trokken gedeelten van ona front aldaar
naar verder W. voorbereide stellingen
terng. De overgang naar den O. oever
van de Szczara ia geforceerd.
Weenen. Itallaanache aanvallen
op de Radclnek en tegen onze stel
lingen op de W. helling van den
Javoreik zgn verijdeld.
binnenlana.
Verbod van uitvoer van geiten en
geitenv'eesch.
Het Stbl. no. 395 bevat een Kon.
beslnit van den 15don dezer, hondende
verbod van uitvoer van lovende geiten
en van geitenvleeseh.
De Kroon behoudt zieh voor, dit
verbod op te heffen of in bjzondere
gevallen daarvan ontheffing te doen
verleenen.
Uitvoerverbod van vlot.
Naar vernomen wordt, kan lederen
dag een uitvoerverbod op vlas worden
verwacht. De bedoeling van dit verbod
ia niet om aan allen uitvoer van ge
noemd artikel een eind te maken,
doch om een regeling tusachen produ
centen en de njverheid mogelQk te
maken, waardoor de laatato in hare
behoeften zal kunnen voorzien.
Landbouw, Veeteelt en
Visscherij.
Militaire verloven in den oogsttijd in
Zeeland.
Nu de oogst van aardappelen in
vollen gang is, en die van suikerbieten
voor do deur staat, is het van zeer
groot belang het volgende onder de
aandacht der militairen (bedrjfsleiders
en daarmede geltjkgestelden) te bren
gen.
Herhaaldelijk is gebleken, dat de
militaire Commandanten de opvatting
huldigden, dat z{, ingevolge de Minis-
trieele Beschikking van 13 Juli 1915,
BureelVerloven aan dienstplichtigen
no. 412, regelende de .Landbouwver-
loven in den oogsttijd" Blechts bevoegd
waren om aan bedrijfsleiders verlof
te verleenen tot een maximum van
drie weken voor den geheelen oogst
van tarwe, rogge, aardappelen en
suikerbieten.
T71t een hierover met den Min. van
Oorlog gevoerde correspondentie is
evenwel gebleken, dat deze opvatting
onjuist is. Bij schrijven van den Mi
nister dd. 15 September jl. Bureel
Verloven aan dienstplichtigen no. 476
word bericht, ,dat bjj groote gemengde
bedrijven voor elk soort oogst een
minimum verlof van drie weken kan
worden verleend*. De Minister bedoelt
hiermede, dat bedrjtsleiders van
groote bedrijven drie weken verlof
konden verkrijgen voor den oogst van
tarwe en rogge, alsmede een zelfde
aantal weken kunnen krijgen voor
aardappel- en suikerbletenoogst. Zij
wlen zulks aangaat zullen goed doen
hiervan nota te nemen.
De Secretaris v. h. Prov. Bern. Bur.
v. d. Landb. In Zeeland,
I. G. J. KAKEBEEKE.
Gemeenteraad van Goes.
Vergadering van Vrijdagavond acht
uur.
Voorzitter de heer D. D. Van don
Bout, loco burgemeester.
Alwezig de heeren Brants en Van
Dissel, de laatste met kennisgeving.
Na vaststelling der notulen van de
laatste twee vergaderingen wordt
overgegaan tot kennisneming van de
Ingekomen stukken.
Daaronder behooren
a. Bericht van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, dat, in afwachting van
de mededeelingen van het schooltoe
zicht, de beslissing is verdaagd, om
trent het besluit tot het verleenen van
eervol ontslag aan de onderwijzeres
mejuffrouw A. M. Hartman.
b. Dankbetuiging van mej. J. H.
de Jonge, voor hare benoeming tot
gemeente-vroed vrouw.
c. Bericht van mej. H. W. van Heel,
dat zij ontslag neemt als regentesse
van het Gasthuis.
d. Berichten van diverse benoemde
onderwijzers aan de Avondschool voor
ambachtslieden, de O. L. school voor
M. L. O. en de O. L. school B, dat
z{ hunne benoeming aannemen.
