N°. 131 1914
Donderdag 5 November.
101,te jaargang
Heffing van uitvoerrechten.
2 FEUILLETON.
BEN COLLESTER's
wonderlijke Avonturen.
göesch
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrjjdagavoad
nitgezonderd op feestdagen.
Frjja per kwartaal, in Goes f 9,75, buiten Goes, franco f i,i».
Afzonderljjke nommeri 5 cent.
inzending: van advertentlën op Maandag:, Woensdag
en VKMDAGt vóór 13 uren.
courant.
De prfls der gewone advertentiSn is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct.
BJ directe opgaaf van driemaal paatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels 1,— beraksnd
Bewfsnummers 6 sant;
Telefoonnummer 33. Directeur G. W. tam Babneveld. Uitgave vau de Naaml.Veiuoüteeis&p aG«escko Courant". Hoofdredacteur W. j. c. van Sahtih.
Ingediend is bij de Tweede Kamer
een wetsontwerp tot tijdelijke heffing
van uitvoerrechten.
Dit uitvoerrecht van 8 procent zal
o. a. niet geheven worden van goede
ren, waarvan de waarde niet booger is
dan de gemiddelde waarde tusschen 1
Augustus 1912 eu 31 Juli 1914.
Wanneer door de Kroon is bekend
gemaakt, dat oorlogsgevaar, in den zin
waarin dat woord in 's lands wetten
wordt gebezigd, niet meer aanwezig is,
wordt onverwijld een voorstel tot intrek
king dezer wet aan de Tweede Kamer
gezonden.
Zij zal in werking treden op een bij
koninklijk besluit te bepaleu datum.
lil de Memorie van Toelichting
wordt o. a. het volgende gezegd
Niettegenstaande den algemeen ge
el rukten toestand van handel en ver
keer is de buitenlandsche vraag naar
sommige artikelen evenwel zoo groot,
dat de prijs daarvan belangrijk boven
het normale peil is gestegen, en dat zij,
die dergelijke artikelen in voorraad
hebben of voortbrengen kunnen, buiten
gewone winsten maken.
Het is billijk, dat zij, die in zulk
een bevoorrechte positie verkeeren,
althans een deel der winsten, die zij
maken, aan de schatkist afstaan. Te
meer is daartoe aanleiding, nu dezelfde
omstandigheden, welke dien gelukki
gen exporteurs zulke voordeelen be
zorgen, den staat tot bet doen van
buitengewoon zware uitgaven nopen.
Vandaar, dat de beffing van een uit
voerrecht, hetgeen onder gewone om
standigheden geheel in strijd zou zijn
met gezonde begrippen van handels-
en financieele politiek, thans alleszins
is gerechtvaardigd. Dit is evenwel
slechts het geval onder de voorwaarde,
dat de heffing op tweeërlei wijze aan
de noodige beperking zij gebonden.
In tijd behoort de heffing beperkt te
zijn tot zoolang een oorlogsgevaar
bestaat of althans een normale toestand
nog niet is teruggekeerd. Zoodra tus
schen de oorlogvoerende mogendheden
de vrede zal zijn geteekend en prijs
zettingen en uitvoer-verboden kunnen
en moeten verdwijnen, behoort ook
staking der heffing van het uitvoer
recht te worden overwogen.
In omvang moet de beffing begrens#
zijn, omdat zij aan den uitvoer van
een aantal artikelen, die niet in prijs
zijn gestegen en welker uitvoer toch
reeds ongewone bezwaren ondervindt,
geen nieuwe hinderpalen in den weg
mag leggen.
Het recht zal in den regel in min
dering komen van de oorlogswinst, door
Aan het bureau komend, zag h(J
een vreemden man, met glad gescho
ren gezicht, achter de ijzeren balu
strade zittend, drnk in gesprek met
een der hoofdambtenaren.
„Ben, kom eens hier', zei deze
laatste. ,Je hebt immers zoo juist
een brief afgeleverd in de Vier en
veertigste straat
„Ja, mijnheer, maar als ik daar
nog eens heen gezonden wordt, dan
zou ik graag een regiment dragon
ders meenemen', was Ben's antwoord.
„Wel, wat is je daar dan overko
men Ving, baast je een beetje, maar
spreek wat zachtjes, anderen hebben
er niet mee noodlg.'
