N°. 100 1915
Donderdag 26 Augustus
102de jaargang.
29 FEUILLETON
Het Geheim van de Hoeve.
Telefoonnummer 88. direttenr G. W. yak Barneveld. Uitgave van de Naaml. Veamooisekap ^Geeseke Qonrait". Hoofdredatteui W, J. C. vak Sakten
□e altgave dezer Courant goichiedt Maandag», Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgosonderd op feestdagen.
Pr$i per kwartaal, in Goes f 8BV5B buiten Goes, franco f BafS>
Afionderiyke nommera i cent,
amending: van ativortentiën op Maandag:, Woensdag
en VRIJDAG vóór 12 user.
De prfls der gewone advertentiön is van 1-5 regels ,50 ct., elke regel meer 10 cl.
Bfl directe opgaaf van driemaal paatsing deraelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend,
Geboorte-, huwelflk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regel» f 1, bereksnd
Bewfinuismers 5 tont
Professoraal advies
De laatste dagen werd menigmaal
de vrees uitgesproken, dat door de
buitengewone lasten, welke de oorlogs
toestand ook ons land oplegt, de soci
ale wetgeving in het gedrang komen
zal. Tot die vrees heeft zeer zeker
bijgedragen de uitlating van den vrij
liberalen professor Verrijn Stuart, die
de 275 millioen gulden oorlogs-leening
wil gedekt zien door jaarlijksche be
lastingen, en, om den hiervan te wachten
druk op reeds te zeer belaste schouders
te verminderen, moet het program van
werkzaamheden van het Rijk inge
krompen worden.
Dit is wel een zéér vage uitdrukking
z/het program van werkzaamheden van
het Rijk". Het Volk heeft de woorden
van den professor aldus verstaan in
krimping vau sociale hervormingen. Eu
wij vreezen maar al te zeer, dat het
sociaal-democratische hoofd-orgaan den
professor goed begrepen heeft.
]Nu kan men wel beweren, dat de
heer Verrijn Sluart geheel en al voor
zich zei ven spreekt, maar men vergete
niet, dat hij, ook buiten vrij-liberale
kringen, een man is van erkend gezag.
Het is hier waarlijk niet de eerste de
beste, die spreekt. En daarom raag
men zijn advies geenszins zonder meer
laten voorbijgaan tegen een dergelijke
opvatting van betgeen de taak der
regeering zou wezen, dient onmiddellijk
en beslist stelling genomen.
In een zoo kritieken tijd, als Ne
derland op het oogenblik doormaakt,
zal men zich buitengewone uitgaven
voor militaire doeleinden mééten ge
troosten. Er zijn gelukkig ook nog
sociaal-democraten van invloed, die
rond-weg deze stelling huldigen. Maar
dat men aan het ééue uitgeeft., mag
niet insluiten, dat men aan het andere
zou wenschen te kort.te doen.
Ons land staat er, wat sociale wet
geving betreft, lang niet schitterend
voor. Het weinigje, wat wij hebben,
is bij stukjes en beetjes verkregen,
beter gezegd na zwaren strijd veroverd.
Op het Kabinet-Cort van der Linden
was de hoop gevestigd, dat krachtiger
in die richting zou worden doorgegaan.
Maar de oorlog brak in Europa uit en
de sociale wetgeving kwam in het haar
niet onbekende hoekje te zitten, waar
de meeste slagen vallen. Ging men
nu op het denkbeeld van professor
Verrijn Stuart in, dan zou de sociale
wetgeving naar alle waarschijnlijkheid
voor een lange reeks van jaren worden
stop gezet.
Hij stelt zich op het standpunt, dat
rente en aflossing der oorlogs-leening
moeten worden gevonden uit jaarlijk
sche belastingen. Terloops zij opgemerkt,
dat die 275 millioen gulden niet on
uitputtelijk zijn, Heeft men ons goed
ingelicht dan is dit bedrag reeds geheel
ingeteerd en zal men spoedig hooren
van voorstellen, om aan nieuv e buiten
gewone middelen te komen.
