N°. 48 1915 Zaterdag 24 April. 102de jaargang. Bij dit oo. behoort een Bijvoegsel, FEUILLETON. Warrige Draden. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrydagavond uitgezonderd op feestdagen. Prtls per kwartaal, in Goes f 0»7S, buiten Goes, franco f Afzonderlijke nommerc 8 cent. inzending van advertentlën op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór 13 uien. COURANT. De pr0B der gewone advertentiSn is van 1-5 regels 50 ot., elke regel meer 10et> Bg directe opgaaf van driemaal paatslng derielfde advertentie wordt de pr(js slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwaljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k f 1,— berekend Bew|snummers Speent, Telefoonnummer 28. Directeur ;GJ W. van Babnevbld. Uitgave van de Kaaral. Vennootschap „Gccnche Comrant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santin. Pare negatie. Het sociaal-democratisch Volk»week blad voor Groningen probeert den duivel uit te drijven met Beëlzebub. De redac teur, de heer E. Rugge, is een aanhan ger van de leuze „geen man en geen ceut", en men zal zich de vermakelijke rol nog wel herinneren, die hij gespeeld heeft vóór en op het Arnhemscb con gres. Met de partijleiding kon deze heer zich al buitengewoon slecht ver eenigen; hij, de verstokte anti-militairist, achtte het een schande voor de S. D. A. P., dat voor leger en vloot, zelfs al geschiedde zulks alleenlijk voor defensieve doeleinden, een cent werd toegestaan. Maar nu heeft het Volksweekllad, dat twee-en-vijftig maal in een jaar den dames en heeren van de S. A. P. het marxistisch manna tegen hoogst civielen prijs brengt, het in zijn jongste nummer ook gehad over het torpedeeren van de „Katwijk" en het opbrengen van een aantal IJmuider stoomtreilers naar Cuxhaven. Waarom niet De kwesties zijn interessant genoeg, om ook in een socialistisch weekblad behandeld te worden. Het feit alleen zou ons allerminst aanleiding hebben gegeven, aan het Grouingsch orgaan de aan dacht te wijden. De wijze echter, waarop de heer Itugge ,de kwestie be schouwt, is zóó interessant, en staat zóó geheel op zich zelve, dat wij haar onzen lezers niet meeneu te mogen onthouden. De heer Itugge schrijft dau „Het is haast niet aan te nemen, dat de Duitschers zulke dingen doen zonder geldige reden en er is, trots alle schoone verklaringen en betuigin gen van onschuld, groote kans, dat deze schepen goederen aan boord had den, die als oorlogs-contrabande zijn aan te merken. Wij vertrouwen onze negccianten op dat stuk absoluut niet." Hel Volk kapittelt den heer Rugge, die partij trekt uit anti-militairisme „voor één van de meest brute ge welddaden", welke door het modern militairisme worden bedreven, in een artikeltje„De werkelijkheid zien". En daar is reden toe. Immersde „Katwijk" had levensmiddelen vooreen neutralen staat, Nederland, aan boord, geconsigneerd aan de Nederlandsche regeering. Van contrabande kan hier geen sprake wezen, en met „onbetrouw bare negocianten" heeft de geheele 1 kwestie niet het allerminste uitstaande. Het zal den heer Rugge bovendien bekend zijn, dat de onderzeeër de lading, welke het Nederlandsche koop vaardijschip aan boord had, niet eens 25 „Voor het oogenblik zfln we wel veilig,' antwoordde Perth, „maar je kan nlat altgd de deur gesloten houden op reis Denker aan. dat onze vganden dotzond oogan en ooren hebben. Het dient nergens toe, te veel te wagen. Ik b-n Samson, je bediende, en Samson wil Ik blijven.' „Ben ja soms ook van plan, in de bediende kamer je maaltgden te ge bruiken vroeg Robert. „Zeker,' was het antwoord. „Ik hoop daar nuttige kennismakingen aan te knoopen. Heb je de passaglerlijst Fletcher haalde ze nit zfln zak, Perth zag over zijn schouder Halverwege de lijst weos hy op een naam. „Meneer Fourcombe en bediraode,* mompelde hy. „Dat Is onze vrierd 