N°. 147 1914
Zaterdag 12 December
10
|s£e
is FEUILLETON,
BEN COLLEBTIR's
wosderlijke Avonturen.
(mm
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Frfls per kwartaal, in Goes f e,TS5 buiten Goes, franco f l,U.
Afzonderlijke nommers B cent.
ïnaeuding van sdvertentiën op Maandag;, Woensdag;
en VBUDAQ vóór 18 uren
De prfjs der geweno advertentiën is van 1-5 regels 50 et., elke regel moor 10 ot.
B0 directe opgaaf van driemaal paatslng derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljk- o» doodsberichten so de daarop betrekking hebbende
dankbetuiging»» worden van 1—10 regels h 1,— berekend
Bewijsnummers 5 vaat,
Teleioonnunmtor 38 Directe** G. W. van Babnsveld. Uitgave va* da Na&ml.Vennootsefesp .Gsaseke Courant". Hoofdredacteur W. J. C. vak Sahtbn
Zij, die zich met I Januari
op dit blad abonnoaren, ontvan
gen do tot dien datum verschij
nende nummers gratis.
,,De paus heeft aan de staats-hoofdeu
van de oorlog-voerende partijen het
dringend verzoek gericht, ter eere van
de christelijke vredes-gedachte op Kerst
mis een wapenstilstand van een dag te
sluiten".
Aldus hebben de bladen bericht.
En men vroeg ons, onze meening te
zeggen over dit pauselijk verzoek.
Het lijkt ons verstandig, in de be
narde tijden, welke wij doorleven, niet
al te veel aan de politieke stemming
den boven-toou te geven. Maar een
vraag, als welke ons categorisch gedaan
werd, eischt een beantwoording. En
dan zeggen wij, dat we het verzoek
van den paus beschamend achten,
in elk opzicht beschamend voor het
Christendom. Wij hadden meer beleid,
vooral in deze omstandigheden, ver
wacht van iemand, van wien gezegd
wordt, dat hij de stedehouder van
Christus is.
Of is het niet waar, dat hel verbijs
terend aandoet, één dag, één simpelen
dag vrede te verzoeken ter eere van de
„christelijke vredes-gedachte", welke
thans meer in het gedrang is geko
men dan ooit te voren Eén dag
vrede, om de geboorte te herdenken
van Hem, die de Vrede zelf was, en
Wiens hart bloedt bij het aanschouwen
der daden van hen, die het van de
daken schreeuwen, dat zij zijn volge
lingen zijn
Eén dag neen, geen vrede één
dag wapen-stilstand. Eén dag rus
ten met moorden, wijl wij de geboorte
van den Christus toch niet geheel en
al kunnen laten voorbijgaanEn
den volgenden dag moeten dan de
„christelijke vredes-gedachten" maar
weer opgeborgen worden en het woord
gegeven aan het kanon
Het is verbijsterend.
Het is verbijsterend, dat, na al het
geen de wereld ons thans doet zien,
men met een dergelijk verzoek aan
komt alleen en alléén om den
schijn.
O, wij zoeken niet naar de oorzaak,
naar de aanleiding van dezen ramp
zaligen wereld-brand, welke oorlog wordt
geheeten Wij zouden toch niet kun
nen vinden misschien wordt gevonden,
als er jaren en jaren zijn voorbij ge
gaan door lieden, die er beter toe in
staat zijn dan wij, oordeelend onder
de impulsie van het oogeublik. Tol
de betweters wenschen wij niet te be-
hoorenof het „kapitaal", om een
sociaal-demoeratischen term te bezigen,
dezen oorlog op zijn geweten heeft,
.Prachtig! Dan kan ja ma ook
wel vertellen, hoe het paard er uitzag,
dat voor de kar was gespannsn
.Het was een kastanjebruin paard
mot witte voeten en een' witten neus.
Het was anders een ma erci knol."
.Was de kar geverfd?'
,Ja, masr zeker al heel lang ge
leden, want er was haast geen kleur
meer op te bekennen.'
.Hoeveel mannen waren er bS
,Dat was juist, wat ik het vreemd
ste vondzoover als ik zien kon, liep
er niemand bij."
.Dat is al heel raar, juffie. Als er
iemand b0 geweest was, dan hadt je
het toch wel gezien?'
,0 ja, stellig."
.Heb je niemand vooruit zien gaan,
eer de kar aankwam
,Ook dat niet. Maar het leek me,
dat het paard dicht bij stal moest
zijn, den weg alleen wel wi3t en geen
koetsier noodlg had,"
.Hoe laat was het?"
.Zoo ongeveer tegen schemeravond."