e. Goedkeuring van het raadsbesluit
tot verkoop van dertien boomen aan
het haventerrein.
f. Goedkeuring van het raadsbesluit
tot wijziging der begrooting voor 1915.
g. AdreB van den bond van ge
meente pclitlebeambien in Nederland,
inzake de salarisregeling van het
politle-personeel.
h. Goedkeuring van 't raadsbesluit
tot wijziging der verordening tot hef
fing van een leggeld in de gemeente
Goes.
s. Adres van het bestuur der B.K.
middenstands-vereenlging ,de Hanze"
aid. Goes, houdende verzoek te be
vorderen, dat door de directie van de
gemeente-gasfabriek te Goes geen
zakken en andere materialen ten
gebruike worden gegeven aan parti
culiere personen, om het vervoer van
kolen te bevorderen.
j. Besluit van Gedeputeerde Staten
van Zeeland betreflende concessiever-
leeniGg voor spoorwegen in Zuid-
Beveland.
k. Goedgekeurd besluit tot ver
leening van eervol ontslag aan de
onderwijzeres mej. A. M. Hartman.
I. Bericht van verleend verlof aan
den burgemeester van 13 September
1915 tot 13 October 1915.
V
Het adres van de Mlddsnstandsveree-
nlglng luidt als volgt:
Het bestunr der R.K. Middenstands-
vereenlging ,de Hanse" afd. Goes,
vernomen hebbende, dat door de di
rectie van de Gem. gasfabriek alhier
zakken en andere materialen ten
gebruike zijn gegeven aan particu
liere personen in deze gemeente, om
het vervoer van kolen te bevorderen,
drukt haar spijt uit, dat bovenstaande
zou hebben plaats gehad en vertrouwt,
dat het gemeentebestunr altijd die
maatregelen zal nemen, dat zulks niet
plaats vindt, daar dan toch, zij het
niet rechtstreeks, door de gemeente
den Goeschen middenstand wordt be
nadeeld en aan den gezamenlijken in
koop van kolen door particulieren
wordt medegewerkt.
De Voorzitter stelt voor, allo stukken
voor kennisgeving aan te nemen.
Da heer Dekker vraagt, hoe hst met
hot stuk van de Hanse" zal gaan.
Do Voorzitter deelt mede, dat toege
zegd is, dat iets dergelijks niet meer
zal plaats viuden. Het stuk, waarin
trouwens niets gevraagd wordt, kan
dus voor kennisgeving worden aan
genomen.
Begrooting Gemeente-gasfabriek,
Aangeboden wordt de begrooting
der gemeente-gasfabriek voor het
dienstjaar 1916.
Zij w(jst in ontvang en uitgaaf
een post van f 101014,01 Vs aan, met
een bedrag voor onvoorziene uitgaven
groot f2984,18.
Eervol ontslag.
Naar aanleiding van het door den
heer C. 8. Kriense-Lokker Ingediend
verzoek, om eervol ontslag als onder
wijzer aan de O. L. school voor M U.
L. O. stellen B. en W. voor, het ge
vraagd ontslag eervol te verleenen
met ingang van 16 October 1915, of
zooveel eerder als in de vacature zal
zQn voorzien.
De raad besluit daartoe.
Wijziging der verordening regelende
de salarieering van het personeel aan
de O.L. scholen.
Naar aanleiding van eenige aan
merkingen van Ged. Staten, over de
ter goedkeuring ingezonden verorde
ning betreffende het personeel aan de
O.L. scholen, stellen B. en W. voor,
in deze verordening eenige kleine
wijzigingen aan te brengen.
Daar o a. niet geregeld is, wanneer
verhooging ingaat voor het ver
krijgen vat eene bijacte, stellen B.
en W, voor, achter het sub c bepaal
de van art. 9 te doen volgen
.wegens het verkrijgen van een
acte van bekwaamheid voor school
onderwijs in een of meer der vakken,
vermeld in art. 2 onder 1. m. n. en p.
der wet tot regeling van het L. O.,
die voor het onderwjs niet verelscht
wordt, met den eersten dag der maand,
volgende op dien, waarin do acte
wordt verkregen."
