N°. 40 1915 Zaterdag 3 April 102de jaargang. Bij dit do, behoort een Bijvoegsel. OPSTANDING. FEUILLETON. Warrige Draden. De uitgave dezer Courant geschiedt Haandag-, Woensdag- on'Vi'Udagavond Uitgezonderd op feestdagen. Prfls per kwartaal, in Goer, f 0,?5„ buiten Goes, franco l,tt, Afsonderiyke nommers E cent. inzending van advertentiën op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór 13 uren. De prjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 et. BS directe opgaaf van driemaal paatsing derzeifde advertentie wordt de prtya slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelSk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbend* dankbetuigingen warden van 1—10 regels Jt 1,— btrvktnd De wï mummer» 5 tsau Telefoonnummer 83. Direetemr 8. W. tab Baenevbld. Uitgave vaa de Naaml, Veauootsalsap ,8«#s*ke Comraat". Hcofdi etiaeteur W. J. C. van Sahï-bn Met het oog op het Paaschfeest zal Maandagavond de „G-oesche Courant" niet ver schijnen. Vertooude ons het Kerstfeest, het feest van Vrede op Aarde, een droevig beeld van haat en strijd, Paschen, het feest der Opstanding, schildert ons een somber tafereel van dood en lijden. Millioenen, jongelingen en mannen in de kracht huns levens, kostwinners en huisvaders, zijn door het moordend lood neergelegd op „het veld van eer" honderd-duizenden zijn voor hun leven verminkt, tot invalide gemaakt. Wie het feest der Opstanding viert, kan het ditmaal niet doen zonder rouw in het hart. Acht maanden lang duurt nu reeds de verschrikkelijke strijd in Europa en daarbuiten. Wie durft het einde voor spellen Elke dag zal nieuwe offers vergen vele moeders hebben geweend om het beste, het liefste wat hun werd ontnomennog zoo talrijke moeders zullen vandaag, morgen, overmorgen den slag ontvangen, waaronder zij drei gen te bezwijken. En dat alles waarom Ja, waarom De lente is gekomende natuur ontwaakt. Straks zullen de boomen zich in hun frisschen groenen tooi steken, beladen met sneeuw-witte en teeder-rose bloesem staau zij daarde weiden zullen één bloemtapijt lijken en in de milde voorjaarslucht zal der vogelen blijde lied weerklinken, helaas voor zoo velen niet meer. Zij haakten naar het leven, maar de dood wilde oogsten. Eu zijn oogst is groot. Nimmer heeft zijn zeis zoo rusteloos moeten maaien. Opstanding Wanneer Paschen kwam, ging er een trilling van hooge vreugde door de menschheid. Het Leven zegevierde over den Doodna de bittere lijdensdagen, na het Gethsémané en Golgotha, de aarde was in duisternis gedompeld, brak het licht door, het licht dat men voor altoos verloren waande. En het klonk als één jubel over de wereld de Dood heeft zijn prooi moeten weder geven het Leven overwon den Dood. En nu P Stei u voor, in de oorlog-voerende landen, in de beschaafde, zich christelijk lieetende landen, thans de viering van het feest der Opstanding Wie telt de moeders, de echtgenooten, de verloof- „Ik ben vroeger met Lady Canter bury geëngageerd geweest," zei hy eenvoudig. „Hebben je woorden gehad? Zou je haar nn als een vriendin beschou wen en niet als een vijandin vroeg Hobart. Perth zag hem nieuwsgierig aan. „Ztj ia mijn vriendin," zei hj zacht „Daar is geen twjjiel aan. Waarom vraagt u dat?" „Omdat zfl, voor uw vriendin, vreem de gasten heeft," antwoordde Fletcher. „Wie bedoelt n?" vroeg hy. „Juffrouw Parker, de kamenier en haar hondje. Z8 zyn allen hier." Flet cher voelde ham huiveren, want hy leunde zwaar op hem. „De jakhalzen komen nader," mom pelde bü, „de jakhalzen, die zich be drogen zullen zien. Maar van één ding kunt gy zeker zyn, mijn vriend. De jonge dame is hier als een gewone gast. Het was heel g-makkelk voor haar, dat te bewerken. Maar Lady Canterbury weet niets byzonders van haar." Zy reden zwijgend terug. Brown wachtte hen reeds en maakte zich terstond meoster van zijn