,Heb je het paard vroeger wel eens
meer gezien
„Ja, ik geloof het wel, maar ik ken
dan wel het „perfide" Albion, of
Duitschland, prat gaande op zijn „cul
tuur", of Frankrijk, dat gestraft moest
worden Toor zijn scheidings-wet, of
Rusland met zijn barbarendom,
wij behoeven er ons allerminst, althans
nil, terwijl de wereld-brand telkens
wijder om zich heenslaat, in te verdie
pen. We kunnen alleen de feiten con-
stateeren. En die feiten zijn bescha
mend genoeg voor de menschheid.
Ook voor het Christendom
Ja. En toch ook weer neen. Neen,
voor het Christendom, zooals dat door
Christus zelf is verkondigd. Ja, voor
het Christendom, dat de menschen er
van gemaakt hebben, die het konden
plooien als een kleed, dat gemakkelijk
om het lichaam zit. Men maakt het
pas-klaar, gelijk een broek, een jas,
een vest
En het is ilit Christendom, dat om
één dag wapen-stilstand vragen gaat.
Eu het verzoek gaat uit van het boofd
eener kerk, welke haar weg, door de
eeuwen heen, met bloed en tranen ge-
teekend ziet. Welke waarde is er aan
te hechten f
Eén dag wapen-stilstand, om de
komst op aarde van den Verlosser te
vieren zonder moord. En na vier-en-
twiutig uur voorwaarts Opnieuw
gemoord, opnieuw het dierlijke in den
mensch ontketendDe geboorte-dag
van Hem, die Vrede-vorst geheeten
wordt, ligt immers wederom achter
ons 1
Inderdaad diep is de menschheid
gezonken.
Maar wij hadden niet gedacht, dat
zij reeds zóó diep gezonken was, dat
zij, in naam van Christus, die weenend
de handen voor de oogen staat bij het
aanschouwen van het leed, dat Zijn
kinderen elkander aandoen, één dag
vragen zou, om uit te rusten van
moorden en branden en plunderen, om
daarna met vernieuwde woede aan het
werk te gaan.
Het is, in één woord, beschamend
een fiasco van dat Christendom, het
welk de menschen zich, gemakzuchtig
als zij zijn, eigen hebben gemaakt.
Buitenland.
De strijd In en bulten Europa
Opmerkeljjk in dezen warelstrijd is
zeker de optimistische stemming, die
in alle oorlogvoerende landen wordt
waargenomen.
Elk rjjk is er zeker van, dat het
zal overwinnen. Mag het zoo nu en
dan ook een kleinen tegenslag onder
vinden, dat ia nu eenmaal te ver
wachten, het is de eb en vloed, de
nederlaag en de overwinning, dia
elkaar in leder krijgsbedrijf afwisselen,
maar aan het eindresultaat geen af
breuk doen. Dit resultaat is een zoo
volkomen overwinning, dat de ver
slegen tegenstander bet hoofd in de
de paarden dikwjis moeilijk uit el
kaar. Een dozijn bruine paarden lij
ken in mijn oog allemaal op elkaar
behalve als er toeval ig een bijzonder
kenteeken is, of iets, dat mij bijzonder
in het oog valt.'
.Waar geloof je het paard vroeger
wel eens te hebben gezien
.Wol, ik geloof, dat Ik het vroeger
wel meer hier voorbij heb alen komen.
„En d' eigenaar
,Dle heeft aardbeienvelden, hier
twee of drie mijlen vandaan."
.Dezen weg verder op?'
Ja."
,Hoe heat hij
,Z{jn naam weet ik niet meer; het
waa zoo'n vreemde naam. Maar waar
om wil je dit alles toch weten
,Ho, ho, juffie, zoo vraag je den
boeren de knnst af. Zie je,ik ben er een,
die wel graag alles weten maar
niet graag alles vertellen wil. Masr
ik dank je intusschen voor je inlich.
tingen. En nou goeden nacht."
Daarop zlofte de landlooper heen,
de vrouw nieuwsgierig en onvoldaan
achterlatend. Langzaam slenterde hij
den weg op, maar verhaastte plotseling
zjjn gang, zoodra bij bulten het gezicht
der vrouw was. De halzen stonden
steeds meer en meer verspreid, tot
h0 eindelek oen boerderij bereikte,
die er zeer welvarend uitzag. Bij zjjn
nadering sprong een groote hond
woedend en blaffend uit een schuur
te voort chijn.
De groote wagendeuren der schuur
eerste jaren niet meer zal durven en
kunnen omhoog steken.
