N°. 141 1914 Zaterdaa 28 November J 01 Bij dit no, behoort een Bijvoegsel. Naar ouden Trant. is FEUILLETON, BEN COLLEGER'S wonderlijke Avonturen. ete 'Ja uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. PrQs per kwartaal, in Soos ilc7t>, buiten Goes, franco f l,tS. Afionderiyke nommers S cent. jQzandlngr van adverlentien op Maandag, Woensdag en VRIJDAG vóór 13 uren, Depr$s der gewone advertentiên is van 1-5 regels50 ct., elke regel meer 10 ct. Bj directe opgaaf van driemaal paatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk- en doodsberichten sn de daarop batrekking hebbende dankbetuigingen wordea van 1—10 regels h 1,— berekvnd. Bewijsnummers 5 cent, I'e leootmuraMor 38 Directeur G. W. vak Barnevkld. Uitgave van do NawnhVeaaootssbap „Gttkscha Courant". Hoofdredacteur W, J C. vak Sahïbm. Zoo is dan eindelijk gebeurd, wat wij reeds eenigen tijd hebben voorzien de Gods-vrede behoort tot het verle den. Hij is verbrwken door de partij, welke ten aanzièn van den wereld oorlog de meest vreemdsoortige rol beeft gespeeld die der sociaal-demo craten. Of zij zich wel ooit behage- lijk hebben gevoeld in de korte periode van Gods-vrede, wij wagen het, zulks te betwijfelen. De leiders, zon der twijfel, hebben er de noodzakelijk beid van ingezien, maar zij hadden te rekenen met de groote massa, welke juist door die leiders met kracht-termen is opgevoed en het op den duur zonder deze niet is kunnen gaan stellen. De oude waarheid, dat, wie wind zaait, te eeniger tijd storm zal moeten oog sten, heeft zich ook wederom hier doen gelden. Wie het hoofd-orgaan van de soci aal-democratische arbeiderspartij met aandacht heeft gevolgd, zal moeten erkennen, dat de gematigde toon, aan geslagen onmiddellijk na het uitbreken van den Buropeeschen oorlog, spoedig door een anderen vervangen werd. Men richtte verwijt op verwijt tot de regeering, welke niet deed, wat de sociaal-democratie haar als taak geliefde voor te "schrijven. De verwijten werden verdachtmakingen, erg leelijke verdachtmakingen soms, en systematisch werd een geest van ontevredenheid aangekweekt. Het proletariaat leed gebrek, natuurlijk geheel en al buiten zijn schuld de bourgeoisie, welke een oogenblik zichzelve vergeten had, werd wederom de oude, gehate bourgeoisie, en de klasse-tegenstellingen traden in al haar scherpte opnieuw aan het licht. Ziedaar de lezing vau de sociaal democratie. Dat de oorlogs-toestand zich ook ten onzent doet gevoelen, wij zullen de eersten zijn, om het te erkennen. Maar waar wij tegen moeten prctesteeren, het is tegen de voorstelling, alsof alleen het proletariaat zou lijden en geen maatregelen zijn getroffen, om dat leed zooveel doenlijk te verzachten. „Hier most je niet langer big ven, het la hier n!et mfln kamer, su do vrouw, die hior slaapt, kan ieder oogenblik binnenkomen," zei Nan. „Hoa kom jij dan hier vroeg Bon. .Omdat dia vrouw een kennis van my ia." .Welnu, dan kan jfl haar alles ver tallen zj] zal er toch zeker niets tegen hebben, dat ik hier zoo lang blijf, totdat die speurhonden m(jn spoor heelemaal bjster zfln „Ik kaa haar niets van je vertellen, ik ken je niet." ,0, ken Ie me niet? Je bent alle machtig aardig geworden. Daarstraks heb je tegenover Carklns mijn party wel opgonomen." .Omdat ik wist, dat Carklns je in de val wilde lokken, maar je moet niet verwachteD, dat ik aldoor voor je zorgen zal. Je bent een sterks jongen, je kan dat best zeif doen." „Daar heb je non eens gelfjk in. En het eerste, wat ik daarom doen zal, is stilletjes hier ta blijven, totdat die Carkins-troep verdwenen Is chn zal ik ook weggaan en j9 noch die andera vrouw znlt er iets slechter om zijn. Dat is mfln voorloopig program ma; ik verander daar niets In; we kannen das evengoed beiden er ons vriendschappelijk In schikken. En, weet je, daarbij geloof lk niet, dat jij zeif het bijstor op