N°, 7 1915
Zaterdag 16 Januari
102
jaargang.
de
De „Goesche Courant"
aan de gemobiliseerde».
De Geest der Vrijheid,
FEUILLETON
BEN COLLEBTIR's
wonderlijke Avonturen.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- an'VrUdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal, in Goei ff O,IS, buiten Goes, franco ff l,M.
Afkonderiyke nommers S eons,
r.aeudiag van advextenUös. op Maandag, Woensdag
6ii VRIJDAG vóór ia aren.
De prjjs der gewone adverientiëu is van 1-5 regels 50 ct.elke regel moer 10 ct.
BS directe opgaaf van driemaal paatsing derzolfdo advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden vaa 1—10 regels 3t 1,-- berektnd
Bewfsmmuntrs 5 «ent
Telefoonnummer 88 Directeur G2 W. van Babnevem. Uitgave v*b de NaanshVeaaootsehap ;G»es«ke Cosraat". Hoo'diedasteur W, J. C. var Santbr
De oproep, om mee te werken aan
dit goede doel, heeft niet het gevolg
gehad, dat we ona er van voorstelden.
Het ie natuurlijk niet aan te nomen,
dat onse lezers voor do Zeeuwache
soldaten niet genoeg zouden voelen,
dat zij niet doordrongen zouden zijn
van het voorrecht, thuis te kunnen
bij ven bU bun gezin, terwijl anderen
voor hun veiligheid en hot beboud
van de neutraliteit, zich aan veel
ongerief en niet minder verveling
moeten onderwerpen.
Do reden van het klein aantal op
gaven voor het in hst nummer van
12 Jan. opgegeven doel zal zijn, dat
menigeen heef. gedacht, dat hst een
aardig Idee was, maar niet noodlg,
er aan deel te nomen, daar dat zeker
wel anderen zouden doen en boven-
dion, wanneer leder lezer 50 cents
toezond, dan liep dat in de duizenden
guldens, wat maar last zon goven
aan de administratie der courant. Ook
komen cr al zooveel lijsten, dat dit
nu maar eens door anderen moest
worden opgeknapt.
Van dezen gedachtengang zouden,
helaas, onze Zeeuwsche miliciens de
dupe worden, wat wa zeer zouden
betreuren. Het is daarom, dat we nog
eens bet verzoek richten tot onze
lezers, hierbij huu hulp te willen
varkenen, opdat onze Zeeuwsche
miliciens, die allen dezen oproep heb
ben gelezen, niet straks hun .Goesche*
moeten missen en denken, dat dc
thuisblijvers zelfs dat niet voor hen
over hebben.
In hst nummer van Maandagavond
hopen we te kunnen mededeelon, dat
voor de verzending van de 30 ex.
voldoende bijdragen zijn higekoc-ca
en tevens voorletters on bedrag der
inzenders te vermelden, ock van de nu
reeds Ingekomene.
W(j willen nog eens er op wijzen,
dat men niet uit bezorgdheid, dat er
te veel zou worden gazonden, zijn
gave moet inhouden. Wanneer het
bedrag voor twee kwartalen vol Is,
wordt het daarna komende geweigerd
of als postwissel teruggezonden.
DB DIRECTIE.
Het feit, dat de lieer Vliegen, soeiaal-
democratiscli afgevaardigde ter Tweede
Kamer voor Amsterdam IX en sinds
korten tijd wethouder van de boofdslad,
een bewijs van sympathie heeft gezon
den aan dr. Weill, schijnt in sommige
kringen ongerustheid verwekt te hebben.
Dr. Weill was socialistisch Rijksdag
afgevaardigde voor Metz en voegde
zich, na het uitbreken van den oorlog,
32
XXIII.
Wat was or inmiddels elders ge
beurd
Het scheelde geen haar, of detective
Sharpe was in de armen van Diek
Underwood terecht gekomen. Misschien
was het goed, dat dit niet gebeurde,
want ünderwood was in eea stem
ming, om tot alles In staat te zijn.
