ET°, 84 1915 Zaterdag 20 Maart 102 jaargang. de u FEUILLETON Warrige Draden. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. ïtï» per kwartaal, In Gooï 9|I9) bulten Goes, franco f 1(81. Afzonderlijke nommeri S «ent isiaendinff van advortetatiën op Maandag, Woansdag en VHUfltü vóór 13 uien. De prju der gewone advertentiën Is van 1-5 regels 50 «t., elke regel meer 10 et, lijj directe opgaaf van driemaal paatsing derzelfde advertentie word» de prijs slechts t w e o m a a 1 berekend, Geboorte-, huwel||k- en doodsberichten en do daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van J—10 regels i f 1,— berekend l'tewisnnmmers 5 »»at, lelefooimnuueaer 88. Direstesr CL W. vak Babnevbld. -- Uitgave vaa de Naaml. VeasootssJiap ,Gees«ke Courant", Hoofdredaetear W. J. C. vak Saktbk. Bij dit no. behoort een Bijvoegsei. Zij, die zich met ingang van 1 April op ons blad abon- neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. L/e JKijksmiddelen. De totaal-ciji'ers over Februari zieu er niet bepaald rooskleurig uitmaar wij moeten in 't oog houden, dat Fe bruari slechts 28 dageu telt, hetgeen op al de cijfers natuurlijk van niet oubeduidenden invloed is. Al dadelijk het ramingeijfer over één maand. Het bedraagt f 13,856,333. In Februari is ontvangen f9,712,869 (ook in normale tijden plegen de eerste maanden des jaars belangrijk achter te blijven)het tekort is dus f 8,643,464. In Jauuari was het nadeelig verschil f 2,382,662. In vergelijking met Fe bruari 1914 is f927,290 minder ont vangen (f10,640,159 tegen f9,712,869). Het nadeelig verschil tusscheu Januari 1914 en dezelfde maand van 1915 was f 1,500,642 er is dus, ondanks de kortere maand, in dit opzicht eenige vooruitgang op te teekenen. De opbrengst van posterijen, tele grafen en telefonen komt, zooals wij weten, niet meer op den slaat der Middelen voor. Zij worden als afzon derlijke Staatsbedrijven geboekt. Behoudens deze omstandigheid is er op den staat, zooals die in de St.-Ct. is opgenomen, slechts een hoofdrubriek, die een hooger totaal-cijfer aanwijst. Het is die der directe belastingen. Zij gaf f 1,935,736 tegen f 1,348,358 in Februari 1914. Alleen de grondbe lasting geeft een lager cijfer «au f68,720. Het Personeel klom met f 14,081 de Bedrijfsbelasting, hoofdsom, f 1,493,093 méér, opcenten (gewone) -f 385,526 méérVermogensbelasting in hoofdsom f23,070 meer, opcenten f20,327 hooger. Al de overige rubrieken wijzen in totaal een lager cijfer aan. Voor de invoerrechten en de loodsgelden is dit evenwel slechts betrekkelijk. Het eerst genoemde middel gaf in Januari een tekort van f 197,875 in Februari is die mindere ontvangst gedaald tot f143,129 in vergelijking met Februari 1914 (de cijfers zijn f 1,529,395 tegen f 1,386,166). Ook voor de loodsgelden is er weer eeu betrekkelijke vooruit gang. Zij gayen in Februari 1914 f 266,251, in de afgeloopen maand f 106,475, nadeelig verschil f 159,786. In Januari bedroeg de opbrengst f114,637 en het nadeelig saldo noch tans f 185,070 in vergelijking met de eerste maand van 1914. De accijnzen wijzen een tekort aan van f739,838. De suiker gaf f 21,036 meerbet zout is f 31,686 en het geslacht f 30,669 hooger, waartegen over de accijnzen op den wijn f3,827, I op het gedistilleerd f 839,784 en op de bieren en azijnen f 24,602 minder opbrachten. De indirecte belastingen geven een deficit van f 421,863 in vergelijking met Februari 1914. Ook ditmaal dragen de successierechten daartoe bet hunne bij tot een bedrag van f 36,829 en wijders bleven ten achter de zegelrech ten f 118,854, de registratierechten f 233,560 en de hypotheekrechten f32,619. Wel een bewijs, dat er nog niet niet veel omgaat in de transactiën. Eindelijk moeten wij de volgende tekorten boeken waarborg der gouden en zilveren werken f11,409 (geleide lijke vooruitgang); domeinen f8,211; Staatsloterij f 