Engeland heeft het reeds meermalen
medegedeeld. Het zal doorvechten, te
land en ter zee, tot Duitschland mili
tair ets economisch geheel vernietigd
is. Rusland zal den groeten, zwaren
stoomwals van de Oostzijde af naar
Berlijn laten rollen. Alle» watDultsch
is en hem in den weg komt, zal er
onder verpletterd worden en zege
vierend zullen ds Butsitche traspen de
Duitsche hoofdstad binnenrukken, om
er bet wanbestuur door de Russische
beschaving te vervanges.
Ook in Frackrjk en België twijfelt
men niet aan den einduitslag en uit
voerige beschouwingen worden reeds
gehouden over den tijd, dat Elzas-
Lotharingen weer Fransch zal i(n en
Bolgië'a hulp met nieuwe landstreken
zal beloond worden,
Niet kat minst is het vertrouwen
op een goed eindresultaat in Duitsch
land zelf groot. Zeker, men erkent,
dat ar zware verliezen worden geieden,
dat groote cffars aan menschanlevens
ea goederen zjjc gevergd en in de
toekomst nog noodzakelijk zullen zijn,
maar aan het resultaat van den wo-
roldotrjd twijfelt geen enkele Dnit-
scher. Ook hier zal de beschaving
zegevieren. .Die Wahrhelt" zal ten
slotte door den uitslag erkend moeten
worden.
NatuurlJIk kan niet iedereen winnen.
Er zullen ten slotte eeDlge staten zijn,
welke dea strijd voor besehaving en
ontwikkeling tevergeefs gestreden heb
ben en 'oj het tegenwoordige karakter
van den oorlog zal waarechgnljjk de
beschaving van dat r|k als tie hoogste
en meest aanbevelenswaardige orksnd
worden, dat er in slaagt, d»n strijd op
militair, maar vooral op economisch,
gebied zoo lang mogslfjk vol te houden.
Dat het vertrouwen aan bside kanten
nog zoo ongeschokt is, bsw|st, dat
het moreel bij de troepen van elk der
partjer. goed is en dit staat waar
hiermede in verband, dat nog geen
nederlaag van beslissende beteekenis
aan een van beide zjdan werd toege
bracht.
Wel hebben de Balgen bijna hun
geheele vaderland in DuitBche handen
zien overgaan, maar het stuk, dat hun
overbleef, bleek tot nu toe onneembaar
en op de verdrijving van den vijand
uit het andere gedeelte wordt door
hen, dank z|j den ruggesteun van
Frankrijk eu Engeland, geen oogen-
blik getwijfeld.
Juist het volkomen vertrouwen op
een gunatigen einduitslag doet lederen
staat da tot nu toe geleden verliezen
en ondervonden tegenslagen betrek
kelijk licht tellen.
Zeker, hst is niet aangenaam, in
het dageigkEch legarberieht te mosten
mededeelen, dat het succes ook nu
weer niet zoo bijster groot was, maar
wat doet het er ook eigenlijk toe, als
de overwinning ten slotte maar be
haald wordt. Geen overwinning zon
der strijd, en geen strijd zonder ver
liezen en zonder de noodzakelijkheid,
hier en daar iets te moeten opofferen.
stonden open, terwijl een kar en paard
juist waren bisnengereden. Ken onge
veer zestienjarige jongen was bozig
het paard at te spannen, zooals de
landlooper bij het lioht van oen in de
schuur hangende lantaarn duidelijk
kon zien. Langzaam slenterde hj) het
erf op en trad de schuur binnen, en-
bemerkt aen vluchtigen blik op het
paard werpend. Do hond bet nuffel Je
hem al grommend. Het paard was
bruin met twoe witte voeten en een
witten neus, overigens zoo magor als
een talhout.
.Hel, jongen, wiens paard is dat
vroeg de landlooper, zich zonder ver
dere plichtpleging op een haverkist
zettende.
Hé, wat?' riep dejongen, verbaasd
den onverwaehten indringer aan
kijkend.
,Van wien hoort dit spulletje her
haalde de landlooper.
„Van ons."
,Van je vader
,Ja, maar wat doo jij hier Je
deedt boter met op te stappen. Wij
laten geen landloopers in huls.'
,Jo zou liever zlon, dat Ik buiten
doodvroor, of verhongerde, hé?"
,Ik denk niet, dat dat zoo'n vaart
zou loopen. Een vagebond kan even
min bevriezen als een kruik -brande
wijn. Belde branden eerder, dan dat
z{J bevriezen."
„Je bent een allemachtig brutale
rekel, dat ben je I"
De jongen haalde onverschillig de
Maar het volk, de groote massa>
welke den strijd met spanning volgt
an do moeilijkheden vsd de krijgs
verrichtingen niet van nabij kont,
hoort Biet gaarna van tegenslagen.
