N°. 3 1916
Donderdag 6 Januari
103de jaargang.
Bij èit no. behoort een
Bijvoegsel»
32 FEUILLETON
Oe verwisselde Kist.
O* uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en "Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
?rj« por kwartaal. In Goes 0(76, buiten Goes, franco f i.ïE,
Afzonderlijke nommare 9 sent
jieondinff van edvartentlëa op Maandag;, Woensdag
en VRIJDAG! vóós 13 uren.
Üe pr{js der gewone advertantiën is '/an 1-5 regels 50 ct,, elke regel meer 10 et.
13$ directe opgaaf van driemaal paatsing derselfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en da daarop betrekking hebband*
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k bsreksnd.
Baw|«nsmmar« 8 *u».
Teleloon.nnij.mor SS. Bireutssr G. w. vak Babhïvels. Uitgave vttm de Kasistl. yeaaootosisrb gÖ9&seko Contrast". Hoofdredacteur w. j. c. vak Sakshp,
Uit de Pers,
Juffrouw It fiddle.
Onder dezen titel sclirijft liet Tail,
o. ui.
Wie zijn Pickwick nog kenl, her
innert zich Juffrouw Raddie, die vin
nige hospita van den vroolijken stu
dent. in de medicijnen, llob Saywer, die
altijd bedenkelijk achterstallig was met
de huur.
Dickens verhaalt ons, hoe deze dame
als haar de gal wat erg overliep over
omstandigheden in eigen huishouden,
opluchting vond in het scheppen van
een ongf makkelijk standje aan haar
commensaal, en dat zij dan maar ééne
vrees had, te weten deze, dat haar
huurder door het aanzuiveren van zijne
schuld hare rederijkheid in de. geboorte
zou smoren.
Wij hopen nooit in eerbied te kort te
schieten voor bet Hooge Staatscollege,
dat Twee.de Kamer heet, maar het moet
ons toch van het hart, dat wij heel veel
aan die Juffrouw Raddie hebben ge
dacht, toen tussehen Kerstmis en Nieuw
jaar de oorlogsbegrooting in de volks
vertegenwoordiging werd behandeld.
Van de critici van deu Minister van
Oorlog kan toch met volle recht ge
zegd worden, dat, hoe scherp hun aan
val ook was, zij allen deze vrees
koesterden, dat de Minister in die
eritiek aanleiding zou kunnen vinden
om heen te gaan.
Wij hebben natuurlijk het oog op
hen, van wie het vaststaat, dat enkel
het. beleid,van den Minister van Oor
log bij hen in hel geding was,
en dat ze. niet uitgingen om waarde
volle politieke visch te vangen in de
gezwollen wateren. Zoo schakelen wij
dus bijv. den heer Duymaer van Twist
uit, die bij een Oorlogsminister van
Links zich pleegt schadeloos te stel
len voor de geslotenheid des monds,
die hem is opgelegd, als eigen man
achter de groene tafel zit. Om hem
echter volle recht te laten wedervaren,
wordt dezerzijds gaarne verklaard, dat
hij de Kamer zeker eenige zeer aan
gename oogenblikken heeft verschaft
met de opvoering van zijn één-acter
„liet is schande". Vooral de uiting
aan liet adres van den Minister„1
weet van niks», mag op de verdienste
aanspraak maken, dat ze even glans
rijk over de eischen der courtoisie als
over de regelen der Nederlandsche
taal zegevierde. Kn de gebaren waien
goed, en herinnerden ons aan een rol
van Judels, waariu hij weinig anders
te doen had, dan over liet tooneol
te hollen en uit te roepen: 'tls al
verraad, van vroeg tot laat!
Maar, wij keeren tot de eritiek op
het beleid van den Minister van Oorlog
terug, en dan zal hel wel moeilijk
voor tegenspraak vatbaar zijn, dat die
soms in zoo scherpen vorm werd ge
uit, dat daarop niet klopt, dat zijn
begrooting zonder hoofdelijke stemming
werd aangenomen, zij het dan ook
met twee verklaringen. Die van de
sociaal-democraten, dat ze geacht wil
den worden tegen gestemd te heb
ben die van den heer De Savornin
Lobman, dat het stemmen van spreker
en de zijnen vóór de begrooting geen
votum was over het beleid van den
lieer Bosboom.