84,348, jacht- en visch- akteu f995. Over de eerste twee maanden des jaars is gezamenlijk ontvangen f 20,686,541, dat is f 2,437,932 minder dan ultimo Februari 1914 in kas was gekomen en met een tekort van f 6,056,125 op 2/12 der raming. Daarenboven is ontvangen aan op centen, die geheven worden ten bate van het „Leeniugfonds 1914"voor de grondbelasting f 21,635,49op de accijnzen: suiker f129,595, wijn f 1,876,86, binnen- en buitenlandsch gedistilleerd f 141,256,55en op de indirecte belastingenzegelrecht van buitenlandsche etfecteu f 9,804,571/a, registratierechten f31,927,61 en hy potheekrechten f 2,748,92, totaal f338,840,191/,. Met de in Januari ontvangen buitengewone opcenten geeft dit te zamen een som van f596,877,181/», ten bate van het fonds voor de leening van 275 millioen in dit jaar reeds ingekomen. Buitenland. HÜ Bloot de oogen. Da dear ging open en de znster trad binnen, ge volgd door den man in het grijze pak, dlo beleefd voor Fletcher boog. Ha', zei hij zacht, „u bent uw vrieod komen opzoeken! Dat la teel vriende lijk van u l Ik hoop, dat u hem beter vindt.' ,Ik zou u gaarne willen spreken," zei Fletcher. .Met genoegen. Kom ln mijn kamer ea laat ons een glaB whisky en soda water drinken.' ,Dank antwoordde Robert kortaf „Ik wil mot u in de bar of in de rookzaal drinken maar niet in uw. kamer." „Eeu bewonderenswaardige voor zorg, meneer,' verklaarde hj met een bnlging- „Wij zullen naar de rookzaal gaan.' Zfj vonden een rustig hoekje In de rookzaal. Fleteher's metgezel baalde een visiteboekje alt den zak. „Sta mjj toe, dat ik m(j aan a voorstel, meneer Flotohor," zei hij. „Mfjn naam is Woodley. Kellner, twee whisky's en een groote flesch soda- Meneer Woodley," begon Fletcher, De strijd In en bulten Europa. De neutralen zijn langzamerhand les entsnts chéris van Europa ge werden. Waar do strijd meer en meer het karakter van een onbesliste worste ling krjjgt, waar van dag tot dag bljjkt, dat noch de mogendheden der entente, noch de centraal Europeesche rjkon do kracht bezitten, den tegen stander binnen korten tjd afdoende te verslaan, daar richten zich van beide zjden telkens weer begeerige blikken naar de neutrale staten, die, met hun onverzwakte legers, ln staat zijn, da achaat der overwinning naar bulleven aan een van beide zijden te deen overslaan. De Er gelach Fransche poging tot forceering der Dardaaellen schijnt bovenal ien doel gebad te bobben, in Griekenland en Italië een actie ten- gunste der geallieerden uit te lokken. Deze mag op het oogenblik vrijwel mi.lukt genoemd worden. Zelfs al slaagt do thans benoemde Grieksche mlnister.presldent Goenarls er niet ln, hot vertrouwen van de nieuwe Grieksche kamer te krfigen, dan zal „het doet rnjj genoegen, u met een naam to kunnen aanspreken, maar daar ik openhartig wetsch te zijn, kan ik u even goed zeggen, dat ik niet geloof, dat u Woodley heet. Ik wensch u te spreken over dien man boven, Perth. Er schijnt iu dit fcötol een samenzwering tegen hem te be staan. Ik wil u even zeggen, dat ik niet rustig denk toe te zien en hem te laten vermoorden Zijn metgezel lachte zacht en vergde zijn bril af met een zijden zakdoek. „Een samenzwering,' herhaalde bij, „in het Uranium lótelMJjn waarde heor, uw verbeelding gaat te ver. Het t ö'.ol is vol gasten. Het is eeu der grootste en best bekende in Lon den. Z{jn naam „O, houd op met dat gezwets," vlei Fletcher hem iu de rede. „Derk maar eens, wat er twee nachten ge laden gebeurde, toen je inbraak pleeg de in mijn kamer.