45 1915
Dinsdag 13 April
102
jaargang.
de
FEUILLETON
Warrige Draden.
,\T0
11
Os uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- an'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prji per kwartaal, in Goes f 0,7S» buiten Goes, franco 1,83.
Afzonderlijke nommers S cent,
saendlng van sdverteatliJn op Maandag, Woensdag
en VKIJDAG vóór 13 uien.
De prjs der gewone advertenti6nis van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10st>
By directe opgaaf van driemaal paatsiag acrzelfds advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweiyk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbend»
dankbetuigingen worden van 1—10 «gels k 1, - berekend
Bew|snunnasrs 5,«>ut
Tflefoonnuia*er 83. i*ire«te»r G. W. var Babkbvkld. Uitgave vam da Naaml, Veaaootsekap ,G«a««ke Coaraat". Hoofdredacteur W. J. C. var SantHa
Bij dit no. behoort een Bijvoegsel.
Slecht Beheer aan Landbouw.
De Minister van Landbouw, de heer
Posthuma, is, daarvan kan inen thans
wel overtuigd zijn, geen aanwinst voor
het Kabinet-Cort van der Linden ge
bleken.' En wij achten het noodig,
dat juist van vrijzinnige zijde dit eens
onomwonden wordt geconstateerd. Fou
ten, ernstige fouten, welke wij in eigen
politieken kring moeten aanwijzen, doen
zeerwij geven het grif toe. Maar
een ander moge verdoezelen, wij
passen er voor.
Men heeft den heer Posthuma een
Minister voor de landbouwers, niet
een Minister van Landbouw geheeten.
Het oordeel was niet bijster vleiend,
doch wij kunnen zeggen hij heeft het
er naar gemaakt en maakt het er
dagelijks nog naar. Terwijl de groote
massa des volks onder de huidige tijds
omstandigheden lijdt, blijft deze Minis
ter door zijn maatregelen een kleine
categorie bevoordeelen. En, hoe hard
de uitspraak moge wezen door deze
maatregelen toe te laten, laadt het
gansohe Kabinet de schuld op zich.
Er is gevraagd een uitvoer-verbod
van varkensvleesch. Niet eens. Her
haalde malen. Eindelijk, door den
drang, van het volk uitgaande, liet
de heer Posthuma er zich genadiglijk
voor vinden. Nauwelijks echter was
het verbod uitgevaardigd, of de boeren
die toch zeker allerminst onder
den oorlogs-toestand lijden en ex
porteurs bewogen hemel en aardede
Minister moest op zijn bepalingen terug
komen. En de heer Posthuma, die
zijn Pappenheimers kent, was onmid
dellijk hereid, het hoofd in den schoot
te leggen. Voor een kleine categorie
lieden, die dikke winsten wenscht te
blijven maken en, naar evenredigheid,
aan de belastingen veel minder bij
draagt dan een eenvoudig ambtenaar,
moest het belang van negentig procent
des volks wijken.
Varkensvleesch mag weer worden
uitgevoerd.
Inderdaad deze mededeeling is
verbijsterend. Een buitenstaander zou
daaruit de conclusie kunnne trek
ken, dat wij van dit goede hier
te veel hebben. Nu nemen wij voet
stoots aan, dat de Minister onder de
dure tijden persoonlijk niet het zwaarst
lijdt, maar als hij de democraat is,
voor wien hij gaarne wenscht door te
gaan, dan zou hij toch beter doen,
zijn oor eens hij het volk te luisteren
te leggen. Want dat volk en een
vrijzinnig-democraat als de heer Pos
thuma dient zulks te weten is er
absoluut niet mee ingenomen, dat aan
enkelen in deze moeilijke tijds-omstan-
digheden de winsten ten deel vallen;
dat volk vindt zulks zelfs zeer on-
20
X.
Tegen den morgen stak Flateher weer
een lamp op in zijn studeerkamer en
toevallig zag b{j daarbij in een spie
geltje, dat op zijn schrijftafel stond.
Hg schrok en herkende zlehzelvenniet.
Het scheen hem toe, dat de verando-
rlng In den man daarboven, die nit
de wereld der levenden in den dood
was gegaan, geen grooter verande
ring was, dan hij had ondergaan.
Want hl) was nit zijn stil en tevreden
leven overgegaan in de groote we
reld van tragische gebeurtenissen,
waar leven en dood maar kleinighe
den zijn, en men zelf slechts een
schaakstuk van het groote spel is.
En dit alles, omdat hy hot legaat had
aanvaard van den man, die eeulge
nren geleden do oogen had gesloten
met zijn hand in die van Robert, en
den Aanwen glimlach op de lippen
van een dapper, maar vermoeid
mensch, die niets vreeseiyks ln den
dood vindt.