De eerste verklaring kan men met
gelatenheid aanhooreu, waar het dui
delijk is, dat de S.D.A P. er niet aan
denken zou door haar votum mee te
werken aan het verwe" pen van eenige
begroeting van een minister uit het
kabinet, dat Algemeen Kiesrecht zal
geven; de tweede bracht even in
verwarring door hare nevelachtigheid
maar het. is achteraf gebleken, dat uiet
„de zijnen" niet waren bedoeld de
lcde.ii der Rechterzijde, maar de chris-
telijk-h istorischen
Buitenland.
Do strijd In en buiten Europa.
Dit ts het verschrikkelijke van den
oorlog, dat zoovele on schuldigen een
overwinning voor hun vaderland met
de vernietiging van hnn bezittingen,
of met den dood moeten koe-pen
Trouwens, wie is er schuldig in
dezen wereldstrjd en wie onschuldig
Do mlllioenen soldaten, die zich
thans hebben ingegraven en met het
geweer aan don schouder lederen
vijand, dis zich tn da tegenoverge
legen stolling bloot geeft, onmiddellijk
den doodenden kogel toezenden, zij
allen zijn toch elgecljk onschaldig
aan het vreeselijke vernietigingswerk,
dat nu raeds zeventien maanden do
vruchtbaarste landstreken van Earopa
ontvolkt en verwoest.
Z(j z®n slechts de slachtoffsrs dor
omstandigheden, nit sen rnstigen werk
kring weggerukt, door da wetten des
lande gedwongen, naar de wapenen
te grQpan, of idealisten, die zich vol
geestdrift vrijwillig aanmeldden om
het bedreigde vaderland van vreaaida
Indringors te bevrijden.
Aan hot uitbreken van den oorlog
hebben zij psrt noch deel, maar z®
doen hnn plicht, zooals dat van alle
weerbare mannen verwacht wordt en
hopen slechts op een spoedige over
winning cui des te eerder hun moor
denden arbeid weer door oen vreed
zaam handwerk te kannen vervangen.
Zij vorrsan in ieder land het ge
organiseerde, gedisciplineerde en
geosfeade volksdeel, dat door lestijd
on pbysteke geschiktheid vanzelfspre
kend aangewezen is om het recht
van den sterkste voor eigen vaderland
op te eisoheti.
De burgerlijke bevolking behoort
zich daarnaast van iedere inmenging
in den strjd te onthouden.
Doot zij dat niet, maar gaat zij in
vele gevallen zooats in België
schuld en hot treffen cener overeen
komst heeft toegestemd.
In haar antwoord-nota toch zegt de
Oostenrijksche regeering, dat zij de
opvatting deelt, dat vfjandeljke par
ticuliere schepen, voor zoover z® niet
vluchten of tegenstand bieden, niet
vernietigd mogen worden vóór do
mrnschsn, die sioh san boord bevin
den, in veiligheid gebracht zijn.
Do regeering deelt vervolgenB de
nttkomat van het onderzoek inzake da
„Ancona'-kwestie mede en betoogt
daarin, dat da tominandaut van de
Oostanr Jksohe duikboot het vluchtende
schip eerBt torpedeerde, nadat asn allo
opvarenden voldoende tijd was ge
geven om het schip te verlaten Daar
de kapitein van de dntkboot bedacht
moast z®n op de aanvallen van een
ander stoomschip, dat h® voor sen
vïjandeltjken krniser hield, dook bij
een uur nadat do „Ancona" in hot
z'cnt gakomsn was, na het schip eerst
te hebben getorpedeerd.
Da regeertng voegt hieraan toe, dat
het verlies aan monschenlevens in do
eerste plaats is te w\jten aan de manier
waarop de eerste booten in volle vaart
werdon uitgeworpen en aan het feit,
dat de bemanning alleen op eigen
veiligheid bedacht was.
