N°. 69 1915
Dinsdag 15 Juni
102de jaargang.
46 FEUILLETON.
Warrige Draden.
relefoonnammer 33, directeur GK "W. tan Barnkveld. Uitgave van de Naaml. Vennootschap .Gttsche Conraat". Hoofdredacteur W. J. G. van Santin,
Oe nttgavo dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrydagavond
uitgesonderd op feestdagen.
Prfis per kwartaal, in Goei f 0,75, buiten Goes, franco f 1,2».
Afzonderlijke nommers S cent.
naendlng: van advertentldn op Maandag, Woensdag
en VRIJDAG vóór 19 uren.
De prfls der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 cl,
directe opgaaf van driemaal paatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelSk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels J, I,— berekend
Bew)>nummer« at«esit4
•T Zij, die zich met Ingang
van 1 Juli a.s. op ons blad abon-
neeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers
gratis.
Hjambi-concessi&i.
Binnen korten tijd zal de Tweede
kamer der Staten-Generaal te beslissen
hebben over de uitgaven der zoogmaam-
de Djainbi-consessies. Als bekend mogen
wij veronderstellen, dat door den Minis
ter van Koloniën wordt voorgesteld, om
die concessies voor de eene helft toe te
wijzen aan de Koninklijke Nederlandsche
Pe.troleum-Maatscbappij en voor de
andere helft aan de Zuid Perlak-Maat-
schappij, welke resp. 50 en 621/s ten
honderd van de netto-winst aan den Staat
der Nederlanden zullen afstaan.
Sumatra, één der vier groote eilanden
van onze Oost-Indische koloniën, bevat,
behalve tal van delfstoffen, zeer rijke
petroleum-bronnen. Voor een groot ge
deelte is de concessie tot. ontginning der
petroleum terreinen in handen van de
Koninklijke Petroleum-Maatschappij.
Dit is geen slecht zaakje geblekeu. Milli-
oenen en millioenen zijn door de aandeel
houders dezer Maatschappij verdiend
directeuren en commissarissen genoten
aan salarissen en winst-aandeel schier
jaarlijks kleine kapitalen. Over 1914
deelde de Maatschappij weereen dividend
uit van 49 procent.
Van meer dan één zijde wordt het be
treurd, dat al deze millioenen den parti
culieren kapitalisten in den schoot wor
den geworpen het water, zegt men,
vloeit altoos naar de zee. Vandaar een
pleidooi voor staats-exploitatie, om de
volle winst iu de schatkist te brengen.
Ter verduidelijking mogen wij even
doen opmerken, dat het rijk van Djambi,
op Sumatra, tot nu toe voor particu
liere ontginning gesloten was. De
regeering heeft reeds zeer lang geledeD
verschillende belanghebbenden laten in
schrijven voor de uitgifte der Djambi-
terreineu voor petroleum-ontginuing.
Het hoogste aanbod kwam in van de
Koninklijke en van de Zuid-Perlak-
Maatschappij. De eerste wilde 50, de
tweede 6$Yg ten honderd van de netto
winst aan de regeering afstaan.
Wij, voor ous, zijn voorstanders van
staats-exploitatie. Van een staats-exploi
tatie door dik en dun willen wij echter
niets weteu. En ten opzichte van de
Djambi-concessies, welke zoo zoetjes-aan
berucht wordeu, wenschen wij een enkel
woord in het midden te brengen.
De Staat exploiteert als regel duur,
en wanneer men 62 l/% pet. van de
winst kan krijgen, zonder eigen exp oi-
tatie en risico, dan aarzelen wij niet
te zeggen, dat deze weg de voord eel igste is.
Het gevaar blijft, dat men het mo
nopolie van een enkele maatschappij
Fletcher keek ouderzoekend naar
de overgebleven gasten en dacht, dat
de kast veilig was Toen keerde hl)
naar Jane en haar vriend terug
,Zeg ona ving,* zei ze zacht, „hoe
de zaken staan. Deze heer la het
hoofd van de Franacho geheime politie.