Doch dit daar gelaten.
Iloe de oorlogs-leening van 275
millioen zal worden gedekt, is nog een
gesloten boek, maar de zegels zuilen
verbroken zijn, véór wij een nieuwen
electoralen strijd voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal ingaan. Wie met
aandacht volgt, hetgeen er om hem
heen gebeurt, zal, met ons, hoe de
overtuiging ook in den beginne anders
mocht zijn, tot de overtuiging komen,
dat de eenige weg, om uit de impasse
te geraken, is een meegaan met het
voorstel-Bos, om door een heffing-in
eens van de ooilogs-leening af te komen.
Wij vertrouwen, dat alle vooruitstre
vend vrijzinnigen dit denkbeeld tot het
hunne zullen maken.
Daartegenover staat Minister Treub
met zijn opvatting, dat de rente en
aflossing van de oorlogs-leening moeten
gevonden worden door jaarlijksche be
lastingen uitbreiding van bestaande
en heffing van nieuwe. Tot zoo ver gaat
hij dus met professor Verrijn Stuart
accoord. Maar wil deze, dat het Rijk
,/zijn program van werkzaamheden"
aanmerkelijk inkiimpen zal, Minister
Treub is van een andere meeuing en
verklaarde juist, dat de werkzaamheden
van den Staat daaronder niet lijden
mogen. Vandaar zijn aankondiging, dat
het zal moeten komen tot belasting
hervorming op groote schaal.
Tot nu toe is daarvan weinig ge
bleken en de voorgestelde weer-belasting
draagt er weinig toe bij, al zal de
opbrengst ook nog zoo gering zijn, in
de belasting-hervorming een democra
tische Jiju te bespeuren. Wij hebben
daar trouwens het onze reeds over
gezegd. Maar de vrijzinnigen hebben
vast te houden aan huD program van
concentratie, en de sociale wetgeving
nam daarop waarlijk niet de minste
plaats in. Vanzelfsprekend hield daar
mee verband het aanwijzen der middelen,
om de kosten der sociale wetgeving
te bestrijden. En, naast handhaving
van onze bestaande handels-politiek
geen beschermende rechten alzoo
werd een belasting-heffing naar
draagkracht voorgestaan.
Daaruit volgt reeds, dat het advies
van professor Verrijn Stuart voor ieder
vrijzinnige, die in 1913 aan het pro
gram der concentratie zijn woord heeft
verpand, absoluut onaannemelijk is.
De sociale wetgeving moet onze on
verdeelde aandacht hebben. En ook
nimmer mag uit het oog verloren wor
den, dat belasting naar draagkracht een
eisch van waarachtige vrijzinnigheid is.
Zoo aan die belasting-politiek wordt
ged icht, als straks aan de orde is de
kwestie, hoe de gelden voor rente en
aflossing der oorlogs-leening 1914- te
vinden, maken wij ons voor de vrij
zinnigheid allerminst ongerust. Zij zal
niet in het gedrang komen.
B u i t e r 1 a n d.
Da strijd In en bulten Europa.
Zoo is dan tu Griekenland, geffjk
wij verwacht hadden, Venizelos weder
aan het roer gekomen. Hy heeft vol
komen overeenstemming met koning
Constantyn verkregen en deze wensch-
te den nieuwen premier geluk.
Misschien heeft deze laatste toevoe
ging aan het telegram uit Athene voor
de mogendheden der Entente juist
een bitteren bUsmaak. De sympathieën
van koning Constintjjn ziiu niet on
bekend en een natuurlijk gevolg van
de familie relaties met keiier Wilhelm.
Men kan niet aannemen, dat daarin
plotseling een verandering is gekomen.
Aan den anderen kant staat, dat
Venizelos z|Jn gevoelens voor de En
tente nimmer onder stoelen of banken
heeft gestoken en pro-Dnltsche nel
gingen zullen dezen politicus niet
eensklaps zyn aangewaaid.