Hetgeen reeds alt sub. d vermeld
was, wordt dan sub. e.
De raad vereenigt zich met de voor
stellen van B. en W.
Bespreking Toondagen.
Aan de orde is thans een bespreking
van de toondagen.
De Voorzitter deelt mede, dat er
geen voorstel van B. en W. in deze
zaak is, daar in hst college van B.
en W. de stemmen staakten.
De heer Fransen van de Putte her
innert er aan, dat de raad eenstemmig
besloot, verschillende feestelijkheden
niet te laten doorgaan.
Spreker is van meening, dat een
gemeentebestuur naast de belangen
der gemeente, moet rekening houden
met die der gemeentenaren, zonder
evenwel te veel als opvoeder te wer
ken. Spreker is er dan ook steeds
voor, alles in gewone omstandigheden
toe te staan, waardoor verschillende
personen een gepast vermaak knnnen
vinden. Evenwel,- de tijdsomstandighe
den zijn nog niet veranderd. De toe
stand is nog zoo ernstig, dat spreker
het niet over zich kan krijgen, de
feestelijkheden als gewoonlijk te doen
plaats hebben.
Spreker raadt dan ook aan, ditmaal
dezelfde houding aan te nemen, als
bij het uitstellen van de kermis.
H{) komt hier niet toe uit bedilzucht
tegenover de gemeentenaren noch om
inbreuk op hun persoonlijke vrijheid
te maken, maar uitsluitend omdat het
hem voorkomt, dat een kermis op dit
oogenblik een ongepaste vrooltjkheld
ten gevolge zou hebben. H(J verwacht
daarvan een naar buiten werkende
uitbundigheid, in atrjd met de ernst
van den tjjd.
De heer Dekker hoeft er zieh over
verwonderd, dat in deze kwestie geen
voorstel van B. en W. is verschenen.
De burgemeester is nog niet zoo lang
nitstedlg, of een voorBtel bad de raad
kunnen bereiken.
In varband met hetgeen den heer
Fransen van de Putte heeft opgemerkt,
wil spreker enkele woorden w{|den aan
het jongste hoofdartikel van de Qoesche
Courant.
Hoe over het algemeen de houding
van rechts daarin wordt beoordeeld,
zal spreker niet behandelen, men zou
hier op zijn best uitgedrukt kunnen
spreken van een .vergissing". In dit
hoofdartikel wordt beweerd, dat het
college van B. en W. betreffende de
Toondagen niet eenstemmig is. Hoe
komt de Qoesche Courant aan deze
gegevens Spreker gevoelt best,
dat de pers graag een nieuwtje
het eei'Bt weet. Dat ls van haar
standpunt te begrjjpen en te billijken.
De schrijver van het hoofdartikel, die
in den regel heel goed weet, wat hjj
schr{it en zegt, beweert, de houding
van B. en W. besprekende, wt) ,ver
moeden zoo lichtelflk". Veilig kan men
dan aannemen, dat hier sprake is van
.weteu".
Heeft het college van B. en W.
iemand in zijn midden, die de pers
uit de onderlinge bijeenkomsten nog
vóór de raadszitting inlichtingen ver
strekt
De Voorzitter deelt mede, dat B. en
W. eerst niet voornemens waren de
besprekingen over de Toondagen zoo
spoedig in den raad te brengen. Later
is, met het oog op den tijd voor de
inschrijvingen, anders besloten. Spre
ker is van oordeel, dat er aan de
courant niets b{|zonders uit de ver
gaderingen van B. en W. ls mede
gedeeld. Trouwens, al was er iets
over de Toondagen gezegd,' dan is
dit Immers nog niet zoo ernstig. Als
iemand spreker vraagt: ,hoe denk
je over de Toondagen dan ziet
spreker er niets in, zjjn eigen opinie
onomwonden weer te geven, hij is er
van overtuigd, dat de heer Fransen
van de Putte zulks ook niet zou na
laten. Spreker is zeer zeker meer
malen voor zijn persoonlijko opinie
uitgekomen.