HQ la hier om te helpen, als het mo
gelijk ia
„Wy hebben de gegevens verza
meld," aatwoordde Robert, „en ze de
regeering voorgelegd. Wij hebben
ons tot verschillende leden van het
Ministerie gewend. Het resultaat is
in elk geval hetzelfde geweest. Men
behandelt ons als krankzinnigen.
Durham wil niets doen. De vloot is
uitgevaren, de schatters gaan hun
gang in Soho cn de hemel weet, waar
meer. Geen enkele maatregel van
voorzorg la genomen
,Ik ben ook niet geheel geslasgd,'
zet ze. „Het is ml] gelukt, dat de
konings gezinde officieren nit het
grensleger worden verwjderd, maar
ten opzichte van de vloot wil men
niets doen. De Fransche regeering
weigert te gelooven, dat Engeland
hnlp noodig heeft.'
De kleine oude hear boog zich voor
over en sprak Fletcher aan.
„Wat gaat u nu doen?"
Niets," zei deze kortaf.,Ik heb Perth
weer versterkt, maar aan den anderen
kant heeft men met het feit rekening
te houden, dat men voor den afzet
van het product zal moeten gebruik
maken van het feitelijk reeds bestaande
verkoops-monopolie van de Koninklijke,
want zonder dat, dus op de vrije
markt, kan dat machtige lichaam overal
den piijs van de staatspetroleum-pro-
ducteu zoo drukken, als het wil.
Immerstegenover het door bedoelde
Maatschappij gecontroleerde kwaintum
beteekent Djambi weinig of niets. En
de Koninklijke kan door haar tank
schepen goedkoop vervoeren.
De Staat zou, bij exploitatie, deze
dau ook moeten hebben, benevens de
pót-tanks op de grootere en kleinere
haven-plaatsen. Doch overal komt de
Staat in concurrentie met de Konink
lijke. Geeft nu de Staat aan deze
maatschappij, of aan de Zuid-Perlak,
of' aan beide, de concessie, welke dan
natuurlijk zullen samengaan om zoo
juist geuoemde redenen, dan ontloopt
de Staat alle risico, welke hij anders
door de positie van de Koninklijke
loopen zou.
In dit speciale geval kunnen wij dan
ook geen voordeel voor den Staat,
namelijk financieel, zieu in staats-exploi
tatie, enkel van deze concessies. Of men
Vs van de concessie aan de Perlak
geeft of alles, of l/3 aan de Koninklijke,
of alles aan haar, het is oud lood om
oud ijzer. Want ten slotte is het de
Koninklijke, welke het product zal
verkoopen en dus de zaak in handen
heeft.
Er schijnt slechts één uitweg, om
den Staat het maximum-voordeel te
verzekeren. En wel dezede Staat
besluit, om geen petroleum-concessies
meer uit geven. Hij richte aau.de
afdeeling Mijnbouw een aparte afdeeling
op ter opsporing van petroleum in
htederlandsch-lndié, exploiteere nu zelf,
overal waar petroleum in voldoende
hoeveelheid wordt aangeboord, en sluite
voor den verkoop der producten een
overeenkomst met de Koninklijke,
waarbij deze zich verplicht, het gansche
product te verkoopen tegen een bepaalde
verkoop commissie.
Dan komen wij allicht op heter ter
rein. Er zijn in onzen Archipel meer
dere streken, waar petroleum in den
bodem wordt vermoed de Staal explo-
reere nu met een staf van bekwame
geologen en kundige bouwmeesters, oui
zoo tot petroleum-expioitatie niet enkel
in Djambi te komen. Ten eigen bate
dus. En de Staat make gebruik van
de machtige positie van de Koninklijke
als verkoops-makelaar, tegen een vaste
provisie.