dien horrelvoet be grepen hebt Nou, ze? eens?' „Neen, dat geloof ik ook niet," Btemda het meisje toe. „Is h(j je vader?" „O, neen." ,H(j is ook natnnrlljk nist je moeder Wie de gave bezit, de zaken onbe vooroordeeld te besohouweu, zal een ganseh andere meening zijn toegedaan. Gevoelt de mindere man den druk der tijdsomstandigheden, hetzelfde is het geval met den middenstander, met den kleinen rentenier, die zijn kapitaaltje in effecten heelt belegd is ook het geval met menigeen, die vóór het uitbreken van den Europee- seheu oorlog tot de klasse der welge- stelden kon worden gerekend. Prijs-stijging heeft plaats gehad werkloosheid deed zich in sterker mate voor dan in normale omstandigheden het geval zou zijn geweest; de mobilisatie heeft tal van kostwinners onder de wapenen geroepen. Het Kabinet-Cort van der Linden, dat zich bij zijn op treden reeds voor een zeer aanzienlijk tekort zag geplaatst, was een verre van benijdenswaardige taak weggelegd. Maar het greep in zonder aarzelen en wij mogen constateeren, dat juist daar aan het te danken is geweest, dat de regeering het vertrouwen van al'e po litieke partijen won. Nu kan men redetwisten over de vraag, of zij meer had kunnen doen. Voor menigeen is het trouwens geen vraag meer. De sociaal-democratie echter, na zich een korte spanne tijds in den Gods-vrede te hebbeu geschikt, heeft haar bitterste kritiek aan het adres der regeering gericht. De uit- keeringen aan de betrekkingen van onder de wapenen geroepen militairen waren te geringde steun, aan werkloozen verleend, geleek wel een paskwilde huur-schuldigen werden uit hun woning gezet, zonder dat de regeering afdoen de maatregelen trof, om zulks te voor komen. Of hier vaak eigen schuld van de betrokkenen in het spel was, er werd niet naaf gevraagd. Op vaak losse gronden (^deelde en veroordeelde de sociaal-democratie het deed er niet toe; zij zag de velden wit om te oog sten. Men begrijpe ons goed geen oogen blik zouden wij er aan willen denken, het een politieke partij te verwijten, zoo zij met regeerings-daden niet instemt en "kritiek uitoefent. Maar die kritiek moet billijk zijn. De tijdsomstandig heden, waaronder wij leven, zijn in geen enkel opzicht met normale te vergelijken. Dat beseft iedereen waar om kan of wil de sociaal-demo cratie zulks niet Haar voormannen, en ook niet je man. Wat is hg dan van je „Ik weot niet, dat bg iets van mg i», ik heb alleen maar altijd bij hem gewoond en ze noemen me altijd Nan Carklns. Misschien ie hfj wel m|jn oom, ofschoon h(j dit nooit gezegd heeft." „Mishandelt hfl je?" „Vroeger sloeg hy mfl wel een», wanneer ik niet deed, wat bij zeide, en als hy drenken was »loeg by mg in ieder eval. Het beate is, om altjd ta doen, of ik het gehsel met hem een» benby heeft zoo'n vreeseigk hnmenr." „Waarom blijf jo bj hem? Je knot toch best van hem af?" „Waar zon ik heen moeten gaan f En wat zon ik moeten beginnen De vrouw hier, die my altgd goeden raad geeft, zegt, dat lk veel verstandiger doe, het nog een paar jaar nit te houden, dan ben ik beter in staat om voor my zelf te zorgen. Zoo'n jong meisje, als ik ben, loopt veel gevaar, haar onschuld te verliezen, «nikmost braaf biyveD." „Je bent een kranig ding dht ben je," zei Ben „Je kent my nog in het geheel niet," lachte het meisje blozende. „Non maar, ik zal je wel leeren kennen. Maar wacht eons, ik wil evenijes zien, of die vrienden daar beneden nog naar mij nitkjken." Een blik door hot venster toonde hem, hoe zyn vervolgers vlak by het hals in dink en ernstig beraad stonden. „Ze kannen hst «r niet eens over wordeD, cf Ik vleugels gekregen heb en weggevlogen ben, ot dat ik oen hol heb gegraven en onder do aarde verdwenen ben," zei hy lachend. „Ze zullen stellig hier binnen komen ea je dan vinden, als je niet maakt, dat je wagkomt," antwoordde Nan. „Als zg er in komen, dan ga