Onder de 'oreade lagen der bevolking
vooral ie men zeker van de overwin
ning, maar men wnnsebt die slechts
door een opeenvolging van successen
en verdraagt het niet, dat een onkel
wolkje van tegenslag de schitterende
zon der overwinning ook maar een
oogen blik tracht te verduisteren.
Daarom poogt ieder legerbestuur
na een dag van tegenslag, na door
den vijand tol onverwaehten terug
tocht t® zjjn gedwongen, het voor het
eigen leger noodlottige krijgsbedrijf
zoo gunstig en optimistisch mogoljk
voor te stellen.
Hoe hebben <5, die beter wisten,
niet menigmaal met een sareastlscnen
glimlach de Oostenr|jksche legerbo-
richten gelezen, waarin, voornamelijk
in het begin van den Knsslachen veld
tocht, eeu volslagen nederlaag menig
maal zoo eigenaardig wei'd weerge
geven, dat hef telegram oogeasehjn-
JiJk de mededseling van het behalen
van nieuwe lauwerea bevatte en door
vols oppervlakkige lezers daar dan
ook werkelijk voor gehouden werd.
Het optimisme in don huldigen krijg
is zoo greot, dat uiet te ontkennen
tegenslagen toer vaak als bijzonder ge
lukkige omstandigheden werden voor
gesteld en dit verschijnsel troffen wij
dezer dagen in niet geringe mate aan
Russische zijde aan.
Dat het Russische leger, waarvan
men, niet het minst in Engeland,
verwachtte, dat hst met onweerstaan
bare kracht de Duitsche troepen in do
richting van Eerlijn terug zou dr$Ten,
daar niet in geslaagd is, kau thans,
ook aan de zijd» der gealllëerden,
niet langer ontkend worden.
Maar men is daar nu tot de eigen
aardige conclusie gekomen, dat dit
ook elgsilijk haelomaal niet de be
doeling van de» Russisohen genaralen
staf gewenst is.
Na de laatste Russische tegenslagen
ie de streek Lodi—Lowicz komt een
Engelseh blad, de Homing Post, toch
heel naïef mededeelen, dat het in het
geheel niet de bedeeling van de Russen
is geweest, om do Dultsshere uit Polen
over de eigen grenzen terug te dringen.
De tijding van het innemen van
Lodz door de Duitsche troepen wordt
door de Timts slechts mei het groo! ste
voorbehoud ala wasr aangenomen.
Da Dnltsehers zegt het blad
beweren Lods te hebben gesomen en
daar zij dia plaats beschoten, is het
wellicht gedeeltelijk waar.
Ook do Russische berichten erkennen
het verlias van Lodz niet rechtstreeks,
maar wel indirect in het vermelden
van eau gew0zigde opstelling hunner
troepen. Sterker nog, het Reuter-
bericht uit Sint Petersburg toont zich
dankbaar voor het verlies vsa dezo
Poolschc stad, een centrum van handel
nijverheid. Zonder dit verlies nog
officieel te erkennen, wordt medege
deeld, dat Lodz in de tweede he'ft
schouders op en keek naar den hoed.
Deze bromde en liet opnieuw r ijd;g
de tanden zien.
„Wie is mat dio kar uit geweest
vroeg de landlooper.
„Ik."
.Naar het station?"
,Hos de»k je dat zoo?"
,Ik daeht, dat ik je daar gezien
had, dat is alles. Dat paard soa anders
zeker wel alleen den weg kunnen
vinden, geloof ik."
De jongen had het paard in den stal
gebracht en kwam nu op den vreem
deling af, die er een bijzonder groo-
ten .nieuwsgierigheidsknobbel" op na
scheen te houden,
„Jij sch0nt net zoo veel v.'.n vragen
te houden ala een dronkaard van zjjn
borrel," zei de jongen.
De landlooper gaf geen antwoord,
nam zijn p5p uit den sak cu feegoa
dia te stoppenh|j streek een lucifer
aan en wierp die half brandend cp
den grond.
„Je mag hier niet rooken!"
De landlooper deed, alsof hij het
niet hoorde ®n gaf een fl nkon haal
aan zju pijp.
„Hoor je niet, wat ik zeg?" riep
de jongen woedend uit.
Poe ff pot ff I Da pijp trok niet
goed en een tweede lucifer volgde
de eerste.