* „Ja, dat moet u ongetwijfeld zon derling hebben toegeschenen. Maar in de eerste plaats wisten wij niet, dat do kamer bewoond was. Wij verlangden naar een onderhoud met orzsn vriend over zaken, dat hl) steeds wist te ver» pen. Nu heeft dat plaats gehad en de zaak is afgodaan. M(jn compagnon is reeds vertrokken, en Ik ga morgen of overmorgen naar Liverpool terug. U hebt u laten mis leiden door mijn taal en gedrag dien avond. Eet Bpijt my, maar lk wss dit cerstjna.de verkiezingen, over een tijdsruimte van meer dan drie maan den, moeten blijken, en wat Italië betreft, waar, in tegenstelling met vele opgewonden landgenooten, de regeering nog de meest strikte neu traliteit handhaaft, mag met vertrou wen tegemoet gezien werden, dal de onderhandelingen met Oeetenryk over dan afstand van Trentli tri voor de cenfrale-EuropeeBche mogendheden gunstig resultaat zullen voeren. Noch van Grieksche, noch van Italiaanachj zijde Is dus in den eersten tijd voor de geallieerden oenlgingrij pen te hunnen behoeve te verwachten, wat ongetwijfeld voor de entente- mogendheden oen groote teleurstelling moet zijn geweest. Want juist van deze zijde had men heimelijk op steun gerekend, waar het immers bekend was, welk een voor stander van een verbond met de go- ailieorden de Grieksche minister president Venizelos was en hoe in Italië een machtige volksgroep van dag tot dag een gewapend optreden togen den Oostenrykschen bondgenoot bepleitte. Hier had men gespeculeerd op de zucht naar gebiedsuitbreiding, hier had men gemeend, dat het oogenblik was gekomen, dat, dour schitterends be loften voor de toekomst, de voorstan ders eener onzijdigheid tot meedoen aan den strjjd ta bewegen zouden zijn. Waar hier de pogingen der gealli eerden faalden, is het te begrijpen, dat deze by andere neutrale staten nog dichter achter het net zullen visseben. ZU toch hebben geen onkele roden, hun onzydlgheid, ten behoeve van een der strijdvoerende groepen, prijs te geven, z(j zien de verschrikkingen van den oorlog hniton hun eigen grenzen, zQ zien, hoe de bloedige strijd de akkers verwoest, de huizen in vlammen doet opgaan, da mannen dor, .te vrouwen on kinderen in hut ongeluk stort en zü vragen zich afwaarom zouden wij vrywilllg de risico op ons nemen, een dergelijk lot te ondergaan? Slaan w{j het oog op ons eigen vaderland, zien wij rondom ons, hoe overal de natuur weer uit haar win terslaap ontwaakt, hoe de takken der booman zich tn oen nieuw groen kleedje steken, hoe hat gras in de wei den groener en malscher wordt, hoe de akkers opnieuw gereed worden ge maakt om een i ijken oogst van goud geel koren voort te brengen, dan dan ken wy de omstandigheden en het be- Jefd van onze staatslieden, die ons bulten don oorlog deden blijven. Nog ligt op weinige uren atstandB het kleine België, dat, evenals wy.voor korten tyd een welvarend en dloht bewoond land was. Nu is het een' vlakte van dood en verwoesting, nu liggen de akkers vertrapt en verwoest, nu stjjgt nog de rookwolk uit de zwartgeblakerde ruïnes, nu is het land arm en ontvolkt en zwerven tien duizenden zijner zonen ln den vreemde of vonden een gmweiyken dood ln den stryd van meosch tegen mensch. Het volk van Nederland begeert den oorlog niet. Waar in landen als meer dan opgewonden.' „Heel goed,' zei Fletcher. „Mis schien kunt a m(j dan ook zeggen, waarom meneer Perth naar een ver borgen deel van hettötelisgebracht, door een dokter van een zeer ongun stig voorkomen werdt behandeld en een verpleegster heeft, die hom als een cipier behandelt 1" „Wat hebt u, jongelieden, toch oen verbeeldingskracht,' zei Woodley lachend. „Meneer Perth is eenvoudig naar dat gedeelte van het hötel ge bracht, dat voor zieken is gereser veerd. Wat de doktor betreft, hy staat uitstekend bekend en bezocht het hötel eiken dag volgens een con tract met den directeur, en de ver pleegster is ons door het naaste zus- terhuls gezonden." „U meent dus, dAt ik my belacheyk zou maken, door aan de politie alles te gaan verteilen, wat ik weet „Waarom beproeft u dat niet?" vroeg Woodiey spottend. „Laat maar een detective halen en laat ons hooren, wat hj zegt.' „Heel goed, meneer Woodley," zei Fletcher. „Ik moet dus aannemen, dat, als meneer Perth morgen