trokken gedeelten van ona front aldaar naar verder W. voorbereide stellingen terng. De overgang naar den O. oever van de Szczara ia geforceerd. Weenen. Itallaanache aanvallen op de Radclnek en tegen onze stel lingen op de W. helling van den Javoreik zgn verijdeld. binnenlana. Verbod van uitvoer van geiten en geitenv'eesch. Het Stbl. no. 395 bevat een Kon. beslnit van den 15don dezer, hondende verbod van uitvoer van lovende geiten en van geitenvleeseh. De Kroon behoudt zieh voor, dit verbod op te heffen of in bjzondere gevallen daarvan ontheffing te doen verleenen. Uitvoerverbod van vlot. Naar vernomen wordt, kan lederen dag een uitvoerverbod op vlas worden verwacht. De bedoeling van dit verbod ia niet om aan allen uitvoer van ge noemd artikel een eind te maken, doch om een regeling tusachen produ centen en de njverheid mogelQk te maken, waardoor de laatato in hare behoeften zal kunnen voorzien. Landbouw, Veeteelt en Visscherij. Militaire verloven in den oogsttijd in Zeeland. Nu de oogst van aardappelen in vollen gang is, en die van suikerbieten voor do deur staat, is het van zeer groot belang het volgende onder de aandacht der militairen (bedrjfsleiders en daarmede geltjkgestelden) te bren gen. Herhaaldelijk is gebleken, dat de militaire Commandanten de opvatting huldigden, dat z{, ingevolge de Minis- trieele Beschikking van 13 Juli 1915, BureelVerloven aan dienstplichtigen no. 412, regelende de .Landbouwver- loven in den oogsttijd" Blechts bevoegd waren om aan bedrijfsleiders verlof te verleenen tot een maximum van drie weken voor den geheelen oogst van tarwe, rogge, aardappelen en suikerbieten. T71t een hierover met den Min. van Oorlog gevoerde correspondentie is evenwel gebleken, dat deze opvatting onjuist is. Bij schrijven van den Mi nister dd. 15 September jl. Bureel Verloven aan dienstplichtigen no. 476 word bericht, ,dat bjj groote gemengde bedrijven voor elk soort oogst een minimum verlof van drie weken kan worden verleend*. De Minister bedoelt hiermede, dat bedrjtsleiders van groote bedrijven drie weken verlof konden verkrijgen voor den oogst van tarwe en rogge, alsmede een zelfde aantal weken kunnen krijgen voor aardappel- en suikerbletenoogst. Zij wlen zulks aangaat zullen goed doen hiervan nota te nemen. De Secretaris v. h. Prov. Bern. Bur. v. d. Landb. In Zeeland, I. G. J. KAKEBEEKE. Gemeenteraad van Goes. Vergadering van Vrijdagavond acht uur. Voorzitter de heer D. D. Van don Bout, loco burgemeester. Alwezig de heeren Brants en Van Dissel, de laatste met kennisgeving. Na vaststelling der notulen van de laatste twee vergaderingen wordt overgegaan tot kennisneming van de Ingekomen stukken. Daaronder behooren a. Bericht van Gedeputeerde Staten van Zeeland, dat, in afwachting van de mededeelingen van het schooltoe zicht, de beslissing is verdaagd, om trent het besluit tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres mejuffrouw A. M. Hartman. b. Dankbetuiging van mej. J. H. de Jonge, voor hare benoeming tot gemeente-vroed vrouw. c. Bericht van mej. H. W. van Heel, dat zij ontslag neemt als regentesse van het Gasthuis. d. Berichten van diverse benoemde onderwijzers aan de Avondschool voor ambachtslieden, de O. L. school voor M. L. O. en de O. L. school B, dat z{ hunne benoeming aannemen. e. Goedkeuring van het raadsbesluit tot verkoop van dertien boomen aan het haventerrein. f. Goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging der begrooting voor 1915. g. AdreB van den bond van ge meente pclitlebeambien in Nederland, inzake de salarisregeling van het politle-personeel. h. Goedkeuring van 't raadsbesluit tot wijziging der verordening tot hef fing van een leggeld in de gemeente Goes. s. Adres van het bestuur der B.K. middenstands-vereenlging ,de Hanze" aid. Goes, houdende verzoek te be vorderen, dat door de directie van de gemeente-gasfabriek te Goes geen zakken en andere materialen ten gebruike worden gegeven aan parti culiere personen, om het vervoer van kolen te bevorderen. j. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland betreflende concessiever- leeniGg voor spoorwegen in Zuid- Beveland. k. Goedgekeurd besluit tot ver leening van eervol ontslag aan de onderwijzeres mej. A. M. Hartman. I. Bericht van verleend verlof aan den burgemeester van 13 September 1915 tot 13 October 1915. V Het adres van de Mlddsnstandsveree- nlglng luidt als volgt: Het bestunr der R.K. Middenstands- vereenlging ,de Hanse" afd. Goes, vernomen hebbende, dat door de di rectie van de Gem. gasfabriek alhier zakken en andere materialen ten gebruike zijn gegeven aan particu liere personen in deze gemeente, om het vervoer van kolen te bevorderen, drukt haar spijt uit, dat bovenstaande zou hebben plaats gehad en vertrouwt, dat het gemeentebestunr altijd die maatregelen zal nemen, dat zulks niet plaats vindt, daar dan toch, zij het niet rechtstreeks, door de gemeente den Goeschen middenstand wordt be nadeeld en aan den gezamenlijken in koop van kolen door particulieren wordt medegewerkt. De Voorzitter stelt voor, allo stukken voor kennisgeving aan te nemen. Da heer Dekker vraagt, hoe hst met hot stuk van de Hanse" zal gaan. Do Voorzitter deelt mede, dat toege zegd is, dat iets dergelijks niet meer zal plaats viuden. Het stuk, waarin trouwens niets gevraagd wordt, kan dus voor kennisgeving worden aan genomen. Begrooting Gemeente-gasfabriek, Aangeboden wordt de begrooting der gemeente-gasfabriek voor het dienstjaar 1916. Zij w(jst in ontvang en uitgaaf een post van f 101014,01 Vs aan, met een bedrag voor onvoorziene uitgaven groot f2984,18. Eervol ontslag. Naar aanleiding van het door den heer C. 8. Kriense-Lokker Ingediend verzoek, om eervol ontslag als onder wijzer aan de O. L. school voor M U. L. O. stellen B. en W. voor, het ge vraagd ontslag eervol te verleenen met ingang van 16 October 1915, of zooveel eerder als in de vacature zal zQn voorzien. De raad besluit daartoe. Wijziging der verordening regelende de salarieering van het personeel aan de O.L. scholen. Naar aanleiding van eenige aan merkingen van Ged. Staten, over de ter goedkeuring ingezonden verorde ning betreffende het personeel aan de O.L. scholen, stellen B. en W. voor, in deze verordening eenige kleine wijzigingen aan te brengen. Daar o a. niet geregeld is, wanneer verhooging ingaat voor het ver krijgen vat eene bijacte, stellen B. en W, voor, achter het sub c bepaal de van art. 9 te doen volgen .wegens het verkrijgen van een acte van bekwaamheid voor school onderwijs in een of meer der vakken, vermeld in art. 2 onder 1. m. n. en p. der wet tot regeling van het L. O., die voor het onderwjs niet verelscht wordt, met den eersten dag der maand, volgende op dien, waarin do acte wordt verkregen." Hetgeen reeds alt sub. d vermeld was, wordt dan sub. e. De raad vereenigt zich met de voor stellen van B. en W. Bespreking Toondagen. Aan de orde is thans een bespreking van de toondagen. De Voorzitter deelt mede, dat er geen voorstel van B. en W. in deze zaak is, daar in hst college van B. en W. de stemmen staakten. De heer Fransen van de Putte her innert er aan, dat de raad eenstemmig besloot, verschillende feestelijkheden niet te laten doorgaan. Spreker is van meening, dat een gemeentebestuur naast de belangen der gemeente, moet rekening houden met die der gemeentenaren, zonder evenwel te veel als opvoeder te wer ken. Spreker is er dan ook steeds voor, alles in gewone omstandigheden toe te staan, waardoor verschillende personen een gepast vermaak knnnen vinden. Evenwel,- de tijdsomstandighe den zijn nog niet veranderd. De toe stand is nog zoo ernstig, dat spreker het niet over zich kan krijgen, de feestelijkheden als gewoonlijk te doen plaats hebben. Spreker raadt dan ook aan, ditmaal dezelfde houding aan te nemen, als bij het uitstellen