1 Ik herken den naam. Dien heeft hl) vroe ger gebruikt! Laat ons verder zien Weer gleed zUn vinger langs de lijst weer hield hij op. „Mevrouw Von Werderfels, en de jonge dames Von Werderfels 01'zei hij, „dat 'is de dame, met wie u in kennis moet zien te komen.' „Een van het hof?' vroeg Fletcher. HQ knikte. „Er zUn er natunHJk rneer, maar ik herken bun namen niet. Dat zal echter wel biyken. Doe de deur nu opes en ga op het dek. As hofmeester heeft onderzocht. Van welken kant men de zaak dus ook beschouwt, een „geldige reden" bestond er niet. Maar op iets anders dient de aan dacht gevestigd. Waarlijk niet alleen van sociaal democratische zijde wordt er op aan gedrongen, de prijzen der levensmid delen, en speciaal van het brood, te verlagen. Met overdrijving, der socialis tische propaganda eigen, wordt betoogd, dat koning /Honger" buiten onze land palen moet gehouden worden. Welnu onze eigen bodem levert niet genoeg graan op, wij zijn op den invoer aan gewezen een volksvoorlichter als de heer Rugge dient zulks te weten. En nu de Nederlandsche regeering alles in het werk stelt, om nit het buiten land te betrekken, wat onze eigen bodem te kort schietnu die pogingen nog moeilijker worden door het groote gevaar der onderzee-booten, betuigt de heer Rugge, uit naam van het ./hon gerende" proletariaat niet zijn leed wezen over het feit, dat de „Katwijk" met lading en al naar den kelder is gegaan, doch zegt cynisch, met een absolute negatie der feiten daar zullen wel redenen voor geweest zijnmen kan onze negocianten nu eenmaal niet vertrouwen. Met zulke drogredenen zijn de lieden, die op verlaging van den prijs van het onontbeerlijk voedings middel aandringen, inderdaad voortref felijk geholpen I In het artikel des heeren Rugge zien wij den geest, die door de demagogen der S. D. A. P„ bij gebrek aan be hoorlijke argumenten, gepropageerd wordthet is „der Geist, der stets verneint" het stelsel van systematisch afbreken, waar men tot opbouwen niet in staat is. Men moet van het socia lisme toch al een zeer eigenaardige opvatting hebben, als men denkt, het daardoor te kunnen bevorderen. De heer Rugge, propagandist van „geen man en geen cent", vergoelijkt den meest onsjmpathieken vorm van mili tairisme, om toch maar in zijn politiek van absolute negatie te kunnen vol harden. Wat komt het er op aan, zoo de belangen van hen, welke men zegt te willen behartigen, op de ernstigste wijze worden geschaad Gelukkige Groningsche sociaal-demo cratie, welke zrllke voorlichters heeft 1 Gemeenteraad van Goes. Vergadering van Donderdagavond 8 uur. Voorzitter de heer J. B. de Beaufort, burgemeester. Afwezig de heer De Paauw, zonder kennisgeving. Eén vacature. Na vaststelling der notulen van de zal terstond wel komen om uaar je bevalen, te vragen.' Fletcher stond op en strekte zijn band uit naar de deur. Plotseling deed een echel geblaf hem van schrik ver- bleeken, Perth zag hem verbaasd aan. „Wat scheelt je nu?' vroeg bij. „Je bent toch niet bang voor een hondje?' Fl/tcher opende de deur. Natuurlijk, zijn plotselinge vrees was dwaas Maar nauwelijks hsd hy de hut ver laten, of een uitroep ontsnapte hem. Tegenover hem zat een klein Japansch patryshondje en Robert was van bet eerste oogenblik af zeker, dat h{ het herkende, en even zeker, dat het hem herkende. Het gromde of kwispel staartte niet, maar zag hem strak aan. Robert fluisterde Perth toe, terwyihjj op den hond wees „Haar hondje 1" „Van wie?' vroeg hy scherp. „Van Jine Parker 1, „Onzin 1" zei hy. „Er zyn zooveel van die honden Op dat oogenblik kwam er een hof meester voorbij. Fletcher wees op den hond. „Ik dacht, dat er geen honden in de hutten werden toegelaten,* merkte Fletcher op. „Neen, meneer,' antwoordde de man. „Voor de jonge dame, van wie dit hondje is, Is evenwel een uitzondering gemaakt. Maar hy