N°. 47 1915 Donderdag 22 April 102de jaargang. De Goesche Courant voor onze soldaten. aT" FEUILLETON. Warrige Draden. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prflt per kwartaal, In Ooee f 0,7b, bulten Goes, franco f l,SS. Afzonderlijke nommers S cent. nzendlng van advertentlën op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór 12 uien. De prjja der gewone advertentlSn is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 et, lifl directe opgaaf van driemaal paatsing derzelfdo advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, buweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels i 1,— berekend Bewijsnummers Speent Telefoonnummer 83. öireetearTGJ W. va» Barnzveld. Uitgave vaa de Naaml. Veiaootsskap .Giestka Coaraat". Hoofdredaeteur W. 3. C. vak Sahibs. GOESCHE Na de laatstse vermelding van het tekort aan ingekomen bedragen is 'niets meer door ons ontvangen. We sullen daardoor 12 can tines ol mili taire tehuizen moeten laten vervallen. DE DIKECTIE. De Duitsche verklaring, in zake het torpedeeren van de „Katwijk", geladen met graan, aan de neutrale Neder- laudsche regeering geconsigneerd, afge legd, is wel in staat, olie op de golven uit te gieten. Indien toch het onderzoek j uitwijst, dat de „Katwijk" door een Duitsche duikboot is in den grond geboord, zal de Duitsche regeering niet [aarzelen, haar levendig leedwezen te -betuigen en volledige schadeloosstelling ftoe te zeggen. jj In de huidige omstandigheden is dit 'gelukkig mogelijk, daar bij het in den [grond boren van de „Katwijk" geen menschen-levens zijn verloren gegaan. Ware dit wel het geval geweest, de zaak zou er, uaar onze overtuiging, ernstiger hebben voorgestaan, daar alsdan geen volledige schadeloosstelling mogelijk zou zijn geweest. Wij vertrouwen, dat de Duitsche regeering een nauwgezet onderzoek zal instelleu. Wel is op het oogeublik niet met feiten geconstateerd, dat de duik boot er één was van Duitscben oor sprong, maar dit mag toch wel worden aangenomen, wanneer men in aanmer king neemt de wijze, waarop door Duitschland in den laaisten tijd de oorlog ter zee gevoerd wordt. De bevelhebber vau den hewusten onderzeeër zal dus in staat zijn, aan allen twijfel een einde te maken. De mogelijkheid, dat hij van zijn regeering een ernstige reprimande, zoo niet erger, zal krijgen, mag hem niet weerhouden, de waarheid te verzwijgen. Immers de daad was een onverantwoordelijke en zou de Duitsche regeering in groote moeilijkheden kunnen brengen met een mogendheid, op welker vriendschap zij bij herhaling heeft betuigd prijs te stellen. Wij sprakeu boven van olie op de golven. En niet ten onrechte, meenen wij. Dat er ontstemming in ons land heerschte, toen na het gebeurde met de „Medea" deze ,/Katwijk"-historie zich voordeed, ontstemming, welke in sommige kringen tot verbittering over sloeg, laat zich begrijpen. Maar men kan verontwaardigd zijn, zonder daarbij zijn waardigheid te behoeven in te „Ik heb hem iets heel gewichtige te zoggen," verklaarde Robert. .Naar alle waarschijnlijkheid zal h(j je een zetel in het Ministerie geven, omdat je het onderhond hebt bewerkt." John zweeg. Hfj had geen gevoel voor humor en keurde Robert'a licht zinnigheid ai. Doch later, toen z{j aan de lnnch zaten, kwam hij op het onderwerp terug. ,Heb je ooit over het parlement gedacht, Bobert?" vroeg h(j. .Eén ln de familie is genoeg," zei Fletcher, het hootd schuddend. .Voor de diplomatie ben je natuurlek te oud." .Natuurlijk, en ik verlang ook niet naar, wat jij zoudt noemen, een carrière. Ik verlang alleen een on derhoud met den minister-president. Ik vrees, dat ik je niot veel kan vertellen, John, maar dit kan ik je toch zeggen. Op een vreemde wijze ben ik in 't bezit gekomen van een