Toch hebben twee mannen, dia op
een zoo verschillend standpunt staan,
elkander blikbaar gevonden en dit
is van de zQde dss koninga een ge-
lnkwenseh waard geweest. Zonden wij
V6r van de waarheid af zijn, als wij
daaruit meenen op te mogen maken,
dat Griekenland besloten li, esn poli
tiek te volgen, welke door de belangen
van het r(jk wore s voorgeschreven
Zoo ja, dan houdt Griekenland vast
aan z{jn neutraliteit.
De loop van dezen grooten wereld
oorlog moet den cnzjjdigen staten wel
het noodige hebb:-n gekord. Wisten
/.ij en hlermadi.Lebben wy speciaal
de staten van den Balkan op het oog
hoe hot einde zou wezen, dan zou
niet lang geaarzeld worden met het
vaststellen hunner houding. Waar het
hier niets anders geldt dan een spe
culatie op grond-gabied, een waarlijk
weinig verheffende zucht, om op roof
uit te gaan, zou esn aansluiten bij
die oorlog-voerende partij, welke van
de eind-overwinning verzekerd 1», de
aangewezen weg zijn. Doch zóó ver
acht men het nog niet gekomen
vandaar, dat de kat nog steeds uit
den boom wordt gekeken. De vraag
bljjft natnuriyk, of de Balkan-staten
steeds op dan twoesprong zullen blijven
staan.
Maar Griekenland zien wy nog niet
in den oorlog. En als do gelnkwenseh
van koning ConstautijD op dit feit
slaat, is hij waarlijk niet ongemoti
veerd. Italië, dat na lange aarzeling
den Entente-mogendheden besprong,
woritelt aan de Isonzo, ziet zijn zonen
Bsenvelen of verminkt worden, en wat
1b het resultaat? Do Oostenrijkers,
krachtig gestennd door hun bondge-
nooten, rukken in het Oosten zege
vierend op en zij beschikken over
voldoende troepen-macht, om in het
Zuiden den Italiaan in bedwang te
houden. En had men, van da zijde
der Entente mogendheden, het niet
doen voorkomen, alsof het meedoen
van Italië den oorlog aanmerkelijk zon
bekorten en de nederlaag van Dultseh-
land en OoaleB-Jk- Bongar jje nog maar
slechts een kwestie van ettelijke maan
den was
Hoe andors is die voorspelling uit
gekomen 1
Trouwens: de Entente-mogendheden
zijn met haar profetieën nimmer bijster
gelukkig geweest. Het aangekondigde
groote offensief op het Westelijk front
laat nog steeds op zich wachten en
als antwoord daarop dringen de cen-
tralen de EuBsen steeds verder terug.
De onpartijdige buitenstaander moet
wel langzamerhand tot de overtuiging
zijn gekomen, dat men van den kant
der Entente niet karig is met woordeD,
doch dat de centralen zich tot daden
bepalen. En dat een dergelijk ongun-
atig oordeel moet worden uitgesproken,
is voor een niet gering deel te wijten
aan Fransche en Engelsche pers
organen. Do wensch Is voor deze steeds
de vader van de gedachte.
Zoo liep het ook met da voorspel
lingen tan opzichte van het forceeren
der Dardunellen falikant Moest, had
den Ijaily Telegraph, Daily Mail en
meerdere Britsche organen het bij het
rechte eind gehad, Constantinopel niet
reeds lang gevallen zijn Maar de
Dardanellen zjjn nog steeds niet ge
forceerd en Constantinopel staat on
gerept. En op de houding van de
Balkan-staten Is hot échec van de
Entente-mogendheden van niet gerin
gen Invloed. De leidende politici van
Roemenië, van Bulgarile zijn te han
dige kooplui, om zich te laten binden
door beloften van afstand van grond
gebied, dat nog op den vijand most
worden veroverd.
