N°. 2 1915 Dinsdag 5 Januari, 102 jaargang. de De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrydagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjs per kwartaal, in Goes f O07SB buiten Goes, franco f 1,SS. Afzonderlijke nommers 8 cent. inzending van adverteniidn op Maandag: Woensdag en VRIJDAG vóór Ï8 uren 11RANT. OeprQs dor gewone advertentlSn is van 1-5 regels50 et., elke regel meer 10 ct. BJ directe opgaaf van driemaal paatslng derzelfde advertentie wordt de pi'tjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweiyk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 ragalt S 1,™ Üsreksnd EswSsnmnmors 5 tem, 'üeleioonmnnaaer 88. Biretfceur G. W. tah Baenkvkld. Uitgave van de Naaml.VeMOUtsebap ,Ge«ïke Coarant". Hoofdredacteur W. J. C. var Sartik Algemeens dienstplicht. lie Minister van Oorlog heeft mede gedeeld, dat het in zijn voornemen ligt, ten spoedigste de noodige voor stellen te doen iu zake algemeenen dienstplicht. Het verwonderde ons niet. Zij, die 'iet zoo gril' uitspraken, dat deze oorlog de laatste zou zijn en na de beëindi ging het tijdstip aangebroken voor beperking van bewapening, of zelfs algeheele ontwapening, zullen wel spoe dig al tot de overtuiging zijn gekomen, dat betgeen zij verlangen tot het groote rijk der vrome wenschen behoort. Zoo wel bij de debatten van Marine en Oorlog was de grond-toon meer sche pen, meer en zwaarder gesehut, meer mannen. Wat, per slot van rekening, hierop neerkomtnieuwe millioenen voor het militairisme, dat, zelfs in neutrale staten, in deze tijds-omstandig- heden hoogtij viert. He zaak wordt alzoo niet op den zelfden voet voortgezetzij zal een niet onaanzienlijke uitbreiding verkrijgen. Hat men afgedaan wensobt te hebben met den stelregel, dat, wie den vrede wil, zich op den oorlog heeft voor te bereiden, het blijkt uit niets. De ontzettende wereld-worsteling, welke de menschheid thans aanschouwt, zal haar niet tot leering strekken tenminste, wanneer de militairisten hun wenschen zullen weten door te zetten. En deze worden op de bekende wijze gepropageerd. Het Nederlandscbe leger, nu ruim vijf maanden gemobiliseerd, is te zwak als de nood aan den man komt, moeten alle Nederlanders klaar staan, om het vaderland te verdedigen de kleine mogendheden hebben tot taak, zich zoo deugdelijk mogelijk toe te rusten, met het oog op het iu dezen krijg geconstateerde bankroet van het volken recht. Enzoovoort, enzoovoort. Nieuw zijn deze klanken allerminst men zal het moeten toegeven. En speciaal wat het tweede aangevoerde argument betreft, wij meenden, dat de Grondwet daarin reeds voorzag. VI zou men nu ten onzent leger en vloot zoo krachtig mogelijk maken wie uiet ziende blind is, dient te erkennen, dat het toch altoos maar een kleine land- en zeemacht wezen zal, welke Nederland kan onderhouden zou daarmede iu de toekomst een bankroet van het volkenrecht voorkomen kunnen worden De oud-Minister Colijn, een militarist van de bovenste plank, neemt het als onvermijdelijk aan, dat het grondgebied van een kleinen staat wordt 27 FEUILLETON» BEN COLLESTER's woaderlijke Avoaturea. XIX. Bij het eerste aanbreken van den dag reed esn gesloten rfjtnlg, getrok ken door twee afgejakkerde paarden en bestuurd door een armoedig ge- kleedec jongen, langzaam een klein dorpjo binnen, ongeveer twintig mijlen verwijderd van het station, waar Ben gevangen was genomen en ook weder ontvluchtte. Feltelflk wa3 het niet veel meer dan een gehucht, uit nog geen twin tig huizen bestaande. Er was van de honderd inwoners geen levende ziel te bespeuren, evenmin waB er iets te zien, dat op een herberg oi logementje geleek. Het gehucht lag geheel tusschen heuvels ingesloten, die in het oosten door een winterzon netje flauw werden verlicht. Ben was hongerig en vermoeid, evenals de paarden. En wat de rei zigsters betrof, met wie