gewichtige inlichting. Ik beschouw het als mijn plicht, ze aan de regee ring mee te dealen Lord Dnrham kan beslissen, of ze al dan niet van werkelijke waarde is Daarom wensch ik hem te spreken. Ik deel je dit in vertrouwen made.' .Je hebt mg niets verteld," bromde h(j. .Ik heb je genoeg verteld, om zelf in de grootste moeilijkheden te gera- boeten. En het wil ons voorkomen, dat pers-organen, die na het torpedeeren van de „Katwijk" een oorlogs-zuchtigen toon aansloegen, tot nu toe ten onzent onbekend, het werk der Nederland- sche regeering niet vergemakkelijkten en ook allerminst handelden in het belang van ons land. Een agressieve pers kan ouder geen beding de volks zaak dienen. Laat men dit toch vooral niet verge ten: wie in de gelegenheid is geweest, zooals wij, een kijkje in België te nemen, weet, welke namelooze ellenden een oorlog met zich brengt. De bloem des volks wordt voor een groot deel gedood en verminktde landen worden plat getreden en voor jaren tot on vruchtbaarheid gedoemddorpen ver- btand en stedsn verwoest. Zoo men vroeger den oorlog al een geesel voor de volkeren noemde, hoe moet men dan den modernen krijg wel heeten En nu zegge men niet, dat zulke woorden alleen kunnen geuit worden door hen, die het handhaven der neu traliteit op gelijke lijn stellen met „een zich geduldig laten trappen", zooals wij het ergens lezen. Daarvan is geen sprakehet Nederlandsehe volk heeft te allen tijde goed en bloed veil gehad voor de zaak zijner vrijheid en het zal zijn verleden nimmer verloochenen. Maar ook dit staat vasthet heeft zich nimmer in een oorlog begeven zonder uiterste noodzaak. Zou men dan thans een andere gedrags-'.ijn willen volgen Wij moeten het volste vertrouwen stellen in onze regeering. Zij heeft zich van het begin van den oorlogs-toestand af waakzaam betoond en zij zal voor de handhaving van Nederlands onge repte neutraliteit op de bres blijven staan. En dan meenen wij, dat het de plicht der vaderlandsche pers is, haar te steunen niet haar de toch al zoo zware taak nog zwaarder te maken. Met de toezegging der Duitsche regeering, welke zonder twijfel eerlijk is bedoeld, kan genoegen worden ge nomen. Alleen zouden wij op één punt nog willen wijzen. En wel op diteen volkomen bevrediging zou wordeu ge vonden, wanneer de Duitsche admira liteit aan de bevelhebbers der duik- booten de strengste orders gaf, hoe zich te gedragen jegens de neutrale scheepvaart, opdat gebeurtenissen als met de „Medea" en de „Katwijk" in den vervolge vermedeu wordeu. Een telegram uit Nauen, het Duitsche draadlooze station, heeft ons de ver zekering gebracht, dat van Duitschland geenerlei gespannen verhouding met Nederland te vreezen iswelnu, die ken," merkte Kobart barsch op. ,Zal lk ja naderhand nog zien?" ,Ik zal op je tarngkomst wachten," antwoordde hg beslist. ,Ik ben ver langend naar het resultaat van je on derhond met den chef." ,Ik ook," stemde Bobert toe, terwijl z5 het restanrant verlieten. Fletcher legde den korten afstand naar Downing Street te voet af. Het was een mooie namiddag en de straat was vol van voetgangers. Hg zag alle voorbijgangers oplettsnd aan, den geheeien tijd had hg 't onaangenaam vermoeden, dat hij bespied werd. Toen hg DowniDg Street insloeg, werd dat gevoel sterker. Het denkbeeld kwam bij hem op, dat men hem niet het doel zgner bestemming zon laten bereiken. Met een gevoel van groote verlichting opende Bobert eindeigk het hek en belde aan. Bijna terstond werd hem opengedaan. Zijn vrees verdween hij was zich zelf weer. Robert gaf zgn kaartje en in minder dan vijf minnten werd hg bij den minister toegelaten. „Het doet mij veel genoegen n te zien, meneer Fletcher," zei h(j. „Ik hoor, dat n mg een gewichtige zaak hebt mede te deelen. Ik heb