patiënt. Zy waren eenigen tyd alloen, en zfln ge zicht stond heel ernstig, toen hy Ro- bert in den tuin opzocht. den, die, in rouw gedompeld, geen Opstanding kunnen herdenken, wijl het liefste, wat zij hadden, in vreemden bodem, onbekend de plaats, rust O, de tijden zijn wel moeielijk voor de menschheid en twijfel, bittere twijfel verscheurt vele harten Maar toch, laat óns niet versagen. Laten wij niet denken, dat de tijden zóó moeten blijven. Heeft niet elk mensch ziju Gethsemané en Golgotha, wil hij zijn Herrijzenis kunnen vieren Wij moeten nu eenmaal door duisternis en strijd, langs gevaarvolle paden en gapende afgronden. Het is bard, heel hardhet zij toegegeven. Doch het h onze weg en wij moeten hem bewan delen, ten einde toe. En ook uit dit leed dan de blijd schap worden geboren. Wanneer dagen en dagen, weken zelfs, de zon niet door de wolken breken kan, alles triest en somber om ons hecu is, mogen wij dan zeggen er is geen zon meer Zij zal in volle glorie weder aan den hemel stralen dit weten wij gewis. En wanneer nu de Dood oogst, onvermoeibaar oogst, leed in duizenden en duizenden gezin nen wordt uitgestort, de mensch zich gedraagt op een wijze, waarvoor het dier zich schamen moet, de rook van brandende steden en dorpen als een zware aanklacht ten hemel stijgt en het jammer-geschrei over de slagvelden weerklinkt, laten wij dan toch niet zeggen, dat er geen Opstanding meer is. Als wij dat niet alleen in de eerste en zwaarste beproeving zeiden, doch het inderdaad gelóófden, zou het leven waard zijn, geleefd te worden f Daarom herhalen wij hetook uit dit loed kan de blijdschap worden ge boren, de blijdschap der Opstanding. De menschheid heeft gedwaald, paden iigeslagen, welke niet de hare zijn, niet de hare kunnen zijn. En bitter wordt daar voor geboet. Nimmer is haar zulk een harde les toegediend. Dat zij dan ook echter zich die les ter harte neme dat zij beseffe, want van nu af aan haar taak dient te wezen. De menschheid, wakker geschud, moet inzien,-dat beschaving en barbaarschheid niet hand aan hand kun nen gaan en,zoo men zulks toch mogelijk acht, dit samengaan alleenlijk ten schade van de eerste geschiedt. Eén heilig willen moet het menschdom dooftrillen deze oorlogs verschrikking zij de laatste. IVij hebben gedwaald en zijn voor onze dwaling zwaar gestraftmaar we hebben er uit geleerd. Veel. Alles. De tijden, welke thans komen, moeten tijden van vrede zijn. De menschheid heeft het in haar macht, zoo zij slechts haar roeping beseft. De sterken van geest en wil zullen voorgaan en de zwakken, de weifelende schragen. Eén gezin moet de menschheid ziju, één lichaam,waarvan „Myn waarde Fletcher." zei hjj, „Ik won, dat !k uw gast nooit had gezien." „Waarom vroeg Robert. „Heeft by u onaangename dingen gezegd?" „O, neen 1 Dat doet men niet met een stervende. Ik vrees, dat hfi niet lang meer zal leven. En cfsuhoon ik zyn doodaattest wel rannemeiyk ge noeg kan invallen, zou ik, oprecht gesproken, niet hunnen zeggen, wat hem scheelde. Vindt u het goed, dat ik telegrafeer aan een vriend, om hem te komen onderzoeken?" „Zeker," antwoordde Robert, „ube doelt waarscbyniyk een specialist in hartziekten „Neenl een toxteologist I"1 ant woordde Brown droogjes. Fletcher keek hem aan. ,U gelooft dus „Wat, voor den duivel, moet men gelooven riep ds dokter geprikkeld nit. „De man la gezond, maar hy is stervende. Ik zou liegen, als ik zei, dat ik de verschijnselen begreep. Ik kan slechts een ding vermoeden, hebt mijz-lf op bet denkbeeld gebracht. Ru ga ik naar het dorp, maar kom terstond terug Laat hem niet alleen. heeft een drankje, om in te nemen, als het nocdig is." Fletcher auohtta onder het naar hnls gaan. Hy geloofde, dat de dokter even weinig vertrouwen Bteldo in medicijnen als Perth zelf. IX Perth bleef don verderen morgen (l) Iemand, die