Het was een groote verande
ring, die In Robert's loven was ge
komen. Daarvan was hg zich ten
volla bewust, toen hy zich op de sofa
uitstrekte, om eeniga oogenblikken ta
rusten. Alles, wat hij tot nu toe had
gewaardeerd, scheen hem nu beuzel
achtig toe. Het leek hem ongeloofe-
ïyk, dat hij zleh ooit daarmee tevre-
deuiocratisch. De arbeider en de kleine
middenstander, voor wie spek en vet
zij moeten toch iets liebben, om
het lijf intact te houden, het lijf, waar
over misschien straks de regeering moet
beschikkenop het oogenblik
een artikel van luxe is geworden,
had van een vrijzinnig-democraat méér
democratische maatregelen mogen ver
wachten.
Maar bij deze grieven blijft het niet.
Er mag ook weer een „beperkte
hoeveelheid" aardappelen worden uit
gevoerd. En wel van die soorten,
„welke wegens hare geringe duurzaam
heid anders grootendeels tot bederf
zouden moeten overgaan."
Men zou toch zeggen
In Nederland zijn aardappelen, welke
niet al te lang kunnen duren. Anders
bederven zij. En daarom naar het
buitenland er meeDaar kunnen ze
tegen hoogen prijs wordeD afgezetde
zoete winsten voor enkelen moeten toch
blijven bestaan
Een dergelijk besluit wordt uitge
vaardigd door een Minister, die er
prijs op stelt, jrijziunig-democraat te zijn
Hoe staat toch zoo iemand buiten
de praktijk, totaal er buiten
Wij kunnen dezen vrijzinnig-demo-
cratischen Minister dan uit eigen erva
ring wel meedeelen, dat voor de arbei
dende klasse en voor den middenstand
de prijs der aardappelen exhorbitant
hoog is. Misschien weet de Minister
ook niet, dat voor het brood-verbruik
per gezin een zeer hoog bedrag moet
worden uitgetrokkendat de prijs van
het brood met 50 a 75 °/o ie ver
hoogd. Misschien kan de Minister in
kuiselijken kring eens informeeren.
Waar het brood zóó duur werd, zou
liet althans voor de massa een troost
kunnen zijn, zoo de aardappelen goed
koop bleven.
Doch daartegen verzet zich de vrij
zinnig-democratie des heeren Posthuma
blijkbaar. Wie de belangen van enkelen
kent uit persoonlijke ervaring, ziet de
belangen van de massa over het hoofd,
ook al is men vrijzinnig en ook al
duidt men deze vrijzinnigheid nader
aan door het epitheton „democratisch".
Wij zouden echter den Minister een
goeden raad kunnen geven.
Als er in ons land een hoeveelheid
aardappelen is, zij het dan ook een
„beperkte" hoeveelheid wij weten
nu eenmaal, wat dit in ministerieelen
mond wil zeggenwelke binnen
betrekkelijk korten tijd aan bederf zou
onderhevig kunnen zijn, dan behoeven
zij toch waarlijk niet naar het buiten
land te worden uitgevoerd, om enkelen
een lieve winst in den zak te doen
vloeien. Wij kunnen Minister Pos
thuma verzekeren, dat ten onzent, om
den had kannen stellen. Zfln ge
dachten werkten sneller. Zijn brein
was helderder dan ooit tevoren. Doch
eindelijk overmande de vermoeidheid
hem en hij sliep in.
Fletcher werd wakker door een
zacht kloppen aan een der lage ven
sters, welke naar het terras open
gingen. Hij sprong op en dacht, dat
lij droomde. Daar stond Jane, geheel
in het wit in een golf van zoniluht
De morgen was aangebroken, terwjjl
Robert sliep.
Hij haastte zich het raam te openen
en zij kwam binnen.
„Staar mij toch niet zoo aan, alsof
ik een geestverschijning ben 1" riep
zij nit. ,Ik heb gezegd, dat ik veel
van een morgonrltje hield, en zag uw
licht dcor het park schijnen. Zeg mfl
is hij erger?"
„Hy Is dood," antwoordde Robert
nu kalm. „HU stierf tegen midder
nacht."
Een uitdrukking van afgrijzen ver
scheen op haar gelaat, waarvoor
Robert dankbaar was hy wist
nauweiyk8 waarom.
„Dood," herhaalde zij zacht, „zoo
spoedig 1" En daarop tegen Robert
„Doa de lamp uit. Dit licht is spook
achtig."
Z3 was nn oven bleek als Fletcher.