Toch zon die ontmoeting niet lang
uitblijven.
De dag begon reeds aan te breken,
toen de detective en Carkins in do
nabijheid van het kleine dorpje halt
hielden. Begrijpende, dat hij in zulk
een klein plaatsje de aandacht van
alle bewoners zou trekken en de
algemeene nieuwsgierigheid opwek
ken, hield hij by een, buiten het dorp
gelegen, boerderij stil en wandelde,
door Carkins vergezeld, verder het
dorp in.
HU was in al zjjn handelingen uiterst
voorzichtig. HU liet Carkins in den
stal achter met de noodlge bevelen
en de belofte van een strenge tuchti
ging, indien hU niet precies deed, wat
hem bevolen was. De laatste was in
een bUzonder onderdanige stemming,
want gedurende hun kortstondige
kennismaking was het den vermeen
den landlooper gelukt, hem een
heilzame vrees in te boezemen.
onmiddellijk bij het Fransche leger.
Zij, die hierin land verraad zien, geven
blijk, dr. Weill allerminst te kennen.
Hij was een Fransch-gezinde, ééu van
die karakters, die er, in een regeerings-
lichaam als de Duitsche Rijksdag, open
lijk voor durfde uitkomen, dat Duitsch-
lnnd na den oorlog van 1870'71
geen grootere fout had kunnen begaan,
dan aan het chauvinisme toe te geven en
Elzas-Lotharingen in te lijveneen
daad, waarvoor toon-aangevende Duit
sche mannen destijds zoo ernstig moge
lijk gewaarschuwd hebben.
De heer Vliegen heeft aan zijn spon
taniteit uiting gegeven, niet om de
wereld te beroeren, maar omdat hij
dr. Weill persoonlijk kende en het
noodig achtte, hem uit den vreemde
een sympathiek woord te doen hooren.
De sympathie-betuiging des heeren
Vliegen is, door een misverstand, in
de Parijsche Humanité opgenomen zij
was niet voor publicatie bestemd, en
erg voorzichtig was de handelwijze van
het sociaal-democratisch Kamerlid ook
niet. Maar men doet verkeerd, het te
doen voorkomen, als had de heer Vliegen
de neutraliteit van Nederland in gevaar
gebracht 1
Nu is het begrip van neutraliteit
een zeer schoon, maar het mag, naar
onze overtuiging, nooit op cén lijn
worden gesteld met het begrip van
een zekere afhankelijkheid of vrees. Wij
willen immers niet afhankelijk zijn en
zouden wij ons niet op de teenen ge
trapt achten, zoo men ons zei, bevreesd
te wezen En tochen toch
lijkt het daar niet wat op, als men
denkt, dat Cen persoonlijke sympathie
betuiging van het sociaal-democratisch
Kamerlid Vliegen aan het gewezen
sociaal-democratisch ltijksdag-lid Weill
Nederland zoo maar pardoes in den
oorlog kan sleuren
Wij zouden de zaak eens van een
anderen kant willen bezien, en de
vraag stellen sluit het handhaven van
neutraliteit, door de Regeering afge
kondigd, in, dat wij onze meening, onze
overtuiging, onze sympathie zouden
moeten opbergen in een door de tijden
verkleurde hoeden-doos
Een benauwde geest zegtja. Wij,
die liever een frisscheren wind door
onze hersenen voelen waaien, zeggen
neen.