een speciale studie van vergiften heeft gemaakt. geen lid kan lijden, of alle deelen lijden mee. Wij waren apostelen van tweedracht en haat. Dit was onze fout; wij erkennen haar thans. Wij zullen, van nu af aan, apostelen van den Vrede worden. Dan eerst zal de menschheid inderdaad menschheid zijn. Eu 1 gaan wij dan thans nog door het dal -Ier verschrikkin gen en des doods, al is ons Gethsémané en Golgotha nog niet ten einde als de heilige wil, mensch te zijn, ons be zielt, dan licht het in de verte, hauw nog wel, doch zichtbaar toch, en sterker en sterker zal het worden, tot wij in het volle licht van den Vrede staan. Dat is onze Opstanding. Buitenland. De strijd In en bulten Europa. De lente is gekomen en mat de lente is een nieuw tfidperk in den oorlog aangebroken. Do koude, de mist en sneeuw, die in de wintermaanden zoo dikwüls het krdgsbedry f hebben belemmerd, znllsn niet meer iu de officieelo berichten als hinderpalen genoemd worden. Van dar tot dag wordt het weer standvastiger, de mist trekt weg, do koude verdwijnt, sea nieuws lente brengt een nieuw jong loven. Wat dood en verdord schoen, tooit zich opnieuw in een frisch groen kleedjo, do natuur herleeft, de nooit missende overgang van winter in zomer doet bljjde hoop in do harten waderkeerenhet Is al leven en ontwikkeling, wat wtj om ons heen zien. Alleen de mensch, niet lettend op het grooto voorbeeld, bereidt zich voor op dood en verdelging van zijn naaste. Juist op de dagen, dat het nieuwe jonge leven geboret zal worden, op de dagen,dat de zon hooger dan anders san den hemel zal staan, dat zijn ver warmende stralen aan boomen en struiken da bladknoppen zullen doen openspringen en uit da aarde het leven ln duizsndeilei vormen zich zal open baren, is gewacht, om den vreesoiyken strijd van mensch tegen mensch ln hevigheid ts doen toenemen In het Oosten, ln de verre Russische vlakten, waar metershoogo sneeuw en Btrenge vorst da soldaten te velde zoozeer deden ïyden, waar aan kon en ontbering zoovelen bezweken, die het vyandeiyk lood nog gespaard had, beteekent de lente een tjjdperk van hernieuwde aetie in het krijgs bedrijf. Maar ook in bat Westen, waar voor namelijk da Indische hulptroepen van den Europeercbon winter te ïyden hadden, wordt do strijd van dag tot dag minder bemoeilijkt en juist ln het voorjaar hebben Frankrijk en Enge land besloten, het onbeslist gebleven gevecht met verdubbelde kracht te hervatten om te trachten, de Duitsche linie, welke tot nu toe aan lederen drnk hooft weerstand geboden, door stil op de sofa in zyn kamer en wilde niet benedrn komen lunchen. Toen Robert by hem kwsm, lag hy daar met halfgesloten oogeo. „Stoor mU niet," zei hy. „Laat my een paar uur alleen. Ik moot na denken." „Maar u moet toch iets eten," drong Fletcher aan. „Anders zullen uw krach- ton u begaven." „Dat is zoo," stemde hy toe. „Laat my wat soep brengen en papier en potlood." Men bracht hem beide. Toen Robert een nar later naar hem kwam zien, rookte hij een sigaret en schreef. „Ik wil niet meer door dokters worden geplaagd," zei hy. „Het is maar eer> vertooning, en ik heb weinig tyd meer over." „Gekheid 1" antwoordde Fletcher. „Brown zegt, dat n niet veel scheelt. Hy heeft een vriend getelegrafeerd om eens naar u te kyken." Perth maakte een gebaar van on geduld. „Myn waarde Fletcher," zei hy, „ik ben u z -er verplicht voor sl uw zorg, maar ik ben er zeker van, dat u in uw binnenste ook overtuigd bent, dat bet slechts tydverlies Is. Hot is met my gedaan. Zelfs deze wolnige uren dank ik aan myn vijanden. Zi! hopen natnuriyk er voordeel van te trekken. Als n echter do man bent, voor wlen ik u houd, zullen zy zich hebben ver gist." Hy beg n weer te sehryven en Fletcher werd weggeroepen. De knecht zei hem, dat een vreem- een hernieuwd optreden, mrt ver sterkte troepenmachten, te