N°. 118 1915
Donderdag 7 October
102de jaargang.
47 FEUILLETON
Het Geheim van de Hoeve.
TelefoonnumMer 28. Directeur G. W. va» Baknïvsld. Uitgave vas de Naaml. VeMootassap .Getsthe Gourtust". Hoofdredatteur W. J. C- vak Sakti»
Ob uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrydagavocd
aitgesonrierd op feestdagen.
Prfli por kwartaal, In Goe» f 0,T89 bulten Gooi, fraoeo f sB»S.
Afionderlijke nummer* 5 coot,
"evading vaii «dveitentlën op Masnd&g, Woenad&g
en VRIJDAG vóór 12 urw
De prfls der gewone advertontiën i« van 1-5 regels 50'ct., elke regel meer 10 cl»
3g directe opgaaf van driemaal paatsing doraelfde advertentie wordt
de prtfi nlochts tweemaal berekend,
Geboorte-, huwelflk- en doodsbericbten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van X—10 regels h f 1,— berekend
ftewftsnomxaerg .5 eeoti
Van zjn leant bezien.
Dr. Kuyper vertelt in De Standaard
aan zijn maunen-broeders, dat er geen
grooter kwaad kan worden uitgevonden,
dan de oorlogs-leening 1914 door een
heffing-in eens uit de wereld te heipen.
De antirevolutionairen, en speciaal de
kleine luydeu onder hen, worden der
halve gemobiliseerd, en het nieuwe
leger, dat slag zal moeten leveren aan
de stembus van 1917, heeft een vaandel
gekregen, waarop dr. Kuyper eigenhan
dig de leuze heeft aangebracht„Geen
heffing-in-eens; wel afbetaling gedurende
een termijn van vijftien jaar. Anders
zou de sociale wetgeving haar beslag
eens kannen krijgen".
Ja, de man der kleine luydeu bespeelt
opnieuw het klavier der volks-conscientie.
En hoe
Men luistere, hoe hij de heffing-in-eens
radicaal poogt om hals te brengen
„Het doet zoo vreemd aan, dat men
hier te lande persisteert bij een plan,
dat nergens elders ingang vond. Indien
heffing sterke aanbeveling verdiende,
zou men meenen, dat tenminste Enge
land 't eerst tot dit redmiddel (cursi
veering van ons; Red.) zou zijn
overgegaan. Toch is men in Engeland
hiertoe niet overgegaan Ook in Enge
land beft uien nietmen leent. En
zoo doen alle mogendheden. Waarom
moet Nederlaud dan hierop een uit
zondering maken
Onmiddellijk beseft men, dat het hier
mede de bedoeling is, Engeland even
op anti-revolutionaire wijze een hak te
zetten Het rijk, dat in den strijd voor
vrijhandel den eere-palm verdiend heeft
dat op het gebied van sociale wetgeving
men denke in dit verband slechts
aan de Staatspeusionneering alle
andere moderne staten (een uitzondering
moge worden gemaakt voor Denemar
ken) ver achter zich heeft gelaten, kan
nu eenmaal geen genade vinden in de
oogen van dr. Kuyper. Vandaar natuur
lijk de uitdrukking, dat, indien heffing
sterke aanbeveling verdiende, men zou
meenen, dat „teuminste Engeland" het
eerst tof „dit redmiddel" overgegaan
zou zijn.
Wij hebben het reeds meer gezegd
dr. Kuyper weet, voor wie hij schrijft.
Immers het is een enormiteit, om
bij deze kwestie aflossing van een
Nederlandsche leening, gedurende vijf
tien jaar, of heffing-in-eens, Engeland
te betrekken. Deze kwestie raakt toch
alleen Nederlaud, dat buiten den oorlog
is. Engeland, in den wereld-krijg be
trokken, heeft per dag meer uitgaven
dan Nederland per week, of in veertien
dagen. Het leent niet, om zijn neutra
liteit te handhaven het leent, om een
strijd le kannen doorzetten, welken het
een rechtvaardigen strijd acht.