mag niet los rond- loopen." Een jonge vrouw ln het zwart kwam haastig toesnellen. Zy nam het hondje vorige vergadering, wordt mededoeling gedaan van de Ingekomen etukken. Daartoe behooren goedkeuringen door Oed. Staten van versebillende raadsbesluiten, een kennisgeving van de door de Vryslnnigekiesvereenlging „Vooruitgang* in haar laatste verga dering aangenomen motie en een schryven van den heer W.Temperman, waarin hy meedeelt ontslag te nemen als lid van den raad. Nog Is ingekomen een adres van vorscheldene houders van mestvaalten, naar aanleiding van het door den raad op dit punt genomen besluit. Adressanten hadden gehoopt, dat met de toepassing daarvan wel wat meer tyd zou z{jn gegeven, maar hebben ge merkt, dat die verordening nog veel bezwarender is dan zy wel wisten. Adressanten zetten uitvoerig bun bezwaren uiteen en wyzen o a. op den hoogan prys der bouwstoffen, waar door voldoening aan de nieuwe voor schriften uiterst bezwaariyk wordt. Dat adressanten niet dsdeiyk vóór 7 jaren tot verandering overgingen, laat zich begrgpen en dat zij ln Au gustus en September 1915 niet Ingre pen, valt, met het oog op het uitbreken van den oorlog, zeker te billyken. Volgens adressanten zal ook zonder bevloering de gier evengoed naar de glorputton afloopen. Van verontreinl ging van den bodem ls geen sprake en de waterleiding voorziet voldoende in de behoefte aan drinkwater- De onaargsname reuk zal ook door de nieuwe maatregelen niet wegge nomen worden. Adrotaanten verzoeken dus de bedoelde nieuwe verordening te herzien in dien geest, dat meer rekening zal worden gehouden met de werken, die in overeenstemming met de voorafgaande verordening zyn uitgevoerd geworden. ZJ verzoeken de bevloering der mestvaalten te willen doen vervallen en in elk geval te willen beslissen, dat de uitvoering of ln werking treding van het nieuwe besluit eerst zal plaats hebben na ver loop van een of meer jaren, als betere tyden zullen zyn aangebroken. Van de bewoners van do W. zyde der Groote Markt is een adres inge komen, dat, volgens getuigenis hunner clientele zelf, en Raar by ervaring ook hun meer en meer biykt, het groeps gewijze blyven stilstaan der Markt bezoeken, Dinsdags gedurende de markturen aan genoemde zyde der Groote Markt, voor hunne resp zaken, groote schade berokkent, daar dan hunne winkels voor het gewone publiek schier onbereikbaar zijn. Hierin zou, volgens hen, een ver andering ten goede kunnen komen, wanneer de borden „afgesloten rU weg* gedurende de markturen aldaar, niet meer geplaatst worden, waardoor ten gevolge der circulatie, het bovenge noemde groepsgew$ze zich opeenhoo- pen niet meer zoude kunnen plaats hebben. Mocht deze maatregel echter blyken, niet afdoende te zyn, dan verzoeken op zonder een woord te zeggen en verdween weer, gevolgd door den hofmeester. Perth zag Fletcher aan. Zgn oogen waren levendig en waakzaam, zyn hondlng volkomen bedaard. HQ was meer gewend aan zoo iets dan Robert „Dat was hanr kamenier!' riep Fletcher alt. „Ik kon me in dien hond niet vergissen Perth aam depassagiersiyst. De naam Parker kwam er niet op voor. „Indien zfi hier is,* zei hy bedaard, „dan la zy hier om je te bospiedeu. Iets anders is buttengesloten. Ik zal me de geheele reis zeeziek honden en te Nsw-Tork moeten we scheiden. Ga naar het kantoor van den boekhouder en onderzoek het." Fletcher knikte en verliet de hut. Maar h{j behoefde niet naar den boek houder te gaan, want hy ontmoette haar onderweg. Op Robert maakte het den indruk, dat de plotselinge ont moeting een even groote schok voor haar was als voor hem. Zy droeg een dichten sluier, zoodat bij haar gelaat niet duldslQk kon zien, maar by zag haar plotseling staan biyven en zich aan de dear van het salon vasthouden, toen zy Fletcher herkende. Als haar verbazing geveinsd was, kon zy wer- koiyk