N°. 94 1915 Donderdag 12 Augustus. 102de jaargang. Fr. J. Tierie, Het Geheim van de Hoeve. 23 FEUILLETON, GOESCHE Oe uitgave dezer Conrant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond nitgexonderd op feestdagen. Prjs per kwartaal, in Goes f 0,15, bulten Goes, franco f l,M. Afzonderlijke nommers cent, .unending van advertentlën op Maandag, Woensdag en VRIJDA.O vóór 13 uren. Teleloonnumaier 88. öirestear W. vak Baensveld. Uitgave Voor de stemming van één lid van den Gemeenteraad (vaca ture-Temperman) op Maandag 16 Augustus a.s. bevelen wij den kiezers met den meesten aandrang aan, hun stem uit te brengen op den candidaat der vrijzinnigen, den heer tijdige wapening. Wel veikeeren wij, althans wanneer men de kalender mag gelooven, mid den in den zomer, in de honds-dagen nog al liefst, doch het weder is van dien aard, dat de mensch onwillekeu rig herfst-gedacliten krijgt. En herfst- gedachten voeren naar den winter een winter, welke voor ons, vrijzinni gen, zeer belangrijk zal en moet wezen. Wat het beteekent, zoo men zich jaar en dag op een grooten strijd voor bereidt wij zien het, in dezen wereld oorlog, aan de geweldige praestaties van het Duitsche rijk. Het is, voor Duitschland, er op of er onder. En al is de strijd, waarover wij het in dit artikel willen hebben, een onbloe dige, al zal hij geen weduwen en weezeu zonder tal in kommervolle om standigheden achterlaten en mannen in den bloei van hun leven voor immer lot hulpbehoevenden maken, voor ons, vrijzinnigen, is de afloop van dien onbloedigen strijd toch van zoo groot belang, dat wij onze legermacht tijdig dienen te mobiliseeren en hebben te zorgen, dal het ons aan geen munitie ontbreekt, als de worsteling op haar felst is. In 1916 zullen de verkiezingen voor de Provinciale Staten plaats hebben. "Nu zegge men niet geringschattend o, dat is nog zoo ver weg Het is de fout der vrijzinnigen bijna altoos ge weest, dat zij overvloed van tijd meen den te hebben en dat onbegrijpelijk vertrouwen was de oorzaak van menige overrompeling. Te wijzen op de eigen fouten en deze te erkennen is het zetten van den eersten stap op den weg, welke ter verbetering leidt. De verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1916 zullen voor de politieke ontwikkeling van ons vaderland van buitengewoon gewicht wezen. Immers wat geeft het, als een vrij zinnige meerderheid in de Tweede Kamer wetsontwerpen aanneemt, welker strekking onbedingd een democratische is, en een Senaat, wiens parool reactie luidt, ze verwerpt Sinds den coup de chambre, welke dr. Kuiper, na de verwerping van zijn Hooger Onderwijs- ontwerp deed, is de meerderheid der Eerste Kamer reeds een tiental jaren rechts. Wat dit beteekentniet alleen het vrijzinnig Ministerie-De Meester, of een durvend Minister uit het cleri- cale Kabinet-Heemskerk heeft het ten duidelijkste ondervondenom bij den laatsten tijd te blijven, memoreeren wij de verwerping door den Senaat van het wetsontwerp tot wijziging van de vermogens-belasting, door de Tweede Kamer aanvaard, en het zoogenaamde „eedswetje" van Minister Ort. Er is den laatsten tijd meer en meer een streven merkbaar, het zwaartepunt der wetgeving van de Tweede naar de Eerste Kamer te verleggen en voor een de mocratische staatkunde is dit een niet te onderschatten gevaar. De verwerping van Minister Treub's ontwerp tot wijziging van de vermo gens-belasting was niets anders dan een staaltje van zak-politiek, waarover een college, dat zoo in den reuk van deftigheid en gedegen ernst wil staan, zich niet genoeg kan schamen. En de verwerping van het zoogenaamde „eedswetje" kind van clericale ouders toch heeft reeds nu meermalen ten gevolge gehad, dat een schuldige niet kon worden vervolgd, wijl één vau de beide getuigen weigerde den eed af te leggen, daar hij, voor zich, die formule waardeloos verklaarde. Op een zitting