Ben verhaalde fluisterend wat hem
was overkomen.
„Dat noem ik een mooie geschiede
denls,' zei zjjn chef, toen Ben ge
ëindigd had.
De vreemdeling, dien Ben bjj zjjn
binnentreden had zien zitten, stond
nu op, wierp de courant, waarin hjj
oogenschjjnlfjk verdiept was geweest,
neder en slenterde langzaam de straat
op.
„Die man wil je spreken,' zei de
hoofdbeambte. „Ga dus naar buiten,
maar neem volstrekt geen notitie van
hem. Als hij je wil aanspreken, zal
hjj dit uit zichzelven wel doen. Das,
ileii Nederlandschen exporteur of fabri
kant gemaakt, hetgeen geheel strookt
met de bedoeling, waarmede de heffing
geschiedt.
Mocht in eenig geval blijken, dat
het geheven uitvoerrecht te bezwarend
is art. 7 van het ontwerp neemt
50 procent van de winst als maximum
aan dan wordt gedeeltelijke terug
gaaf verleend.
Hoeveel het recht zal opbrengen, is
niet bij benadering te rameD. De Mi
nister van financiën verwacht echter,
dat het wel één a -anderhalf millioen
gulden per maand opbrengen kan. Mocht
de oorlogstoestand spoedig eindigen,
dan zal de opbrengst van het uitvoer
recht niet veel beteekenen. Echter zul
len dan de buitengewone uitgaven,
welke van dien toestand het gevolg zijn,
althans grootendeels, spoedig niet meer
noodig zijn. Mocht daarentegen onver
hoopt de oorlogstoestand van laugeren
duur zijn, dan zal het recht een bate
afwerpen, die juist wegens dien langeren
duur voor de schatkist dubbel welkom
zal zijn.
Opgemerkt wordt intusschen, ter
voorkoming van misverstand, dat het
recht, zoolang het geheven wordt, wel
ten deele een compensatie geven zal
voor de verminderde opbrengst der
gewone belastingen, maar dat het niet
in aanmerking zal kunnen komen bij
de middelen tot dekking der leening,
welke ter bestrijding van de buitenge
wone uitgaven, die gedaan moeten
worden, zal moeten worden gesloten.
Door het voorstel, als het tot wet
zal worden verheven, zal wel de uit
roer van in prijs geslegen waren wor-
deu belast, maar de eigenlijk gezegde
doorvoer van alle waren zal geheel
vrij blijven.
Een zoo uitgebreide bevoegdheid als
in artikel 11, luidende: „Hetgeen ter
voorbereiding van het inwerkingtreden
dezer wet, of tot haar uitvoering noodig
is, wordt, voor zoover deze wet daar
omtrent geen bepalingen inhoudt, door
ous geregeld", aan de Kroon wordt
gegeven, zou in het algemeen niet
zonder bedenking zijn. Waar het geldt
een tijdelijken maatregel, die zeer spoe
dig in werking moeten treden en bij
welks uitvoering zich, naar alle waar
schijnlijkheid, verschillende vragen
zullen voordoen, die een onmiddellijke
beslissing verlangen, is tegen het ver-
leeneu van zulk een uitgebreide be
voegdheid niet alleen veel minder be
zwaar, doch die bevoegdheid kan niet
worden gemistzonder haar is de
spoedige uitvoering van deze wet
practisch niet mogelijk.
Buitenland
De afrijd in en bui- en Europa.
Van het westeljk oorlogsterrein
kannen wjj weinig bijzonderheden
meededen. Om in den stjjl dor Fran-
sche communiqués te spreken, zonden
wo over het algemean lannen zeggen,
dat er In dec toestand niet noemens
waard verandering is gekomen.
Dit is W8l zeker, dat van den Duit-
sohen opmarsch naar Duinkerken en
Calais niet veel komen zal. Voor het
Yser-kanaal ea de Hjn Nieuwpoort
DixmnidenLa Basséa z(jn da Duit-
sche operaties op dit gedeelte van het
terrein waarschijnlijk voor den ge-
heolen verderen duur van den veld
tocht tot staan gebracht.
Dn Dnitseha troepen, dte, met op
offering van duizende menschenlevens,
de overzijde van den Yser bereikten,
hebben te vergeefs hun loven gewaagd.