het hdtel wil verlaten, niemand zich daar tegen zou verzetten „Maar, waarde heerl Meneer Perth is zyn eigen baas, tietwaar? By betaalt zjn eigen rekening en gaat weg, als hjj wil. Nu kan h(j dat natuurlek niet, maar dat Is een kwestie Italië de wilde hartstocht tot nitlng komt on het volk tot een voor bet vaderland onverantwoordelijke actie kan opzweopen ,dan stroomt Goddank het Hollandsche bloed langzamer, daar laten wfj niet alleen ons gevoel, maar tevens ons verstand werken. Eu dat zegt ons: zie naar België! Wanneer wy thans aan den oorlog zou-ien deelnemen, bertaat do more- lljkhold, dat ons vaderland over wei nigs maanden als het getelsterdekleine koninkrijk zal zgn. Die risico mogen wjj alia:n drager, wanneer aan de andere zijde de mo- gaiykhcid bestaat, dat door een oorlog eeu bezit in geld oi grond zon wordon verkregen, zoo grcot, zoo onontbeer lijk voer de ontwikkeling van ons vaderland, dat zelfs do kans, ons land tot e?n bloedig slagveld en een terrein van vernieling te maken, ons niet zou mogen weerhouden, het waagstuk tot deelneming aan den krijg te on dernemen. Maar wij Nederlanders, wij koele en, gelukkig, beredeneerde verstands mensehen, wij wenschen geen gebieds uitbreiding ten koste van een anderen staat. Wy «eonsehan geen gebiedsuitbrei ding, die ons vroeger of later in ern stige conflicten kan brengen, wy wen- schon geen schadeloosstelling ln geld als wü daarbij de risico dragen, dat de krijgskans zich keert er. dat de groep, welke wj onzen steun verleunen, ten slotte de rekening van dan oorlog zal moeten betalen. En zelfs al zou onsingrjpen op een oogenblik den stryd te eener of an- derer zyde kannen beslissen, dan nog vragen wy ons af, of w® het recht hebben, een of meer ijken, die ons nimmer iets misdeden, in het ongeluk te storten en of, per slot van Tokening, iedere vergoeding, in geld of grond, zou opwegen tegen een mogeiyke verwoesting van ons vader land en een zekere slachting onder de besten onzor te velde staande man nen. Welk voordeel staat het arme België te wachten, wanneer de geallieerden den strjd winnen, wat op het oogen blik nog door niemand te voorspel len is? Eo al gebeurt dit, zullen dsn niet van beide jjjdan znlke geduchte slagen zyn uitgedeeld, dat van een beslis sende overwinning geen sprake meer kan zyn en de grenzen in hoofdzaak haar ouden loop zullen bij ven behou den Maar zelfs al krjgt België een bedui dende gebiedsuitbreiding, dan zal bet nog de vraag zyn, of dit zner gevaarlflke, en in de toekomst twj- felrchtige, nieuwe bezit voldoende opweegt tegen de algebeele verwoes ting vau het land, tegen het te niet gaan van den nationalen rijkdom, tegen de vernieling van steden en dorpen en het nimmer te vergoeden verlies van de besten zyner zonen. Eu daarom, wanneer van DuitBche of Engeische zyde op ons ingrjpen in den bnldigen stryd mocht worden aangedrongen, dan zullen wj voor van gezondheid." „Ik denk meneer Perth morgen mee te r.emen naar myn villa," zei Fletcher. Woodley zag hem strak aan. De uitdrukking van zyn gelast verander de. Fletcher begon te denkeD, dat bij onvoorzichtig was geweest met zyn kaarten bloot te leggen. „Ik vrees," zei hy zaeht, „dat het een zekere dood voor meneer Perth zon zyn in zyn tegenwoordigen toestand.' „En ik vrees,' antwoordde Fletcher, „dat, als ik hem hier last, het ook een zekere dood zal zijn." „Nog een klein glaasje," zelWoodlty, den kellner roepende, „en ik moet naar bed gaan. Ik geloof met u, dat Regi nald Perth stervende is. Of bjj hier blijft of gaat, maakt heel weinig ver schil voor mil. Op uw gezondheid, meneer FletcherI" Deze bracht het glas aan zyn lippen en stond op. Toen eerst begreep hy, wat er was gebourd De grond draaide onder hem, zjn knieën knikten, het kouds zweet brak hem uit. Door eeu nevel kon hy nog de half nieuws gierige, half spottende blikken der andere