Zoo denken de andere oorlog-voerende
mogendheden er precies eender over. En
ten onzent zou niet geleend behoeven te
zijn - het gaat hier toch maar om een be
trekkelijk gering bedrag als ineens
men de heffing had aangedurfd.
Er zijn evenwel meerdere onjuistheden
in het betoog van dr. Kuyper.
Het schijnt, dat deze Staatsman-in
ruste niet met het feit op de hoogte
is, dat Eugeland een belasting op oor-
logs-winsten heft tot vijftig procent.
Opnieuw gaat hier het liberale Engeland
hand aan hand met het democratische
Denemarken. Dr. Kuyper verzwijgt zulks
althans nauwgezet aan zijn getrouwe
Standaard-lzzzTs. En ook heeft tot. nu
toe de leider der anti-revolutionaire
partij steeds een slinger om den arm
gehouden, als hij geroepen werd zich
uit te spreken over de kwestie, of het
niet hoog tijd werd, dat ook in ons
land van de buitensporig-hooge oorlogs
winsten een deel in de schatkist zou
vloeien. Welke reden kan de hoofd
redacteur van De Standaard daarvoor
hebben
Nu laten wij het daar, dat dr. Kuyper
fulmineert tegen een heffing-in-eens,
om dezen gebruikelijken, maar niet
volkomen jukten term te bezigen. Wij
hebben nooit verwacht, dat alle Neder
landsche publicisten daarmede accoord
zouden gaan. Maar wel mogen wij
eischen en wij zullen zulks blijven
eischen dat een bestrijding plaats
heeft op deugdelijke gronden.
Daarom ook protesteeren wij er tegen,
dat,„ÈtTinstar" van den grooten voorgan
ger, de anti-revolutionaire pers de hef
fing-in-eens in verband brengt met kapi
taal-vernietiging. Dit is in onze oogen
een absurditeit. Immers zoo er. kapitaal
vernietigd word, geschiedde het door den
oorlog. De heer Marchant, in een rede
voering te 's Gravenbage, zei het zoo
terechtde door een heffing-in-eens op
gebrachte som keert weer in dezelfde
maatschappij terug door de aflossing der
leeniug-aaudeelen.
Toch blijft dr. Kuyper fulmineeren,
zonder grond Wij wagen het, zulks le
betwijfelen. Want al slaagt de hoofd
redacteur van De Standaard er niet in,
steek-houdende argumenten tegen een
hefffug-in-eens in het midden te brengen,
de ondergrond van zijn verzet kan
dieper worden gezocht. En deze moetwel
noodwending gevonden worden in ziju
afkeer van een sociale wetgeving, welke
dien naam dragen mag met eere een
sociale wetgeving, zooals ze tot ons komt
uit Engeland en Denemarken.
Een aflossing gedurende vijftien jaar
van de oorlogs-leening 1914 is een sla-in
den-weg voor eikendeugdelijken socialen
arbeid. Vermoedelijk heeft daarom dr.
Kuyper aan de langdurige aflossing zijn
liefde verpand. Maar zou het dan geeu
aanbeveling verdienen, dat deze „leider
der kleine luydeu" eerlijk voor zijn zaak
Ashbey wist den geheimzlnnlgen
antomoblllst te naderen en vroeg hem
een on ander.
.Volg ons 1" zei hy. .Zeg aan El
len, dat zij met n mee gaatl'
Ashbey deed het, doch zij scheen
er voor terug te schrikken. Toch
volgden zij de gevangenen en weldra
scheidde de reusachtige paleispoort
hen van do menigte. Zfl kwamen ln
een groot vertrek, waar Schiller, die
zich weer verzetten wilde, snel ge
kalmeerd werd door csn paar stalen
handboeien.
De blonde heer had hst te druk
met drie detectives, die mee geholpen
schenen te hebben, en zoodoende
moesten Ellen en Ashbsy er zich toe
bepalen, de ergernis van Schiller en
diens kornuiten gade te slaan.
Hfl koek naar Harriot. Haar lief
gezicht was doodsbleek. Ashbey vroeg
zich af, wat Hope wel zou gedacht
hebban, als hy haar zóó eens had
kunnen zien.