doorbreken. Na acht maanden van zwaren Btrjjd, waarbjj aan weerszyden honderd duizenden jonge mannen het leven lieten, is nog altijd niet te voorspel len, wie in deze vreeselyke worsteling het sterkste zal bljjken. Sedert half September staan in Frankryk de troepenmachten tegen over elkasr in linies, die zoogoed als geen wyziging ondergingen. Hier en daar is de frontlijn wat achter- of vooruit gegaan, een dorp of heuvel in het gnvechtsveld werd genomen en hernomen en bet eenige resultaat, dat bereikt werd is, dat men behield wat men in bezit had, maar dat da ge lederen van beide strijdende partyen, door den dood van duizenden krach tige jonge mannen, werden gedund. Wat baat een strijd, die aan beide zyden slechts verliezoD brengt In Oost-Frankrijk, van St. Mihtel tot de Vogezen, zyn de troepen bijna niet van positie veranderd. De Franschm hebben er zich toe bapaald, den Duit- schers het: „hiertoe en niet verder", toe te roeden, maar dezen slaagden er in, te behonden, wat zy den vflandec in het begin van den kijjg ontrukt badder. Nog z^n vele Fransche vestingen niet In Duitsche handen en het is de groots vraag ot de Dnitschers er in ds tegenwoordige omstandigheden in zullen slagen, zich daarvan meester te maken. Het geheele terrein om Belfort en Epinal, tot aan de vooruit geschoven Fransehe posten in den Elzas en In do Vogezen, is beschermd door een netwerk van versterkingen, dat do Dultsehers tot nu toe tever geefs hebben getracht,te doorbreken In de dalen van de Mcu.the, de Mortagna en de Veaonze zyn alle sporen van het gevecht verdwenen en wordt de bodem met ploeg on eg be werkt, opdat een rjke cogs* het drei gende gevaar van een tekort aan levensmiddelen zal doen verdijen. Toch, welks kleine schommelingen de weegschaal van overwinning en nederlaag ook moge maken, hoe de evenaar nn eena naar links en dan weer naar rechts moge wyzen, belde partijen wanhopen niet aan een be slissende overwinning in de toekomst en juist een nieuwe lente, een langere dag en een gunstiger weersgesteld heid zyn afgewacht om de wreede worsteling met verdubbelde krachten te hervatten. In de boog door den Weiehsel ge vormd liggen de Russische en Duitscho troepen reeds langen tyd werkeloos ia dn loopgraven tegenover elkander en slechts op de vleugels wordt hard nekkig gestreden. Benoorden den Welchsel hebben de Duitsche troepen succes gehid, Tau- roggen hernomen en de Russen bj Kraenopol een zware nederlaag toe gebracht. In de Karpathen zyn do Rassen versterkt doordat de bezetticgstroe- deling in de bibiüotheek wachtte. Robert's eerste gedachte was aan den dokter. Toen hy echter binnen trad, bevend hy zich tegenover den jongste der twee mannen, die in het Draninm-tótel ln zyn kamer hadden Ingebroken. Fletcher was volstrekt niet in een stemming, om met die heeren te on derhandalen, doch gevoelde grooten laat, hem by zjjn kraag te pakken en de deur uit te gooien. Da man zag dat misschien aan zyn gezicht, want hjj begon terstond zyn tegen, woordigheid ve verklaren. „Het spyt mij, u te storen, meneer Fletcher", zei hj. „Ik verlangde niet te komen. Wy wilden u met rnst laten. Maar wy begrepen niet, waarom u een dokter uit Londen laat komen en nog wel een professor". Robert zag hem oplettend aan. Zijn oogan waren angstig op hem gericht Als hy niet onder de bescherming van Robert's algen dak had gestaan, zon hy hem zeker een psk slaag hebben gegeven. „En waarom, voor den duivel, zin u dat begrypeu riep hü uit. „Me neer Perth logeert in mijn huis en als ik een dokter voor hem wil laten halen, is dat myn zaak en gaat hst geen ander aan." ,U begrUpt biykbaar den tosstrnd nog niet," antwoordde de man. „Me neer Perth 1b onze gevangene 1" „Uw wat tiep Robert uit. „Onze gevangene," herhaalde de man. „Mag Ik a sets iets vragen? Heeft meneer Perth zelf u aangtmoo- pen van