N°. 8 1915 Dinsdag i9 Januari 102de jaargang. FEUILLETON, BEN COLLElsTEB's wonderlijke Avonturen. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrydagavond uitgezonderd op feestdagen. PrO« per kwartaal, in Goes öt75, bnlten Goes, franco f l,tü. Afzonderlijke nommers 6 cent, inzending van advertenties op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór IS uren, De prfls der gewone advertentién is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10et. Bg directe opgaaf van driemaal paatBing derzoifde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweigk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebband* dankbetuigingen worden van 1—10 regels k berekend Bsw|snumm*ri 6 sent Telefoonnummer 88. tire?.teer G. W. vah Babnevkld. Uitgave va» de N»*ml.Vei*OOts«]Mip „Gseseka Courant". Hoofdredacteur W, J. C. v*m Sahtik Bijdragen voor de toezen dingder ,Goesche Courant' aan de militairen. Ingekomen zjnW. P. v. d. H. te Goes f 1,F. v. d. P. te Goes f 2,50, J. J. van A. te Kortgece 1 0 50, A. H. te Nltse f 0,50. A. Q. te 's Graven polder f 1,—N. N. te Kioetinga f 1, W. B S. te Schoonhoven f 0.50, mej. G. de M. te Schoonhoven f 0,50 Wy zijn daardoor in staat, aan 15 cantines of militaire Tehuizen de courant te zenden Tot onze spït zgn we genoodzaakt, 15 adressen, die tot na toe geregeld de courant ontvingen, te laion var- vallen. Eventueels bijdragen hiervoor kunnen nog worden ingewacht tot 23 Jan. DE DIKECTIE. Vrijhandel en W ereld-vrede. In de ckristelijk-historische Neder lander heeft de heer J. Kuiper als zijn overtuiging te kennen gegeven, dat een belangrijk middel, om de volkeren in vrede naast elkander te doen wonen, de vrijhandel is. Als de volkeren alle beschermende rechten afschaffen, dan, zegt de heer Kuiper zeer terecht, be hoeven ze niet meer te vechten om een uitweg naar zee, om een afzet gebied buiten eigen grenzen, om een haven, enz, De heer Kuiper gaat ac- coord met de opmerkingen van dr. D. Bos, dat Duitschland veel vijand schap tegen zich gewekt heeft dooi de geweldige protectie van eigen nijver heid en handel. Als alle landen enkel en uitsluitend voor eigen belangen ijveren, zooals nu hel geval is, dan komt er nijd en afgunst, en daardoor oorlog. De (antirevolutionaire) Zeeuw Onder schrijft de woorden des heeren Kuiper en zegt„Konden de groote landen van Europa besluiten, de protectie op te heffen, dan werden hunne grenzen niet meer afgesloten door invoerrechten, die den nabuur steeds beletten, zijn handel uit te zetteD, en een voort durende bemoeilijking voor de ruiling der goederen zijn. Eu dan, hoe groote iinancieele voordeelen hiernit zenden voortspruiten 1" Er is een tijd geweest, dat Tie /eeuw anders schreef, en wij het, op het stuk van handels-politiek, absoluut niet met haar eens konden zijn. Laten wij, bij een dusdanige verblijdende kentering der gedachten, geen oude koeien uit de sloot halen. Hoeveel misverstand zon uit den weg geruimd zijn, als de antirevolutionairen immer bekend had den, dat vrijhandel, overal „gelijk 't eigenlijk behoort,'en door alle par tijen verlangd wordt" toegepast, een gezegend resultaat voor den handel 33 Hepsy Hicks mocht ean oogenbllk in den waan zfin geweest, dat de man, die zoo ongemerkt haar kamer wub binnen gekomen, oen brntale indringer was, een enkele blik in zijn onbedekt gebleven oog gaf haar de overtuiging, dat zj met oen detective te doen had. En dit was de reden, dat zJ zich niet dnrfde verzetten. Zoo snel mogeigk liep Sharpe met haar voort. Straat in, straat uit, nn links, dan weer rechts. „Diek heeft nog een dezer dagen een lang gesprek met je gehad. Ik zal je eens zeggen, hoe ik over de zaak denk. Het schgnt, dat Horace Underwood geen andere erfgenamen voor zü'n bezittingen mocht behonden dan dien eenen braven zoon van jon. Diek Underwood sterft niet, hy ver drinkt niet, hy wordt niet geschaakt of