Naar alle waarschijnlijkltpid zijn de
petroleum-lerreinen in onze Oost niet
tol Djambi en de 1111 geëxploiteerde
maar oven gesproken, sedert w(j van
de laatste mislukking hoorden. Zal
lk hem halen
Jane knikte. Robert ging raar
Perth toe, die heen en weer liep en
nu en dan een scherpen blik op hen
wierp.
,Z{ wenschen n te spreken," zei
Robert.
„Onze vriend is prachtig vermomd,"
merkte b(j op, terwjjl h[j Robert volg
de, „maar ik heb hem herkend. Het
is monsieur Faure, de schranderste
man in Frankrijk.'
De twee mannen groetten elkander
beleefd. Een kelner stond in de nabij
heid.
„Ik noodig u en nw neef nlt,
meneer," zei Fanre, „met mij een glaB
wtln te drinken."
De wjjn werd besteld en de kelner
weggezonden.
„Meneer Perth," begon Faure toen,
,ik ken u en ik denk, dat n mij kent.
WQ strijden beiden tegen een moeilijk
ding ambtenaren, die niet willen
gelooven, wat misschien een beetje
heel zonderling klinkt. Ik ben ge
deeltelijk geslaagd, u niet. Ik geloof
echter, dat een ramp voor Engeland
ook een ramp voor m(jn land zou zQn.
Daarom ben lk hier om te zien, of lk
u ook van dienst kan z(Jn."
„Meneer Faure," zei Jane, ,iB al
naar zijn gezant hier geweest
„En de gezant, die zoo goed was,
volkomen vertrouwen in mij te stel
len, ging terstond naar het Ministerie,"
volgde Faure. „Toen hij terugkwam,
streken "beperkt. "Een rijke bron van
staats-iukomsten kon op boven-omschre-
ven wijze op den duur worden verwacht.
Maar ook dan kan worden verwacht
in de toekomst een zóó belangrijk
kwantum, dat diezelfde Koninklijke er
groot belang bij heeft, om den Staat
als werkgever niet te verliezen en hem
zoo billijk en mogelijk als makelaar
te dienen.
Men neme, in dit opzicht, de proef
eens met Djambi 1
Buitenland
De strijd In en bulten Europe.
De taktlek dor geallieerden, een
groot aantal staten, met verschillende
ligging, maar dikwllls met dezelfde
belangen, ter bereiking van het ééne
groote doel, samen te brengen, is
zeer practisch om een overmacht te
vormen, maar zal op den dnnr onge
twijfeld tot groote moeilijkheden aan
leiding geven.
Innerlijk sterk kan een zoodanige
combinatie nimmer zijn, daar de be
langen van den «en al heel spoedig
ln botsing komen met die van den
ander.
Iedere staat, die wordt overgehaald,
aan den grooten strjjd deel te nemen,
ziet voor de door hem te brengen
offers en voor de door hem te dragen
oorlogs risico een belooning in het
voornltzleht, welke zoo groot en van
zooveel belang voor land en volk 1»,
dat z|j ruimschoots tegen alle bezwa
ren opweegt.
Daarvoor storten alle staten, welke
tot medewerking worden overgehaald,
zleh in den krijg. Zü strijden niet
in dienst van beschaving en men-
schelijkheid, z{j strijden slechts omdat
zij daarin voor zich zelf voldoende
voordeeier zien.
Geen staat neemt vrijwillig aan den
oorlog deel of haar regeering moet
weten, waarop zij na de overwinning
zal kunnen rokcuec.
Vaste afspraken dienen dan ook
gemaakt te worden, niet alleen om
te voorkomen, dat twee staten t« sa
men om hetzelfde deel van het vij
andelijk grondgebied strijden, maar
ook om zeker te weten, dat b0 de
eindregeling het door lederen staat
begeerde deel van den bnit door do
andere bondgenooten aan den strijd
makker zal gegund worden.