Wij kunnen ons van elke. daad
werkelijke inmenging onthouden, en
daar zijn wij vlak voor. Maar wij,
Nederlanders, zitten als het ware in
een schouwburg, waar een drama, zij
het ook een diep-droevig drama, wordt
afgespeeld. Wij onthouden ons van
elke actiedaartoe zijn de artiesten
VervolgenB besteedde de detective
den middag verder met opletten en
luisteren. Zoover hfj te weten kwam,
was tiet niet Dick Underwood, die
den ochtend van dien dag het dorpje
wae binnengereden. Hij hoorde alles
omtrent den .jongen schavuit*, die
ln het dorp zulk een opschudding had
teweeggebracht. HU ging zelf naar
de schuur van Johnson en ontdekte,
dat daar het bewuste rQtuig, waar
Ben mede was weggereden, gestald
was. BJ intuïtie begreep hij, dat de
jongen, die hun allen de baas was
gebleven, niemand anders dan Ben
Collester was.
Da jongen is toch nóg slimmer dan
ik gemeend had', dacht h|j vol be
wondering. „Ik kan alles gerust aan
hem overlaten. HU zal Dolly Under
wood stellig gevonden hebben. Maar
met dat al heeft hy haar nog niet
thnis en is er ook niet achtergekomen,
waarom zij ontvoerd isook hebben
wU dien ellendeling, dien Dick Under
wood, nog niet te pakken. Ik moet
nu eerst trachten uit te vinden, waar
h{j Dolly in veiligheid heeft gebracht".
Sharpe deed nu ln alle richtingen
onderzoek naar de verbiyfplaats van
Dolly Underwood, zonder resultaat
echter. Even vóór Ben den dorps
winkel binnentrad, stapte ook de
vermeende landlooper aldaar binnen.
Ofschoon hij dezelfde kleeren had
aangehouden, geleek hU toch een heel
ander man. Het groene verband was
voor z|)n oog weggenomen en in
plaats daarvan droeg htj een bril.
Gebruik makend van de telefoon,
was hU spoedig in gesprek met een
zyner handlangers te New-York, en
op het toonrel aangewezen. Doch we
mogen toch zeker wel onze kritiek
uilen, zonder gevaar tc loopen, er te
worden uitgegooid
Welnu, als dat mag, dan zij die
opinie ook gegeven.
Het Nederlandsche volk wenscht
huiten den oorlog te-blijven, maar het
eischt het recht op, zich over bestaande,
en mogelijk komende, omstandigheden
uit te spreken. En dan zij dit gecon
stateerd dat wij allerminst den wensch
kunnen koesteren, in staatkundig op
zicht verduitscht te worden. De demo
cratie in Nederland heeft jaren en
jaren gevochten zij, die daaraan
deel namen, weten, hoe zwaar de strijd
viel tegen het Duitsche, beter ge
zegd het Pruisische, element in onze
staatkunde. Men mag dan iu Pruisen
met dwang naar bed gaan, en met
dwang opstaan, wij achten ons
gelukkig vrijere meuschen. Eu na een
zwaren strijd zijn wij thans eenigermate
aan het Duitsche dwaug-systeem out-
komen, maar op ons, en in het bijzonder
op de jongeren, rust de laak, ons er
ganscb en al van vrij te inaken.
In staatkundig opzicht moeten wij
het Engelsche voorbeeld volgen. Met
Engeland hebben wij reeds een grooten
factor gemeen den vrijhandel. En ter
zake van de Staatspensionneering heb
ben wij, hef moge op bescheiden schaal
zijn, het Engelsche voorbeeld reeds
nagestreefd. Was voor de Nederlandsche
vrijzinnigen en voor de Nederlandsche
sociaal-democraten niet reeds lang het
paroolZie, wat de sociale wetgeving
betreft, niet naar Duitschlaud, doch
naar Engeland De Hollandsche geest
duldt geen dwang de Duitsche geest
is gevoed mee dwang. Daarom behouren
deze beide, noch in staatkundig, noch
in economisch opzicht, bij elkander.
Eb dan het militairisme 1
Men kan beweren, dal Engeland niet
minder militairistisch is dan Duitsch
laud deze put zijn kracht uit het leger,
gene uit de vloot. Dit is slechts zeer
oppervlakkig waar. Een land, dat, om
zijn zelfbestaan te handhaven, een zoo
krachtig mogelijke vloot of leger of
beide onderhoudt, is daarom nog
geen militairistische staal. Zelfbestaan
en militairisme kunnen zijn twee uiteen-
loopeude factorenzij beboeren het
echter niet te zijn.