ZQ naderde ham en vroeg
„Was h(j by zgn bewustzyn tot
het laatst?"
„Ja," antwoordde Robert
Haar adem glDg Bneller. Haar oogen
zagen hem begeerig vragend aan.
„Was u by hom
het maar eens populair uit te
drukken, heel wat monden open gehou
den moeten worden. En als er dan een
„beperkte" hoeveelheid aardappelen
aanwezig is, van soorten, welke wegens
haar geringe duurzaamheid anders
„grootendeels" tot bederf zouden
moeten overgaan, laat de Neder-
landeche regeering d e hoeveelheid dan
opkoopen, en ze tegen den kostenden
prijs aan NederLpidtcle verbruikers van
de hand doen. Met het buitenland
hebben wij niets te maken hekommeren
Duitschland en Engeland zich om onze
belangen
Minister Posthuma zal zijn roeping
als Nederlandsch bewindsman nog
moeten leeren verstaan.
Zijn voorganger aan Landbouw, de
heer Treub, legde de plechtige ver
klaring afer zal in Nederland geen
honger worden geleden.
Treub's opvolger is' van meening,
dat het Nederlandsche volk ook geen
honger lijdt, zoo lang het desnoods nog
maar op een houtje kan bijten.
Doch die opvatting is gelukkig de
onze niet en tegen een bewind aan
Landbouw, zooals dat door Minister
Posthuma wordt uitgeoefend, zullen wij
blijven strijden, totdat deze bewinds
man van de dwalingen zijns weegs
is bekeerd.
Buitenland
De strijd In en bulten Europa.
Wy allen hebben in ons een neiging
tot droomen en ideal'.seercn. Wfl zien
de wereld cn den mensch onvolmaakt
on vinden ieder voor ons zelf oen
weg, waarlangs men tot betere toe-
Btasden en hoogera volmaking zou
kunnen komen.
Die wegen zUn vele en gaan ln
verschillende richtingen.
Een aantal menschen, ln den regel
Uit geiyken maatseheppeiyken kring
voortgekomen en door gelyksoortige
belangen gedreven, meent, door ln een
bepaalde richting samen te werken,
de menschbeld tot een hooger be
schavingspeil to kunnen opvoeren, zy
roept en wenkt en propageertgaat
met ons mede, onze weg is de beste
en leidt uitsluitend in do goede rich
ting, tot welvaart en Individueele
ontwikkeling!
Maar ook andere groepen elnlten
zleh aaneen, zy velgen anders wogen,
zQ droomen zich een heerljjko toe
komst en meenen in andere richting
den weg tot veredeling van den
menseh en tot meerdere vruchtbaar-
beid van zjja arbeid gevonden te
hebben.
Zoo treden zU om beurten op den
voorgrond, de verschillende godsdien
stige groepen en politieke partyen.
Haar belangen zijn tegenstrgdig, als
de wegen, waarlangs zfl haar volge-
„Ja."
Weer was er een pauze. Fletcher
bleef zwUgen.
„Laat mQ niet in spanning," fluis
terde zy. „Heeft hy het u verteld?"
„Ja," antwoordde Robert, „hy ver
telde mU sommige dingen."
Zy haalde diep adem en zonk be
vend in een stoel.
„Dat wiet ik wel," zei ze. „Ik wist,
dat hy zijn geheim niet ln het graf
zon meenemen. Ga voort! Verlies
geen oogenblik. Ik wacht."
„Waarop?" vroeg Robert bedaard.
„Om alles ta hooren," antwoordde
zy haastig.
„Ik heb u niets te vertellen," zei hy.
Zy stamp'e met haar voet als een
bedorven kind.
„O, wat bent u langzaam van be
grip!" riep zy nit. „Herhaal my
nauwkeurig, wat hy tot u zei nu,
eer u een enkel woörd vergeet I'
„Dat kan ik niet doen," zei Flet
cher.
Zy leunde voorover in haar stoel.
Zelfs nu nog begreep zy het niet.
„Wat bedoelt u?' vroeg zy.
„Ik bedoel, dat hetgeen hy mjj vóór
zyn dood mededeelde, voor myn oor
alleen bestemd was," antwoordde Ro
bert „Zelfs aan u kan ik het niet
medodoelen."
Er ontstond een doodeiyke stilte.
Fletehar kon zyn oogen niet van haar
gelaat afwenden. Er was geen toorn
op te lezen, alleen schrik. Zy scheen
hem aan te zien als een ten doode
gedoemde. Robert stak een kaars aan
en verbrandde langzaam eenige pa
lingen drjjven, haar idealen zyn van
hetzelfde edele gehalte, maar haar
stelsels geven theorieën, welke telkens
weer met de werkeiykheid in hotsing
komen.