De heer Dekker zegt steeds fouten
te zullen aanwijzen, wanneer hij daar
toe in de gelegenheid is. Van B. en
W. had in dezen best een voorstel
knnnen uitgaan. Dit lag toch niet op
den weg van de raadsleden. Dezen die
nen alleen een voorstri in, wanneer
zij weten, dat dit van B. en W. niet
verwacht kan worden.
Spreker neemt nota van het gezegde,
dat aan de pers niets uit de tergada-
ritgen van hot college van B. en W.
is medegedeeld, al laat de voorzitter
hier weer een aohterdeurtje open, door
mede te deelen, dat hij wel eens z{jn
persoonlijke opinie geeft. Toch moeten
in dit geval door hen, die de verga
deringen van het college van B. en W.
bijwonen, mededeelingen gedaan zfjn,
tenz{j de redactie van de Goesche
Courant zoo scherpzinnig is, dat z{j
alles uit zich zelf weet.
De heer Van der Leeuw herinnert
er aan, wat de Toondagen zijn en
brengen zullen. Allereerst is daar
door een groot vreemdelingenverkeer
te wachten, wat een direct voordeel
voor do gemeente is. Het komt epre-
ker voor, dat zoo krachtig mogelijk
moet gewerkt worden, om deze feeste
lijkheden te bevorderen.
De heer Boümann wijst er op, dat
de tldBomstandigheden niet meer zoo
ernstig zijn als vroeger. Men kan hier
in Goes, waar men in normale om-
standigheden leeft, toch niet blijven
treuren. Het gaat den landbouwers en
arbeiders goed. Waarom zou men dan
geen Toondagen houden, te meer daar
zoo velen er van zullen profiteered
Er word immer ook al een gymna-
stiekfeest gegeven. Toen was hst des
avonds .kermis' in een zeer ongun
stige beteekenis, hoewel verscheidene
antirevolutionaire heeren tot hst wel
slagen van dit feest medewerkten.
Waarom is men tegen de feestelijk
heden op Toondagen Is er Iets onzede
lijks in t Is het dan zondlger om naar
jonge dames in gymastlek-pakjes dan
naar danseresjes in ean kermistent
te kijken Dat zal toch wel vrjwel
gelijk blijven. Het is in het financieel
belang der gemeente, dat de Toon
dagen wel degelijk doorgaan.
De heer Van der Leeuw wijst erop,
dat men de Inwoners hier blijkbaar
wil laten treuren, terwijl In de oorlog
voerende landen zelf alle vermakelijk
heden ongestoord voortgang hebben.
De heer Donner is het eens met den
heer Fransen van de Putte. Hit zedelijk
oogpunt beschouwd, zijn de feestelijk
heden thans niet te verdedigen. Men
mag het niet in de hand werken, dat
menschen, die hun geld zoo goed
kunnen gebruiken, het thans naar de
plaatsen der IJdelheid brengen. Zoo-
velen worden thans gesubsidieerd. Mag
de raad deze menschen nu weer in
de gelegenheid stellen, het goede geld
op de meest onnutte wijze uit te
geven
's Avonds laat, als de herbergen
uitkomen, blijkt eerst recht, hoeveel
schade zQ hebben ondervonden, die
meer gebruikten dan goed voor hen
was. Wanneer het juist ls, dat de staf
hier weg gaat en er soldaten komen,
dan mag men er nog minder aan
denken, de kanalen te openen, waar
door de zonde wordt binnengelaten.
Het algemeen belang elscbt, dat do
Toondagen niet zullen gehouden wor
den.
De heer Van der Leeuw vraagt voor
de derde maal het woord.
De Voorzitter wil dit verleenen,
wanneer de vergadering er geen be
zwaar tegen heeft.