van de kermis. H{) komt hier niet toe uit bedilzucht tegenover de gemeentenaren noch om inbreuk op hun persoonlijke vrijheid te maken, maar uitsluitend omdat het hem voorkomt, dat een kermis op dit oogenblik een ongepaste vrooltjkheld ten gevolge zou hebben. H(J verwacht daarvan een naar buiten werkende uitbundigheid, in atrjd met de ernst van den tjjd. De heer Dekker hoeft er zieh over verwonderd, dat in deze kwestie geen voorstel van B. en W. is verschenen. De burgemeester is nog niet zoo lang nitstedlg, of een voorBtel bad de raad kunnen bereiken. In varband met hetgeen den heer Fransen van de Putte heeft opgemerkt, wil spreker enkele woorden w{|den aan het jongste hoofdartikel van de Qoesche Courant. Hoe over het algemeen de houding van rechts daarin wordt beoordeeld, zal spreker niet behandelen, men zou hier op zijn best uitgedrukt kunnen spreken van een .vergissing". In dit hoofdartikel wordt beweerd, dat het college van B. en W. betreffende de Toondagen niet eenstemmig is. Hoe komt de Qoesche Courant aan deze gegevens Spreker gevoelt best, dat de pers graag een nieuwtje het eei'Bt weet. Dat ls van haar standpunt te begrjjpen en te billijken. De schrijver van het hoofdartikel, die in den regel heel goed weet, wat hjj schr{it en zegt, beweert, de houding van B. en W. besprekende, wt) ,ver moeden zoo lichtelflk". Veilig kan men dan aannemen, dat hier sprake is van .weteu". Heeft het college van B. en W. iemand in zijn midden, die de pers uit de onderlinge bijeenkomsten nog vóór de raadszitting inlichtingen ver strekt De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. eerst niet voornemens waren de besprekingen over de Toondagen zoo spoedig in den raad te brengen. Later is, met het oog op den tijd voor de inschrijvingen, anders besloten. Spre ker is van oordeel, dat er aan de courant niets b{|zonders uit de ver gaderingen van B. en W. ls mede gedeeld. Trouwens, al was er iets over de Toondagen gezegd,' dan is dit Immers nog niet zoo ernstig. Als iemand spreker vraagt: ,hoe denk je over de Toondagen dan ziet spreker er niets in, zjjn eigen opinie onomwonden weer te geven, hij is er van overtuigd, dat de heer Fransen van de Putte zulks ook niet zou na laten. Spreker is zeer zeker meer malen voor zijn persoonlijko opinie uitgekomen. De heer Dekker zegt steeds fouten te zullen aanwijzen, wanneer hij daar toe in de gelegenheid is. Van B. en W. had in dezen best een voorstel knnnen uitgaan. Dit lag toch niet op den weg van de raadsleden. Dezen die nen alleen een voorstri in, wanneer zij weten, dat dit van B. en W. niet verwacht kan worden. Spreker neemt nota van het gezegde, dat aan de pers niets uit de tergada- ritgen van hot college van B. en W. is medegedeeld, al laat de voorzitter hier weer een aohterdeurtje open, door mede te deelen, dat hij wel eens z{jn persoonlijke opinie geeft. Toch moeten in dit geval door hen, die de verga deringen van het college van B. en W. bijwonen, mededeelingen gedaan zfjn, tenz{j de redactie van de Goesche Courant zoo scherpzinnig is, dat z{j alles uit zich zelf weet. De heer Van der Leeuw herinnert er aan, wat de Toondagen zijn en brengen zullen. Allereerst is daar door een groot vreemdelingenverkeer te wachten, wat een direct voordeel voor do gemeente is. Het komt epre- ker voor, dat zoo krachtig mogelijk moet gewerkt worden, om deze feeste lijkheden te bevorderen. De heer Boümann wijst er op, dat de tldBomstandigheden niet meer zoo ernstig zijn als vroeger. Men kan hier in Goes, waar men in normale om- standigheden leeft, toch niet blijven treuren. Het gaat den landbouwers en arbeiders goed. Waarom zou men dan geen Toondagen houden, te meer daar zoo velen er van zullen profiteered Er word immer ook al een gymna- stiekfeest gegeven. Toen was hst des avonds .kermis' in een zeer ongun stige beteekenis, hoewel verscheidene antirevolutionaire heeren tot hst wel