Ton slotte wil de regeertng toege
ven, dat de commandant verzuimd
heeft, voldoende acht te geven op de
paniek, die er onder da passagiers
was ontstaan en die het strijken der
booten bemoeilijkte, waardoor den
vijanden voldoende hulp is onthouden.
Da verantwoordelijke officier wordt
dus gestrs.fl en de regeertng wil icha
delooestelllng toekennen aan de ge
redde slachtoffers en deze schadeloos-
«telling, om de AmerikaanBChe regee-
ringitagemoettekomon, ook uitstrekken
tot dte gevallen, waarin de directe
oorzaak niet kon worden vastgesteld.
Da Oostenrijksch Hongaarsche re-
gearing beschouwt hiermee da Anco
na'.zaak in het reine gebracht.
Jntst op het oogsnblik, dat das door
deze royale verzekering vau Oosten-
i-Jksche zijde een dreigend conflict
nit dea weg geruimd was, wordt
opnieuw esn paseaghrschip door een
vijandelijke duikboot getorpedeerd.
W® meldden reeds, dat de .Persia*
een schip van de P. and O. Compagny
op veertig mijlen tan Z. van Kreta
zonder waarsctinwtng getorpedeerd
en gezonken is, waarbij van de 550
sleh aan boord bevindenden Blechts
160 personen gered z\jn.
Het scbip zonk in vijf minuten en
onder da verdronkenen waren veie
i rouwen en kinderen, terwijl beves
tigd wordt, dat ook da Amertkaansche
consul Je Aden onder de slachtoffers
behoort.
Het is haast niet aan te nemen, dat
een Oostenrijksche duikboot, mat
miskenning van alle volkeniechteljke
hepallagen, op oen dorgeljjka mannier
ic opgetreden nadat juist de Oosten
rijk Hongaarsche regeering inzake de
„Ancona'-kwostic het bovenomschre
ven® standpunt had ingenomen.
Da mogeljkheid blijft dus bestaan,
dat hier öf een Oostenrijksche duik
boot geageerd hoeft wier commandant
met de nieuwe zienswijze zfiner ra-
geering nog onbekend was, dan wel,
dat hot schip door een Dultsehe duik
boot is aangevallen of op een mjn
fs gestooten.
Een door don Amerlkaansehen con
sul te Alexsndrië in te stellen oncter-
sosk zal dit nader moeten uitmaken.
Niemand heeft een onderzeeër ge
zien en voor eenig oordeel geveld kan
worden, dient dus met zekerheid vast
gesteld to worden, wat de oorzaak van
de vernietiging vsn het schip ls ge
weest, waarbij tevens in het oog ge
houden moet worden of dit is gevlucht
dan wel met kanonnen bewapend ls
geweest.
Bijkt hior werkelijk een Oosten-
rjfesohe duikboot in actie te ztjn ge
weest, dan zullen nicuwo en ernstige
verwikkelingen tnsscaen de Vereenlg-
do Stilten cn Oostenrijk-Hongarije
zeker niet uitblijven.
Berichten nlt Washington deelen
mode, dat de onderhandelingen inzake
de „Lusitania" en de „Ancona" plot
seling door het gebeurde met de
„Pereia* z®n opgehouden.
Dat de antl-Duttsche bladen het ge
beurde in do scherpste bewoordingen
hekelen, behoeft geen betoog.
Do Amerifcsaneohe minister van
bultenlendsche zaken Lansing heeft
de O -H. regeertng Inlichtingen ver
zocht over de nationaliteit van de
duikboot, die do .Persia* in den grond
geboord heeft en uit Virginia wordt
gemeld, dat president Wilson, in ver
band met de nieuwe wonding In den
Internationalen toestand zijn huwe
lijksreis zal afbreken en naar Was
hington zal terngkeoren.
Zoodra de president terug ls, zal hij
gelijkluidende nota's aan Duitschland,
Oostenrijk-Hongarije, Turkje en Bul
garije teokenen, waarin gevraagd
wordt, of deze r jken al of niet Instem
men met de door Oostenrijk Hongarije
gegoveo verzekeringen ter waarbor
ging van het leven van Amerikanen
op zee.