Elke groep beiyders van denzelfden
godsdienst, elke groepanhangers var
een zelfde party-program, meent da
ware zedotesr en den juisten weg tot
gezonder maatochappeiyko toestanden
te kennen.
Hoort slechts, hoe op een politieke
vergadering iedere debater zyn stelsel
en zyn party als de meest ware ver
dedigt en don arbeid van den tegen
stander een afdwalen in de verkeerde
richting noemt.
Iedere party ziet, dat wy als menseh
en in onze maatschappeiyke instellin
gen onvolmaakt zyn en allen zoeken
verheterlng, maar langs geheel ver
schillende wegen.
Te weinigen zgn er, die rekening
honden met bestaande toestanden en
nagaan, hoe deze ln den loop der
eenwen nit de voor leder land weer
andere levensomstandigheden zgn
geboren. Te weinigen zijn er, die ds
iyn van ontwikkeling, door da ge
schledenis geteekend, blijven volgen
on mensehen en toestanden niet met
een sprong op den weg der vorbe-
tering vooruit willen brengen, waar
tot nu toe een hoogero beschaving en
gezondere toestanden zich steeds ge
leidelijk uit het bestaande In don loop
der eenwen ontwikkelden.
Men droomt en idealiseert en ziet
de werkeiykheid niet. Men houdt te
weinig rekening met da bestaande
toestanden en begrippen en acht het
tegenwoordige geslacht ryp voor theo
rieën, die honderden jaren te vroeg
geboren zyn.
Men wil oogsten zonder te bedenken,
dat de akker nog allerminst geschikt
is, om het gestrooide zaad tot ontkie
ming te brengen.
Dc groep idealisten met de stoutste
toskomstdroomon en het minste oog
voor bestaande toestanden zal, eerder
dan de anderen, met de werkeiykheid
ln botsing keuen.
De werkeiykheid verstoort de
schoonste theorieën en beschaamt de
droomers, die ze in hun studeerkamers
tot luchtkasteolen opbouwden.
Zie naar de sociaal-democr&ten ln
alle landen en bewonder bet Ideaal,
dat zy nastreven. Maatschappeiyke
geiykheid in de toekomst, betere ar-
beldsverdeellng, biliyker beloonings-
stelsel en een weroldorde, niet rustend
op het recht vau dan sterkBte, maar op
de hechte fundamenten van Internatlo
nalen vrede en vriendschap.
Zy verzetten zich tegen alle uitgaven
voor leger en vloot, zij pleitten voor
internationale verbroedering, zü
meenden, dat mensehen en tydon zleh
gewijzigd hadden en dat zy kraehtlg
genoog waren om door een gezamen-
iyk optreden over do geheele wereld
hun beginselen over alle andere te
doen zegevieren.
Zy hebben het minste met de wer
pleren uit zyn zak.
„Daar gaan do laatste bladzyden",
zei hy „Ik heb ze uit myn hootd
geleerd."
„Daaraan heb ik nooit gedacht",
prevelde zy. „Ik dacht nooit, dat u
o, n knnt het niet begrypen, u weet
niet, wat u doet!"
„Ik vermoed het," antwoordde Flet-
char kortaf. „Hy waarschuwde my."
„En toch kunt u hot niet begrypen",
hield zy vol. „Weet u wel, dat n door
dit tegen me te zeggen, nw eigen
doodvonnis hebt geteekenddst van
dit oogenblik af uw leven niet meer
veilig zal zyn?"
„Ik besef, dat er gevaar is, maar
het Is niet zoo gemakkeiyk, my uit den
weg te rnlmen".
„Als ik het u maar kon doen be-
grüperf", prevelde zy.
„Reginald Perth heeft zyn best
daarvoor gedaan", antwoordde Robert.
„Hy heeft mU verteld, hoe de laatste
jaren van zyn leven zyn geweest. Ik
weet, dat Ik grooten gevaren hot hoofd
moet bieden. Maar ik zal mfln best
doen. Men kan maar eens sterven."
To0D kwam zU naar Fletcher toe,
legde haar handen op zjjn schouders
en zag hem smeekend aan.
„Ik heb nooit gedroomd, dat dit kon
gebeuren", zei ze zacht. „Ik wilde u
als een worktulg gebruiken en dacht
zelfs, dat u had toegestemd. O, hat
spyt my zooHet zal mg altyd spijten,
dat ik u vroeg, hem hier te brengen I
Maar is het u wel duideljjk, wat dit
beteekent? Bent u bereid alle» op te
even, uw rustig leven hier, uw sport,
keiykheld rekening gehouden en zyn
door het wereldgebeuren van dezen
tyd dan ook het diepst in hun ver
wachtingen bedrogen.