En zoo zal per slot van rekening
de meerderheid in Griekenland er toch
ook over denken. Alles heeft zijn prijs
en onder de elkander op den Balkan
verdringende makelaars-diplomaten is
de meest-biedende nog niet gevonden
Tot zóó lang zal het voor de Balkan-
staten, die de aanbiedingen der En
tente-mogendheden en die der cen
tralen overwegen, ook zgnentre ces
deux mon coeur balance
De berichten over een zee-gevecht
In de Golf van Riga zjjn uiterst vaag
en verward. Volgens een bericht uit
Petrograd zouden van 16 tot 21
Augustus drie Duitsche kruisers en 8
Doitiche torpedobooten bniten gevecht
gesteld of gazonken zjjn. Bovendien
zou een Engelsche onderzeeër een
Duitsche Dreadnought hobben getor
pedeerd. De Timet correspondent deelt
mede, dat dit laatste schip do „Moltke"
was. Is dit zoo, dan hebben we hier
Hij aarzelde en zei ten slotte zscht
en met blijkbaren tegenzin:
„Ik kan haar natnuriyk vragen,
of zij hier wil komen. Maar ik kan
haar daartoe niet dwingen."
„U kunt haar schrijven. Do bediende
zal een rijtuig nemen on het briefje
overbrengen."
„Hot ia laat," zei h(j, „te laat, vrees
Ik."
„Niet te laat voor haar, om u Uit
de handen der politie te houden."
Do man zag, dat zy vast op hun
stuk bleven staan en tan slotte ging
hfl voor Hope's schrijfbureau zitten
en krabbelde haastig een kaart eu
adresseerde die aan „Miss Ellen Gur
lltt, Buckingham Palace-Hotel, Buck
ingham Palace Gate
„Zend de politie weg en laten we
op haar wachten," stelde hy voor,
toen hfl Ashbey de enveloppe over
handigde.
Hope knikte toestemmend en Ash
bey ging den inspecteur zjn veront
schuldigingen aanbieden dat hij zich
vergist had en een misdaad had mee
nen te zien, waar er geen was De
inspecteur dronk een whisky-soda en
stak een sigaar aan eu v£f minuten
later gingen helde beambten de trap af.
Toen riep Ashbey den bediende, om
het briefje weg ta brengen.
„Luister eens," zelSmithson, „vraag
in het hotel eerst naar baronos Bricka
en zog haar, dat u een brief hebt voor
de jonge dame. Zeg ook, dat je een
rjjtnig bebt klaar staan, om haar
hierheen te brengen."
Hj) haalde een visitekaartje uit zijn
zak, schreef er iets op en zei aan den
bediende: „Als zij aarzelt, met je mee
te gaan, geef haar dan dit. Behoef je
het niet te gebrnlkan, geef het dan
aan mil terug. Barones Bricka kan
je den naam onthouden?
„Zeker, meneer," antwoordde de
bediende en was een oogenblik later
op weg.
Hope bood sigaren aan en wel
dra zateD de drie mannen op hun
gemak te rooken en over allerlei din
gen te praten. Smithson was een eos-
mapollet by uitnemendheid en w)Bt
van de verschillende hoofdsteden van
Europa heel wat te verteleln.
ElDdelijk, na lang wachten, hoorden
zy don bediende binnenkomen en met
iemand anders spreken.
Smithson herkende haar stem en -
deed haar open.
Haar blik ontmoette dien van Ashbey
en zij schrok terug.
„Ik ben blij, dat u gekomen bont,
Ellen," zei Smithson. „U herkent dr.
Ashbey W6l, niet waar?"
„Zeker," antwoordde z(j bedaard en
zag naar Hope, dleu Ashbey dadelijk
aan haar voorstelde.
Zjj zag er byzonder goed uit, veel
knapper dan Ashbey gemeend had,
want ln dien gedenkwaardlgen nacht
was hy te veel ln de war geweest, om
haar goed te kunnen opnemen. Haar
stem was zacht en melodieus en scheen
by te dragen tot het waas van ge
heimzinnigheid, dat haar omgaf.