slagen van dit feest medewerkten. Waarom is men tegen de feestelijk heden op Toondagen Is er Iets onzede lijks in t Is het dan zondlger om naar jonge dames in gymastlek-pakjes dan naar danseresjes in ean kermistent te kijken Dat zal toch wel vrjwel gelijk blijven. Het is in het financieel belang der gemeente, dat de Toon dagen wel degelijk doorgaan. De heer Van der Leeuw wijst erop, dat men de Inwoners hier blijkbaar wil laten treuren, terwijl In de oorlog voerende landen zelf alle vermakelijk heden ongestoord voortgang hebben. De heer Donner is het eens met den heer Fransen van de Putte. Hit zedelijk oogpunt beschouwd, zijn de feestelijk heden thans niet te verdedigen. Men mag het niet in de hand werken, dat menschen, die hun geld zoo goed kunnen gebruiken, het thans naar de plaatsen der IJdelheid brengen. Zoo- velen worden thans gesubsidieerd. Mag de raad deze menschen nu weer in de gelegenheid stellen, het goede geld op de meest onnutte wijze uit te geven 's Avonds laat, als de herbergen uitkomen, blijkt eerst recht, hoeveel schade zQ hebben ondervonden, die meer gebruikten dan goed voor hen was. Wanneer het juist ls, dat de staf hier weg gaat en er soldaten komen, dan mag men er nog minder aan denken, de kanalen te openen, waar door de zonde wordt binnengelaten. Het algemeen belang elscbt, dat do Toondagen niet zullen gehouden wor den. De heer Van der Leeuw vraagt voor de derde maal het woord. De Voorzitter wil dit verleenen, wanneer de vergadering er geen be zwaar tegen heeft. Den heer Van der Leeuw bovreemdt dit. Heeft hij de toestemming der vergadering noodig om te spreken Hl herinnert er aan, dat de heer Dekker soms wel twintig maal het woord gevraagd hesfe. De Voorzitter w{jst er op, dat volgens de bestaande bepalingen, iemand, die voor de derde maal het woord ver langt, daartoe de toestemming van de vergadering behoeft. De heer Van der Leeuw wijst ver volgens op de nitlatlngen van den heer Donner, betreffende het misbruik maken van sterken drank. Zeker, het is heel treurig als de menschen te veel drinken. Maar san het gymna- stiekfeest waren in het geheel geen vermakelijkheden verbonden en de menschen dus uitsluitend op de her bergen aangewezen. Zoodoende kwa men velen in de verleiding, meer te drinken dan goed voor hen was. Wanne3r men kermisvermakelijk heden heeft, ls dat volstrekt niet noo dig. Wil men niet drinken, dan gaat men eenvoudig poffertjes eten. En wat de zedelijkheid betreft. Inderdaad, dames-gymnasten zijn even mooi, even coquet en bezienswaardig als danso- resjea in een kermistent. Zjjn er geen feestelijkheden, dan sjouwen de men schen van de Lange Vorst naar Huigen en van de Prins naar het Slot. De heer Donner doet opmerken, dat men niet van te voren kon weten, dat het gymnastiekfeest zoo'n janboel zou zjjo, anders hadden verschillende antirevolutionairen er zeker geen zitting in genomen. De heer Dekker zou gaarne eens van den heer Vun der Leeuw willen weten, bfl welke gelegenheid bij twin tigmaal het woord heeft gevraagd. Misschien wil de heer Van dor Leeuw uit de notulen wel eens nazoeken, wanneer dat geweest is. Wat het sportfeest betreft, wanneer de recht- sehen daarin geen zitting nemen, wordt er gezegd, zooals ook nu weer de Goesche Courant deed, dat z(j niet openlijk durven feesten en liever in stilte piofitoeren. Werkt men wel open lijk mee, .dan krijgt men de schuld, als het feest in een janboel ontaardt. Dat is niet fair. Wanneer de liberalen ergens in zitting in nemen, verwijt men hun ook niet, dat alles dikwijls niet zoo gaat, als het behoorde. De heer Hollmann la van meening, dat slechts enkele ambachtslui in slechten finanelaelen toestand ver- keeren. Maar integendeel, or wordt zeer veel armoe geleden. En hoeveel stille armoe is er dan nog nietl Dat men in het buitenland meent, de men schen te moeten opwekken tot het bijwonen van vermakelijkheden, is treurig