lk er nit, doodeenvoudig," zei Ben, terwijl hy zich nogmaals, geherl op zfln gemak, op het randje van het bed plaatste. die elke rnede-regeeringsverantwoorde- delijkheid van de hand hebben gewezen, kunnen nu in hun kwaliteit van volks vertegenwoordiger wel wetsontwerpen indienen van vèr strekkenden aard, maar daarmede bereikt men toch geen daad werkelijk resultaat, als een regeering, die zich haar taak ten volle bewust is, een non possnmns moet laten hooren. Het tijdstip is dan eindelijk gekomen, waarop de sociaal-democratie openlijk den Gods-vrede verbreekt. Men zal goed doen, daarover niet al te hard te treuren. De financieele plannen van Minister Treub heeten de aanleiding in waarheid zijn zij het niet. Door den poli- tieken wapenstilstand verloor de soci aal-democratie van haar demagogisch karakterhoe langer die wapenstilstand duurde, zoo grooter het verlies zou zijn. En dns plaatst de sociaal-democratie zich ten onzent op het steeds ingeno men, gemakkelijk standpunt van kritiek uitoefenen, in dien bijzonderen vorm, waarover zij nu eenmaal beschikt. Op die wijze kan zij het zekerst de zieltjes bijeen houden. Maar tevens bewijst zij, in dezen hoogst-ernstigen tijd, een partij te zijn, welke niet in staat is, het algemeen belang boven het partij-belang te stellen. Wij zijn het niet, evenmin als de mannen van rechts, die den politieken wapenstilstand verbroken wenschen te zien en daardoor de moeilijkheden der regeering noodeloos te verzwaren. De niet-socialist zal rekening willen houden met het bereikbare. Kan de regeering méér geven, dan zij geeft, -erzullen stemmen opgaan, om haar daartoe aan te zetten. Maar ontevredenheid zaaien, systematisch tegenstellingen opblazen, overvragen, het najagen van wat politiek profijt, wij doen daar niet aan mee, wijl wij zulks in bet nadeel van land en volk achten. En daarom treuren wij er niet over, dat de sociaal-demo cratie den politieken wapenstilstand verbroken heeft. Buitenland De strijd In en bulten Europa. flet EUttölooze van den stryd werd nimmer zoo goed ingezien dan in deze dagen van spannirg. Wanneer een fler, zelfstandig volk, prat op zSti vryheid sn onafhanke ïgkheid, door een nagverigen buur staat bedreigd wordt, wanneer de „Zei je niet, dat dia vrouw spoedig thuia zon komen vroeg hy. „Ja, zy kan ieder oogenblik komen." „Denk je, dat zg binnen vijf minuten hier zal zfln „Dat nu misschien niet.' „Non, dan wilde lk eens vfjf minuten vreeseljk ernstig met je praten. Je zoudt me zeker een heeleboel van den ouden Carklns kannen vertellen, als je wilde, is het niet?" een heeleboel vreemde dingen." „Heb je hem ooit over Dick Uvder- wood hooren spreken ,J», dlkwgis. Underwood komt zelf wel eens hier." „Weet je iets van hem „Hg Is heel ryk, dat is al, wat ik van hem weet. Hjj komt dlkwyis praten met Carklns en sems brengt bij hem geld." „Spreekt hg wel eens met jou?" „Niet veel. Eens heeft hg geprobeerd, om my een zoen te geven." „En is hem gelakt „Het is mij gelukt, zjn ooren zöo aan het tintelen te krygon, dat by het niet gauw vergeten zal, dat weet ik zeker." „Wat een gelnk, dat ik dat kunstje niet geprobeerd heb, hé?" riep Ben lachend alt. „Ja, want jonw ooren zgn zóó groot, dat je er stellig nog meer van zon lusten dan by Hce scherp dat antwoord ook was, bemerkte Ben een niet te onderdruk ken glimlach, die allesbehalve mis roeidheid te kennen gaf. „Is Underwood hier nog kort go leden geweest?" „Slechts enkele dsgen geleden." „Weet je niet, wat hg toen kwam doen „Neen, maar hg en Lon zgn samen uitgegaan Vanavond gaan Lon on j zyn vader ook ergens heen." Ben spitste de ooren. „Welzoo 1 De oude horrelpoot en eigen grenzen door bloeddorstige ben den worden overschreden ea vreemde overheerst,hing, met vreemden dwang, de rechten van dat vrfe volk bedreigt, dan grijpt ieder naar da wapenen, dan gaat er één kreet van verzet door alle lagen der bevolking, dan is er slechts één drang, gezamenlijk op te trekken om dan vreemden dwinge land voor goed bulten da eigen gren zen te houden. Dan st.