ontvoerd en al die dingen over kwamen zyn anderen kinderen! Zie je, dat is een samenzwering, en jy bent er tot over je ooren in betrok ken." „Neen neen 1 neen I' schreeuwde zij met schorre stem. „Ja! jal jal" banwde hy haar na, terwyi hy haar zóo stevig vasthield, dat zy vanpgn en vrees ineenkromp. „En nn het groote slottafreel," ver volgde Sharpe, op onverbiddelQken afwerpt 1 Ziewij henueu nooit uitsluitend voor one land den vrijhandel gepropa geerd en de protectie afgekeurd. Neder land legt te weinig gewicht in de schaal, dan dat met zijn verlangens angstvallig rekening zou worden ge- liopden. Onze ideeën gingen verder zij waren steeds de ideeën, welke De '/eeuw thans vertolkt. Voor protectie is nooit een steek houdend argument aangevoerd, en de beroepen op het buitenland misten hnn effect, zoodra men zich tot een juist onderscheiden wilde laten vinden. Duitschland het rijk, waarop de Nederlandsche protectionisten bij voor keur wijzen ging tot de protectie over op aandringen van Bismarck, die geld noodig had voor het nieuwe Duit- sche keizerrijk het was na den oorlog van 187(1'71 en Bismarck's streven, helaas met succes bekroond, droeg de kiemen voor een nieuwen oorlog in den schoot. Maar, wij mogen het niet ontkennen de zucht, een protectionistische bandels- politiek te gaan voeren, was bereids een uitvloeisel van den oorlog van 1870—71. Elders deed zich hetzelfde verschijn sel voor. Amerika had nooit aan een protec tionistische politiek gedacht, ware de oorlog tusschen Noord en Zuid niet uitgebroken. Die strijd heeft reusachtige sommen gelds verslonden, en niet min der reusachtige leeningen moesten daar in voorzien. Toen nam men zijn toe vlucht tot tijdelijke belastingen op den invoer, belastingen, alleen voor den dienst en delging der oorlogs-leeningen bestemd. Maar nadat het grootste deel der leeningen was afgelost, bleef Ame rika de oorlogs-belasting handhaven. De regeering was er nu eenmaal aan gewend geraakt en het bleek een ge makkelijk middel, om geld in de schat kist te doen vloeien. Dat het een on rechtvaardig middel was, wijl het de lasten niet gelijkelijk verdeelde, zag men over het hoofd. En de protectie, door Italië inge voerd, was zij niet eveneens het ge volg van den oorlog en aangegrepen als een middel, om het land in staat te stellen, zijn moeilijk verkregen eenheids-staat te bevestigen Op elk gebied heeft de protectie het afgelegd. En wij herhalen dat een antirevolu tionair orgaan openlijk erkent, welke zegenrijke gevolgen zullen uitgaan van een vrijhandel, ovaral toegepast, het verheugt ons van ganscher harte. De vrijhandel is de factor, welke groote oorlogen, als waaronder een groot deel der wereld thans zucht, kan voor- toozs. „Je plan was, dezen nacht hier heen te komen, om je vroegeren man te ontmoeten, onder voorwendsel, dat je hem inlichtingen omtrent Dolly's verbl(jf zon geven. Twee mannen zonden je in een roeibootje meenemen. Je ziet, ik ken het heala programma. Je knnt het gedeelteiyk opvolgen jy gaat met de mannon in de boot. Je knnt hnn natuurlijk niet zeggen, dat ik al hnn plannen weet, want als je dat doet, zal Underwood begrijpen, dat er iets niet in den haak is. Do manneD, die je hier in hna bootje komen halen, denken, dat je geheim veilig is jjj moet met hen medegaan, zonder ze in eenlg opzicht te waar schuwen. Ik volg je. By het minste of geringste verraad van jouw kant schiet ik een kogel op jo af, en ik wil je wel vooruit waarachnwen, dat ik een goed schutter ben. Wat zog je nn op dit alles?" „Ik bedank er voor, ik doe het niet," zei Hepsy heftig. „Dan zal ik ook verder geen genade gebrniken. Nn ga ja mee naar het politiebureau." „Neen, om 's hemelswil „Beloof dan, wat ik je gevraagd heb. Je kunt kiezenóf je moet my helpen in deze zaak, öf morgen ver schijnt je afzichtelijke tronie voor de politie, daarna achter de tralies en ten slotte