vau de Amsterdamscbe Recht bank geschiedde het op één dag tot tweemaal achter elkaar. Eu als straks de lang-verbeide Groud- wets-herziening komt, men kan er van verzekerd zijn, dat wederom een clericale Senaat een spaak in het wiel zal steken. Zoo blijft het sukkelen wij komen geen stap vooruit op den weg eener democratische outwikkeling. Juist het gewichtig aandeel, dat de Provinciale Staten in de aanwijzing van de Eerste Kamer-leden hebben, maakt voor ons, vrijzinnigen, in het komend jaar de strijd zoo buitengewoon be langrijk. Die Eerste Kamer móét „om", die Eerste Kamer kan „om". Daarom dienen al onze krachten daarop ge concentreerd. Er is een tijd, om de propaganda te voeren met de daad. Er is ook een tijd, om de te voeren propaganda voor te bereiden. Deze laatste lijkt ons thans aangebrokenmen kan er nimmer te vroeg mee beginnen. Onze vrijzinnige pers behoort, van nu af aan, daartoe werkzaam te zijn; zij, die vaardig zijn met de pen, moeten zich nu reeds er voor zetten, in kleine pakkende ge- schriftjes het wezen van de huidige Eerste Kamer uiteen te zetten en aan te toonen, hoe een Senaat moet zijn, die meeleeft met de wenschen en be langen, welke in de meerderheid van het Nederlandsche volk leven. De positie van de huidige Eerste Kamer is lang zoo sterk niet, als velen onzer politieke vrienden wel ineenen, en onze politieke tegenstanders het gaarne voor stellen. In 1913 heeft de coalitie ge- raakt en gewankeld in Zuid-Holland, in Overijssel, in Gelderland, in Zeeland. Maar het gebouw kon nog gestut wor den. Een nieuwe aanval, met alle krachten in 1916 ondernomen, zal ons brengen daar, waar wij willen zijn. Doch dau ook niets verwaarloosd, wat aan den voorbereidenden arbeid ten goede komen kan. Zoo vroegtijdig mogelijk moet er gezaaiddan komen de sprekers, en ploegen den akker. En wanneer alle vrijzinnigen zich den ernst van de omstandigheden bewust zijn, dan kan het volgend voorjaar door hen zonder twijfel de rijke oogst worden binnen gehaald. Niet over enkele maanden, als de lange avonden zijn gekomen, maar van nu af aan zij aller vrijzinnigen parool de Eerste Kamer kim om, daarom moét zij om. Niet tot morgen uitgesteld, wat heden reeds kan gedaan worden. Wie zich tijdig wapent, kan met vertrouwen den strijd wachten. Buitenland De strijd In en bulten Europa. Hst moeilijkste in dezen oorlog Is gebleken neutraal to zfjn. Want neutraal z|1n beteekent niet alleen geen enkele handeling gedoo- gen, welke de eene party ten koste van de andere bevoordeelt, het betee kent tevens weerstand bieden aan de pogingen, welke van alle xjjden worden aangewend om de heerschende mee ning ten gunste van een der partijen te wyzigen. Dat Nederland geen handeling ver richt, waardoor een der strydende groepen boven de andere zou worden gebaat, Is de taak onzer regeering en met de meeste nauwgezetheid wordt er door haar voor gewaakt, dat na den oorlog, door de verliezende party, geen enkel verwijt ons land zal kun nen gedaan worden. Dat weerstand wordt geboden aan de van alle zQden aangewende po gingen, in ons volk bepaalde sympa thieën en antipathieën te wekken is de taak van de pers en zQ vereischt zeker niet minder de uiterste voor zichtigheid. Hoevele brochureB en rapporten, van het kleinste vlugschrlftje af tot het lfjvlgate boekdeel toe, zQn ons niet reeds van alle kanten toegezonden. Voornamelijk van Engelsche zflde zjjn wy overstelpt met een zwerm van brochures en beschouwingen, rede voeringen van ministers en bekende staatslieden, uittreksels uit de meest brandde. ,H|j is hier binnen, de arme jongen', fluisterde zyn begeleider. Wacht even, dau zal lk hem gaan zeggen, dat u er bent.' Hy nam de blaker van de tafel en ging naar de achterkamer. Het vertrek, waarin Ashbey wachtte, was een armoedig hok met goedkoops, wankele meubels, een versleten karpet eu dito gordijnen, pik