Den heer Van der Leeuw bovreemdt
dit. Heeft hij de toestemming der
vergadering noodig om te spreken
Hl herinnert er aan, dat de heer
Dekker soms wel twintig maal het
woord gevraagd hesfe.
De Voorzitter w{jst er op, dat volgens
de bestaande bepalingen, iemand, die
voor de derde maal het woord ver
langt, daartoe de toestemming van de
vergadering behoeft.
De heer Van der Leeuw wijst ver
volgens op de nitlatlngen van den
heer Donner, betreffende het misbruik
maken van sterken drank. Zeker, het
is heel treurig als de menschen te
veel drinken. Maar san het gymna-
stiekfeest waren in het geheel geen
vermakelijkheden verbonden en de
menschen dus uitsluitend op de her
bergen aangewezen. Zoodoende kwa
men velen in de verleiding, meer te
drinken dan goed voor hen was.
Wanne3r men kermisvermakelijk
heden heeft, ls dat volstrekt niet noo
dig. Wil men niet drinken, dan gaat
men eenvoudig poffertjes eten. En wat
de zedelijkheid betreft. Inderdaad,
dames-gymnasten zijn even mooi, even
coquet en bezienswaardig als danso-
resjea in een kermistent. Zjjn er geen
feestelijkheden, dan sjouwen de men
schen van de Lange Vorst naar Huigen
en van de Prins naar het Slot.
De heer Donner doet opmerken, dat
men niet van te voren kon weten, dat
het gymnastiekfeest zoo'n janboel zou
zjjo, anders hadden verschillende
antirevolutionairen er zeker geen
zitting in genomen.
De heer Dekker zou gaarne eens
van den heer Vun der Leeuw willen
weten, bfl welke gelegenheid bij twin
tigmaal het woord heeft gevraagd.
Misschien wil de heer Van dor Leeuw
uit de notulen wel eens nazoeken,
wanneer dat geweest is. Wat het
sportfeest betreft, wanneer de recht-
sehen daarin geen zitting nemen,
wordt er gezegd, zooals ook nu weer
de Goesche Courant deed, dat z(j niet
openlijk durven feesten en liever in
stilte piofitoeren. Werkt men wel open
lijk mee, .dan krijgt men de schuld,
als het feest in een janboel ontaardt.
Dat is niet fair. Wanneer de liberalen
ergens in zitting in nemen, verwijt men
hun ook niet, dat alles dikwijls niet
zoo gaat, als het behoorde.
De heer Hollmann la van meening,
dat slechts enkele ambachtslui in
slechten finanelaelen toestand ver-
keeren. Maar integendeel, or wordt
zeer veel armoe geleden. En hoeveel
stille armoe is er dan nog nietl Dat
men in het buitenland meent, de men
schen te moeten opwekken tot het
bijwonen van vermakelijkheden, is
treurig genoeg. Maar men wil hen
waarsohijnlgk hun leed doen vergeten.
De bioscoop is daarvoor al een zeer
slecht middel. Geheel sluit spreker
zich aan b|j den heer Fransen van de
Putte. Het gevaar is ook voor ons
nog niet geweken. Niemand weet of
wij buiten den oorlog zullen bljven.
In allen gevalle, laten wij er niet
tos meewerken, de menschen nog
armer te doen worden.
De heer Fransen van de Putte wijst
er op, dat een jaar geleden eenstem
mig de Toondagen van het programma
geschrapt werden. De teestand iszl.
niet veranderd. Meent de heer Holl
mann van wel, dan kan spreker slechts
zjjn bewondering voor een zoo onbe
vangen oordeel en optimistische levens
opvatting te kennen geven. Spreker
ziet de omstandigheden niet veranderd
en vindt daarom geen vrlheld, tot het
houden van de gewone Toondagen
mede te werken.
Da heer Boümann geeft gaarne toe,
dat er nog ambachtslieden zijn, die
het minder goed hebben. Maar dezen
behoeven immers hun geld niet op de
Toondagen op te maken. De Toon
dagen zijn in hoofdzaak boeren
feestdagen. De boeren willen feesten
en dat moeten z$ zelf weten. Er is
toch voor ons geen reden, om maar
steeds te blijven treuren. Als er oorlog
in Europa is, loopen wij altijd gevaar,
ook oorlog te kucnen krijgen. Men
kan dan toch niet alt{jd b(j de pakken
blijven neerzitten.