EerBt wanneer hot Id te stellen on
derzoek het voorgevallene la het jniste
licht heelt gesteld, zal een onpartijdig
oordeel over deze ongetwijfeld betreu
renswaardige oorlogsdaad kunnen
worden gegeven.
De stand van het krijgsbedrijf blijkt
voldoende uit onderstaande telegram
men.
Londen. Behalve da vijandelijke
consuls zjjn nog 350 personen, w.o.
de Noorsche consul te Salonlkl in
hechtenlB genomen.
Athene, De Grlsksche regeering
heeft opnieuw een protest tot de en
tente gericht tegen de gevangenne
ming van Grieksebe onderdanen op
verdenking van verspledlug.
Salonlkl. De koning van Servle
is hier aangekoman.
Woenen. Aan het Bessarablsche
front is den geheelen dag verwoed
gevochten. Een vijandelijke poging
tot doorbraak in don stc'.or van To-
poroetz, is mislukt.
Petrograd. Ten N.O. van Czer-
nowitz duurt hot hevige gevecht voort.
W® maken onophoudelijk voortgang.
Roman, naar het Engelsch
van ROBERT LOUIS STEVENSON.
,Ik begrijp wel", zei hij, .dat mijn
gedrag, oppervlakkig beschouwd, niet
andere dan vreemd kan genoemd
worden.'
.Als u niet krankzinnig ls, dan
stelt n zich heel onbehoorlijk san*,
zei het meisje met een hooge kleur,
,on u bewijst wel, dat het u niet in
't minst kan schoeien, hoe Ik over u
denk.'
„Dat is juist het ergste van alles 1
Dat weet Ik wel, dat geef ik toe 1'
riep Gideon uit, met een vertoon van
onwrikbare en mannelijke oprechtheid.
,Uw gedrag la werkelijk onverant
woordelijk," zei Julia mat nadruk.
,Ik begrijp heel goed, dat het mg
In uw oog moei benadeelen", ant
woordde Gideon. .Maar, lieve juffrouw
Hazeltina, geef mij toch gelegenheid,
mg te verdedigen. Hoe vreemd en
onverklaarbaar mijn gedrag u ook
moge voorkomen, het is toch voor
uitlegging vatbaar en ik kan noch
wil er In bernstee, de achting te ver
liezen van iemand, die ik bewonder...
Ik weet wel, dat het oogenblik onge
lukkig gekozen is, maar ik herhaal
toch die uitdrukking iemand, die
ik van ganseher harte bewonder."
Juli» Has.'ltioe's gezicht helderde
wat op. .Na goed," zei ze, .komt u
dan hiervandaan, want het is hior
verschrikkelijk koud, en laten we op
het dek gaan zitten." Gideon volgde
haar, nog steeds mistroostig. .Ziezoo",
zei ze, terwgi ze op haar gemak, tegen
de kajuit geleund, ging zitten, begin
maar. Ik zal luisteren....*
Maar toen ze hem zoo voor zich
zag staan, bigkbaar zeer ongeneigd
de taak te vervallen, die hem was
opgelegd, kon ze opeens haar lachlust
niet meer bedwingen. Julia's lach
moest een minnaar In verrukking
bresgen haar welluidende, ongekun
stelde vrooigkheid deed denken aan
het llefeigk gezang der merels ln hst
geboomte langs ds rivier en werd
door de echo's van den anderen oever
teruggekaatst, alsof het een dor klan
ken was, die behoorden bi) de vrije
natuur en de open lncht. Slechte één
was er, by wlon die laeh geen weer
klank vond. En dat was haar onge
lukkige aanbidder.
.Juffrouw Hazcltlne," zei hij en zijn
stem beefde van ergernis, „ik meen
hst werkeigk gotd met n en ik zeg
het niet cm n te kwotseD, maar dit
kan ik niet anders dan lichtzinnigheid
noemen."
Jnlla zag h m mot groote oogen aan.