hij tot dusver nog ternauwernood een enkel woord had gewisseld, zij waren zonder twij fel nog meer doodaf dan de paarden en de koetsier, want een rit van vfjf en twintig mijlen over hard bevroren grond, in een rijtuig zonder vaeren, is geen toertje. Nagenoeg in het midden der oenige straat, waaruit het gehucht bestond, zag Bon een heel klein huis met groote, t.roodo deur, als van een schuur. Met zjjn gewone beslistheid reed hij het erf op en hield voor de deur stil. H? geschonden, indien dit door de strate gische belangen van de groote mogend heden wordt gevorderd. Een andere oud-Minister van Oorlog, de heer Staal, werpt de stelling op, dat een staat geen recht heeft van bestaan, tenzij hij of op zich zelf, of in verbond met anderen, machtig genoeg is om zijn bestaan te verdedigen, wijl het bestaan van eeu volk, van een staat, niet berust op een rechtsgrond, tenzij op een papieren rechtsgrondde onaan tastbaarheid van het grondgebied van een volk berust op de macht van dat volk, om zich te verdedigen en daarop alleen. Met zulke uitspraken voor oogen zal men moeten erkennen, dat het vertrouwen in het, plechtig door trac- taten gestaafde, volkenrecht niet bijster groot is, en, dit eenmaal zoo zijnde, vraagt men zich af, welk nut het hebben zal, zoo Nederland zijn leger met ettelijke (luizend manschappen uitbreidt, onderzeeërs aanbouwt, zich van 't modernste geschut voorziet. Men moge aanvoeren, dat het gewicht van de plechtigst bezworen tractaten niet haalt bij dat van een kanon of hou witser gelijk het roomsche Huisge zin dezer dagen deed men gevoelt, dat dit slechts een dooddoener is, een doekje voor het bloeden. Als het zóó treurig gesteld is met de handhaving van het volkenrecht, dan baten Ne derland geen meerdere manschappen, geen onderzeeërs, geen moderne kanon nen, want Nederland is een klein land en zal een klein land blijven, en om die reden zal de integriteit van zijn grondgebied niet geëerbiedigd worden. Als mannen als Staal, als Colijn zulks vetkondigen, hebben wij, leeken, ons daarbij dan niet neer te leggen Zoo blijft dus de mogelijkheid, door generaal Staal geopperd een kleine staat moet in verbond met andere mogendheden machtig genoeg zijD, om zijn bestaan te verdedigen. Maar heeft de thans woedende oorlog niet duidelijk genoeg aangetoond, tot welke rampen bondgenootschappen leiden Het eene land sleept het andere mee, en de ellende neemt allerverschrikke lijkste afmetingen aan. Zijn er dan waarlijk nog lieden, die dit uit den huidigen krijg niet hebben geleerd Het pleidooi voor algemeenen dienst plicht lijkt ons allerminst geslaagd en het tijdstip achten wij daarenboven wel zeer ongelukkig gekozen. steeg af, schoof haar open en bemerkte een groots zoogenaamde deel daar achter, waar hij, de paarden aan den teugel houdende, binnenreed. Toen opende hij hot portier van hot rytttlg met de woorden: „Ziezoo, dames, daar zyn we." Zijn stem trilde even, want hij wist vol strekt niet, hoe zijn gedrag door haar zou worden opgenomen. „Blijven wij hier Waar zjjn wij vroeg de oudste der twee op zachton, vriendelijken toon. „Ja, wij moeten hier wat mat nomen, mevrouw," antwoordde hjj. „Ik weet wel niet precies, waar we zjjn, maar dat kan ik wel te weten komen, zoo dra dit noodig is." Het jonge rneirje maakte na aan stalten, om het rjjtuig te verlaten en stond Ben toe, haar daarbj] behulp zaam te zijn. De knaap dacht bj ziehzelven, dat zij er deftiger uitzag dan Nan Carkins en, op haar manier, even lief; toeh was hij nog niet ge neigd, zjjn trouw aan Nan te verbre ken. De oudere dame volgde het jonge meisje. „Hos komt het," begon de jongste, haar oogen onafgebroken op Ben ge richt houdende, „dat je bent wegge reden en meneer Underwood hebt achtergelaten Heeft bij je bevel ge geven, dit te doen Ik meen, dat ik hem heb hooren roepenis dit niet zoo?" „Ik zal