Maar in Duitsohland is het militai
risme een kaste. Daar regeert 's keizers
rok. Daar moet men, als burger, onder
danig zijn aan-het militairisme, wil
men vooruit komen, in welk opzicht
ook. Wie Duitschlaud kent, zal dit,
met of legen zijn zin, moeten onder
schrijven.
luisterde met een zeer ernstig gezicht,
vol belangstelling, naar wat hem van
de wereldstad werd bericht.
Even later verliet hy, diep tn ge
dachten verzonken, den winkel.
„Ik moet zoo gauw mogelijk naar
de stad terug", dacht hij. „En toch
ia het een slecht oogeubllk, om hier
den jongen alleen den boel te laten
klaarspelen. Ik moet gaan ik moet
hier blijven wat zal ik doen
Hy raadpleegde zijn horloge. Indien
hy een voertuig kon krijgen, dat hem
naar het station bracht, zou hQ juist
den tfjd hebben, om den avondtrein
naar Brooklyn te halen.
Hij besloot maar te gaan. Ben had
getoond, dat men gerust wat aan hem
kon overlaten. Binnen oen paar uur
trouwens hoopte Sharpe weer terug
te zyn.
HU haalde Carkins af, vroeg on
verkreeg een nieuw Bpau paarden,
dat htj den horrelvoet liet mennen.
Aan het station had deze hem graag
willen verlaten, wat hy echter niet
toestond.
„Waar Ik ga, ga jij ook*, zei hjj
tot den schnrk, en deze dnrfde zich
niet verzetten.
„Wat hebt n met ml) voor, meneer
vroeg de horrelvoet, terwijl z(J op
weg waren naar de stad.
„Ik wil zorgen, dat Underwood je
niet meer te pakken krUgt. Misschien
zou h(j je weer ergens laten liggen
om dood te vriezen. Je bent een teere
plant, Carkins, en hebt goede oppas
sing en verzorging noodlg. Ik kan je
onmogelijk weer aan je lot overlaten.
Ik moet je veilig en wel geborgen
weten, eer Ik bet over mQn hart kan
Welnu, de vrije Nederlandsche geest
komt i u opstand tegen deze kaste, tegen
deze kaste-orerheersching, welke men
nergens elders aantreft dan iu Duitsoh
land, en, in mindere mate, in Oosten-
rijk-tlougavije.
Deze overtuiging is niet slechts de
onzewij weten, de meening van zeer
velen weergegeven te hebben. En om
die reden zouden w ij den raad willen
gevendenkt, bij het uitspreken van
uw opinie, goed naen vóór alles
bewaart tjen Nederlandschen geest, den
geest, wars van dwang, den heerlijken
geest van vrijheid, niet in het. minst
van het individu
Buitenland
De strijd In en bulten Europa
Op Roemeaië houdt geheel Europa
sinds eenlgen ijd het oog gevestigd.
Want na Servië en Turkije io dit
hoogstwaarschijnlijk de eerstvolgende
Balkanstaat, die ln den oorlog recht
streeke zal worden betrokken.
Turk[je koos vrijwillig de zijde van
OoBt .mrljk en Duitsohland, Roemenië
zal de lotgevallen van de state der
Triple Entente deelen.
Evenals ln Italië de volkstemming
zicb steeds weer tegon Oostenrijk uit
spreekt en de bevolking niets liever
zou doen, dan de Italianen in Oosten-
ryksch gebied van het juk der vreemde
overheerschlng bavrjden, zoo Is ln
Roemenië een algemeene drang, do
mllUoenen Roemenië» in Zevenburgen
bjj het moederland aaa de overzijde
dar Karpathen te voegen.