De heer De Paauw had niet ver
wacht, dat er over dit punt nog zoo
veel zou worden gesproken. Spreker
begrijpt de heeren Hollmann i.n Van
der Leeuw niet. Waarom wil men
nu wel do Toondagen en wen echte
men da kermis niet De toestand ls
toch niet veranderd. Volkomen ia
spreker het met den heer Fransen
van de Putte eens. Bovendien zal de
Territoriale bevelhebber do feestelijk
heden willen toestaan? Spreker be
twijfelt dit ten sterkste.
De Voorzitter doelt dien twjfel niet.
Trouwens, dat ls een kwestie van
latere zorg. De raad behoeft hierin
geen besitssing te nemen.
De hoer Kakebeeke wonscht zjn
stem te motiveoron. Z i. is de toe
stand nog even ernstig als vroeger.
Maar de Toondagen dragen een
geheel ander karakter dan een
kermis. Een kermis wil onwille
keurig iedereen meemaken en voor
namelijk wenscht men daar eenig geld
te besteden, om de kinderen in het
vermaak te doen deelen. De Toonda
gen zijn heel iets anders Dat z{jn
bosrenfeestdagen, hoofdzakelijk voor
de bevolking van Zuid- en Noord-
Beveland. Spreker zou op dit oogen
blik tegen een kermis zijn, maar is
een voorstander van het houden van
de Toondagen. De boeren hebben over
het algemoen een goed jaar gehad en
de toestand op ona eiland ls met dien
van de groote steden, waar veelal
armoede wordt geleden, niet te ver
gelijken. Het houden van feestelijk
heden en het bezoek van bulten brengt
voordeel voor de gemeente, voor tal
van gemeentenaren, winkeliers, café
houders en hoteliers.
De Voorzitter deelt de meening van
van den heer Fransen van de Putte
geenszins. Z.i. is de toestand niet als
dien van een jaar geleden. Men zit
niet meer in zak en asch en bet men-
schelijk aanpassingsvermogen deed ons
als het ware aan de oorlogsgebeurte
nissen wennen. De gespannen toestand
van een jaar geleden,toen de menschen
om nieuws de conrantenbureaux bele
gerden, is verdwenen.
Men leeft weer het gewone leven.
Feesteljkneden op de Toondagen zijn
niet togen het algemeen belang en ze
ker niet tegen het gemeente-belang.
Waartoe leiden feestelijkheden, wan
neer den menschen geen ontspanning
geboden wordt en zij uitsluitend op de
herbergen zijn aangewezen? Men
heeft dat op den laatsten boeren-ker-
misdag, zonder dat er kermis was, kun
nen bemerken. Eerst dan is er kans, dat
de feestviering een ongewenscht karak
ter krijgt.
Vervolgens wordt tot stemming
overgegaan en met 6 tegen 5 stemmen
besloten, de leestel{jkhoden wel te
laten doorgaan. Daar voor stemmen
de haeren KakebeekeRisch, Hollmann,
Van der Leeuw, Von Schmidt auf
Altenstadt en Van den Bout tegen
de heeren Fransen van de Putte,
DekkerDonner, De Paauw en Piazier.
De Voorzitter zal thans aan de mili
taire overheid de vereischte goed
keuring aanvragen.
Wijziging van de verordening betreffende
schoolgeld regeling.