n dit eens gauw en netjeB ophelderen, juffrouw," zeide Ben, haas tig overleggende, höè bij dit zou doen. „Ik wil alles precies weten, en nu dadeigk ook, eer ik een voet meer verzet," zei het meisje op een toon, die duidelijk aantoonde, dat zj niet met zich liet gekscheren. Buitenland, De strijd In en bulten Europa. De groote Europoesche mogendhe den waren aan het vechten. Zij sloe gen er duchtig op los, nu kreeg de een eens een fllnken Klap, dan weer de ander en een hei kringetje be langstellende neutrale buren stond er omheen^en wachtte vol spanning bet einde van hot gevecht af. Zij willan allemaal graag, dat de vechtpartij maar_gauw efgeloopen was, want de in woede ontstoken groote mannen hielden duchtig huis in de omgeving en zetten de heele buurt op stelten. Zij vernielden, verwoestten en vertrapten alles, wat hun onder de voeten kwam en menigmaal kreeg een der kleinere neutralen, als hy voor zijn eigen belang zich eens tusschen do strijdenden moest wagen, een «tach tigen trap en een stevigen duw. Maar zoo'n kleine neutrale buurman liet zich dat in den regel dan maar met een zunrzoet lachje welgevallen, want hjj was te klein en te mach teloos om in ernst te protesteeren. Hij wist heel goed, dat er op zjjn protesten toeh niet gelet zou worden, maar daarom hoopte hij van ganscher harte, dat er aan de heele rumoerige geschiedenis maar gauw eeu eind zou komen en htj wear In vrede en rust mot de omwonenden op zjjn klein erfje zou kunnen voortleven Er was nog een groote bnurnmn, die niet meedeed. Hjj leunde belang stellend over zjjn tninhekje en wachtte, evenals da anderen, den afloop van het gevecht af. ZJn sympathieën en antbipathleën, die de minder aanzienlijken, uit vrees voor een pak slaag, niet durfden uiten, slak bij niet onder stoelen of banken. Hjj was groot en sterk genoog om zich van niemand iets aan te trekken en bij kwam er rond voor nit, dat hjj de manier van veehten van den Duit. schen buurman buitengewoon gemeen vond en daarentegen van meening was, dat zp Engelsebe vriend op een bjjzonder handige en faire manier den Dultschar een beentje lichtte. De Engelschman was erg in zjjn schik met den lof, hem door zijn Amerikaan- schen buurman toegezwaaid en deelde ze, als bowjjs van zp goed recht, aan Iedereen medo, die ze maar hoo ren wilde. Maar do familie van den Amerikaan, die telkens weer over het erf moes», waarop de meeste klappen vielen, werd op haar dageljjksche tochten op bjjzocdere wjjzs lastig gevallen. De Engelschman, die buitengewoon achterdochtig waB ener altijdvoor vreet- de, datde een ot ander, die met de vecht partij niets te maken had, zijn Duit- schen tegenstander in stilte de noo- „U heet Dolly Underwood, nietwaar, juffrouw?" zei Ben, terwyi zjjn hart angstig klopte. „Ja, zeker, zoo heet ik." „En u hebt uw woning in New-York tamelijk onverwachts, nu twee weken geleden, verlaten „Ja." „En u deedt dit uit eigen vrijen wil?" „Stellig." „Ds couranten vertellen, dat u ge schaakt bent". „Zoo, zeggen ze dat? Hoe dom!" „Wilt u daarmede zeggon, dat u geheel nit eigen verkiezing, maar zonder uw vaders toestemming, ver trokken bent?" „Ik giDg uit eigen verkiezing en met zjjn toestemming „Wel sakkerloot, als dat geen inge wikkelde geschiedenis is, dan weet Ik het nietriep Ben uit, terwijl hjj als ton einde raad tegen het rjjtuig leunde. „Wat meen je toeh? Wie zegt, dat ik ontvoerd of geschaakt ben gewor den, en wat heb jij er dan nog mee te maken „Kjk eens, juffrouw," zei Ban, „ik heb mj nu te diep in de modder ge werkt, om er mjj nu zoo eensklaps uit te kunnen werken. Ik bogrjjp wel, oat u denkt, dat u vrjjwillig weggingt, en weg leeft, maar ik weet boter. Ik weet op het oogenbiik beter, wat goed voor n Is, dan u dit zelf weet, zooals u dadelijk zult bemerkon. Ik zal u even wat vertellen. Hier heb ik wat voor n te lezen, ais u lezen