Zy hielden geen rekening met de
menBohelljko n&tnur, zy dacht-n den
mensch rijp voor hun ideale theorieën
en zien thans, dat «y den verkeerden
weg insloegen en dat tuseehen hun
toekomstwereld 8r, de bestaande maat-
schappy een groote Bchakel ont
breekt.
In de strydveerende staten voor-
nameiyk z?n de meest volmaakte
theorieën als kaartenhuizen door den
oorlog ineengeslagen. Wat breekt zich
de Dnltscho sociaaldemocraat nog het
hoofd metvredesldealen,docr het tegen
gaan van bewapening en weerbaar
heid Zjjn vaderland is in gevaar, de
groote Dultscha eenheid, waarvan hy
zich een atoom voelt, wordt bedreigd.
Lat is de werkeiykheid en geen
theorieën zullen verhinderen, dat hy
den drang ln het eigen hart volgt en,
alle party-voorschriften ten spjtj naar
da grenzen melt om zyn vaderland
te verdedigen.
En zelfs in ons land, wa r de reali
teit zich minder brnnt op den voor
grond plaatste, doordat de bedreiging
onzer onafhankelijkheid mli der ge
voeld werd, zjjn de idealisten, do
theoretici van „geer, man en geen
cent' als nuttelooze droomers aan de
kaak gesteld en hebben da meest
vergtaDdige partyieiders begrepen, by-
tgds uit den hemel hunner idealen
naar den vasten bodem der werke
iykheid te moeten terngkeeron.
Wat zal de wereldoorlog ons bren
gen?
Hy geeft eeD afschrikwekkend beeld
van werkelgke toestanden en zal aan
iedore volksgroep, die ontwikkeling
en veredeling nastreeft, toeroepen
herziet uw program, houdt rekening
met het bestaande, volgt de historische
ljn es belooft geen Idealen toekomst
staat, wanneer gjj de schakel niet
knnt smeden, die deien aan de zich
thans openbarende wereld van ruwe
werkeiykheid in de keten der ge
schiedenis moet verbinden.
Van den stryd in West en Oost
zyn op het oogenblik weinig byzonder-
heden mede ta deelen. De Franrehsn
trachten rog steeds de belde beat:«n
van den Duitachen fronthoek by St.
Mthlel in te drukken, zonder, door den
hardnekkigen tegenstand der Duit-
schers, daarbij tot ernstige resultaten te
komen.
In de Kat pathen hebben da Oosten
rijkers, door de Dultschers gesteund,
een succesje in bet dal van de La-
boroza bereikt.
In bet dal van deze rivier staan da
Rusten evenwel nog aaa de Hon-
gaarsche zijde van den kam van het
gobergt», Ztj zUn ten O van de La-
boreza op Hunpaartch gebied door
gedrongen en hebben in het dal van
do Ondawa een punt bereikt, dat ruim
20 K.M. ten Z. van Z. van den Dukla-
uw mooi huis, om te ondervinden, dat
er overal spionnen en vyandea op n
loeren De man, dia boven dood ligt,
wist alles van het spel en u ziet,
wat er met hem gebeurd Is. Hoe kunt
u hopen te slagen, waar hy laaide?
Vergeet den afgeljopen nacht mjjn
vriend 1 Doe, alsof het een naohtmerrie
was en Ik zal ook vergaten, wat u me
hebt verteld Kom, het is nog niet te
laat. Wy zullen zeggen, dat hy plotse
ling stierf en zyn geheim met zich mee
heeft genomen in bot graf, Is dat afge
sproken
Fletcher schudde het hoofd.
„Ik moet mgn woord houden jegens
den doode', antwoordde hy. „Wat u
wenscht, is omogeiyk. Laat ons er ui6t
meer over spreken."
„Mannen hebben meer dan dat ge-
daaD," fluisterde zy, zleh naar Robert
over buigend, „Als een vrouw hen er
om smeekte rn het is voor uw
bestwil. Moet ik u dan tot myn vy-
anden rekenen
„Waarom zoudt u dat? Ik oordeel
niet over anderen, maar als lk het
vertrouwen van een doode verried,
zelfs tsr wille van de vrouw, die lk
liefhad, dan zou ik mU vroeger of
later een kogel door de hersenen jagen.
Maar lk begryp niet, waarom u niet
aan mgn kant staat. Wat hebt u te
maken mot de vyanden van Reggie
Perth
Zy wendde zioh droevig af.
Wordt vervolgd.)