Bijvoegsel, behoorende hij
no. 89 van de Goesche Ct.
Stadsnieuws.
Maatschappij tot bevokdkbinq
van Landbouw en Veeteelt
in Zeeland.
(Vervolg.)
Vervolden» leidde de zuivelconsulent
voor Zeeland, de heer Zwagerman,
het onderwerp in:
Maatregelen ter bevordering der
varkenefokkery in Zeeland.
Spreker wee» er op, hoe noodzake
lijk het is, dat ook voor de diersoor
ten, kleiner dan rundvee en paarden,
belangstelling gewekt wordt.
De varkensfokkerij is voor vele
deelefl van onze provincie van bij
zonder weinig beteekenis on geeft
dikwijls nadeolige resultaten.
Verbetering van het ras is nood.
zakelijk, opdat in alle dealen van de
provincie gunstiger resultaten bereikt
kunnen worden.
Uitvoerig ging Bpreker na, hoe hij
een nauwgezet onderzoek betreffende
de varkensfokkerij in en bulten de
provincie heeft ingesteld.
In W. en O. Zeeuwseh-Vlaanderen
is de varkensfokkerij van de meeste
beteekenis. Dit deel van onze provincie
voert ook een belangrijk aantal var
kens uit. In Z -Bev, beteekent de fokke
rij het meest ten Z. van de Bpoorlijn van
Noord-Kraalert naar Goes. Op N.-Bev,
is de varkensfokkerij van geringe
beteekenis en heel gering i» dit op
Tholen, 8chouwen en vooral Walche
ren. Daar voert men hoofdzakelijk
biggen uit Zeeuwseh-Vlaanderen in.
De varkensfokkerij in W. en O.
Zeeuwseh-Vlaanderen geschiedt met
groote ambitie. De zeugen geven daar
zeer veel biggen, wat in andere deo-
len der provincie zeer dikwijls belet
wordt.
De arbeiders- en boerenbevolking
in Zeeland gebruikt hoofdzakelijk
varkensvleesch. Bundvleesch wordt
slechts per jaar per hoofd der bevol
king 10 KG. gebruikt, varkensvleesch
waar«ch(jnl{jk 30 KG., dit is voor Zee
land 7 200 000 KG. MeBterij voor export
Is in Zeeland van geringe beteekenis.
De bestemming van de biggen, in
Zeeland geboren en ingevoerd, is de
volgende75% is bestemd voor voeding
der landbouwers en arbeiders zelf.
Ben zeer klein gedeelte gaat naar
België en naar str iken van ons land.
De varkens, die de arbeiders en
boereu slachten in Zeeland, wegen
gemiddeld 175 KG.
Het vleesch moet hier hard
zUn, het spek kernachtig. Voor win-
kelgebruik wordt malscher vleesch
noodzakelijk geacht.
De slagers op de Zseuwscho dorpen
hebben in het najaar veel vraag naar
spek en vet. Een varken mot veel vet
en spek is dus in alle opzichteD een
voordeelig varken. Daarnaar moet men
zich dus richten. Met den export be
hoeft men in Zeeland geen rekening
te houden, wel echter met de quali-
teit van het vleesch, het vet en het
spek.
Bij de keuze van een bepaalde fok-
rlehting is men zeer goed in staat, de
varkens aan de vereischten, welke
men stellen wil, te laten voldoen.
Een dierfokkerü kan slechts dan
voordeelig zijn, als zij zich aan de
andere bedrijfstakken aanpast.
W(j zijn er in Zeeland in geslaagd,
op goedkoope wijze goed voeder voor
onze varkens te krijgen. Voederbieten,
jonge klaver, suikerbietenkoppen en
kleine aardappelen zijn voor varkens
voldoende.
Hier moet het met de varkensfok-
kerfj heen.
Het verschil in waardeering van de
varkensfokkerij in Zeeland zit ln de
wjze, waarop de varkens worden ge
houden.
Een varken moet weinig kosten en
kan dan groote voordoelen afwerpen.
Geeft men te dure voedingsmiddelen,
dan rendeert de fokkerij niet meer.