kunt, en daar ziet u wel naar uit," besloot hjj glimlachend. Beu herinnerde zich nameljjk, dat hjj de courant, waarin het bericht dlge wapens in handen zou smokkelen, maakte het iederen voorbijganger lastig en ontzag daarbij ook geenszins de leden der groote Amerikaaneche familie. Telkens hield hij ze aan en fouil leerde hen tot hun groote veront waardiging, zoodat ze er ten slotte genoeg van kregen en hjj het hooid der familie gezamenlijk oen krachtig protest deden hooren. De Amerikaan wilde er in het eerst niet bponder veel van weten. Hjj bad zooveel sympathie voor den Engelsehen buurman, dat hg bom niet graag lastig wou vallon, maar ten slotte bedacht hjj, dat zijn eigen be langen toch eigonljjk voorgingen en daarom stapte hjj kalmpjes over zp tuinhekje, klopte den nog alt0d vech tenden Eagelsehman op den schouder, verzekerde hem nogmaals van zjjn belangstelling, maar voegde er, nog lachend ea gemoodeljjk, den woasch aan toe, dat hjj graag zou zien, dat de loden van zgn eigen familie voort aan een b88tje met rust worden ge laten. De Brit glimlachte zuur zoet, ver zekerde insgeljjks zjjn hoogachting, legde nogmaals de moeliJjkhedcD nit, waarin de groote ruzie hem gebracht had en vertelde aan iedereen, die het maar hooren wilde, dat de groote Amerikaan hem wel op zfln vin gers getikt had, maar dat er toch van eenige verkoeling in de weder- zjjdüche sympathieën absoluut geen sprake was geweest. Intuasehen giug de Nederlandsche buurman, die in een eenvoudig huiBje midden tusschen de vechtende grond bezittere woonde, en die op zp dageljjksche tochten van het wan trouwen van dea Engelsehen buur man ook den grootsten last ondsr- I vond, een visite bjj den machtigen Amerikaan maken om hem te ver tollen hoe bljj hjj was, dat deze den Engelschman nu eens precies gezegd had, welke kinderlijke gewoonten tegenover de omwonenden hjj voort aan achterwege moest laten. Hij was het volkomen met den Amerikaan eens en had den Brit zelf al eens precies hetzelfde verteld, maar deze had op het protest van den kleinen, onaau- zienljjken buurman tot nu toe niet het minste aeht geslagen. Zoo staat het ongeveer mot do Amerikaansche nota aan de Engelsehe regeeriug. Wg deelden er in onze telegrammen reeds het een en ander over mede. De Amorikaansche regeering heeft aan de verzekering, dat de nota in een vriendsohapp8ljjken geest wordt aangeboden, toegevoegd, dat bet noo dig is, vrjj uit te spreken om te voor komen, dat uit Amerika's sülzwjjrsn zou worden opgemaakt, dat het in stemt mat een politiek, welke inbreuk harer schaking stond, in den zak van zjjn bestellers-uniform bad zitten, die onder den bok lag. HQ had de courant spoedig te voorschijn gehaald en liet het meisje de mededeoling harer eigen geheimzinnige ontvoering lrzon. „Ik begrijp er h3useh niets van," zstde zjj. Eu do verbaasde blik, dien zij op Ben sloeg, was zoo oprecht, dat bjj overtuigd was, dat zjj niet huichelde. „Wilt u me wijsmaken, dat uw vader weet, waar u op 't oogenbiik is 1' vroeg h(j. „Natuurljk weet hji dat." „Fóe weet hg dat?" „Wel, ik heb hem by na iederen dag geschreven, sedert ik van huls ging." „Hoe weet u, of hg die brieven ont vangen heeft?" „Hij heeft ze steeds trouw beant woord." „Heeft hg de laatste twee of drie dagen ook nog geschreven „Ja, hy schreef me nog gisteren." „Hebt u dien brief by u?" „Ja, ik kan hem u best laten lezen, er staan geen geheimen ln.' Zg haalde den brief uit baar zak en overhandigde hem aan Ben, die het volgende te lezen kreeg: New York, 30 Dec. 188 Myn lief kind. Alles bigft bier by het oude en ik bon gelukkig heel gezond. Dick zal je ergens heenbrengen, waar je rustig blijven kunt, totdat ik denk, dat het goed is, dat je terug komt. Ik hoop, dat het spoedig zgn za', want ik mis mgn kleine zonne straal erghet huis lijkt uitgestorven zonder haar. Houd maar goeden moed