Da gevangonen bleven nog wel tlsn
minuten lang hun verontwaardiging
uiten over hun onrechtmatige gevan-
geoneming, Schiller zelfs lu vloeiend
Itallaansch, maar hot hielp niets.
Daarna werden zy naar een vertrek
aan het einde van een lange gang
gobracht, waar zij een breedgeschou
derd, kaalhoofdig politieambtenaar
aantroffen, die achter een tafel zat,
met verscheidene detectives om hem
heen.
Toen de gevangenen vóór da tafel
geschaard waren, stond de commissa
ris Ashbry hoorde later, dat hfl
een der beroemdste speurders van
Europa was en uit Florence was ge
komen ooi de gevangenen te verhoo-
ren opeens met een kaimen glim
lach op, richtte zfln grflse oogen
op Schiller en ,zel in het Itallaansch
.Zoo, zoo, mflu waarde heer, u bent
dus Schiller, geboren te Hamburg,
lantstelflk verbluf houdend in Enge
land U hebt in den laatsten ttjd
gewoond to Caterham ln de provincie
Surrey en bent nu naar Italië geko
men voor een klein plezierreisje,
nietwaar? Om de merkwaardigheden
te zien, natuurlijk. U ontkent uw
Indentltelt niet, want deze meneer,"
en hl] wees naar den blonden man,
,ls toevallig een kennis van u.'
„Waarom,* gromde Schiller, .heeft
u mij aangehouden Ik heb geen
enkel misdrijf begaan.*
.NatuurUJk nlstl* antwoordde de
ambtenaar m et uitgezochte beleefdheid
Toen wendde h{] zich tot den man
naast Schiller, keek eons op can vol
papier voor hom en zei,En u Is
Schwarse, eveneens Dnitsch onderdaan
en ook tfldelflk ln Engeland ver
toevend
De jonge man zag, dat hg herkend
was en deed geen poging, om tegen
uitkomt en er mee ophoudt, zij-paden te
bewandelen
Buitenland-
Da strijd In en buiten Europa.
Jan, Plet ea Dirk sproken af, den
sterksten jongen uit de klas, dien zjj
geen van alleu kunnen uitstaan, ge
zamenlijk af te ranselen.
Ieder voor zich zQn zD niet tegen
hem opgewassen, maar, gelijktijdig
aanvallende, hebhon zf alle hoop, hem
eindelijk eans eer. welverdiend pak
Blaag te kunnen bezorgen.
De klasse-ksmpfoen, door alle drie
uitgenoodigd op een boksparty,begeeft
zich op het afgesproken uur naar de
kampplaats en vimit dsar zijn tegen
standers tegenover zich, die onmid
dellijk aanstalten maken om hom van
verschillende zijden te bespringen.
Jan, Plet en Dirk zijn vol vuur. Zy
hebben hun jassen uitgetrokken en
gaan den sterken vyand vol ambitie
te lijf. Hun vuisten bewerken hem
waar zfl hem maar kannen raken,
maar ook de klasse-kampioen laat zich
niet onbetuigd.
Met zfln stevige knuisten deelt h{j
zulke rake slagen op de hoofden van
zfln drie tegenstandore alt, dat de toe
schouwers, die zich iu oen kringetje
rond de vechtende groep verzameld
hebben, werkolflk opgewonden en
nieuwsgierig beginnen te worden wie
er ten slotte nog het loodje zal moe
ten leggen.
Als weldra blijkt, dat de partyen
vrywel tegen elkaar opgewassen zijn
en er in allen gevalle van een voor
beeldige afranseling van den sterken
klasse-genoot geon sprake meer is,
komen Jan en Plet op zeker oogen-
bük tot de ontdekking dat de hard
ste klappen byu» uitsluitend op hnn
hoofden alleen biyvwa neerkomen en
dat hun derde strydmskker, die zich
biyft nltputten in scheldwoorden en
aanmoedigingen om toch iu geen geval
de zaak gewonnen te geven, lctus-
schou iflu jas aangetrokken hesft en
tr zich voor zyrt deel toe bepaalt,
den vyand zoo nu en dan eens een
stomp tusschon de ribbon te geven
op een oogen blik, dat deze de handen
te vol heeft om goed te kunnen op-
letton, wat er eigeniyk achter zijn rug
gebeurt.
