znlver standpunt.
Want zjjn oorlogsdoel moet het
verkleinen van vijandeljk bezit, maar
niet het vernietigen van de levens
van weerlooze passagiers zjn.
Door het eerste ondermynt de staat
de economische kracht van zyn tegen
stander, door hst laatste zaait hy
de sqnire.
„Gekheid, h{J legde de zweep erover
als een razende".
,'tGaat eenvoudig myn verstand te
boven".
„Lnister eens", zei de jonge dame,
,hjj kwam om dien hoek te voor eohBn.
Als w{j nn eens zjjn spoor volgden
Dasr kan wel een hnie zyn, of Iemand
die hem gezien heeft, wie weet?"
„Dat konden we voor do grap wel
eens proboeren," moonde GidooD.
Het aantrekkeiyke van de zaak lag
voornamelijk in de prettige toonado-
rlng tnsschen hem en Jnlla Hazeltico.
Oom Ned, die ln deze genoegens niet
kon deolen, had niet veel verwachting
van het uitstapje, en toen een nienw
verschiet van duisternis zich voor hen
opende, vaag begrensd door een hoog
hek aan den eenen en een sloot aan
den anderen kant, terwijl zich heinde
en ver geen spoor van eenige men-
scheiyke ver bljjfplaats vertoonde, stond
de r quire stil.
„Ik vind, dat we eigeniyk zooken
ln 't wilde," zei hy.
Nn het gedrnlsch van hnn voet
stappen ophield, trof eon ander geluld
hnn oor.
„Wat Is dat?" riep Jnlla uit.
„Ik weet het niet," zei Gideon.
Ds eqatro stak dreigend zijn stok
vooruit. „Gld," beval hy, „Gid
ik
„O, meneer Forsyth I" riep het meisje
uit, ,ga niet vorder; u weet plet wat
slechts verbittering, welke den wereld
stad steeds verder van een oplossing
brengt.
Maar van de andere z{jdn zorge
men er dan ook voor, dat de door
een duikboot aangebonden en gewaar
schuwde schepen geen pogingen ln
het werk stellen te ontvluchten, de
dnlkboot te rammen of met aan boord
opgestelde kanonnen te boichieten.
In dat gcvr.l blytt d» onderzeeSr,
wil deze z{jn bait niet verloren zien
gaan, of gevaar loopen, zelf ln den
grond geboord te worden, slechts de
noodzakelijkheid, het v{j*ndeiyke vaar
tnlg zoo spoedig mogeljk te torpe
deeren.
Gaan daarby levens van weerlooze
passagiers verloren, dan treft de ver
antwoording daarvan siet den aanval
ler, maar do bemanning van het
passagiersschip zelf, dia de opvarenden
noodelcos aan het dreigende gevaar
heeft blootgesteld.
Wil Amerika de dulkbootsn-oorlog
in menscholyker banen lelden, dan
zorge het er das voor, dat geen
passagiersschip een Amerikaansche
haven verlaat voor er een ernstig
onderzoek is Ingesteld of dit schip
al dan niet met kanonnen tegen
onderzeeërs ls bewapend.
Wanneer Amerikanen zich op een
dergeiyk schip of op oen Engelsch
of Franach vaartnlg, dat mnnitle of
of oorlogsmateriaal voor de entente
vervoert, wag6n, dan dragen zy zelf
de risico, onderweg een minder aan
gename ontmoeting met een onder
zeeër te znllen bobben.
Wel is van Dulteche z(jde thans de
verzekering gegeven, dat passagiers-,
vracht- en kolenschepen niet meer
zonder waarschuwing znllen worden
getorpedeerd, en dat, wanneer de nood
zakelijkheid bestaat, paketbooten met
kleine reddingsbooten te vernietigen,
maatregelen genomen zullen worden
ter s erzekrrlsg "ac de veiligheid en
het levon van passagiers en beman-
al,.g, maar de Amerikanen knDnen
ieder risico ontgaan door eenvoudig
niet meer met schepen van oorlog
voerenden maar met passagiersschepen
van non; raio staten te reizen.
Reeds ls in den Amerlkaanschen
senaat nltvoerlg gedebatteerd over
het vraagBtuk of de regeerlng ln deze
kwestie niet meer rechtstreeks tns-
scbenbcide behoort te komen.
Verschillende senatoren drongen er
op aan, geen paseen meer te verstrek
ken aan Amerikanen, die op schepen
der oorlogvoerende landen willen
reizen en vroegen tevens maatregelen
te nemen om het passagiersverkeer
op schepen, die oorlogsammunltie ver
voeren te beperken en le waarschuwen
tegen het reizen op met kanonnen
bewapende och epen.
Wat hiervan de gevolgen znllen
zijn, dient afgewacht te worden.
In allen gevalle geven de Doltsche
verzekeringen den lndrnk, dat de
dnlkboot-oorlog in een nieuwe phase
is gekomen, waarin, naast het doel
den vfjand afbreuk te doen, meer dan
tot nn toe op de belangen van hen
gelet zal worden, die zich zonder eenig
het zyn kanmisschim is 't wel ge
vaarlijk
„Dat kan mO niet schelen," zei
Gideon, teiwjl hg haar losliet; „al
was 't de duivel ln eigen persoon, ik
moet wetsn, wat dat ls."
„Gtdeon, wees niet onvoorzichtig,"
waarschuwde zyn oom.
De jonge man ging op het gelold
af, dat Inderdaad onheilspellend mocht
genoemd wordon. Wat doordringend-
held betrof, kon hot evenzeer wed-
yveron met het geloei van een koe,
als met het toeten van oen misthoorn
en het gegons van muskietenmaar
da vreemde ongeregeldheid, waarmee
het werd nitgaatooten, gaf er Iets nog
gednehters aan. Een donkere massa,
die vaag aan een menscheljjke gestalte
herinnerde, was aan den rand der
sloot te onderscheiden.
„Een man," zei Gideon, „niets an
ders dan een man, die in slaap is
gevallen en snorkt. Er schQnt hem
wat overkomen te zyn. Tenminste,
hil wordt niet wakker."
H|j haalde lucifers voor den dag,
streek er een af en zag het vlasharige
hoofd van Harker.
„Dit is mjn voerman," zei hy, „en
nog wel stomdronken 1 Nn begrjjp ik
er alles van." En hy deelde den beiden
andereu, die zich thans by hem had
den gevoegd, zijn opvatting van de
zaak mede, die tameiyk wel met do
waarheid overeenkwam.
Wordt vervolgd.)