en schrgt zoo dikwgis als jo kunt. Je broer Dick zal de brieven wel be- maakt op de rechten van Amerikaan- Bche burgers. De huidige Engelsehe politiek toch ia rechtstreeks aansprakelijk voor da slapheid in verscheidene takken van Amerikaansche n5verheid en ver goeding voor in beslag genomen ladingen neemt niet weg, dat de zedelijke invloed op den Atnerlkaan- schen uitvoerhandel allesbehalve ge- wenscht is. De Amerikaansche regeering heeft tot nn toe haar geduld bewaard, in ziende, dat de Engelsehe regeering haar banden vol had, doch vy f maan den zü'n er nu verioopen en er is nog geen belaugryke verbetering in den toestand gekomen. Voornameigk zyn Engelands bemoeiingen met Ameri- kaanscho ladingen voedingsstoffen, bestemd voor onzydigo landen, hinder- ljk, daar er in den regel geen positief bawys is, dat de ladingen bestemd zyn voor het Dultsche leger. Ook wordt gelaakt, dat Engeland koperladingen voor Italië heeft aangehouden, terwyl men die voor Skandinavië ongemoeid Hot. Zooals onze lezers weten, heeft de Nederlandsche gezant te Washington met, deze nota, Ingegeven ddor de klachten van verscheidene handels firma's, zju volle instemming betuigd. De Engelsehe pers neemt de nota nog al gemoedciyk op en wjlat ar op, dat zy van A.aorikaansche zjj de vol komen begrgpeigk Is, maar dat de Engelsehe regeering in de meeete gevallen toeh niet andera kon handelen dan zjj deed. De Times 1b van meaning, dat de datum van 24 Deoember, den avond van hot groote vredes-feest, niet by toeval voor da verzending der nota io gekozen. Het blad veronderstelt geen er,kei oogenbiik, dat Amerika Engelands recht, om iu den handel tusschen onzydigen ia zjjn eigen be laag in te grypen, niet zal erkennen. Er staat voor Engeland en ook voor Amerika te veel bg dezen oorlog op hot spel. De Times erkent, dat Amerika vol komen gerechtigd is om Engeland eens te vragen, welke houding dit ryk voortaan tegenover Amerikaan- Bche koopvaardijschepen zal innemen om daarnaar de noodige maatregelen te treffen. Maar Engeland, vervolgt het blad, voert oorlog tegen twee groote con tinentale staten, die nauwelSks eigen zeekust hebben. Zy zgn omringd door onzijdige staten en doen onvermoeide pogingen om zich, met behulp van deze staten, het noodige voor hun legers aan te schs ffen. Zonder dat de neutrale regoeringen dat konden be letten, moet dat al menig keer werke- lljk gelukt zyn. Onder die omstandig heden kan niemand laken, dat de houding van Engeland, tegenover den zorgen en jo kunt er zeker van zjjn, dat alles, wat hg jo aanraadt, tot ons beider bestwil is. Met innige liefde, je Vader." Een andere onderteukening had de brief niet; Ben las hem zeer nauw keurig tweemaal over. „Dat klinkt alles heel mooi," zei hy, „maar het is mjj niet duideigk, waarom hy verlangt, dat u voorloopig wegbiyft. Hoe komt hy er dan toe, de politie te waarschuwen en alles in het werk te stellen, om u op te sporen Dat lykt me al een heel rare ge schiedenis. Heelt uw vader u gezegd, eer u wegging, dat hg u vooreerst niet terug wou hebben „Neon, dat kwam ik eerst na mSn vertrek te weten. Hy Behreef my een brief „Hos weet o, dat hg u een brief schreef?" „Ik kreeg dien brief ra mijn ver trek uit Brooklyn." „Wie haalt do brieven voor u?" „Dlck." „O, Dick!" riep Ben uit, met een verachteigken nadruk op dien naam. „Dlck haalt de brieven, en al die brieven zoggen n, dat u precies moet doen, wat Dlck zegt I Een van tweeën die Dick is een schurk, öf uw vader in een idioot. Het is niet waarsehUniyk, dat hg do politie aan 't werk zon zetten om n op te sporen, als hy niet ver langde, dat u gevonden werd. Maar nw vader heeft nooit een van die brieven geschreven en ook nooit een van n ontvangen. Als u dit als een feit aanneemt, zal de rest u wel duide- lyk worden." Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1915 | | pagina 1