„Wy hebben elkaar vroeger al eens
ontmoet, juffrouw Gnrlitt, en onder
ietwat vreemde omstandigheden," zei
ABhbey.
Zy wierp een snellen blik naar
Smithson, als verwachtto zy van hem
een wenk. Zonder twyfol wist zy, dat
hü zich als eon vreemdeling had
willen voordoen en zag Id, dat dit
mislukt was en dat hy zoodoende in
gevaar was gekomen. Ashbey was wel
de laatste man ter wereld, dien zy
gaarne ontmoet bad.
„Uw komst behoedt my voor arres
tatie," verklaarde Smithson.
„Arreitatiariep zy uit, verblee-
kend en naar Ashbey ziend. „Is u van
plan, de politie op de hoogte te stellen,
dokter vroeg zy stoutmoedig.
„Dat is myn bedoeling."
„Dan moet ik u verzoeken, dat niet
doen," antwoordde zy zeer koel. „Dat
zou alleen maar het resultaat van ons
werk verydelen en niemand zou er
nut van hebben."
„Komaan", zei Ashbey, haar een
stoel aanbiedend en tegenover haar
plaats nemend, „ik geloof openhartig
te kunnen spreken, mejuffrouw. Op
Keets hoeve is een aanslag op mju
loven gedaan door u."
Zg hield den adem in en Ashbey
zag, dat zyn bewering haar verbaasde.
„My dunkt, dat wy daar nu niet over
hoeven te spreken," meende Smith
son. „Ik heb u reeds gezegd, dat uw
veronderstelling onjuist was. Juffrouw
Gurlltt was een volkomen oaachutdig
tusschenpersoon."
„En al geloof Ik dat, wat moot ik
dan denken van het drama, dat dien
avond in do eetzaal ls afgespeeld?"
De belde bezoekers keken elkaar
eens aan en aanvankeiyk sprak geen
hnnrier een woord.
„Ik wilde, dokter, dat ik u precies
kon vertellen, hoe dat ln zyn werk is
gegaan," antwoordde zy, terwyi haar
mooie oogen onvervaard op Ashbey
gericht bleven.
Deze herinnerde zich baar, zooals
hy haar voor het eerst gezien had ln
dr. Norton's huis en merkte een groote
verandering op. Dton naeht was zy
meegaand, ledryvig en vriendeiyk
geweest als iemand, die zich verbiydt
in het leven, nu verried haar gelaat
onmiskenbaar een hevigen angst.
Welk verband bestond er tusiohen
die twao mensehen vroeg hy zich af.
Waarom bewoonde zy het huis, dat
een geheimzinnige hand ln de lucht
had doen vliegen
„Toen n m(j te Wansford kwam
halen, ontdekte u iets, jnffrouw Gur
lltt," zei Ashbey, ln de hoop, iets van
het geheim op te helderen, „wat was
dat?"
„Ik was zoo gelukkig, te ontdek
ken, dat u juist te voren een anderen
patiënt had behandeld, een man in
een auto, die u nlt Londen was ko
men opzoeken en daarheen weer terug
ging."
„Bevestigde, wat utoon ontdekte,
eenige meaning, die u zich gevormd
had vroeg hy.
niet mot een Dreadnought, doch met
een gepantaerden kruiser te doen.
Van Duitsche zjdo het bericht
kwam eerder dan het Russische ia
hetverlies van 3 iorpedobooten erkend,
waarvan er één zonk, één op het
strand werd gezet en de derde naar
een haven kon worden gesleept. Tot
op het oogenblik, dat wS dit schryven,
heeft de Duitsche admiraliteit nog geen
andere verliezen erkend.