,Ik kan dat woord niet "tarugne-
tot een meer of minder goorganieeerde
actie tegenover vijandelijke troepen
over, dan kan een invallende vijand
een daadwerkelijk optreden tegenover
de burger® ln het licht der noodza
kelijkheid Btsllen en znllon vele on-
scbuldlgen ln de hitte van den strfd
ongetwijfeld mede als slachtoffers
vallen.
Rust dus op de "cu-gerlijko bevol
king over het algemeen de plicht,
zich huiten den oigeuigkon strijd te
honden, aan da anders zijde heeft
iedere legermacht de verplichting,
leven en goederen van rustige burgers
van een vijandeigksu staat zooveel
mogelijk to ontzien.
Maar do oorlog is een meten van
krachten, waarbij het recht van den
Bterkatc het hoogste recht ls. Eo om
de sterkste te bigven wordt menig
maal met miskenning van alle in
vredestijd ontworpen volkenrechter-
IJke bepalingen het vernietigen
van 's.vijands weerkracht zoo opge
vat, dat het geoorlootd ls, dien vijand
op iedere wijze en in alle omstandig
heden te treffen, zg het het dan ook,
dat weetlooze onschnldlgen daarvan
meermalen do slachtoffers worden.
Da .Lusltanla" werd getor edeerd
en hoewel men van Dniteche zijde den
dood van tallcoze non combattanten
zeide te betreuren, werd het- gebeur
de als een noodzakeijko oorlogedaad
voorgesteld, daar de slachtoffers
slechts gediend hadden om door hun
tegenwoordigheid een veilige over
tocht van een grooten voorraad oor
logsmateriaal en munitie voor da ge
allieerden te verzekeren.
Dat desondanks de Amerikaansebere-
geering tegenover da vernietiging van
de levens der aan boord aanwezige
Amerikanen met kracht op schade
loosstelling en eon veranderde atr®d-
wljze aandrong, laat zloh begrijpen.
eu ziet, juist toen da onderbande
lingen tuaichen de 'fereenigde Staten
«n Duitschland tot oen vergeljk had
den geleld, deed bet torpedoeren van
de .Arabic' opnieuw een onaange
name verhouding tussc'aen belde
mogendheden ontstaan.
Om de aandacht van Duitschland af
te leiden en toch de den vjend afbreuk
doende duikboot aotle te kunnen voort
zetten, begon Oostenrgk tot torps-
deering van vijandelijke passagiers
schepen over te gaan.
Hoewel niet vastgesteld was, dat
het schip eenlg oorlogsmateriaal of
munitie voor den vgand vervoerde,
werd het Itallaansche passagiersschip
„Ancona" door een Oostenrljkscho
duikboot getorpedeerd en waar natuur-
Ijs op protesten van vijandelijke Btaten
geen acht werd geBlagen, was het
weer Amerika, dat ton sterkste een
dergelijke militaire actie als esn schen
ding van het volkerenrecht becriti-
seerde en op krachtige wijze op er
kenning van aehnld on hot nitkeoren
var, schadeloosstalling aandrong.
Zoo dreigend was da toon der Atue-
rikaansche nota's, zoo nabij scheen
een afbreken dor diplomatieke onder
handelingen, dat het zeer waarschgn-
lljk is, dat Oostenrgk op Dnitschlands
aandringen juist dezer dagen na veel
tegenspartalen in het erkennen van
men," ging hU voort. ,Het hinderde
mg al, dat u zoo familiaar met dien
schipper omsprong.En wat uw houding
tegenover „Jlmson" betreft...."
„Maar als 'i nu tceh b!®kt, dat u
zelf „Jimiom" ia bracht Julia in het
midden.
,Dat onken ik niet," riep Gideon
uit, „maar dat kon u toch niet weten I
Wat kon Jimson n schelen Wat ging
hij u aan Het heeft mij diep gegriefd,
juffrouw Hazeltine."
„Hoor eens, nu wordt het al te gek,"
zei Juli* heel beslist. „U hebt u be
spottelijk aangesteld u beweert, dat
u uw bedrag kunt rechtvaardigen, en
in plaats van dat te dosn, beschuldigt
u mg."