genoeg. Maar men wil hen waarsohijnlgk hun leed doen vergeten. De bioscoop is daarvoor al een zeer slecht middel. Geheel sluit spreker zich aan b|j den heer Fransen van de Putte. Het gevaar is ook voor ons nog niet geweken. Niemand weet of wij buiten den oorlog zullen bljven. In allen gevalle, laten wij er niet tos meewerken, de menschen nog armer te doen worden. De heer Fransen van de Putte wijst er op, dat een jaar geleden eenstem mig de Toondagen van het programma geschrapt werden. De teestand iszl. niet veranderd. Meent de heer Holl mann van wel, dan kan spreker slechts zjjn bewondering voor een zoo onbe vangen oordeel en optimistische levens opvatting te kennen geven. Spreker ziet de omstandigheden niet veranderd en vindt daarom geen vrlheld, tot het houden van de gewone Toondagen mede te werken. Da heer Boümann geeft gaarne toe, dat er nog ambachtslieden zijn, die het minder goed hebben. Maar dezen behoeven immers hun geld niet op de Toondagen op te maken. De Toon dagen zijn in hoofdzaak boeren feestdagen. De boeren willen feesten en dat moeten z$ zelf weten. Er is toch voor ons geen reden, om maar steeds te blijven treuren. Als er oorlog in Europa is, loopen wij altijd gevaar, ook oorlog te kucnen krijgen. Men kan dan toch niet alt{jd b(j de pakken blijven neerzitten. De heer De Paauw had niet ver wacht, dat er over dit punt nog zoo veel zou worden gesproken. Spreker begrijpt de heeren Hollmann i.n Van der Leeuw niet. Waarom wil men nu wel do Toondagen en wen echte men da kermis niet De toestand ls toch niet veranderd. Volkomen ia spreker het met den heer Fransen van de Putte eens. Bovendien zal de Territoriale bevelhebber do feestelijk heden willen toestaan? Spreker be twijfelt dit ten sterkste. De Voorzitter doelt dien twjfel niet. Trouwens, dat ls een kwestie van latere zorg. De raad behoeft hierin geen besitssing te nemen. De hoer Kakebeeke wonscht zjn stem te motiveoron. Z i. is de toe stand nog even ernstig als vroeger. Maar de Toondagen dragen een geheel ander karakter dan een kermis. Een kermis wil onwille keurig iedereen meemaken en voor namelijk wenscht men daar eenig geld te besteden, om de kinderen in het vermaak te doen deelen. De Toonda gen zijn heel iets anders Dat z{jn bosrenfeestdagen, hoofdzakelijk voor de bevolking van Zuid- en Noord- Beveland. Spreker zou op dit oogen blik tegen een kermis zijn, maar is een voorstander van het houden van de Toondagen. De boeren hebben over het algemoen een goed jaar gehad en de toestand op ona eiland ls met dien van de groote steden, waar veelal armoede wordt geleden, niet te ver gelijken. Het houden van feestelijk heden en het bezoek van bulten brengt voordeel voor de gemeente, voor tal van gemeentenaren, winkeliers, café houders en hoteliers. De Voorzitter deelt de meening van van den heer Fransen van de Putte geenszins. Z.i. is de toestand niet als dien van een jaar geleden. Men zit niet meer in zak en asch en bet men- schelijk aanpassingsvermogen deed ons als het ware aan de oorlogsgebeurte nissen wennen. De gespannen toestand van een jaar geleden,toen de menschen om nieuws de conrantenbureaux bele gerden, is verdwenen. Men leeft weer het gewone leven. Feesteljkneden op de Toondagen zijn niet togen het algemeen belang en ze ker niet tegen het gemeente-belang. Waartoe leiden feestelijkheden, wan neer den menschen geen ontspanning geboden wordt en zij uitsluitend op de herbergen zijn aangewezen? Men heeft dat op den laatsten boeren-ker- misdag, zonder dat er kermis was, kun nen bemerken. Eerst dan is er kans, dat de feestviering een ongewenscht karak ter krijgt. Vervolgens wordt tot stemming overgegaan en met 6 tegen 5 stemmen besloten, de leestel{jkhoden wel te laten doorgaan. Daar voor stemmen de haeren KakebeekeRisch, Hollmann, Van der Leeuw, Von Schmidt auf Altenstadt en Van den Bout tegen de heeren Fransen van de Putte, DekkerDonner, De