Ten aanzien van het raadsbesluit
d.d. 19 Augustus j.l. tot heffing van
schoolgeld voor do O. L. school voor
M. L. O., doelen Ged. Staten mede,
dat in art. 3 niet uitdrukkelijk ge
zegd wordt, naar welk inkomen
der ouders enz. het schoolgeld zal
worden geheven. Bedoeld zal zijn het
belastbaar inkomen, omdat dit tot
grondslag voor den aanslag op de
kohieren van den H.O. dient. Het ver
dient daarom aanbeveling om voor
.vermoedelijk" te lezen .belastbaar",
In het 4e lid van art. 3 wordt ge
zegd: .voor zoover plaatsen beschik
baar z(jn". Tegen zoodaniga bepaling,
voorkomende ia de verordening eener
andere gemeente, werd eertijds door
den minister van Blnnenlandsche za
ken bezwaar gemaakt. De aangehaalde
woorden dienen te vervallen, omdat,
behoudens de noodzakelijke geschikt
heid van de leerlingen, dezen zonder
beperking het M.U.L.Ó. moeten kun
nen volgen.
B. en W. stellen voor, bedoelde wij
zigingen aan te brengen.
De raad vereenigt zich hiermede.
Gemeente reiniging.
Da raad gaat thans over tot behan
deling van het voorstel van B. en W.
betreffende het nemen van de ge
meente-reiniging in eigen beheer, welk
voorBtel in ona vorig nummer in zin
geheel werd opgenomen.
Deze kwcBtie wordt eerst in geheime
vergadering met den gemeente-archi
tect besproken.
Na heropening der deuren doet de
heer Von Schmidt auf Altenstad opmer
ken, dat hot z. 1. in het belang van de
gemeente is, den dienst in eigen be
heer te nemen. Spreker brengt gaarne
hulde aan den gemesnte bouwmeester
voor diens uitvoerig rapport. Uit ver
schillende gemeenten z{jn bovendien
mededeelingen ingekomen, waaruit
blijkt, hoe goed een gemeente reini
ging in eigen beheer voldoet De baten
komen nu uitsluitend de gemeente t en
goede. Spreker is voor het voorstel van
B. en W., al z{jn do kosten nog moeilijk
te beoordeelen.
De heer Donner gaat volkomen mét
den heer Von Schmidt auf Altenstadt
mede. Ook h{j heeft veel lof voor den
gemeente-architect vcoroiens duidelijk
en helder betoog. Het in eigen beheer
nemen is in alle opzichten beter, zelfs
al sou het duurder blijken, In bet
begin zal het uitvoeren der verschil,
lende werken wellicht eenige moei
lijkheden brongen, maar later zal men
zien, goed vehandeld te hebbeD.
De heer Risch sluit zich daar gaarne
hl aan. Men zal allieht beter werk
krijgen on de baten zullen later in
de gemeentekas komen.
De heer Piazier meent, dat er nog
een reden is, waarom men voor het
voorstel van B. eu W. kan zjn. Thans
is de reinigingsdienst een tweeslachtig
wezen. De gemeente geeft aan de eene
zijde voorschriften en aan de andere
zijde tracht de aannemer er voor z'ch
zooveel mogelijk voordeel uit te halen.
Er zijn dus feiteljk twee partijen en
we hebben een opzichter, die uitslui
tend voor eigen belang werkt, hoewel
de gemeente de risico draagt.
Do heer Hollmann onderschrijft het
oordeel der andere heeren en steekt
eveneens een veer op den hoed van
den gemeente-architect. Het nemen
van de reiniging in eigen beheer zal
ook voor de werklieden voordeelie
zjjn.
Z. h. s. wordt vervolgens besloten,
den dienst met ingang van 1 Januari
1916 in eigen beheer te nemen,
B. en W. vragen thans machtiging,
sollicitanten voor de betrekking van
opzichter bass op te roepen op een
salaris van f 850 als minimum en aan
hen over te laten hoe zij dit bedrag
wenschon toe te kennen in vast salaris
en tantièmes van den beerverkoop.
De heer Dekker zou de benoeming
aan den raad willen houden.
De Voorzitter heeft daartegen geen
bezwaar. B. en W. kannen de aan
beveling doen. Er zal bovendien ook
nog een verordening moeten gemaakt
worden. De werklieden zullen tn het
algemeen worden overgenomen, wan
neer zij daartoe bereid *yn.