zwart van het Londonsche vuil. H(j stond daar wel vflf minuten lang voor het uitdoovend haardvuur, maar hoorde niets van Sohwarza en deze kwam ook niet terug. Ashbey dacht, dat by b{j den zieko was en zou zich over zyn ultbiyven niet verbaasd hebben, wanneer h{j niet had meenen te hooren, dat er, spoedig na zyn weggaan, een deur werd gesloten in de achterkamer. Q|j vermoedde zelfs, dat er een grendel voor werd ge schoven. Was h|j werkelijk uit het zieken vertrek gegaan en had h{j de deur achter zich gesloten? Zoo ja, waarom was hS dan weggegaan, en had h|j hem achtergelaten, zonder hem by den patiënt te brengen vroeg Ashbey zich af. Weer gingen v|jf minuten voorby en hy riep nu in het Fr&nschs „Schwarze, kan ik binnen komen Hy kreeg geen antwoord op zyn vraag, dus stiet hy de deur open en ging do ziekenkamer binnen. Het was er duf en eng; het eenig licht verspreidde een nachtlichtje, verschillende dagbladen. Hieruit zonder commentaar te citee- ron, en dat ie natuuriyk het doel waar voor zy ons worden toegezonden, beteekent eenzijdige voorlichting en het verwekken van een sterke anti pathie tegen een der strydende par- tyen. En dat is nog niet het grootste ge vaar, want dit schuilt in het twee dracht zaaien onder ons eigen volk, dat, hoe neutraal het zioh voordoen mag, toch reeds zyn bepaalde sym pathieën en antipathieën heeft. De telegrammen van beide partyen, op den oorlog betrekking hebbende, geven maar al te vaak een verdraai ing van feiten en een voorstelling, van wezen en actie der tegenparty, waar mede een neutraal buitenstaander zich niet kan vereenigen. Dan is het plicht, en by de meeste bladen wordt daar met nauwkeurig heid voor gewaakt, door een kleine toevoeging op den stand van zaken een juister licht te werpen en daar door hetzelfde telegram den neutralen lezers voor te leggen in een vorm, waardoor onpartijdige beoordeeling van een der met Nederland bevriende, strydende mogendheden vermeden kan worden. En hoe noodzakelijk dit is, hoe ons volk door buitenlandscho Invloeden reeds een groot deel van zyn nuch- teren kflk op den stand van zaken en van zyn bekend objectief oordeel heeft ingeboet, kan wel hieruit biyken, dat ieder onderschrift, waarin een radactie haar eigen meening over den Inhoud van een bultenlandsch telegram weergeeft, er al heel spoedig toe leidt, het betrokken blad van sterke pro- en antineigingen te verdenken. Het „wie niet voor my is, is tegen mj" doet opgeld en wie niet wenscht mede te werken aan een systematisch drjven van oub volk in een bepaalde richting, is in veler oogen niet neu traal en wordt zelfs van een sterke voorliefde voor een der strydende par- tfjen beschuldigd. Dergeiyke beschuldigingen worden slechts geuit door zeer partydigo en in den regel eenzijdig ingelichte per sonen, die hun spyt, dat ook de perB niet wenscht mede te werken aan het verwekken van een algemeene haat tegen een der partgen, niet kunnen onderdrukken. Maar de werkeigk neutrale pers laat zich door dergeiyke verdachtmakin gen allerminst van het door haar inge slagen pad afbrengeD, wetende, dat eenzgdige voorlichting en het mede werken aan het party kiezen van ons volk noch tgdens, noch na den oorlog in Nederlands belang zal biyken. Zoo hebben regeering en het over groots deel der Hollandsche bladen van dag tot dag de taak ons volk, ook tegenover het buitenland, het volk van een werkeiyk neutralen staat te doen biyven, een volk, dat niets vuriger wenscht, dan dat do met Nederland bevriende, strydende mo gendheden hun moordend en vernie- waarachter een boek gezet was, zoodat het bed geheel in het donker lag. Zoodra Ashbey's oogen aan het licht gewend waren, onderscheidde hy een gedaante op het bed, geheel door de dekenB bedekt. Hy naderde het zachtjes en trok langzaam het laken van het gezicht weg, toen op eens een zwart voorwerp met een nydlg