bengel je een paar voet boven den grond. Dit is het loon voor je zonden, tenzjj dan, dat je je leven verandert. Maar haast je en kies nn ganw." „Ik ik kon wel doen, zooals n komen. Kentering in de gedachten mag niet als oen bewijs van politieke zwak heid worden beschouwd. Wij althans wenschen dit allerminst toe doen En wij hopen, dat hetgeen Dr. Zeeuw heeft geschreven, vruchten zal dragen, rijke vruchten, bij haar lezers. De mensch- heid zou er wèl bij varen. Buitenland Os strijd in sn buiten Europa. Ean gemoedolfjk praatje willen we ditmaal honden met de gednldige lezers van onze gewone bnitenland- sche overzichten. Wie den loop der gevcchtflfin op het Westelijk oorlogsterrain vergelijkt met dien van eonige maandtn gele den, zal geen noemenswaardige wyzi- gingen knnnsn ontdekker. Hier en daar mag de lyn lets meer zyn afgerond, iets minder hoekig zijn geworden, op sommige plaatsen mag zij van den ccnon rivieroever naar den anderen verscheven zSu, maar in haar geheel heeft zj den zelfden vorm gehouden en loopt over dezelfde ponten van hst Belgische en Fransche grondgebied, als waarover zij reeds maanden geleden was ge'.eckend. Dat is dus het resultaat van maan- denlangen verbitterden strijd en daar voor hebben we dag in dag uit, met onverdroten belangstelling, de tele grammen van beide zyden van het gevechtsterrein met elkander moeten vergelijken. Wij namen een loopgraaf, meldde een Framseh bericht vol enthousiasme alsof een loopgraaf c'e hoofdstad van het vjjsoadeigk gebied was wy namen eeu loopgraaf, brachten den vijand zware verliezen toe en maakten tal van gevangenen. Geheel Frank! Jk juichte de schit terende overwinning tos, geen conrant dor Entente mogendheden, welke niet in waardeerende en bloemryke be schouwingen, het sneces der geallieer den beschreef en in de neutrale staten, waar man noch ter linker noch ter rech terzijde te veel wilde prijzen of laken, zetten de overzicht schrijvers zich aan den arbeid en gaven op nuchteren, zakeiyken toon, aan da hand van nauwkeurige kaarten van het ge vechtsterrein, te kennen, dat inder daad de Fransehen een niet onbe- langryk succes behaald schenen te hebben. Maar een paar dagen later luidden de telegrammen weer anders. WS namen een loopgraaf, vermeld de vol trots de offfcieeie mededeeling uit het Dnitsche, groote hoofdkwartier, wy natnen een loopgraaf, brachten den vjjand zware verliezen toe en maakten tai van gevangenen. En als op denzelfden avond het Dnitsche volk het goede nieuws te lezen kreeg, knikte men elkaar vol vertrouwen toe en hearsehte alom de geestdrift, die ieder belangryk krygs bedryf onder het volk en in de pers zegt, meegaan in de boot eu u dan aan die mannen verraden." „Dat zou je niet doen. Ik heb ge zegd, dat Ik je volgen zon en je, by het eerste woord van verraad, een kogel door je hereenen jagen." „Dat is allemaal blaf!" „Waag hot er dan maar eens op. Nog eens, en voor het laatst: kieBl* „Ik zal doen wat je verlangt. Ik kan niet anders. Je bent de vreese- ïykste kerel ter wereld." „Ik ban een tygor, en ik heb bloed geproefd. Je weet nog niet half, hoe verschrikkelijk ik ben, als ik getergd word. Na zie je mil in myn zachtste en vriendeiykste stemming. Maar wacht maar I Ha, daar komt de crisis 1 Dat is Horace Underwood, met twee roeiers, in die boot daar. Ik verdwijn. Ik houd je aan je woord. Pas op, als je niet precies doet, wat ik je gezegd heb. Zweer het me „Ik zweer het!" „In orde." Sharpe verdween in de duisternis. Enkele oogenbllkken later hield een bootje voor de pier stil, een man met grysen baard stapte er nit, wisselde eenige woorden met Hepsy Hioks, daarna met twee roeiers en tezamen stapten zj weder in het kleine roei bootje. Toen het bootje in het open water der breede rivier kwam, werd het gevolgd door een ander, waarin slechts eon enkele gedaante zichtbaar was. XXIV. Ben bevond zich met Dolly en