Het water, dat breede landstreken in
moerassige vlakten veranderd heeft,
dwong hen, terug te trekken en hnn
oude stellingen opnieaw in te nemen.
Thans hebban de Dnitsehers hnn
hoofdactie in België verlegd naar de
streek ten Zuiden van Yperen, waar
een hevige druk op de linie der bond
genooten wordt uitgeoefend.
Nadat de Belgen en Kngelschen ten
N. en ten O. van Yperen vasten voet
gekregen hadden, trokken de Dnit
sehers zich In de nabijheid van de
Hje terug. Van hier alt dringen de
Daitsche troepen thans in Z.-WestelQke
richting voorwaarts met het doel, de
linie der bondgenooten tusschen Ype
ren en ArmentiércB te doorbreken,
om Dninkerken en Calais langs een
anderen weg te kannen naderen.
De linie der bondgenooten schijnt
tot dusver nog krachtig geroeg te
zijn, den Daitschen druk to doorstaan.
Tasaehen Dixmuidau en de Bile win
nen de bondgenooten aanzienlijk ter
rein, waardoor voor de Duitschers op
nieuw het gevaar dreigt, dat hun
rechtervleugel omsingeld wordt.
Juist om dit te voorkomen, hadden
do Duitschers hun gevechtsfront meer
en meer naar het Noorden verlengd
tot het de zee bereikte. Na dwingt
de Belgische inundatie hen opnieuw,
alle kriekten Zuidwaarts te richten
en daar de bondgenooten ten N. en
O. van Yperen terrein winnen, zal
Dultschland alle krachten moeten
aanwenden, wil het zijn rechtervleu
gel niet gevaarlek bedreigd zien.
Het terrein is hier voor militaire
doeleinden bjjzonder ongunstig. Het
water blijkt nog steeds een van de
beste middelen tot landsverdediging
te zjjn. Zelfs al gelakt het den Dnit
sehers, tusschen Yperen enArment.è-
ras door te dringen, dan nog is de
weg naar Dninkerken en Calais
een uiterst moeilijke, daar ook hier
de geheele kuststrook, zoowel bjj
Duinkerken als bij Calais, door
sneden is met kanalen en vaarten.
Ook hier is inundatie mogelijk en
mocht de nood aan don man komen,
dan zal meu ongetwijfeld den Duit-
Bchers hier den doortocht even moeilijk
maken als thans bjj Dixmniden.
De Fransohe mededeeliug over Ver-
riun doeteenigszins vreemd aan. Waar
in den tegenwoordige!! strijd do sterk
ste forten niet tegen het 42 cM. ge
schut d«r Dnitsehers bestand bleken
en do zwaars'e fcepantse ingen door
het Daitsche geschnt binnen weinige
uren waardeloos werden gemaakt,
hooren we met eenige verwondering,
dat Verdun nog door geen enkel
Dnltsch schot is getroffen en dat een
der iorten, dat de Duitschers op groo-
ten afstand 24 nur lang beschoten,
van het 42 cM. geschut niet hot minste
heeft geleden. Men vrasgt zich af of
wel een dier kogels de forten heeft
kannen bereiken. Het Daitsche geschat
zal wel te ter van hot te beschieten
doel vorwjjderd geweest zjjn.
Op de meest stellige wijze ontken
nen do FranBcheo, dat Verdun ooit is
ingesloten geweest of dat de Dnitsehers
in het Argonnerwoud vooruit zjjn
gekomen.
Da berichten van het Oostelijk
oorlogsterrein brengen geen interes
sante bijzonderheden. Volgens de
mededeeling van het groot* Daitsche
hoofdkwartier is de toestand onge
wijzigd.
Wat de gevechten aan de San be
treft, de zware verliezen der Kassen,
waarvan het Oostenrjjksche officleele
bericht gewaagt, zjj niet in overeen
stemming met het klein aantal krijgs
gevangenen en de luttele oorlogsbuit,
welke volgens dat zelfde bericht den
Oostenrijkers in handen zouden zjjn
gevallen.
Zal Turkse al of niet aan den strijd
deelnemen
Het was tot gisteren toe nog niet
met zekerheid te zeggen.