Roemenië moet groot ea machtig
worden, dat is da leuze van het volk,
daarheen hebben de IJveraars voor
een grootsr Roemenië het jaren en
jaren gestuurd en thans staan zij op
het punt, een hunner liefste wenschen
in vervulliag te zien gaan.
Niet naar het door Rusland bezette
Baesarabië wenden zleh de begeerige
Roemeensehe blikken, slechts Zeven
burgen ls bet, dat Roemenië voor
goed by zyn gebied hoopt ta voegen.
Jaren geladen, toen Kar8l van Ho-
henzollern, als koDlng Carol, ln 1866
den Roemeen schen troon besteeg,
toen her land nog onvruchtbaar en
arm, de bevolking nog aehterljk en
onbeschaafd was, leefde in Roemenië
reeds de drang, de Zevenburgsehe
Roemenië» ts bevryden en hoewel
dezen, onder het geregelde Ilongaar-
sche bestunr, met minachting op hun
geestdriftige stamverwanten neerzagen
werd de beweging in Roemenië steeds
sterker, naarmate het den nieuwen
vorst gelukte, het wanbestuur van
zjjn voorgangers door esn goede en
rechtvaardige regeering te vervangen
en daardoor het volk op te heffen uit
den acbterlükon en verarmden staat,
waarin h{j het bjj z{jn komst had aan-
verkrygon, je te verlaten
En ts New-Tork werd Carkins ln
het hoofdbureau van politie onder dak
gebracht.
Eenige uren later Blenterde de ver
meende vagebond weder mot het
grosDe verband voor het oog, schuife
lend en zwaaiend, een straat .-tinnen
en bleef voor een nauw slop stilstaan.
Een of twee mannen, die daar, oogen-
sehüniyk ook min of meer aange
schoten, stonden te lanterfanten, keken
hem wantrouwend na, toen hy hnu
voorbij liep en het slop binnentrad.
„Houd li^ml* riep er een, terwyi h|J
aanstalten maakte, den landlooper te
volgen. Deze koek hem echter met
zulke verwoede blikken aan, dat de
ander afdroop en zich weer tusschen
de anderen verschool.
Na het slop halverwege te z|jn in-
geloopen, opende de landlooper een
deur en beklom de trap. Op de eerste
verdleplog stond hy even luisterend
stil, daarop klom hy naar d8 tweede en
vervolgeuB naar de derde. Daar hield
hfl voor een deur Btil en luisterde,
met het oor tegen hot sleutelgat, enkele
oogenbllkken, zonder eenig leven te
maken.
HU trachtte de deur te openen,
waarvan het slot nog niet lang ge
leden defect was geraakt. De deur
ging dan ook onmlddelRjk open, en
hy trad zoo zachtjes binnen, dat de
gene, die zleb ln de kamer bevond,
er niets van bemerkte. Plotseling deed
hy belde handen op de schouders van
een vrouw vallen, die zich, over eenig
werk heengebogen, mot den rug naar
de deur gekeerd, in het vertrek bevond.
Ben doordringende schreeuw klonk
getroffen.
Nadat in 1891 in Boekarest oen
Liga tot bevordering van du Roemeen-
sehe cnllunr was opgericht, breidden
de denkbeelden dezer Liga zich zeer
snel alt. In ieder plaatsje van betae-
kenis, aan beide zyden der Karpathen,
werd een afdeellng gevormd, steeds
sterker werd het verlangen, Zeven
burgen onder Roemnenseh bestnur te
brengen en Roemenië wachtte slechts
een gelegenheid af, waarop het met
succes ztju troepen in het vuur zou
kunnen brengen.
Bessarnblë was vrfiwel vergeten.