De Engelscbe diplomatie, die als
onderhandelaar voor de geallieerden
optreedt, heeft dns een alles behalve
gemakkelijke taak,
Z(j moet er voor zorgen, dat zooveel
mogelijk goed bewapende jagers aan
den jacht op het groote Duitsche en
Oostenrijksehe wild deelnemen, aan
haar 1e de taak opgedragen, de on-
willlgen tot spoedige aanslntting op
te wekken, door den bult van te voren
zoo nanwkenrig mogelijk te verdoelen
en er voor te waken, dat niet twee
jagers mede optrekken, dia beiden de
hnid van denzelfden beer begeeren.
was h0 boos.'
Perth sloeg met zijn hand op de
tafel.
,WJ hebben onze bewijzen," zei
h(J, ,en zo worden belachelijk ge
maakt. üw gezaDt spreekt voor ons
en tevergeefsHoe knnnen wij
deze domme regeering Iets aan het
verstand brengen U bent gekomen
om iets voor te stellen Wat 1b het?"
Faure knikte toestemmend. H|j
opende zijn mond reeds om te spreken.
Plotseling veranderde de nltdrnkking
van z|]n gezicht. HJ wees naar de
denr en vroeg kortaf:
„Wie is die man? Kijk! Vlagl"
Robert was juist bijtijds, om Schtttz
door de deur te zien verdwjnen.
„Een man, die Sehütz heet," ant
woordde h(j. „Een lid van het be-
stuur van den kelnersbond."
„HJ heeft iets aan een kelner ge
geven. Roep dien kelner dadelijk,*
beval Faure.
Robert gehoorzaamde terstond. De
kelner, een Zwitser, kwam bj hen.
„Wat wilae meneer Sch&tz vroeg
Fletcher,
„H{j zei, dat h® vanavond terug zou
komen om te dlneeren en liet een
valles achter," antwoordde de kelner.
„Breng dat valies dadelijk," beval
Fanre.
H(J was opgesprongen. De kelner
snelde weg en kwam met een klein
zwart valies terng. Fanre hield het
een oogenblik aan z{|n oor. Zjj hoorde
allen een fiauw spinnend gelnld. Na
gasakl begon te huilen. De Fransoh-
Wat de geallieerden verschillende
staten kannen aanbieden, is natuurlijk
aan zekere grenzen gebonden. Niet
alleen knnnen Z0 slechts beloften doen
over stukken van het vijandelijk
grondgebied, maar bovendien moeten
zij toch ook eenigszlns aannemelijk
kannen maken, dat de oorlog die
Btreken ook werkelijk ln hnn bezit
brengen zal.
Vooral in den Balkanhcek z{jn be
loften van grondgebied bijzonder ge
vaarlijk, niet het minst, omdat de
eene staat den andor geen grootere
maoht gunt en men dns groote kans
loopt, door mooie beloften een bond
genoot te winnen, terwijl men zich
terzelfder tijd diens jaloerechen buur
man tot v{)and maakt.
Bulgarije zou wellicht spoediger tot
den strijd knnnen worden overgehaald,
wanneer het niet belangrijke gedeelten
van Macedonië aan Servië zon moeten
gnnnen en Roemenië zon ongetwijfeld
eerder als bondgenoot te begroeten
z0n, wanneer Rusland zoo-attent zou
willen wezen, het een deel van Bes-
sarablë cadeau te doen, waarover
Rusland natunrlflk niet denkt.
Zoogenaamd Is de strijd om Servië
begonnen en men mag dns verwachten,
dat, waar iedereen het kleine Balkan-
rfjkje te hnlp gesneld ls, toch op z(jn
verlangens wel degelijk zal gelet
worden.
In werkelQkneld blflken Servische
en Russische belangen niet stnedB ln
dszelfde richting te gaan. Trouwens,
ook de andere Balkanstaten z$n niet
geheel gernst. De geallieerden doen
aan de Dardanellen al hnn best, Con-
atantinopel voor de Bussen te ver
overen, maar deze moote belofte aan
den Rnssischen bondgenoot, staat den
Balkanstaten, wier sympathie toch ook
gewonnen moet worden, alles behalve
aan.