me" tot uiting doet komen. Weer zette zich do neutrale sehry- var tot bet opstellen van een over zicht en constateerde, dat inderdaad de Dnitsehers een mooie schrede voor- waards deden. Maar in werkelijkheid herwonnen de Dnitsehers slechts, wat zfl tevoren moesten prijs geven en als dan, na maandenlange eb en vloed op het gevechtstorrein, een balans van het kr$gsbedryf wordt opgomaakt, dan bljkt, op zeer kleine verschillen na, de gevechtsiyn nog altijd dezelfde grillige vorm to hebben als vroeger en ook nog altgdover dezelfde punten van het koninkrijk en de republiek te loopen. „Er Is niets veranderd", zegt de opper rlakkige toeschouwer. „De oorlogsberichten lees ik niet meer, 'tis alt{jd 't zelfde", zucht een tweede. ,'t Schiet niet op," vult een derde aan. En al die ongeduldige menschen, die, by het attbrekc-n van den grooten strijd, tienmalsn per dag naar ons bursau wandelden om er de telegram men te lazen en blijkbar verwachtten, dat er om den anderen dag een be slissende veldslag zon worden geleverd, slsan nu ontevreden de oorlogsberich ten by heele kolommen in hun nieuws bladen over en klagen zeer terecht, dat er tegenwoordig haast niets meer in de conrant staat dan over den oorlog en dat zo van redactioneele zjde veel beter deden er weer eens een aardig schetsje of anders een leer zaam slakje over den landboaw of een prijsraadsel voor in de plaats te zetten. Ieder oorlogs bulletin, dat we nu nog voor onze ramen durven hangen, wordt met wantrouwen bekeken en becrltiseerd. De meeste menschen willen het niet eens meer lezen. Ten eerste kun je een courant toch nooit vertrouwen, ten tweede zal het wel weer tegengesproken worden en ten derde zal het toch wel van heel weinig beteekenls zyn, vooral als het nit Beriyn komt. Dat de telegrammen tegenwoordig ook nog over andere dingen dan den oorlog knnnen handelen honden de meeste menschen al voor zeer onwaar- ochgnlgk en als dit een enkele maal voorkwam, leek het of devoorh0gan- gerswerkeiyk met voldoening consta teerden, dat we dezen keer na eens bijzonder nit onze redactioneele slof geschoten waren. „Och mensch, ga maar moo, 'tis van den oorlog," zei een burgerjuf frouw tot oen vriendin, die onze zoo jnist ontvangen telegrammen in zich op trachtte te nemen. „D'r komt geen end aan, hé, 'k kan 't niet lezen zonder bril. Bon d'r weer veel dooien ,'tls van den oorlog," .legde de vriendin nit, „ze hebben weer loop- grasfles genomen en d'r ben veel dooien." vrouw Barker achter de heuvelry be- zyden den weg, juist toen anderen, eveneens met paard en wagen, zich daar ook wilden verBchnilen. „Ze komen hierheen," fluisterde Ben den belden dames toe. „Dan zijn wij ontdekt I O, wat zul len wij beginnen? Ik dacht, dat die eene stem was van „Ja, het was de stem van Diek," zei Bod, zijn tanden op elkaar klem mend. „Maar hij zal u niet krijgen, zoolang ik er nog ben. Hij mag uin het geheel niet zien. Houd eikaar bij de hand en kruip dan over den grond naar gindsche dennenhosschen. Maak haaat, zoovoel go slechts knnt. De wind zal a den weg wijzen, het waait uit het westen zorg, dat hij rechts tegen u aanwaait en u bent op den goeden weg." Ben wees haar, welken weg zij moesten inslaan. „Het is zoo donker ik ben bang, om in de hosschen te gaan, zoo mid den in den nacht," zei Dolly. „Wel, biyf dan hier, en laat Un derwood je hier vinden en met zich meenemen, als je dat prettiger vindt," antwoordde Ben. „We zullen doen, wat ons gezegd is." zei mevrouw Barker op haar eigen kalme, bedaarde manier, en daar mede was de zaak beslist. Het vol gende oogenblik verdwenen zy, half kruipend, elkander stevig vasthou dende, in de dnisterniB, Ben alleen by het rijtnlg achterlatende. „Nn moet ik zorgen, mfl te ver schuilen," dacht hy, eu zonder verder „Och mensch, schei nit, ze moste d'r non maar eens mee ophouen, 't most niet maggen, 't is zonde en non wordt 't