jnlst vijf en twintig minnten voor n over. Neem dien armstoel en begin Drie kwartier later was Bobert weer in de clnb terng. Zijn neef was alleen in de rookkamer. Hij keek haastig op en'zag Bobert nieuwsgierig aan. „Nn? Heb je Lord Dnrham ge sproken „Ik ben juist vijf en twintig minnten bü hem geweest," antwoordde Robert, verzekering zal eerst in haar volle beteekenis komen te staan, wanneer Duitsche onderzeeërs van nu af aan Nederlandschen schepen een lot bespa ren, als de „Medea" en de „Katwijk" getroffen heeft. Wij schrijven bovc over de Duitsche verklaring en, zooals men bemerkt zal hebben, spreken wij, behoudens de noodige restrictie, er onze voldoening over uit. De mogelijkheid blijft evenwel open, dat een geval als met de „Medea", en bijzonderlijk als met de „Katwijk", zich herhalen zal. Aan de Duitsche regeering, aan welker ernst, om onnoodige conflicten te vermijden, wij niet twijfelen, staat het, maatregelen daartegen te treffen. Dit is in de allereerste plaats haar plicht. Maar wat te zeggen van een raad, uit Be Standaard van 18 Februari j.l. opgediept, „dat de Duitsche Marine aan de neutrale schepen te Rotterdam en Amsterdam, die van hier uitvaren en naar hier terugkeeren, door haar consuls een teeken late geven, dat stipt geheim blijft, en dat men in het Kanaal, op dat teeken afgaand, het neutrale schip late passeeren" Allereerstdat hier iemaud aau het woord is, die de zaken wel heel merk waardig voorstelt. Naïveteit is zeer aardig, als ze van kinderen komt. Een blad als Be Standaard is daarvoor te oud geworden. Doch bovendien wij hebben met Duitschland geen afspraakjes te maken. Duitschland is een oorlog-voerende mogendheid, en tegenover Duitschland behooren wij, als neutrale staat, niet anders te staan dan tegenover welke oorlog-voerende mogendheid in of bui ten Europa ook. Als de raad van De Standaard werd opgevolgd, zou men spoedig bemerken, tot welke bittere consequenties deze zou leiden. Het eigen-belaug is al eeu zeer slechte factor, om in een zoo delicate kwestie raad te geven, tenzij men het eigen- belaug met dat van één der oorlog voerende partijen wilde gaan samen binden. En daar past onze regeering voor, omdat zij weet, hoeveel Nederland aan het behoud eener strikte neutraliteit is gelegeu. Wanneer wij dergelijke raadgevingen in Be, Standaard lezen, dan moet ons nog eens te meer de verzuchting van het hart hoe gelukkig kan Nederland zich prijzen, een regeering te bezitten, welke zich van elke sympathie of antipathiejegens een der oorlog-voerende partijen streng onthoudtEn wij voegen een sigaret opstekend en plaats ne mend. „Nn?" herhaalde hg. „Mgn beate John, je wil natnarlfjk gaarne weten, hoe Lord Dnrham mij heeft ontvangen, wat ik hem te zog gen had, en het resultaat van ens onderhond. Dat is immers zoo „In zekeren zin, ja," gaf bU toe „Daar ik het onderhond moest be werken, stel ik er natuurlijk eenig belang in," voegde hg er stijf bg. „Lord Dnrham was heel beleefd," verzekerde Bobert hem. „Hjj bedankte mg zeer voor mgn bezoek, en hoopte, dat ik hem bij zijn terugkomst uit Schotland terstond weer zon bezoeken. Ik twgfel niet, of hij is dan alles ver geten I' „Je inlichtingen waren dns toch niet zoo belangrijk I' riep John uit. „H(j scheen het tenminste niet te vinden," gaf Fletcher tos. „Ik ben benieuwd," zei John, zijn neef nieuwsgierig aanziende, „in wat voor wespennest je je hebt gestoken, 'tls eigenlijk niets voor jon, wel?" „Och, ik weet het niet," antwoordde Bobert kalm. „Alles hangt van het toeval af. Lord Dnrham meende, ge loof ik, dat ik gek was. Misschien ben lk dat. Misschien is Lord Dnrham te veel Brit. Dat moet nog blijken.