Wie onze vorige telegrammon ga
▼olgd heeft, wie gelezen heeft hoe
Tarksche kruisers, zonder dat eenige
oorlogsverklaring had plaats gehad,
hun projectielen op Russische schepen
en Bubslsche havensteden richte, twij
felde niet meer.
Turkjjo was immers Dnitsch gezind,
zjjn instructeurs van leger en vloot,
zelfs zjjn beste slagschepen waren
Dnitsch. Do gezanten der verbondenen
waren, volgens officieele mededeelin-
gen, reeds teruggeroepen, het Russi-
sche leger in den Kaukasus was gereed,
den Turkschen slag op te vangen, do
Sultan had een proclamatie gericht
tot alle Mohammedanen, ook tot hen,
die in de gelederen der verbondenen
streden, om hen er aan te herinneren,
dat Rusland, Engeland en Frankrijk
steeds de grootste vijanden der aan
hangers van Mohammeds leer waren.
In Egypte werd onder de Jong-Egyp-
tiache groepen krachtig tegen bet uit
breiden van den Engeltchen invloed
gewerkt en juiat Egypte verkeerde In
den aHerzonderlingaten toestand, dat
het, deel uitmakende van Turkjjo, in
oorlog met Engeland zou kouten, ter
wijl het onder Engelsch bestnur staat.
Evenwel, Turkije scheen zich ver
gist te hebben.
Het had zich vergist toen het
Russische schepen in den groDd
boorde, toan het bloeiende havenste
den bombardeerde en in brand schoot.
Waarschijnlijk heeft de Turksche
regoering van Engeland een zoo
krachtlgen wenk gekregen, dat zij die
vergissing nog juist bjtgds heeft
ingerien.
Een Renter telegram toch bracht
de verassende tijding, dat de Turksche
grootvizier zjjn verontschuldigingen
over de jongste gebeurtenissen in de
Zwarte Zee heeft aangeboden. Of de
Engelsch-Fransche vloot, die in de
golt van Tsjesme is binnengeloopen,
daartoe meegewerkt heeft, is niet met
zekerheid te zeggen, maar voor alle
partjan zou hot zonder twjjfel geluk
kig zjjn als Turkije maar stil op zjjn
lauweren bleef rusten. Voor Dultsch
land omdat hot winnen van den strijd
met behulp van een bondgenoot als
Tnrkjjo weinig eervol is, voor Enge
land, Frankrijk en Ru-land opdat geen
troebelen tusschen Mohammedanen
en Christenen den vrede in hun gele
deren verstoren, voor den Balkan
omdat een deelnemen vaD Turkije aan
don strijd waarschijnlijk ook de ove
rige Balkanrijkon in het gevecht zou
betrekken en ten slotte voor Turkjjo
zelf omdat een mogeljjke nederlaag
van de Daitsche wapenen zeker een
einde aan het gezag van den Sultan
op het kleinste deel van den Euro-
peeschen grond zou maken.
Evenwel, de verontschuldigingen
zullen Turk1,;niet meer baten. De
verbonden mogendheden schijnen niet
genegen, er genoegen mee te nemen
en dus begint met het optreden van
Turkije een nieuw hoofdstak in de
geschiedenis van den wereldoorlog.
Parijs. Het cfiicieele bericht van
Maandagmiddag 3 uur luidt:
Op onzen linkervlengel zijn giste
ren da Daitsche aanvallen in België
en Noord-Frankrjjk met dezelfde he
vigheid voortgezet.
Wjj hobbec vorderingen gemaakt
tusschen Dixmniden en do Lys.
Da vijand heeft zender succes een
groot opgezetten aanval gedaan op
de buitenwijken van Atrccht. Even
eens op Lihons in8auterre(b0Péronne)
en Le Quesnay (by Avesnes).
Daarentegen hebben wij goringe
vorderingen gomaakt in het gebied
van de Aise in de richting van Tracy-
le-val ten Noorden van het Aigle-
bosch, zoomede op eenige gedeelten
aan den rechteroever van de Alsne.
Tusschen het genoemde bosch en
Soissons is de aanval, gericht tegen
onze troepen, die de hoogten op den
rechteroever van de Alsne bezet hiel
den, eveneens mislukt.