brood ook al weer een cent dnnrder, hé ja dat gelezen Dat is heel dikwyis hot gehalte van de gesprekken, dia we achter onze matglazen burean-rultsn zoo heerlijk kunnen afluisteren en heelemaal te verwonderen is dat niet. Want wanneer werkelijk na maan den langen stryd geen verandering van beteckonis in den aigomeenen toe- Btand is ingetreden, dan verflauwt, ook by do meest belangstellenden, onwillekeurig de aandacht voor alls kleine gobenrtenissen op een dar reus achtige gavechtBfronten. Allerearat zal dit natuurlijk het geval zyn by de minder ontwikkelden, die zich van dea ernst, en van het terrein van den stryd zelfs, geen juiBt denkbeeld knnnen vormen en daarom in den regel nog het allermeeste be langstellen in datgene, wat zj ten gevolge van den oorlog in den dage- lykscben gang van sakon ondervinden, de werkeloosheid, de mobilisatie en de hooge prijzen der levensmiddelen. Maar ook de meer ontwikkelden, hoe belangstellend ook in den afloop van deze geweldige worsteling, gaan niet meer als vroeger met de grootste interesse het nemen en hernemen van lederen loopgraaf na. Zg weten, dat het ds schommelende evenaar van de krjgsbalaria is, die na aan DnitBcho dan aan Fransche ziide een doorslag geeft en wachtten mat reads voel ver minderde belangstelling, het oogen blik af, dat de eene zyde van die balans, door het gewicht van een be slissende gebeurtenis zal dalen en de evenaar voor goed naar de zjde van den overwinnaar zal wijzen. Maar wanneer dat zal plaats hebben is door niemand, zelfs niet by gissing, te benaderen. En inmiddels is en biyft hot onze plicht do kleide schomme lingen van die krljgsbalans to rogis- treeren en onze iezers ook na woer een beknopt overzicht te geven van de voornaamste gebeurtenissen op het Weateigk en Qostoljk gevechtsterrein. Zonder twyfol hebben de Franschen b0 Soissons een leeiyken tegenslag gehad. Do Aisne was door de vele regens tot een kraohtigen stroom gezwollen, die de bruggen vernielde en deed wegspoelen. Daardoor konden de Fran sche troepen op den Noordeiyken oever geen versterkingen krijgen en waren genoodzaakt, terng te trekken. Alvorens daartoe over te gaan, ver nielden, volgens de Fargsche telegram men, de Fransehen de kanonnen, welke z{j moesten achterlaten. Maar dit neemt niet weg, dat de Dnitsehers op dit punt van het gevechtsterrein een mooi succes kannen boeken. Zy dreven de Franschen over de rivier terng, bezetten eenige dorpen, veroverden een achttal kanonnen cn maakten tal van krygsgevangenen, die wel niet, zooals het Fargsche tgdverlies klom hg ving in een naast hem s aanden hoogon boom. Nauwe- ïgks zat hy hoog en droo - tusschen de dennentakken, of Underwood en zyn begeleider kwamen in het gezicht. „Hoi hol" hoorde Ben een zware stem uitroepen, waarin hg die van Johnson, den veldwachter, harkende. „Wat is er nu weer vroeg Un- derw ood. „Hier is weer een wagen mat paar den. Voor den drommel, komt u ook oeno kUkeD, en zeg eens, wat u er van denkt." Underwood haastta zich naderby. Een kreet van verbazing en woede ontsnapte hem. „Dat is mijn span, dat rgtuig 1" riep hy nit, „hetzelfde, waar die jon gen mos weggereden is. Help mg hem zoekenAls je hom vindt, krijg ja een flinke fooi. Na kan hg my toch niet ontsnappen I Wacht aons even, ik zal eerst eens in het rytnlg kyke-j I Wie weet, wie zich daarin verschuilt I" Natunrigk zocht hy tevergeefs. Zy doorzochten daarna eerBt de on middellijke omgeving, en daarop den verderen omtrek. „Kijk naar sporen," zei Johnson. „Wacht," vervolgde hy, „Ik zal myn hond een handje laten helpen. Hier, Hector!" De agent floot zoo laid hg kon, daar de hond nergens te zien was. Waarschijnlijk had het dier den terugtocht naar huis aangenomen. Tot grooten Bchrik van Ben deed zioh echter een luid geblaf hooren en even later sprong Hector tegen zyn haas op. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1