* „Wat bedoel je met „te veel Brit vroeg John. „Te veel zelfvertrouwen, te weinig gelooi ln de mogelijkheid van iets ongewoons," antwoordde Fletcher. „Laat mij dan scheidsrechter zijn," stelde John voor. „Onmogeigk," zei Robert, het hoofd daaraan toe hoe anders zou het er wellicht voor ons uitzien, als Standaard- schrijvers voor een opvatting, als boven gesignaleerd, op het oogenblik de macht in handen hadden Het was een liberaal Kabinet, dat Nederland in 1870 voor een daad wist te behoeden, welke zijn zelfstandigheid zon kunnen hebben kosten. Het is een liberaal Kabinet, dat in deze dagen van ernstige spanning be seft, hoe Nederlaud, door een strikte handhaving der neutraliteit, de kans wordt geboden, Nederland te blijven. En voor zijdelingsche wenken, om met één der oorlog-voerende partijen afspraakjes te maken, bedankt zij har telijk. Zelfs. al komen die wenken van Be StandaardDe onzijdigheid des lands is het kostbaarst goed, wat onze regeering heeft te bewaken. Het is haar toevertrouwd. Buitenland. De strijd in en buiten Europa. Wat zal Italië doen Zal het zich balten den strijd hon den of zal de regeericg toegeven aan het verlangen der irredentisten en de zijde der entente mogendheden kiezen, om de aan Oostenrijk behoorende Italiaansche gebieden bg het moeder land terng te brengen t Het telegram, dat ons dezer dagen bereikte, klonk weinig hoopvol. Italië had de betrekkingen met Oostenrijk en Doitsehland afgebroken. Toch bigkt do toestand niet zoo ernstig te zijn, als uergeRjke telegram men do6n vermoeden. Voornameigk an Fransehe zijde wordt toeh de hou ding van Italië tegenover zijn oude bondgenooten zoo ongunstig mogelijk afgeschilderd. Hier is de wensen da vader de- gedachte en wordt menig maal reeds als vaststaande aangeno men, dat Italië zijn troepen met die der geallleeerden zal vereenigen, ter- wgi de regeering van het Appenjjnsche schiereiland waarsehynigk nog over den prijs zgner onzijdigheid met de mldden-Enropeesche mogendheden on derhandelt. Dit Weenen is aan de Zwitsersche bladen gemeld, dat, volgenB berichten nit Trente, de oorlog mot Italië op handen zon z(jn. Het Italinansehe ge zantschap te Weenen zon zich op vrrtrek voorbereiden en tal van Itali aansche diplomaten, voornamelijk militaire attaché's, zonden van hnn reis naar Italië niet terng zijn gekomen. Hoewel de Italiaansche regaering tot nn toe de meest strikte onzgdlg- heid in acht neemt, is een groot deol van het volk niet in staat, de in deze moeligke tpden zoo noodzakelijke kalmte te bewaren. Het bloed van don Italiaan stroomt nn eenmaal snel, zUn sympathieën en schudde nd. „Do toekomst zal bewijzen, wie geigk heeft, Lord Durham of ik. Ik hoop van harte, dat hij het heett, anders zullen er groote moeiigkheden uit voortvloeien." „Je bent buitengewoon geheimzin nig." „Dat kan Ik niet helpen. En wensch mij goede reis, John, want ik denk er over, de volgende week naar Amerika over te steken." John legde zgn sigaar weg en zag zijn neef bezorgd aan. „Ben je niet goed bg je zinnen, John?" vroeg hg. „Hoekan jg anders ln den jachttijd er aan denken, naar Amerika te gaan?" „Ik heb nn jaren lang gejaagd en cricket gespeeld, enz," antwoordde Fletcher. „Misschien ben ikernnniet moer zoo erg op gesteld als vroeger." „Als jij niet naar Amerika gaat voor sport," vroeg hg,waarvoordan Flotcher stond op. „Het helpt je niet, John," zei Bobert. „Deneen of andoren dag zalje alles ver nemen misschien heel spoedig. Maar nn ksn ik je niets zeggen Wenseh mij gelnk, onde jongen!' voegde hg er bg, hem de hand reikend„en als mg onderweg iets mocht overkomen zorg dan goed voor myn bezitting die dan op jon overgaat." Toen ging Fletscher zoo spoedig mogeigk heen. TWEEDE GEDEELTE. XII. Robert Fletcher sloot de denr van zgn hnt en nam met een zncht van verlichting op den rand van de kool anthipathieën