Paauw en Piazier. De Voorzitter zal thans aan de mili taire overheid de vereischte goed keuring aanvragen. Wijziging van de verordening betreffende schoolgeld regeling. Ten aanzien van het raadsbesluit d.d. 19 Augustus j.l. tot heffing van schoolgeld voor do O. L. school voor M. L. O., doelen Ged. Staten mede, dat in art. 3 niet uitdrukkelijk ge zegd wordt, naar welk inkomen der ouders enz. het schoolgeld zal worden geheven. Bedoeld zal zijn het belastbaar inkomen, omdat dit tot grondslag voor den aanslag op de kohieren van den H.O. dient. Het ver dient daarom aanbeveling om voor .vermoedelijk" te lezen .belastbaar", In het 4e lid van art. 3 wordt ge zegd: .voor zoover plaatsen beschik baar z(jn". Tegen zoodaniga bepaling, voorkomende ia de verordening eener andere gemeente, werd eertijds door den minister van Blnnenlandsche za ken bezwaar gemaakt. De aangehaalde woorden dienen te vervallen, omdat, behoudens de noodzakelijke geschikt heid van de leerlingen, dezen zonder beperking het M.U.L.Ó. moeten kun nen volgen. B. en W. stellen voor, bedoelde wij zigingen aan te brengen. De raad vereenigt zich hiermede. Gemeente reiniging. Da raad gaat thans over tot behan deling van het voorstel van B. en W. betreffende het nemen van de ge meente-reiniging in eigen beheer, welk voorBtel in ona vorig nummer in zin geheel werd opgenomen. Deze kwcBtie wordt eerst in geheime vergadering met den gemeente-archi tect besproken. Na heropening der deuren doet de heer Von Schmidt auf Altenstad opmer ken, dat hot z. 1. in het belang van de gemeente is, den dienst in eigen be heer te nemen. Spreker brengt gaarne hulde aan den gemesnte bouwmeester voor diens uitvoerig rapport. Uit ver schillende gemeenten z{jn bovendien mededeelingen ingekomen, waaruit blijkt, hoe goed een gemeente reini ging in eigen beheer voldoet De baten komen nu uitsluitend de gemeente t en goede. Spreker is voor het voorstel van B. en W., al z{jn do kosten nog moeilijk te beoordeelen. De heer Donner gaat volkomen mét den heer Von Schmidt auf Altenstadt mede. Ook h{j heeft veel lof voor den gemeente-architect vcoroiens duidelijk en helder betoog. Het in eigen beheer nemen is in alle opzichten beter, zelfs al sou het duurder blijken, In bet begin zal het uitvoeren der verschil, lende werken wellicht eenige moei lijkheden brongen, maar later zal men zien, goed vehandeld te hebbeD. De heer Risch sluit zich daar gaarne hl aan. Men zal allieht beter werk krijgen on de baten zullen later in de gemeentekas komen. De heer Piazier meent, dat er nog een reden is, waarom men voor het voorstel van B. eu W. kan zjn. Thans is de reinigingsdienst een tweeslachtig wezen. De gemeente geeft aan de eene zijde voorschriften en aan de andere zijde tracht de aannemer er voor z'ch zooveel mogelijk voordeel uit te halen. Er zijn dus feiteljk twee partijen en we hebben een opzichter, die uitslui tend voor eigen belang werkt, hoewel de gemeente de risico draagt. Do heer Hollmann onderschrijft het oordeel der andere heeren en steekt eveneens een veer op den hoed van den gemeente-architect. Het nemen van de reiniging in eigen beheer zal ook voor de werklieden voordeelie zjjn. Z. h. s. wordt vervolgens besloten, den dienst met ingang van 1 Januari 1916 in eigen beheer te nemen, B. en W. vragen thans machtiging, sollicitanten voor de betrekking van opzichter bass op te roepen op een salaris van f 850 als minimum en aan hen over te laten hoe zij dit bedrag wenschon toe te kennen in vast salaris en tantièmes van den beerverkoop. De heer Dekker zou de benoeming aan den raad willen houden. De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar. B. en W. kannen de aan beveling doen. Er zal bovendien ook nog een verordening moeten gemaakt worden. De werklieden zullen tn het algemeen worden overgenomen, wan neer zij daartoe bereid *yn.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 2