Men wensoht ln den Balkan Rus
land geenezins als sleutelbewaarder
van de Dardanellen.
Het deelnemen van Italië aan de
oorlog heeft nieuwe verrassingen ge-
braeht. Italië was niet tevreden met
de belangrijke concessies door Oosten
rijk gedaan. Dns ligt het voor de hand,
dat men zleh slechts de offers en de
risico van een oorlog getroostte om
een uitbreiding van gebied te ver
krijgen, welke zooveel grooter was,
dat zQ den oorlog rechtvaardigde.
Italië houdt niet alleen het oog
gericht op de door Italianen bewoonde
landstreken ln Ooatenrjksch bezit,
het heeft, ten tijde van hst Albanee
Bche koninkrijk en daarna, door een
bezetting van Albaneesch gebied,
reeds getoond ook bier zijn invloeds
feer te willen nltbrelden.
Zonder twijfel z(jn dan ook Italië
als belooning voor zijn bondgenoot
schap, na deu vrede, belangrijke con
cessies in Albanië toegezegd.
Maar ook Servië heeft daar zijn
levensbelangen Het heeft immers al
jaren lang gestreden tegen het Oos
tenrijksehe veto, dat bet belette, een
eigen haven te hebben aan de Adri-
man legde het valies voorzichtig op
de tafel.
„De zaal nlt, als nw leven n lief
is," beval h(j met donderende stem
Robert greep Jane's arm en zij vlogen
allen naar dn deur. Nauwelijks hadden
zij die bereikt, toen een hevige uit
barsting plaats bad. Zil ijlden de straat
op, gehuld ln een dichte wolk van
rook, terwijl steenen en overblijfselen
van menbelen om hen heen vlogen.
Maar zQ kwamen vtilig buiten, of
sohoon van café „Victoria" nauwelijks
een steen op een anderen bleef„
Van alle kanten kwamen de men
sehen toestroomen naar de plaats des
or halls. Faure riep ln een zijstraat
een voorbijgaand r(tnlg aan en wenkte
den anderen, er in te gaan. Hij gaf
den koetsier een adres
„Vrienden," zei h0, toen z{ allen
gezeten waren, „lk vrees, dat mijn
tegenwoordigheid dit onheil over nw
café heeft gebracht. Mfln vermomming
is goed, maar niet goed genoeg, om
de slimste schnrken in Europa te mis
leiden. Laat ons het gesprek voort-
zetten, waar het gestoord werd."
„Het café heeft zlln dienst gedaan,"
verklaarde Perth. „Ik ben bl0, dat het
weg ls, ofschoon w$ maar nauwelijks
aan het gevaar ontsnapt z(jn. Meneer
Faure, u hebt, geloof ik, iets voor te
stellen. Er ls geen tijd te verliezen."
De Franschman knikte.
„Ja," gaf hij toe. „Misschien geeft
het niets, maar het is onze eenige kans.
U heeft een beroep gedaan op de
regeering dat ls mlslnkt. Doe nu
atlscbe zee.
Zonder twijfel gaan de Itallaanaehe
en de Servische belangen In dezen
strijd dan ook allerminst zamen.
Maar Servië heeft niet veel in te
brengen. Van het verzwakte, door
ziekte ondermijnde, Servische leger
kan niet veel kracht voor de over
winning der geallieerden meer uitgaan
en het ligt ln de i(jn van hnn han
delingen om daarom den sterkeren en
nog onverzwakten bondgenoot Italië
op Alban«eseh grondgeblec^nla eersten
bolanghebbende te erkennen.
Als Servië protesteert, wordt het
onmiddellijk den mond dicht gestopt.