Is het evenwel waar, dat de Russen
een aaumerkoiyk succes ter zee hebben
behaald, daartegenover staat, dat
zy de vesting Ossorfiece moesten ont
ruimen, waarvan thans de Duttschers
bezit hebben genomen. Ossowiece
maakt deel uit van de vesting-linie
OssowieceBjelskBrest, dus van de
lyn, waarachter het Russische leger,
na den val van de Narew linie en de
linie WarschauIwangorod,verwacht
te zich te kunnen terugtrekken.
Het verlieB van Ossowiece zal van
grooten invloed zyn op het lot van
Brest Lltowsk.
Hieronder mogen de voornaamste
telegrammen van de oorlogs-terreinen
een plaatsje vinden
Parijs. (Oflicleell. Op het geheels
front heerechte Zondag en Maandag
groote bedryvigheld. Een Franseh
vliegtuig heeft de stations Loes,
Eénin-Liétard en Loos en den spoor
weg Rijsael Doual gebombardeerd.
Berlijn. (Officieel). Voor Zeebrugge
is een Duitsche torpedojager door
twee Fransche torpedo booten in den
grond geboord. Een deel der beman
ning werd gered. In de Vogezen zyu
aanvallen der Franschen afgeslagen.
Weenen. (Officieel.) Ten O. van
de beneden Pnlwa en van de Rasna
(N.N.O. van Wysoko Lltowsk) woedt
de Btryd mat groote felheid. De v®-
and verdedigt Iedere duimbreed gronds
zoo taal mogeiyk, maar ls toch op
vele punten van het front terugge
worpen.
Berlijn. (Officieel.) Het leger van
Leopold van Beleren heeft de Russen
N.W. van Kleschtschele en in het
bosch-gebied ten Z.O. daarvan opnieuw
teruggeworpen. De vervolging nadert
de Bialowieska Pnszcsa, het oerwoud
van Bialowiask. Aan de Pulwa heeft
de vyand zyn stallingen ontruimd.
Petrograd (officieel). De Duitsche
vloot heeft ln do Golf van Riga een
linieschip, twee kleine kruisers en acht
torpedo booten verloran deze schepen
werden buitan gevecht gesteldeen
gedeelte ervan is gezonken.
Maendagavond deed de vyand een
poging, om ook in de richting van
Kowel tot bet off je sief over te gaan.
Rome (officieel). Wy Bloegen een
vyaodeiyken aanval ln boven Corde-
vole al. Op het Karst-platean eenige
rooruttgang.
Weenen (officieel). Aanvallen der
Italianen tegen de hoogvlakte van
Doberdo en op het bruggehoofd van
Toimein zijn afgeslagen.
„Het openbaarde my een feit, dat
my deed schrikken. Ik had geen
vermoeden van wat er gebenrd was,
anders zou ik u niet gevraagd hebben,
meneer Smithson te bezoeken."
„Waarom niet?"
„Omdat ik daardoor u onwillekeu
rig bloot stelde aan wraakneming,"
zei ze. „Op het oogenblik, dat u de
hoeve betradt, Bmeedden uw vyanden
een complot, om u te doodnn."
Ashbey zweeg even. Toen vroeg
hy, na haar strak te hebben aange
zien
„Ontkent n dan, iets gedaan te
hebben Inden wyn, dien u me gaf?"
„Zeker doe ik dat," antwoordde zy
snel. „De misdadiger had het zoowel
op my als op u gemunt. Wy deelden
eenzelfde lot."
„En nu?"
„Ook nu nog zyn wy samen slacht
offers," sprak zo met vaBte stem.
Ashbey vroeg zich af, of hy haar
gelooven moest. Het wilde er by
hem niet goed in, maar zy sprak zóó
openhartig, dat hy half geneigd was,
het te doen. Hy herinnerde zich ech
ter Hope's sarcasme, die hem verwe
ten had, zich door een mooie vrouw
om den tuin te laten leiden.
,U geeft toe, dat er een drama is
afgespeeld op de hoeve en al de spo
ren daarvan weggeruimd waren, vóór
de politie iets ontdokte van den aan
slag vroeg Ashbey niet zonder ach
terdocht.
(Wordt vervolgd).