.Dat is ook zoo," steunde Gideon.
,Ik ik zal n nu alles vertillen. Als
u alle omstandigheden weet, zult u
mg vergeven."
Hy ging naast haar op het dek zit
ten en stortte zgn geheelo hart voor
haar nit.
„O, meneer Forsyth 1" riep ze uit,
toon hij zijn verhaal geëindigd had,
,wat spgt me dat voor ul Ik wou, dat
Ik n niet had uitgelachen, maar,heuach,
u was zoo grappig. Ik heb er oprecht
berouw van en ik zou 't niet hebbon
gedaan,als ik alles maar geweten had."
Z® gaf hem de hand.
Gldecn hield haar handje vast. „Dus
u denkt hierom niet slechter over mg
vroeg h5 teeder.
.Omdat dat ongeluk over u ls ge
komen? Welneen, arme stakker," zei
Julia en om haar oprecht medeiydeu
te toonea, stak zjj hem ook hsar an
dere handje toe. ,U kunt mg vertrou
wen," voegde zy er bg
.Werkelijk?" vroeg Gideon.
„Wezenigk waar," antwoordde zy.
,Dsn houd Ik n aan uw woord,
riep Forsyth nlt. ,Ik weet wel, dat
het oogenblik niet gunstig is, maar lk
heb ook geen vrienden... byna."
„Ik ook niet," antwoordde Julia.
.Maar zoudt u nu rnjju handen maar
niet loslaten
,La cl darem la mano," zei de ad
voeaat. ,Nog een oogen blikje. Ik hob
zoo weinig vrienden," herhaalde hy.
,Ik heb altgd gehoord, dat het zoo'n
slecht tceken was, als een jong mensch
geen vrienden had," msende Julia.
„O, maar ik heb kennisien genoeg,"
weerlegde Gideon. ,Dat bedeelde Ik
niet. Ik begrijp wel, dat dit niet het
geschikte oogeabllk is, maar o, Julia,
als je jezelf eons kon zien....*
.Meneer Forsyth
„Oeb, noem mü toch zoo niet,"
vleide hg. .Zeg toeh Gideon!"
„Neen, dit doe ik niet," zcide Julia.
,We kennen elkaar nog maar zoo
korf."
„Volstrektnlet," antwoordde Gideon.
.In Bournemouth hebben we elkaar
voor het eorst ontmoet en dat is al
eeuwen gekden. Ik heb je nooit kun
nen vergoten. Toe, zeg, dat je mg ook
niet verreten kon. Zog dat nu maar
en noem mg Gideon."
„Is dat wol gepast tegenover mijn-
hser Jimson?' vroeg Julia schalksch.
.Och, ik weet wel, dat ik mg be-
lacheiyk eb aangesteld," zei Gideon,
„maar 't kan my nu niets meer schelen.
Lach mii nu maar uil, zooveel je wilt 1"
En toen Julia glimlachte, begon hg
te zingen „Thora 'a the land of Cher
ry Isle," terwijl hy haar verliefde
blikken toewierp.
,'t Lijkt wel een opera," zei Julia
verlegen.
„Hos kan 't anders? Bon ik Jimson
niet? 't Zou vreemd zy'n,.als ik mjjn
liefde ni6t in tonon uitte. Ja, Julia,
ik meen hot ernstig en ik ben vast
voornemens, je tot de mijne te maken.
Ik zit over de ooren In de zorgen lk
bezit geen cent en ik heb een gek
figuur geslagen, maar toeh wordt je
m8n vrouw, Julia. Durf je mg aankij
ken en en zeggen, dat het niet waar
ls?"
Zij zag hem aan en wat het ook was,
dat haar oogen hem zelden, hfl scheen
behagen te scheppen in wat h® daar
las, waDt h® wendde da zyno niet af.
„En oom Ned zal wel bjspringen,
om ons over de eerste moeilijkheden
heen to helpen," zei hg eindelyk.
„Wel zeker, dat is gemakkelijk ge
zegd," klond een vrooigke stem vlak
naast hen. (Wordt vervolgd,)