gesis te voorschyn schoot en hy op hetzelfde oogenblik een scherpe pyn voelde in zyn benedenarm. Met een gil sprong Ashbey terug, maar onmlddeliyk werd hy zich de vreeseiyke waarheid bewust. De ge daante onder de dekens was een ledepop en daarnaast was een vergif tige slang verborgen geweest. fly was gevangen. Het gif drong reeds in zyn bloed. Hy zag de doodo ïyke slang, een cobra, over do vloer kruipen, en tegeiyk ontdekte hy daar een ander voorwerp, dat hem met afgryzen vervulde een open doodskist, die gereed stond voor hem 1 Nu begreep hy duldsiyk, wat zyn vyauden hadden gewild. De jonge Duitscher, die door den dokter voor ongeneesiyk was verklaard,was heime- lijk weggehaald en hy moest in zyn plaat3 begraven worden. Ashbey waande zich verloren IX. Hy snelde naar de deur, door welke Schwarze weggegaan moest zynze was secuur gesloten. Onmlddeliyk ging Ashbey naar de woonkamer terug; ook daar was de lend werk staken, om met ons ge- meensohappeiyk te arbeiden aan ver hooging van het beschavingspeil en het treffen van maatregelen, die niet de vernietiging van bepaalde Btaten maar het bevorderen van de alge meene welvaart en verbetering van de internationale betrekkingen ten doel hebben. in het Oosten zetten de Unseen tusschen den driehoek der Welchsel- vestlngen en den Boeg hun terug tocht steeds voort. In het N. schijnen de troepen van generaal Von Below een tegenslag gehad te hebben. Volgens een Bus- sisch berloht zyn de Duitschers uit het gebied tusschen de Aa, de Eckau en de Dwina teruggedreven en zou zelfs Mitau, slechts door het Tlrul- moeras van Riga gescheiden, weer in Russische handen zyn, terwyi deBal- tlsche bladen berichtten, dat de Duit schers uit het plaatsje Bauske, ten Z. van Mitau, werden verdreven en ach tervolgd werden. Waar evenwel van Kussische zyde erkend werd, dat ten O. van Ponie- wieck nog steeds werd gevochten en de Russische legerberichten van de herovering van Mitau nog geen mel ding maakten, was eenige voorzichtig heid in het beoordeelen van den toe stand op dit gedeelte van het ge vechtsterrein zeker gewenscht. Werkeiyk is dan ook later gebleken, dat Mitau niet door de Russen is her overd, terwyi de Duitschers zich tus schen Friedrichstadt en Schöberg be vinden, twee plaatsen ten O. van Mitau en Bauske gelegen. De Duit schers naderen in snelle marschen den spoorweg Dunaburg—Wilna en de iyn Dunaburg—Riga. By het terugtrekken op de Boegllnle 1b het voor de Russen natuuriyk van groot belang, dat de steunpunten waarom de algemeeno zwenking dor troepen plaats heeft, de streek van Ossowiece en die tusschen Wleprz en Boeg, ten Z-W. van Wlodawa, volkomen Intact biyven en tot nu toe zyn er op deze punten van het front ook geen ver anderingen van beteekenis gekomen. Een Duitsche aanval op Ossowiece bad geen succes maar een belangryk voordeel hebben de Duitsche troepen ongetwyfeld behaald door de bezetting van de vesting Lomza aan de Bobr. Ten O. van de Boeg Is evenmin in den toestand noemenswaardige wyzi- glng gekomen. De Oostenrijkers, die in de richting van Kowel opmarcheer den, zyn op krachtigeu tegenstand gestuit. Links van de Wleprz werden de Kussen over do beneden-rivier terug gedreven, waardoor ook de Russen, die ten N. van Iwangorod, rechts van den Welchsel nog stand hielden, terug moesten. Tusschen Narew en Boeg biy ven de Russen wyken, terwyi de vesting Nowo Georgiewsk thans is ingesloten en dus wel belegerd zal worden. Vermelding verdient nog, dat een deur van buiten dichtgegrendeld. Hy hoorde de slang tusschen wat papieren schuifelen. Nadat ze hem gebeten had, trachtte zy een schuilhoek te vinden. Hy wist maar al te goed, in welk een vreeseiyk gevaar hy verkeerde, dus trok h|j zyn jas uit, snoerde een schoenveter bo7en de wond en zoog die uit, om zoodoende het grootste deel van het gif nog te verwyderen. Het verbergen van zulk een