,Zle je', verklaart Dirk, „elgon'ijk
kan tk jullie veel beter helpen als lk zelf
niet meer zoo hard tegen dien woeste
ling meevecht. Er moet toch ook
iemand zyr, die intusiohen do zakken
van zlln overjas eens nakflkt om te
zien of er niets ln is, wat we kannen
gebruiken.
Bovendien heb ik al gemerkt, dat
we 't op deze manier waarschflnlyk
toch niet sullen winnen.
Voor alles hebben wfl difcka stokken
coodlg otn hem op hot hoofd ta slaan.
In onzen tuin staan zulke stokken
en daarom moet ik oen beetje voor
zichtig syn en niet te hard meevech
ten, want als lk een klap op mijn
vingers krfjg, zou ik z® riet meer
te spreken.
„En u, meneer,* wondde hy zieh
nu tot den ouderen man, die voor
Ashbey volkomen een vreemdeling
was, n is Arthur Blake, geboren te
Parfl» uit Engelsche ouders en laatste-
ïyk te Berlijn woonachtig?"
Er kwam geen antwoord. Do man
verstond óf geen Itallaansch öt ver
koos niet te antwoorden. De ambtenaar
ging dus over tot Harriet en tel:
„En u, slguorina, bent Harriet Swin
don, Brltsch onderdaan, geboren te Ply-
month en laatstclflk woonachtig te
Brighton, nietwaar?*
„Die ben ik,* zei ze zacht ln hot
En gels ch
„Wel, dan syn we hei eens," zei de
politieman glimlachend. „Ik ben ge
noodtaakt, n gevangen te houden op
grond van een verzoek uit Beriyn,
om uitlevering naar Duitse.hland, oen
klein samenzwerinkjo, geioofik. Maar
lk ben heel zeker, herren,liet hfl
erop volgen, „dat or hier een ver
gissing ln het spel moet zflo. Da
Duitscho regaerinp gaat in zulke din
gen vaak wmt overhaast te werk. Maar
toch hsb ik myn bevolen uit Rome8n
moet die uitvoeren.*
„Dus u wilt ons werkolflk gevan
gen houdon vroeg Schiller sael.
„Het spy: my zeer, slgcor, maar
hot moet,* antwoordde da commissaris
nltarst beleefd.
8chlller koek eens rondom zich an
zag toen voor h«t eerst Ellen en Ash
bey naast eikaar Btaan.
voor jullie kunnen gaan snyden.
Vecht nu maar door, toe maar, pak
hem maar flink beet, dan zal ik in-
tusschen de wapens gaan haleD, dio
jullie van me kunnen koopen.
Bovendien, als we door bleven
vechten, za! er nog heel wat noodlg
wezen. Jullie kunt toch niet met ge
scheurde kleereu biyven loopen en ik
wed tien tegeD een, dat de dokter er
ook wel by te pas zs! moeten komen,
want hot bloed loopt jullie nu al by
straaltjes den hs.ls neer.
Hot boste zal wel zfln, dat ik jullie
wat gold leen. Je hebt het allebei
hard noodlg en ik ken jullie genoeg
om te weten, dat ik het zekor weer
terug zal krijgen en dat je er een
goeie rento voor znlt betalen.
Volhouden masr, niet loslaten, slaat
er maar op, ik zal hem zoo nu en dan
ook nog wol eens een duwtje geven.
Masr allereerst ga Ik voor jullie stok
ken snyden, heel goedkoop en als je
geld noodlg hebt om don strijd tegen
dat monster te kunnen volhouden, dan
staat myn portemonnaie heelemaal tot
jullie beschikking.
De Interest zullen we wel regelen.
Onder vrienden komt dat vanzelf
terecht en ik weet immers wol, dat
jullie er goad voor bent."
Ziedaar Engeland ea zyn bondge-
nooten ter bereiking van het gemeen-
schappeiyk doel, de eoonomiaehe en
militaire vernietiging van de centraal
Europeesche staten.