zgn bgzonder sterk en moer gevoels- dan verstandsoverwe- gingen. Telkens komen berichten in van botsingen aan de Oostenrgksch Italiaansche grens. Hier natnurigk, waar bet Italiaan sehe volk rechtstreeks met de Oostenrgkscbe grensbewoners in aanraking komt, etaat men telkens weer voor nieuwe incidenten, welke voor de regeeringen der betrokken rijken zeer onaangenaam moeten zgn. Pas is een conflict, waarbg Oosten- rijksche militairen de Italiaansche grens op sommige plaatsen overschre den zenden hebben, tot oplossing gebracht, of weer wordt uit Milaan gemeld, dat aan de OoBtenrgkech Italiaansche grens een ernst!ge botsing heeft plaats gehad, waarbg honderd man gesnenvold zouten zgn. Het bericht is nit Fransehe bron en er wordt in medegedeeld, dat de Oostenrgkers de aanvallers waren. Do Italiaansche bevolking steekt Inmiddels haar eympahtieëu en anti pathieën niet onilor stoelen en banken. Herhaaldelijk hebben demonstraties plaats, waarbg de politie en troepen de grootste moeite hebben, de orde te handhaven en de rast te doen wederkeeren. De Dnitsehe vlag werd te Gennain het openbaar verbrand, de ruiten in Dnitsche en Oos'.enrijksche koffiehui zen werden ingeworpen en de wapen borden van het gebonw der Nord- deutsehe Lloyd afgerukt. Bg een der verleden week gehouden demonstraties kreeg een der betoogers in Milaan van de politie zoo'n flinken stokslag, dat hg kort daarop Is overleden. Als protest daartegen kondigfde de socialistische party in de stad een staking van 24 nar af en werd het ïgk van den verslagere, zekeren Maicora, door een reusachtigs menigte op den weg naar het kerkhof begeleid. De gemeenteraad had de begrafenis kosten voor zgn rekening genomen en was bg de ter aarde bestelling te genwoordig. Kransen van socialis tische, syndicalistische en revolutio naire vereenigingen dekten de lijk koets, die langs een door militairen bewaakten weg naar het kerkhoi reed. Een drietal r« vol verschoten veroor zaakten een paniek, waardoor een groot aantal personen gewond werden. Verscheidene patriottische bonden hielden later gezamtniyk een betoo ging ten gnnste van den oorlog en besloten, ds propaganda daarvoor door heel het land voort te zetten. Uit andere plaatsen komen derge. iyke revolutionaire berichten. Ta Genua is een algemoone staking van de havenarbeiders aigekondigd en te Spezia wordt een vergadering van havenarbeiders gehouden, waarin over een algemeene staking van de arbei ders ln geheel Italië esn besluit zal worden genomen. Al deze betoogingen zfn op tonw plaats. De machines waren begonnen te werken en door de geschntpoort ken hg de dokken vol menschen voorbg zien gigden. Zg waren reeds ln de Mersey. „We zgn onderweg, Perth I" riep hg nit, „en veilig onderweg, geloot ik. Hon daar nn toch mee op 1" Perth was bezig, den inhoud van een van Robert's valiezen nit te pakken. Hg keerde zich om en zag Fletcher aan, met een broek over zgn arm. „Dat zal ik niet doen," antwoordde hg kalm. ,Ik bon hier aan boord als je knecht, Fletcher, en dat denk ik te bigven. Wg zullen onze rollen nooit goed spelen, als we er telkens weer uitvallen. Ik won, dat ik je dat kon doen begrijpen." Fletcher opende het raampje zoo ver mogeigk en stak een sigaret aan. „Dat is alles goed en wol," zei hg, „maar ik zie de noodzakkeigkheld niet in, om onder vier oogen het spel voort te zetten en ik weet zeker, dat Ik mgn eigen goed heel wat beter kan Uitpakken dan jg.' „Heel waarsehynljjk," antwoordde Perth, „maar je zal het toch niet doen. Begrgp je dan niet, dat we anders onmogelijk lc onze rol knnnen blijven Bovendien bestaat de kans, dat we bespied worden. Dat kan je nooit weten." „De deur is gesloten," zei Robert droogjes. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1