Dure hokken z(jn onooodlge on
kosten. WH hebben in Zeeland een
krachtig varken met groot weerBtands
vermogen noodig, dat aan zijn hok
geen groote eischen behoeft te stellen.
Een varken moet bovendien goede
moederelgenschappen bezitten, wil de
varkensfokker(j werkelijk voordeelen
opleveren.
Het met voordeel te fokken varken
moet zeer vrnchtbaar zijn, veel zog
bezitten en mak wezen, het moet
weerstandsvermogen hebben en volu
mineus voedsel met voordeel kunnen
verwerken. De dieren moeten een
zeer sterk beenderenstelsel bezitten en
vooral in de lengte behoorlek uit
groeien.
Wanneer een varkenBfokker{j op
deze beginselen berust, staat zQ op
een gezonde baBis.
Spr. liet vervolgens de varkens en
de apprecieerlng daarvan ln de ver
schillende tg den en de verschillende
landen de revue passeeren.
In 18801885 begon men met don
Invoer van YorkshirevarkenB.
Tot Juni van het vorige jaar waren
voor de Maatsch. 38 beeren van dit ras
aangeschaft, waarvan 36 in den Wil-
helmlnapolder.
Hoewol het Yorkshire-ras in onze
provincie domineert, heeft men hier
nog geen vast type. Vele andere
typen worden eveneens in de pro-
vlDcie aangetroffen.
Velen hebben gemeend, dat het
Yorkshire-ras niet het gewenBchte is.
Men acht de kweek van dit varken
niet profijtelijk. Men moet het
Y.rkshirevarken zuiver fokken, zooals
in den Wilheimlnapolder, waartoe men
in verschillende deelen onzer provin
cie niet kan overgaan.
Vandaar kreeg men daar vaak min
der gunstige resultaten.
Werkelijk is het Yorkshire-varken
in vele gevallen buitengewoon op zijn
plaats, maar voor onze provincie Is
het toch minder geschikt.
Io Denemarken fokt men naast
Yorkshirevarkens landvarkens, welk
voorbeeld wel aanbeveling verdient.
Men krijgt dan een varken van 70 tot
90 K.G. Deze fokkerij gaat in Dene
marken goed, maar zou in Zeeland
niet in toepassing gebracht kunnen
worden. Door de systeemlooze fokkerfl
heeft men in Zseland geen vast type
met vaste, bepaalde eigenschappen.
Het groote Yorkshire-varken is voor
Zeeland niet wenschelijk.
Het veredeld Dnitsch landvarken
heeft meer toekomst ln deze streken,
daar het over het algemeen uitstekend
geschikt is en meer en meer waardee
ring vindt.
Toch moet men er voor oppassen,
dit ras niet te veel te veredelen.
In Z.-Vlaanderen fokt men in het
bijzonder het veredeld Vlaamsch land-
varken, het is een mengsel hiervan
met wat bloed van verschillende
Engelsche rassen.
De Brugsche varkens, daar gebruikt,
zjjn van groote geschiktheid gebleken
en werden reeds veel in Zeeland in
gevoerd.
Van dit min of moer veredelde
Vlaamsche landvarken zal men moeten
uitgaan, om een type te krijgen, dat
aan alle vereischten voldoet.
Spreker concludeerde dus de wen-
schelfjkheid, uit te gaan van het ver
edelde Vlaamsche landvarken en daar
naast varkens uit België ln te voeren,
waar men op dat punt reeds zooveel
verder is dan in Zeeland.
Het is noodig, dat in de streken,
waar de varkensfokkerij van hooge
beteekenis is, de Vereenigingen bevor
deren het gemeenschappelijk omwis
selen van goede beeren en het om
wisselen van goed mannelijk en goed
vrouwelijk fokmateriaal.
Een provinciaal stamboek van het
veredelde Vlaamsche landvarken moet
daarnaast opg«richt worden en con
troleurs ter merking van de beste
biggen zfjn noodzakelijk.
Bovendien moet men komen tot
oprichting van fokstations voor ver
edeling van het gekozen type.
Dan kunnen belangrijke resultaten
zonder twijfel bereikt worden, al zal
er veel geld noodig zijn, dat In den
beginne moeilijk op de fokkers zal
zijn te verhalen.