In ons vorig overzicht hebben wy
or roede op gewezen, dat minister
Lloyd George zelf verklaarde, dat
Engeland sjjn bondganooten beter
kon helpen dsn door steeds maar
trospsn naar het vasteland te zenden
Engeland kon de zee boheorsehon
nn daardoor ten eigen bate den
Dnitschen handel vernietiger,. Enge
land moest ulet te veel mannen op
het slagveld verliezen, want da fc.br 1
cage voor binnen- en buitenland
mosst ongehinderd kunnen plaats
hebben. Eu vooral de munltie fabri-
cage moest mot kracht worden aan
gevat. Engeland zou zyn bondgenooten
binnenkort al het noodlge kannen
leveren. Van munitie-gebrek zou geen
sprake meer zyn. Bovendien, er was
nog een andere weg, waarop Engeland
zlln bondgenooten kon helpen. Voor een
voortzetten van den kryg waren
reusachtige bedragen noodlg, die
Engeland gaarne z{jn vrienden ter
bereiking van het gemeenschappeiyk
doel ter besahlkklug wilde stellen.
Das duurt de strSld voort. Frank-
rjjk en Rusland biyven den sterkon
vfland. dapper bet hoofd bieden en
het getal var. hun dooden en gewon,
don staat in een zeer eigenaardige
verhouding tot dat der op hot slag
veld gevsllen Britten. Frankrijk koopt
tegen hoogo prijzen de munitie van
zjjn Engelsehen bondgenoot on ver
nietigt het hiervoor uitgegeven kapi
taal direct weer door er niot alleen
de legermachten van zfln v|jand maar
ook zfln eigen steden mee te bom
bardeeren.
Voor de enorme krygskosten is
„Kyk eens!' riep hy in het En-
gelsch tot zfln lotgeDooten. „De dok
ter Is bfl haar 1 Zy heeft hem zeker
alles verteld."
De andoren schrokken en keken
ook naar hen, terwfll Ashbey's patiënt
uit Wansford glimlachte, toen h|j de
ergernis zag op al die gezichten.
Hy had zyn coup uitmuntend in
elkaar gezet 1
XVIII.
De gebeurtenissen volgden elkaar
dien dag snel op.
Ellen slaakte een zucht van ver
lichting, toan, na nog een kort verhoor,
de vier door hun bewakers werden
weggeleid. Daarna trad zy met Asabcy
op don geheimzlnnlgen automobilist
toe en stelde hem voor als meneer
Burridge Mackay.
„Ik heb reeds lang geleden gezegd,
dat deze heer onzo vriend was en niot
onza vflsnd," zei ze.
„Ik bon de vriend van uwe Hoog
heid,* bevestigde hy glimlachend en
buigend en toen, zich tot den grooten
detective wendend, zei hy in het
Itallaansch
„Sta mU toe, u cavallère Giulio FerrI
voor te stellen, oen der meest ver-
dlensteiyke politie mannen van het
koniukiflk. hare Hoogheid Prinses
Ella voa Hohenberg.*
„Prinses Ella I* riep Ashbey, een en
al verbaziug, nlt.
Z11 lachte en zei met een zuchtje
„Het biykt onmogelflfc, langer ver-
Engeland een redder in den nood
gebleken en na den oorlog zal de
schuld der oorlogvoerende staten aan
Engeland met milltarden zyn gestegen.
Do Fiansche en Russische Industrie
heoli oen gevoellgen slag gekregen.
Alle beschikbare arbeidskrachten ver
dedigen aan hot front het vaderland
in een bloedigsn stryd van man tegen
man.
Io Engeland gaat het leven zyn
gewonen gang. Van algemeenan dienst
plicht Is vooralsnog geen sprake. De
fabrieken eischen ln do allereerste
plaats de beschikbare arbeidskrachten
en bovenal do munitiefabrieken wer-
ken dag en nacht om de strijdende
groep der Entente van de noodzake-
ïyk gebleken bommen cn granaten te
voorzien.