-gdt ieder weerbare man nit de behoefte, hot gemeen schappelijk oude erf tegen vervreemding te ver dedigen, dan vecht het gehaele volk voor het behoud van de eeuwen lang bezeten zelfstandigheid. Maar in da tegenwoordige phase vau den oorlog weten de meeste sol daten eigoniyk zelt niet goed,waarvoor ze strydon. Hst verweer van het kleine, heldhaftige België, dat zyn zelfstandigheid bedreigd zag, ligt nu achter ons, In de enorme gevechts linie, van Zwitserland tot de Noordzee, trachten tevergeefs honderddultendeB DnltÈCbe jonge mannen de Unie der geallieerden te doorbreken en wagen daarvoor hnn kostbare levens, telkens en telkens weer. De prikkel om dit succes te berei ken moet dan ook groot zyn. Maar toch doet zich het eigenasrdise geval voor, dat vela krijgsgevangenen eigen- ïyk n'et bleken te weten, waarvoor ze hun hnlsgesin In don steek Haten, om op vreemden bodem hun leven in de waagschaal te stellen en zelf dood en vernieling in vreedzame, welvarende landstreken te brengen. Bfj dezulken heeft alleen het lagere instinct dan wel de Jzeren discipline gesproken. Zg vochten uit lust om te stryden of z{j gehoorzaamden blinde lings, zonder zich rekenschap te geven Van den aard en het gehalte der be velen. Want, hoa ook de stryd tot een bealitsing gebracht wordt, van een vernietiging van Frankrgk, Duitseh- land, Rusland of Engeland kan geen sprake zyn. De zelfstandigheid van al deze groote ryken dreigt geen ge vaar. Er fa geen staat machtig ge noeg, een dergelijke groote mogend heid by zgn eigen gebied te voegen en te behouden. Hoogstens zou er na afloop van het gevecht sprake van het afstaan van een bepaalde land streek of provincie en het storten van een oorlogsschatting kunnen wezen. Maar mag dan, om daze voordeden voor eigen land te behalen, het leven van duizenden jonge mannen en een groot deel van het nationaal varmo gen worden opgeofferd? Wanneer na het sluiten van den de jonge kemphaan gaan vanavond samen op een gehelmzinnigen tocht Uit. Dat is de moeite waard om te weten. Waar gaan zo heen?" „Naar Brooklyn sn dan verder met den Long Island-spoortrein hoa ver ze gaan, weet ik niet. Ik denk niet zoo heel var". „Lon met tijn vader, zeg je „Ja, en ik denk, dat «y dan Un derwood in Brooklyn zuilen onsmoe- ten en dat hy dan verder mst hen medegast. Ze hebben ook gezegd, voorzichtig te zyn ten opzichte van D. Of nu D. een persooa, of een zaak is, weet lk niet, en meer heb lk ook niet kunnen ontdekken.' Ben vloog overeind. „D. beteekent Dolly!" schreeuwde hg, uitgelaten van vreugde. „Ik meet ze achterna, ik mag ze niet uit het oog verliezeD, ik zal Dolly vinden 1" Ben holde naar het venster hg zag niets moor van zyn vervolgers, „Ze hebben het opgegeven I" riep hg uit. „Nou moet ik wegik kan h'or niet langer werkeloos blijven. Ik moet naar huis terug en een vriend van me opzoeken en dan ga ik er op uit en ik vind Dolly 1 Maar neen, als ik eerst naar huis ga, dan raak ik de Carkins kwijt, ze komen me dan ta ver voor ik moet ze dieht op de hielen big ven". De jeugdige spion had op dit oogen blik meer verschillende plannen en gedachleD, dan by verwerken kon. „Het is gevaarlijk voor je, om de Carkins te achtervolgen", zei Nan. „Het zsl gevaariyker voor de Car klns zijn, om mg achter zich te heb ben", antwoordde Ben. „Maar lk kan nu niet langer blijven praten. Wil je me eens wijzeu, hoe ik beneden moet komen Holaik geloof, dat je vrien din in aantocht is; ik zal het raam dus maar uitgasn, dat is de kortste wee." Nan volgde hem en opende bet vrede ieder rllk nagaat, wat het heeft gewonnen en daartegenover berekent, wat deze overwinning het gekost heeft, dan zal zeker blyken, dat tot dien