KQksteun, provinciale steun en steun
van de Z. L. M. zal dan zeer wensche
lijk zijn, evenals bijdragen van de
boerenbonden.
Spreker hoopte, dat het gevolg van
zijn lezing zou zijn, dat meer dan tot
nu toe het varken de belangstelling
zon krljgeD, welke het zoo ruimschoots
Verdient, (applaus).
De voorzitter bracht den heer Zwa
german voor zijn rede hartelijk dank.
De kwestie kwam reeds herhaaldelijk
ln de Mtp. ter sprake. Men streeft er
naar, een commissie van belangheb
benden in het leven te roepen, die
naar haar ondervindingen verslag zal
uitbrengen aan de Mtp.
Da heer Vorsterman van Oyen be
sprak vervolgens de bedrijft admini-
ttratie door den landbouwer in verband
met de inkomstenbelasting.
Wil men goed boekhonden, dan
moet ieder onderdeel van het bedrijf
op nauwkeurige wgze geboekstaafd
worden.
Than» zijn den landbouwer nieuwe
lasten opgelegd. Men moet dus voort
aan een inventaris opmaken, uitgaven
en inkomsten kennen om te weten, of
men meer dan f 650 overhoudt. Zoo
ja, dan is men belastingschuldig.
Men moet dus een inventaris op
maken en het beste voor den land-
bouwer zal wel zjjn deze te beginnen
met Mei. Daarop dienen alle bezittin
gen vermeld, evenals de schulden,
zoodat men het kapitaal gemakkelijk
kan betalen.
Daarnaast komt de bedrijfsbelasting,
waarvoor inkomsten en uitgaven
moeten geboekt worden.
Het beste is nauwkeurig aanteeke-
nlng te houden, opdat men niet door
een schatting nadeel ondervindt.
Men mag aftrekken pachtsommen
voor het bedrijf, niet evenwel huis
huur en meubilair. Voorts alles, wat
men betalen moet als lid van de Z L.M.,
paardenstamboek, het toekomstig
varkensstamboek, enz.
Uitvoerig behandelde spreker ver
volgens, wat wel en wat niet mag
worden afgetrokken.
Aan hst boekhouden is dus zeer
veel verbonden.
De vraag is maar het zoo te doen,
dat men zijn goed recht later desnoods
tegen den fiscus kan verd-digen.
Daarover zou de heer Kosten, ao.
countant Middelburg, nog het een en
ander mededeelen.
Deze wees er op, dat de belasting
een propaganda voor het boekhou
den is.
Men is nu vooral van oordeel, dat
de boeren zeer veel geld verdiend
hebben. Wil men thans niet te hoog
aangeslagen worden, dan is een een
voudige boekhouding noodzakelijk.
Er zijn bezwaren, o.a. de eigenaardig
heid van het bedrjjf, maar dit is toch
geen bezwaar, om con zuivere en goed
overzichtelijke boekhouding te krijgen.
De betrekking tusschen man en
vrouw kan bij den landbouw tot groote
moeilijkheden aanleiding geven. Man
en vrouw moeten samen werken en
niet leder een gedeelte van het be
drijf voor eigen rekening uitvoeren.
Ook het gebrek aan tijd mag geen
bezwaar zjn. In leder bedrijf komen
drukke werktijden voor.
Het grootste bezwaar is het gebrek
aan kennis, want boekhouden moet
geleerd worden.
Houdt men zelf boek, dan begint
men met het opmaken van een inven
taris. Dit is het fundament van het
boekhouden. Daardoor bemerkt men
de vermogensvermindering of -ver
meerdering.
Door uitgaven en inkomsten op te
maken, bepaalt men tevens de winst
of het verlies.
Zoo kan men eens in het jaar z{jn
inventarlB opmaken.
Men komt zoo echter wel tot het
resultaat, of men verloren of ge
wonnen heeft, maar men moet ook
weten, waarop men wint en verliest.
Naast den Inventaris dient men dus
een boek aan te leggen van alle veran
deringen, welke ln de zaak ontstaan.
Tevens dient een kasboek aangelegd
te worden.
Ook een vorderlngsboek en schul-
denboek z{jn noodzakelijk.