Zoo woedt de stryd voort. Hoe hy
ook moge eindigen, men kan sr zeker
van zyn, dat Engeland den oorlog op
de meest economische wijze zal hebben
gevoerd. Wanneer Frankryk en Rus
land na den oorlog, financieel ten
zeerste bezwaard, den achteruitgang
door den stilstand van handel en
Industrie, de verwoesting ln eigen land
en de vernietiging van honderd duizen
den flinke arbeidskrachten zullen con-
8tateeren, zal blijken, dat Engeland zyn
handel tenkoste van denvfland uitbreid
de, dat de fabrieken, welke daar steeda
konden biyven voortwsrken, een
bloeiende toekomt tegemoet gaan en
dat hot gebrek aan menschenmateriaal
daar te lande niet noemenswaard wordt
gevoeld.
Ongetwyfeld hoeft ook Engeland in
dezen oorlog een doel van de kosten
te dragon, maar daartegenover staat
dat het na den stryd, als ongeschokt
mogendheid, als leverancier van reus
achtige bestellingen en geldschieter
van betronwbars schuldenaren een
machtige positie ln den Europeeschen
statengroap zal innemen;
Zoo er een ryk is, dat de beste
wflze van economisch oorlogvoeren
kent, dan is het zonder twijfel het
vaderland aller Britten.
Het ultimatum van Rusland aan
Bnlgary'o ziet er heel dreigend nlt en
zal waarschflnlyk aanleiding zyn, dat
Bnlgsrye zich, vroeger dan oorBpron-
kelflk hot plan was, bp de centraal-
Europeesche mogendheden aansluit.
De mogeiykheld bestaat nog, dat
Bulgarye door een ontwykond ant
woord te geven de besllBslng nog wat
weet te rekken.
Hoewel Bnlg rfle het Russische ulti
matum nog niet heeft beantwoord,
hebben de geallieerden, ondanks het
formeol protest van Griekenland, reed»
Fransche troepen ln Salonlkl geland
voor een doormarsch naar het be
dreigde Servië. Der Grieksche rogee-
ring ls keoDis gegeven, dat Engelsche
troepen dezer dagen zullen volgen.
Ziehier dus een grensschendlng,
zooals zp in België plaats had, ditmaal
echtor door de geallieerden tegenover
het neutrale Griekenland.
Men verwacht evenwel, dat Grie
kenland zyn neutraliteit niet met de
borgen te houden, wia ik ben, dokter
Ashbey, hoewel het niet mjjn wensch
was, dat n dit ooit zon weten. Meneer
Burridge Mackay had het ulet moeten
zeggen."
„Maar het was noodlg, Hoogheid,
dat verzeker Ik n," zei ds man met
de misvormde hand. „Wllhetmfl ver
geven.
„Het ls niet meer dan billijk, dat lk
dat weet, prinses,* zal Ashbey bitter,
terwfll zfln hart hom begaf, want hfl
zag, dat een sociale Blagboom tusschen
hen gekomen was en dat zy niet de
zyno kon zijn. „Tot dusver hebben
wfl gemeenschappelijke belangen ge
had, a! is dat ru afgeloopen,' voegde
hy er bfl.
Zy keek Aahbey vsrwfltend aan,
doch bleef zwygen. Deze vroeg zich
af, of zy nog dacht aan het hartsge
heim, dat hfl haar had toevertrouwd.
„Dokter Ashbey,* zei de blonde man,
„wy zjjn geen vreemdelingen meer.
Ik ben u waarlijk: veel dank schnldig
voor zekeren dienst, dien u my be
wees. Herinnert u het zich nog
„Zeker. Ik zal dat nooit vorgeten,*
antwoordde Ashbey. „Er zjjn sinds
dien tè veel vreemde dingen gebeurd."
„Dat weet lk," zei hy. „Ik heb sedert
helmnlflk toegezien, terwijl n meende
onopgemerkt te blijvenU is menigmaal
slechts ternauwernood aan uw vflan-
den ontkomen. Ik vermoed, dat hare
Hoogheid u nu alles al wel verteld
zal hebben.*
(Wordt vervolgd).