pr?» oen tienmaal grootere krijgsbuit niet van beteekeols zou geweest zgn. Inderdaad, alleen een misplaatst gevoel van vaderlandsliefde kan de meer ontwikkelden der groote staten tot deelname aan en bestendiging van dezen krijg aansporen. Want, denken sg voor hun nationale eer lu binnen- en buitenland verplicht te zyn, tot den laatstsn man zich voor het vaderland te moeten opofferen, dan ls deze vaderlandsliefde mis plaatst, omdat het vaderland in wer- keigkheid geen groote en onoverko- meiyke gevaren bedreigen. Integen deel, door onmiddeligk den strgd te staken, door la een uitspraak to be rusten, welks desnoods een kleine bezitsafstand of floancieela verplich ting met zich mede brengt, zullen allen hun vaderland den grooten dienst bewijzen, het voor uitputting bawaard te hebben. Driagt hun vaderlandsliefde hen evenwel tot hst door dik en dun voortzetten van dsn stryd, dan zullen zg van dag tot dag aan dat vaderland meer arbeidskrachten voorgoed onttrekken, dan zullen zij telkens meer het gevaar loopen, dat scheppingen van kunst en wetenschap verloren gasn, dat oude handelswegen worden afgesneden,oude relaties wor den verbroken, maar bovenal, dat het nationaal vermogen, in oorlogsmateri aal omgezet, in weinige oogenblikken vernietigd wordt. Te groote vaderlandsliefde dreigt hier het vaderland te verstikken. Maar niemand wil natuurigk de eerste zgn, die de wapens neerlegt. Een krachtige drang van buiten, op alle strydende ststen tegelykertgd uitge oefend, zcu, in de tegenwoordige om standigheden, alleen tot een goede oplossing kneuen leiden. Voornameiyk de meer beiadigden in den krgg beginnen meer en meer in te zieu, dat de mannen in de loop graven aan de andere zgden ook huisvaders zyn, die aan huis en haard onttrokken werden, om op het slagveld hnn bloedlgen plicht tc vervullen. Nog ls de gzeren discipline te sterk, nog spreekt te voel oen gevoel van ratio nale eer, het ni«t de eerste willen syn, die de wapenen neerlegt, neg heeft ook het ruw geweld van den krgg te veel de logische gedsehteDgang en de sneer edele gevoelens verstompt en heeft het gevoel van wetteigke zelf verdediging de overhaDd. Maar waar de troepen der groote ryken tegenover elkaar staan, waar venster. „Pas op, hoor de Csrklns zyn gevaarigk", fluisterde zy. „Ik zal mgn oogon goed open hou den," antwoordde kg. Hy drukte het meisje een.oogenblik krachtig de hand en even gelekeu deze jeugdige knaap en dit jonge meisje een paar gelieven, want tij sloeg haar wimpers neer en zijn oogen straalden. Hy stapte op het bultenkozyu, keerde zle'a toen plotseling om en kaste Nsn op de wang. Zg hief hsar hand op om te slaan, maar de slag viel niet. Toch hadden Ben's ooren niet roodsr kan nen zgn, al had zg kern ook nog zoo ferm geraskt. Voorzichtig liet hy zich langs eenig latwerk naar heneden giyden, klau terde toen over een muur en kwam terecht in hetzelfde atrydperk, waar hy Lon Carkins had overwonnen. De plaats was verlaten en het huis scheen eveneens ledig. Ben keek voorzichtig door een raam, toen nog door een tweede. Eindelijk gelukte het hem, er een open te schuiven en zoo kwam hg weder in do woning. Spoedig waz hy overtuigd, dat Lon en de horrel voet afwezig waren, misschien wel bezig met hem op te sporen. Hy dacht aan den landlooper on over- legde, waar die wel gebleven zon zgn op dit oogenblik herinnerde zUn maag bem, dat hy verfazsnden honger had. Hij vond do provisiekast cn maakte kennis met Nan's kookkunst. Toen zyn honger gestild was, ging hy voor het raam staan, dat op de straat uitzag, en daar bemerkte hy Lon Carklns en zyn vader, die op het huis afkwamen. „Ik zal ma hier verbergen, tot ze weg zgn en ze dan dadeigk achter volgen", was Ben'» ovtrpeir zing, ter wijl hy haastig naar een geschikten schuilhoek omzag. {Wordi vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1914 | | pagina 1