voor een geroutineerde too- neelspeelster doorgaan. „U hier?' riep zy uit. „Waar gaat u heen „Naar Amerika, hoop ik,* antwoord de Robert. „En u? Ik heb uw naam niet op da passagierslijst gezien.' zy het groepsgewyzo blijven stilstaan op stoep en straat aan da westzyde der Groote Markt, gedurende de markturen te verbieden. Nog is ingekomen het verslag be nevens de balans der N. T. Water leiding Mp Zuid Boveland over 1914. Deze stukken worden voor kennis geving aangénomen. Het adres der mestvaalthouders wordt in handen van B. en W. gesteld om advieB. Het adres der marktbewoners wordt in haDden van den voorzitter, als hoofd der politie, om advies gesteld. De heer Von Schmidt informeert, naar aanleiding van het adres van de Kiesvereenlging, wat B. en W. reeds voor de werkeloosheid gedaan hebbeu. Da Voorzitter deelt mede, dat ver schillende werken werden uitgevoerd om werkeloosheid tegen te gaan. Voor dit rekweBt inkwam, besloten B. en W. nog meer voor de werkeloozen te doen. Besloten werd om by de lnge- gezetenen een bijdrage voor de werke loozen te vragen en daarna b{ het Nationaal-steuncomitê om hulp aan te kloppen. Dit comité vraagt steeds eerst wat de gemeente en de particulieren deden. Bovendien was het nu verkregen geld goed om de voorloopige kosten te dekken. B. en W. begrypen volkomen, dat het eervoller voor de werkeloozen is, iets te verdioDen dan Iets te krijgen. Werkversch .ffing werd dus overwo gen en het oog werd gevestigd op het dykje langs den Polderseben weg. DA bestaat uit wit zand, wat de ge meente steeds jaariyks noodig heeft. Het geldt hier dus tevens een werk, dat de gemeente ten goede komt. Ged. Staten zjn heel bereidwillig geweest en gaven hue toestemming zoo spoedig mogeiyk, mits ook de Goesche polder toestemming gaf. Deze had geen bezwaar, mits de djk weer in z(jn ouden toestand zou worden hersteld tot aan de gasfabriek. De voorzitter sprak hierover zyn groote verwondering uit. De bedoeling was toch, den dyk af te graven en niet hem opnieuw te leggen. Weer hebben B. en W. zich nn tot Ged. Staten gewend, wier baslisslng thanB hoopvol wordt tegemoet gezien. De hear Von Schmidt dankt den voorzltte- voor diens inlichtingen. De hoer Donner doet dit eveneens. HQ wijst er op, dat de belangen van de werkeloozen ons zeker ter harte moeten gaan. Het heeft hem gefrap peerd, dat B. en W. een lijst deden presmteeren om daaiop gaven te verzamelen. Liever had spreker deze nltgaaf uit de gemeentekas gezieD, al wordt deze ook reeds zwaar belast. Maar het was toch immers altyd mogeigk, een leening te sluiten. De omstandigheden lelden tot zuinigheid met de financiën Eon tydeiyke leening met spoedige aflossing was Bprekor het meest gowenacht voorgekomen. De Voorz itter deelt mede, dat B. en W. ook reeds over een leenicg dach. „Ik ga naar huis,' antwoordde zy. „Op het laatste oogenblik besloot ik, tegeiyk met mgn stiefmoeder, met doze boot te vertrekken.' Eene kleine, blonde vrouw kwam eensklaps naar hen toe. „Jaoel* riep zg, „heb je myn kamenier niet gezien Ik ben het nummer van myn hut vergeten.' „Die is tegenover de mijne," ant woordde Jane. „Ik zal ze u wyzen.' Zy gingen samen weg De blonde dame had een zeer achteloozen en ietwat onbeschaamdex blik op Fletcher geworpen; Jane zelf vertrok, zoDder iets te zeggen. Robert liep op het dek heen en weer, om wat tot bedaren te komen. Zes dagen lang zonden zij en hg leven in die gemeenzaamheid, welke op een boot moeliyk te vermyden is. Zg zouden veel gelegenheid hebben om te praten Als het vermoeden van Porth omtrent de reden van haar aan wezigheid juist was, kon een enkele verglsslrg van Robert's kant hen in het verderf storten. En tooit gevoelde hy, dat haar tegenwoordigheid hem verrukte. Zyn bloed stroomde sneller, zyn hart was lichter bg de gedachte aan haar nabyheld. Er kon