ondier in het bed van den zieken man was een staaltje van het duivelsche vernuft van Schwarze en zyn bondgenooten. Dien avond, toen Harriet hem waar schuwde, was hy aan Schiller ontsnapt, maar zü waren blykbaar onverzette- ïyk besloten, dat hy sterven zon. Toch was zyn ontmoeting met Schwarze dien avond puur toevallig geweest. Maar by eenig nadenken, zag hy in, dat hy hem wellicht bespied had, daar hy wist welken weg Ashbey 's avonds altyd nam. Hoewel hy gedaan had, alsof hy diens opinie omtrent Schiller deelde, zag Ashbey nu in, dat hy een hand langer van hem was geweest. Hy onderzocht de slangenbeet by het licht van het kaarsje en merkte, dat ze dieper was, dan hy gemeend had. Er viel geen tyd te verliezen. Hy moest naar buiten, in een apotheek een tegengif halen, anders was hy verloren. Met alle macht liet hy zich tegen de deur aanvallen, maar ze bood weerstand. Hy was in dat vertrek opgesloten om er te Bterven. Wordt vervolgd.) Die vreemdeling wekte Ashbey's nieuwsgierigheid op. Waarom was die man naar Engeland gekomen, om hem óp te zoeken Hy herinnerde -zich zyn afspraak met Schwarze en had daar spyt van Maar als hy per rytuig naar de Fitz- roy-street ging, kon hy zeker vóór half elf thuis zyn. „Als hy komt, vraag hem dan, of hy even wil wachten; ik moet nog naar een patiënt, maar zal niet lang ultbiyven". „Goed meneer, antwoordde hy en Ashbey zette zwygend zyn maal voort. Qy verlangde er reedt naar, een snoep-reisje naar Brighton te maken en hetmetyk een onderhoud te hebben met de jonge mevrouw Maytleld. Hy verkeerde nog heelemaal onder den indruk van het bericht, dat zy ge trouwd was, want Ashbey was smoor- iyk op haar verliefd. Waarom, zoo vroeg hy zich af, zou zy zioh by de Schiller's voor ongehuwd uitgegeven hebben Daar moest wel een zeer gegronde reden voor zyn, maar Ashbey zocht tevergeefs uit te vinden, wélke. Alt hy naar Brighton ging, vu zy hem waarschyniyk de waarheid ver tellen, dacht hy. Daarom was hij nu zoo verlangend, haar nog eens te ontmoeten, zelfs al moest hy verdere gedachten aan haar voor goed op geven. Zy had een echtgenoot. Ashbey vroeg zich af, wat voor man hy zou wezen en peinzend ging hy na het eten by het vuur zitten rooken. Een kwartier daarna kwam Schwar ze binnen en nadat hy oen glaasje Curacou met Ashbey gedronken had, trok deze zyn overjas aan en ging met hem mee naar de Fitzroy-street. Onderweg betuigde Schwarze hem zyn harteiyken dank en vertelde hem nog het een en ander over zyn vriend. Het huis, waarheen hy Ashbey bracht, was een hoog, berookt en smerig gebouw. Toen Schwarze op de deur klopte, deed een slordig gekleed meisje van omstreeks twintig jaar de deur open en nam hen scherp op. Eerst toen zy Schwarze herkende, liet zy hen binnen. Zy gingen een portaal door en de afgesleten houten trap op. Toen zy de gang doorliepen, werd een deur snel open en dicht gedraald, alsof een der andere huur ders een bezoeker verwacht had en nu teleurgesteld was. De trappen waren niet verlicht en zy moosten zich vergenoegen met een walmende kaars, die het meisje aan Schwarze had mee gegeven. Hy deed zachtjes oen deur boven aan de trap open en samen gingen zy een kleine, armoedlg-gemeubelde kamer binnen, alleen maar door de vlammen van een haardvuur verlicht, terwyi Ashbey door een half open staande deur in een slaapkamer kon tien, waar een klein nachtlichtje De prys der gewone advertentlën is van 1-S regels 50 ct., elke regel meer 10 eW By directe opgaaf van driemaal paatsing dorxelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend; Geboorte-, huweiyk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebband* dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend Rew|snummers 5 eentj vax de Naaml. Voanoutsskap „Geestke Courant". Hoofdredacteur W. J. C. vak SaktihJ COURANT.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1