„Ja-ik-hoor-je-wel," zei do landloo
per, tussehen elk woord een trek aan
zijn pjp doende, .mar.r ja moet niet
zoo lastig zijn. Tabak kan geen
van November groot belang voor de
krSgsverriehtiugen had, maar dat de
verdediging der plaats, nu het Duit-
seho offensief san het front Lodz
Lowicz mislukt is. alle belangrijkheid
heeft verloren, Zelfs heet het nu, dat
de groote stad uit militair oogpunt
vele nadeelon had, daar het front er
een ongewone buiging door krengen
d» Russische verbindingen werden
bemoeilijkt
Iedereen is dus even tevreden. De
Dnltsehers, omdat ze Lodz hebben
genomen de Rusen, omdat ze dezen
lastpost z0n kwijtgeraakt. Inderdaad,
het optimisme aan belde zjjden moet
wel heel groot z(jn.
Men moot zegt het officieele
Russische bericht vérder er op
voorbereid s0n, dat, met hot oog op
de aan den linkeroover van dea
Weichsel heerseheade kalmte, er een
vrSsiglng zal komen in onze troepen
opstelling in deze streek.
Afgesehaiden nog van da vraag, of
hot aan den linker Welchseloever
warkeljk zoo kalm is, wil deze zin
snede „voor de Duitsehers zeggen, dat
het Russischs leger de bevolking en
de bondgsnooten voorzichtig op een
gedwongen terugtocht voorbereidt,
terwijl de Russen er een wijziging in
ds troepenopstelling in zullen lezen,
dit natuurlek een verbetering en
oen versterking van de huidige weer
macht zal zijn.
Trouwens, de Russische legerherieh-
ten zijn toch al in zeer vage termes
opgesteld. Na melding gemaakt te
hebben van het ongunstig resultaat
voor Rusland van den slag in de linie
Lowiez—Lodz, wat aan d* vele Duit
sche versterkingen geweten wordt,
volgt de zonderlinge conclusie, dat de
Duitsche aanvallen tevergeefs waren
en de Duitsehers, na hevige verliezen
te hebben geleden, het offenslefmoes-
ten opgeven.
Wie mst «nparlij dijen blik de ver
schillende telegrammen vergeljkt,
komt tot de conclusie, dat de Rassen,
voor Lodz verslagen zjn en, door de
Duitsehers achtervolgd, terugtrokken,
Tegelijkertijd zgn de Duitsehers hier
nieuwe aanvallen begonnen, een van
Soldau uit in Zutdoljjkelijka richting
naar Warschau en een, gesteund door
Oostsnrjkcche troepen, tea Zuiden van
Krakau in Westelijke richting. De
laatste aanvallen leidden tot gevechten,
welker uitslag nog dient afgewacht
te worden.
De toestand op bet Westelgk oor-
icgsterrein onderging geen verande
ring van beteekenis. W0 verwijzen
daarvoor naar de hieronder volgende
telegrammen.
Parijs- Het offleieele berieht van
Woensdagmiddag 3 uur luidt:
Van de zee tot de Leie zjjn artllle-
riegevccbten geleverd.
Aan de Aleno hebben wQ in een
artillerieducl voordeslen behaald.
In Argonne hebben onze artillerie
en infanterie vcerdeelen van beteeke
nis bshaald. Verscheidene loopgraven
z(jn genomen. De jjand heeft een
loopgraaf mst behnip van een mtjn
kwaad voor paarden, noeh vcor koelen,
en als h«t jou zelf niet bevalt, dan
kun je altijd nog naar bulten gaan.
Dit zal jc gemakkelijker vallen dan
m\j het rooken te beletten, als ik
eenmaal aan den gang ben. Ik ben
in dit opsieht nog erger dan aen
tlochia kachel."
„Wel, heb je ooit van z'n laven 1*
riep da jongen nit, te zeer overbluft
door 's mans brutaliteit, om iets anders
te kunnen zeggen.
„En nou nog eens over dat paard,"
hernam da landlooper, alsof er niets
was voorgevallen. .Iemand heeft het
beest, gisteren een week geleden,
zonder geleide, naar huis zien gaan.
Stond er toen niet een lange, witte
i kist op de kar?"
1 Do jongen verschrok en angstig
staarde hij dan landlooper aan.
„Heb je hot gezien, kerel f" vroeg
hij half fluisterend.
.iemand anders heelt het gezien en
het m0 verteld."
„Weet je, wat er in die kist zat
„Ju, maar ik weet niet, waar ze
haar heen hebben gebracht. Hierheen
zeker niet?"
,Ja, het is een vreemde geschiede
nis. De kist staat nu hier boven in
de schuur onder de pannen."
De landlooper trok hard aan zgn
pjp hij scheen hoe langer hoe meer
belangstelling in het geval te krijgen.
[Wordt vervolgd.)