gevaar door ontstaan, het succes der onder neming kon worden bedreigd tóch was Robert biy. Hg lennde over de verschansing en staarde naar de zich verwyderende kust. Het leven was ln de laatste weken voor hem veranderd. Hy was nu in een nieuwe wereld, een wereld van groot ere belangen Hy had aio verandering niet gezocht, hg was ten. Maar om geld van het Steun comité te krygen, moesten van par ticuliere zgde giften inkomen. Ib later meer noodig, dan kunnen B. en W. altyd nog bij den raad met een lce- ning komen. De heer Donner dankt voor de ontvangen inlichtingen. Door vragan wordt men wjjs. De heer Holtmann vraagt of er ook werkloozen zyn. De Voorzitter de. it mee, dat zy er wel zyn. De heer HoUmann vraagt of dezen dan opgeroepen worden. Da Voorzitter acht dat onnoodig. Zy melden zich gelukkig zooveel mo gelijk zelf aan. De heer Dekker vraagt, naar aan leiding van het adres van de mest- vaalthouders, ot B. en W., totdat deze kwestie weer ln behandeling is geko men, strafbepalingen zullen toepassen. De Voorzitter zegt, dat dit niet ln de bedoeling ligt. De beer Dekker vraagt eenige in lichtingen naar aanleiding van het ingekomen stak van de Waterlelding- mtp. Moet het woord deibet daarin niet credit zfin. De heer Pilaar wgst er op, dat dit een drukfrout is. De heer Pramen van de Putte deelt mede, dat hg de kantteekeningen op het stuk maakte, welke de aandacht van den heer Dekker trokken. Kr waren drukfouten in het spel. De heer Dtlcker verzoekt de stukken, de Waterleiding-Maatsch. betreffende, voortaan bg de raadsleden te doen clrculeeren. De Voorzitter zal de mogeigkheld daarvan onderzoeken. De heer Kakebeeke bespreekt, in ver band met het werk aan den Poldor- schen weg, een anderen tak van werkverschaffing. Spreker heeft gelukkig geilen, dat er keien aangekomen zgn. Het terrein aan de haren ie ruim en voor de boeren te gebruiken, maar ligt erg schuin. Dit levert vele moeiigkheden op. De straatweg kan verlaagd worden en de schuine kant kan met het af- gegravene weggenomen worden. Dit geschiedt met grint dat daarvoor uiterst geschikt is. Daaronder ligt zand, waarop de kelen gelegd kunnen worden. Men heeft dus aan alle kanten voordeelcnhet werk is zoo productief mogeiyk. Willen B enW. hieraan eens hun aandacht schenken De Voorzitter belooft ln de volgende vergadering van B. en W. daarover te zullen spreken. Aanvragen om afschrijving of teruggaaf van belasting en schoolgeld. Afichry'ving of teruggaaf van be lasting of schoolgeld wordt toegestaan aan de heeren J. C. van de Weert, H. Verbeem, C. I Ruben, C. Boogerd en P. J A. Adrlani. Aan den heer Hgma kan geen af- sohryvlng verleend worden. De heer Dekker wgst er op, dat hier een ongezonde toestand heerscht. De er eerder toe gedwongenEn nu moest hy voortgasn op het nlouwe pad. De bel voor het kleeden schrikte Fletcher uit zyn droomen op en hy gevoelde, dat hg honger had. Hjj ging naar zyn hut, waar Perth Robert's kleeren netjes had klaar gelegd. „Dat moest je niet hebben gedaan, Perth," protesteerde hg. „Dwaasheid," antwoordde hy kortaf. „Ik kan mgn rol niet spelen zonder eenige repetities. En wat weet je na omtrent juffrouw Parker?" „Ze is aan boord," antwoordde Fletcher. „Heb je haar gesproken?' „Ja." „Heeft ze je gezegd, waarom ze aan boord was?' „Zg scheen verwonderd, my teilen,' antwoordde Robert. „Ze zei, dat ze naar huis ging.' „Haar stiefmoeder is een Ameri- kaansche,' zei Perth peinzend. „Dat wist je zeker niet?' „Neen,' gaf Fletcher toe. „Ik won, dat je mg alles vertelde, wat je van juffrouw Parcker weet'. „Daar is nu geen tyd voor', zei hy. „Je zal toch al laat z{n aan het diner. Deck er aan, dat het bepaald noodig is, dat je aan mevrouw Von Werder fels wordt voorgesteld.' Fletcher knikte. „Ik zal myn beBt doen', beIootdeh|. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1