Przemysl thans vrij gekomen zijn Een wanhopige poging wordt door hen aangeweEd, de Karpatben- passeu te foreeeren, om in Hongarye te ku' nep. binnen rakken. Dit nu begrijpen de Oostenrykers ln de allereerste plaats te moeten be letten. In de verschillende passen hebben zy zieh krachtig versterkt. Eert 1CO.COO ut n Duitsche troepen, welke ter vorsterking naar Oostenryk ziju gezonden, zyn grootendeels naar de Karpathen gebrrcht om aan de verdediging der pas3on mede te wer ken. Ook hier wordt van beide zydea met de uiterste verbittering gestreden. Da Oostearykers slaan telksnB weer de Russiseho aanvallen af en werpen de Russen in hun aanvankelijke stel lingen terug. In da Boakowlna zyD de Russen achter de Dnjeater teruggedreven en zyn de Oostenrijkers do grono over getrokken in de richting van Chotin, een Russische vesting ln Bassarablë. De Russische Zwarte-zee vloot, die naar den Bosporus is gezonden, heeft tot nu toe niet voel schade aangericht. Opmerkenswaard is da tyding, dat de Fraescbo en Engelsche landings- troepen,welka het eiland Tenedos bezet hielden, dit thans hebben verlaten en mat een onbekende bestemming ver trokken zyn. Da poging tot foreeerlng der Dar danelles tot nu toe een waagstuk, dat den geallieerden zware offers gekost heeft, schijnt men dus op an dere wijze te willen voortzetten. vVa-irachüniyk zullefi de nu vertrok ken '.roepen aan de Aziatische kust van de Dardanelles geland worden en zal een nieuwe poging tot foreeerlng der zeestraat niet eerder ondernomen worden, voor men aan beide zyden daarvan over een voidoer.de landings- divisie kr.n beschikken. Da ondervinding heeft ook hier den verbondenen geleerd, geen victorie te roepen voor alle moeilijkheden door doeltreffbndo krijgstoerustingen over wonnen kannen worden. Van het front aan de Yser wordt een sterkere druk der geallieerden gemeld. Juist dezer dagen wordt ver wacht, dat zy een ernstige poging zullen doen, de Dultsehers in België terug ta slaan. Zoo treft ons op alle punten de voorbereiding voor een hernieuwd en krachtiger optreden, en wil mon den thans komenden heeriykenvoorjaarstyd mlsbrn.kcn, door san belde zyden een actie te ontwikkelen, die waarschijnlijk tot geen ander resultaat zal leiden dan tot het opnieuw sneuvelen van zooveel duizenden dappere jonge man non, die we! met vreugdo in het hart de nieuwe lente zullen begroeten, maar hot du gezaaide koren niet meer in goudgele aren op den vaderlandsehen bodem tot rypheid zullen zien komen. Eenige telegrammen van het oor logsterrein mogen hier nog een plaatsje vinden. digd, om tussehon hem en zgn onver- mijdeiyk lot te komen Neen, ik ben zeker van nietl Hy berust ln wat noodzakeiyk is. Een paar dagen leven maer of minder wat dost het er toe „U doet mi) verlangen, nw theorie in pree tijk te brengen," zei Robert woedend. Da man deinsde terug. „Wilt u my toe-taan, meneer Perth te bezoeken vroeg hy. „Neen 1 Ik denk er geen oogenblik aan," antwoordde Fletcher. „Ik geef u prselea twee minuten, om myn huls te verlaten." De man glimlachte even, maar nam zyn hood ea ging naar de deur. „Ik most bekennen," zei Robert zoo badaard mogelijk, „dat tk niets van nw vreemde handelingen Vegryp. Maar onder myn eigen dak ben Ik tenminste baas, en wat meneer Woodley tn uzelf betreft, ik wil n niet in mjjn huis hebben. Daar is myu hok, lk zal wachten, tot u er buiten bent, maar als u het waagt weer te komen, zal je anders worden ontvangen 1" De man lachte op een onaangename manier. „Maak n niet ongerust, meneer Fletcher," antwoordde hy. „Wij pro- breeren eerst altyd de eenvoudigste middelen. Als die mirlukken, kunnen wfl ons doe) wel op andere wijze be reiken. Au revoir 1* Hy ging weg en Fletcher zag hem na, tot hy het hek was doorgegaan en in een auto vertrok. (1Vordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1