gasten zien en tegenover hem Woodley, met een uiturukklog van smartelijke bezorgdheid ln de oogen. Fletcher hoog zich naar hem toe. „O, Jou vervloekte schurkriep hy uit. Toen viel zyn hoofd voorover op iedere aanbieding bedanken. Dan zullen wij wgzen op onze zui delijke naburen en verkondigen, dat wie zich aan «en ander spiegelt, dit zacht doet. Wy kunnen het begrjpec, dat bui tenlanders ln de tegenwoordige phase van den oorlog hun best doen, on» voor te houden, hoe voordeelig een onmiddellijk ingrijpen van onze zUda voor ons vaderland ln de toekomst zou kunnen biyken wat de Engel- sebe sehryver Weill hierover zegt, hopen wj in een volgendoverzichteem aan een nauwkeuriger beschouwing to onderworpen maar wy laken het ten sterkste, dat er ook Nederlanders gevonden worden, die in de tegen woordige omstandigheden ons land in oen uiterst gevaarlyk avontuur willen betrekken. Zouden de Belgen, van wien er ook in Goes zoovelen verkondigden onze werkeloosheid niet te begrijpen, zich in den strijd geworpen hebben, wan neer Dultschland de neutraliteit van België niet had gesehonden Zooals zy naar de wapenen grepen, zoo zullen wy het doen, noodgedwon gen, maar zonder eenige aarzeling, wanneer een vjand te linker of rech terzijde onze grensijn ongevraagd mocht overschryden. Maar wanneer wy biervoor gespaard mogen worden, wat op het oogenblik ouzo innigste hoop moet zyn, dan zullen noch bedreigingen, noch schit terende beloften voor de toekomst ons bewegen, onze beproefde neutraliteit to laten varen, al brengt ook deze ons vele, hoewel niet onoverkomeljke lasten. Tegenover een voorspiegeling van gebiedsuitbreiding ten koste van een naburigen staat, zullen wj wijzen op den rykdom van ens land, op de tevredenheid van ons volk, dat het oude v.derlsnd niet met vreemden grond vergroot wenscht, op onze bloelende akkers en nogmaals, met een beroep op een ond-Hollandseh spreekwoord, zullen wy meedeelen, hoe één zekere vogel ln de hand ons meer waard is dan tien vliegende in ds toekomst. Ten slotte nog eenige bijzonderhe den van den stryd in West en Oost. Parl|s. Het Belgische leger maakte vorderingen aan de ïser.Do Dnitschers hebben Reims beschoten. In Cham pagne hebben wy een belangryke hoogte veroverd. Weenen. In Russlsch-Polen en W. Galtcië zyn vjandeljke aanvallen af geslagen, evenals in da Btreek by Wyszkow. Een v|]aiidel||ke aanval op den Z. oever der Pruth is mislukt. Berlijn. Een Fransehe aanval bQ de Lorette hoogte Is afgeslagen, even als aanvallen ten N. van Lemesnilln Champagne. Fransche vliegers wierpen bommen op de open Elzassische stad Schlitt- stadt. Wij hebben Calais met bommen bestookt. Berlijn. Russische aanvallen tegen onze stellingen tusschun de Fisslo en zfin gevouwen handen en hy herin nerde zich niets meer. VI. Fletcher werd wakker mot een barstende hoofdpyn. De klok op den schoorsteenmantel sloeg juist drie uur. Eerst langzamerhand begreep hy, dat het drie uur ln den namiddag waa. De gebeurtenissen an den vorlgen avond kwamen he- weer voor den geest. Hy belde een kellner en Bprong het bed uit. „Waarom heb je ma vanmorgen niet geroepen?" vroeg h(j boos. ,U hebt my geen opdracht gegeven, meneer," antwoordde de man. Fletcher begon haastig z|jn kleoren aan te trekken. „Wat weer iB het?' vroeg hy. „Van zeven uur af heeft het gestort regend meneer," antwoordde de man. „Er kononmogeiyk geerleket worden." „Goddank!' zuchtte Fletcher. „Be stel een kop thee voor m(j, en wacht even breng dit briefje naar juffrouw Parker." 115 keerde eenige minuten later terug met de thee en het nog onge opende briefje. „Juffrouw Parker heeft hot hötel vanmorgen verlaten, meneer,' kon digde by aan. „Het kamermeisje meen de, dat zy niet tetug zou komen, want zQ heeft haar kamer opgezegd. Aan het bureau zal men het wel zeker weten." Woi dt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1