Wel wezen eenige bekende politieke
leiders, o. a. Take Jonescn, op het
belang van Roemenië by deze streken,
maar spoedig wijzigden zich ook bnn
denkbeelden naar de algemeene wen
schen van het volk. Bossarabië was
niet langer de landstreek waarheen
zich de oogen der Roemenië» wend
den, Rusland word te veel als een
maohtige en gevaarlijke buurman be
schouwd en Oostenryk-Hongarlje, de
onderdrukker van millioenen Roeme
nen in Zevenburgen, als de eenige
nationale vfland aangewezen.
De botsingen van Oostanrgksche ou
Russische belangen op den Balkan,
die telkens wear tot bloedtgen stryd
aanleiding gaven, zjja vrllwel bulten
Roemenië omgegaan.
Het was te voratandig, zicb in den
Btrjjd ts werpen, zonder dat het daar-
bjj kans had, zjjn liefste wensohon
in vervulling te zien gaan. Het hield
zleh bulten da Balkan-oorlogen en
bood slechts dan zyn tusBchenkomst
aan men denke aan den jongsten
vrede van Boekarest als het de
gelegenheid gunstig oordeelde, zyn
eigen aanzien te vergrooten oi a(jn
eigen grondgebied te versterken.
Nn eindeiyk, in den grooten we-
roldstrjjd, nu Oostenrijk en Rnsland
niet meer bnn ouderlingen belaagen-
s ryd door middel van de BalkanBta-
ten, maar rechtstreeks tegen elkander
nitvechten, is Roemenlë's tjjd geko
men.
Het heelt zleh tot nu toe neutraal
gehouden, niet wetende welk verloop
de stryd zou nemen, het heeft, even-
sis Italië, en met dezelfde bedoelingen,
naar Oostenrijk gegluurd in de stille
hoop, dat de macht van deze mo
gendheid zon gebroken worden, om
zich dan met volle kracht op de door
volk en reg03ring verlangde land
streken te werpen.
I'altë was machtig genoeg, door de
bezetting van Albanië, Oostenrjjk nu
reeds te doen gevoelen, dat het zyn
invloed niet meer vreesde, thans komt,
zooals we in ons vorig nummer onder
Laatste berichten meldden, uit Sofia
de tydlng, dat Roemenië in beginsel
bes'oten heeft, ook al mocht Italië
zich onzjjdig houden, zich bjj de
Entente mogendheden aan te sluiten.
Midden Februari zou men dan een
door het kamertje, tarwyi de vrouw
zich met oen mengeling van woede,
schrik eu vrees naar den blnnenge-
komene keerde.
„Non, nou, Hepsy Hioks, krijg nou
maar geen toeval,* zei de detective,
terwyi hU haar armen stevig vasthield,
en z(J, al sobreeuwende, tevergeefs
worstelde, om los te komen.
„Wat wat wat?" begon zjj
op bevendon toonmaar hy dwong
haar te zitten, terwijl h{j op vasten
toon, maar niet onvriendelijk zolde:
„Kom, vronwije, geen grappen van
avond. Ik moet een ernstig woordje
met je Bpreken, en Ik heb wat voor
je te doen ook. En daar ik je nu toe
vallig nuchter vind, zullen we geen
t{jd verloren laten gaan. Sla je doek
om, zet je hoed op on kom dan mot
mij mee Haast je een beetje, ik ver
wacht geen tegenspraak."
Een enkel oogenbllk scheen het,
alsoi Hepsy Hlcka zich wilde verzetten,
doch even later sloeg zij haar doek
om, zette haar hoed op en volgde
hem, zonder een enkel woord te
spreken.
,WU zyn een aardig paartje, hé?*
vroeg de detective.
„Ja," gromde zy.
„En zulk een beminneiyk paar er
by," vervolgde by, haar arm door den
zjjnen trekkend.
„Ik kan wel alleen loopen, zonder
jonw hulp 1" snauwde zy.
„Neen, Hepsy, dat kun je niet, want
Ik geel je daar geen toestemming toe,*
was het antwoord. En weder onder
wierp zij zleh en liet zleh door haar
bewaker geleiden.
[Wordt vervolgd)