Het is en blijft de kleine kwajongen,
door wiens straatschenderijen de heele
oorlog eigenlijk ls nltgebroken, die
zich nu maar stil most honden en eens
bedenken, dat do heele wereld eigen
lek vecht om b»m van het welver
diende Oostenrijksehe pak slaag te
verlossen.
Begint Servië eladelyk ln te zien,
hoe de stand van zaken langzamerhand
ia geworden
Zeer opmerkelijk is het, dat er van
krijgsverrichtingen tnssehen Oosten-
r0k-Hongarlje en Servië ln de laatste
maanden geen sprake meer is geweest.
Servië heeft ln den laatstee tijd den
geallieerden zoo goed als geen hnlp
meer geboden.
Er waren er velen, die meenden,
dat het Servische leger, door typhus
gedecimeerd, tot geen enkele militaire
actie meer ln staat waB.
Zy zullen vreemd opgehoord hebben
toen bet dezer dagen bekend werd,
dat Servië, in plaats van het zijn
Oostenrflkschen buurman lastig te
maken, een expeditie in Albanië op
tonw heeft gezet.
Wat ls het doel van dit krijgsbe
drijf?
Het ls zeker Diet moeilijk teraden.
Servië streeft nog altijd naar het
doel, een haven aan do Adriatische
Zee, en zor.der twijfel bad een zoo
danige gebiedsnitbreldlng dan ook de
vo'lc instemming der geallieerden.
No de oorlog bijna een jaar geduurd
heeft en de geallieerden nog even
ver alB vroeger van de als zoo zeker
aangenomen overwinning af zijn, be
gint Servië er langzamerhand aan te
twijfelen, of het werkelijk wel ooit, door
bemiddeling van z$n tegenwoordige
vrienden, iets in Albanië zal te zeggen
krijgen.
En nn ook Italië ln den str{jd is
betrokken en er ln Servië gerecht
vaardigde vermoedens bestaan, dat
dozen nieuwen bondgenoot, In het toe
komstige Albaneesehe orkest, de plaats
van eersten violist ls aangewezen,
begint het langzamerhand de over
tuiging te krijgen, dat zijn eigen be
langen niet via een veroverd Weenen
of Berlijn, maar reohtstreeks door
Albanië naar do Adriatische knst
gaan.
Hoe zal deze nieuwe Servische actie
ln het kamp der geallieerden worden
opgenomen
In allen gevalle blijkt er weer alt,
een beroep op baar meesters."
„Het volk!' riep Perth uit. „Maar
hoe Er is geen t(jd I*
„Er ls maar een weg," verklaarde
Fanre, „maar het ls een koninkijke
weg. Wend n tot de pers 1 Als wt)
maar een uitgever kunnen vinden,
die het lot wil werpen 1"
„Bryee!" riep Perth uit.
„W(j zjn op weg daarheen," zei
Fanre. „Hjj is onze oenlgehoop I" HJ
zag Perth aan. Er was een nieuw vaur
ln zijn oogen. Robert begreep, dat het
denkbeeld hem toelachte.
„A s wij echter maar tijd hebben!"
mompelde hij.
Het rijtuig hield stil vooi" het prach
tige bnrean van de „Daily Review."
Faure ging voorop en geon vijf
minuten, nadat z(J het groote gebonw
waren binnengetreden, werden z0
toegelaten in de tegenwoordigheid van
Richard Bryee, uitgever eu hoofd
redacteur van de „DalJy Review", een
zeer druk gelezen courant in Engeland
Hij zat voor een tafel met esn menigte
papleren en was drnk aan het werk.
H{| stak Faure de hand toe en stond
half op, toen h{j Jane zag.
„U hebt mij Iets te zeggen, meneer
Faure?" vroeg hy haastig. „Zoovlug
mogelijk, als 't u belieft I Dit is voor
my het drukste uur van den dag-*
„U kant het ook bescboawon als
het gewichtigste nnr van nw leven,
want ik zal u een gelegenheid ver
schaffen, uw naam wereldberoemd te
maken."
Wordt vervolgd