Giiteren is vastgesteld, dat hst zware
Duitsche geschut weder groote be-
drQvigheid aan den dag legt in den
omtrek van Reims, tusBchen Argonne
en de Maas en op de Maasheuvels.
Ben," vervolgde hjj nu op luiden toon,
,je kant naar huls gaan, je hebt je
avondboterham wel verdiend.'
Ben ging de deur uit, een nanwe
steeg door, die naar een der breeders
straten geleidde, toen h{| eensklaps
haastige voetstappen vlsk achter zich
hoorde, en, omziende, zag hij een man
in draf op hem afkomen. Een oogen-
blik bleef hij stokstjf staan, want tot
zjjn grooten schrik herkende hij in
den hem naderenden man denztlfde,
aan wien hjj den briei gegeven, den-
zelfde, die hem dien verraderlijken
klap had toegediend.
II.
Ben was nog slechts een jongen en,
ofschoon tameljjk groot, bezat hjj niet
meer moed dan de meeste jongens
van zjjn leeftjjd, en in de gegeven
omstandigheden kwam het hem wen-
scheljjker voor, om z(jn beenen op te
nemen dan den man af te wachten.
Underwood indien dit tenminste
zijn ware naam was had h(J loe
ren kennen als iemand van een
kwaadaardig karakter. En toen hjj
wat dichterbij kwam, zag Ben duide-
lQk al zijn tanden glinsteren, iets,
wat hem bepaald een woest aanzien
gaf.
De kleine besteller rende dus, zoo
hard hjj kon, de nauwe steeg uit, de
tameljjk breede straat over, regelrecht
in een andere nanwe steeg ook deze
rende hij, zonder een enkele maal
om te zien, door, en eerst toen hj
een volgende straat bereikt had, hield
hjj stil, en, zjjn vervolger nergens
meer ziende, vertraagde hjj zjjn stap.
Het was blttar kond dien nacht, en
toch, toen hjj de plaats naderde, die
hj zjjn tehuis noemde, gevoelde hjj
zich bjjna geneigd, daar voorbjj te
loopen, om ergens buiten een nacht-
verbljjl' te zoeken. Ergens in een oi
ander afgelegen hoekje, of onder een
der bruggen, zooals hij bjj warm weer
zoo dikwijls deed.
Toch durfde bjj dit nu, middon in
in den winter, niet doen. De nacht
lucht werd steeds kouder, en zjjn
dunne, armoedige plasje zon hem geen
voldoende beschutting wezen. Neen,
dan 7ond hjj de armzalige vliering,
die hjj daarenboven nog met Hep>y
Hieks moest deelen, toch nog ver
kieselijker.
Toen hjj oen soort poort bereikte,
waar twee mannen stonden te twisten,
wilde hjj hun voorbjj loopen en het
slop ingaan, toen oen van hen hem
bjj den arm greep en op rnwen toon
vroeg
„Zeg, heb je ook een paar centen
„Wel, wat zou dat,j ais ik er een
paar had?' was Boa's wedervraag.
„Dan wou ik ze van je leenen.'
„Om ze te verzuipen, denk ikl
Neen, daar komt niets van in. Laat
me los, Lanky, als ja geen opstopper
van mj hebben wilt."
Lanky was een groot, breedge
schouderd mantcch boog hjj zich
tegenover Ben's onverschrokken op
treden, als ware de kleine hestellers-
jongen een reus geweest.
Ben opende de deur en trad verder
ongehinderd binnen.
Op hetzelfde oogenblik verscheen,
aan de overzijde der straat, eensklaps
de gQBtalte van den vreemdeling,
dien hjj op het bureau, achter de
balustrade, had zien zitten LaDgzaam
stak deze, zonder door Ben bemerkt
te worden, de straat over, klaarblij
kelijk met het doel, om Ben in zjjn
huis te volgen.
Deze klom een nauwe, steile trap
op, stak, hoven gekomen, een klein
portaaltje over en opende een deur.
Naar het scheen tot zjjn verlichting,
zag hij, dat het ellendige hokje leeg
was.
„Zjj is zeker weer op Iets verwar-
mends uit," dacht Ben. Hjj ging naar
een kast, haalde er eon koffiekan uit
en zette die op de kachel. Vervolgens
namlhjj een bord, een stuk brood en een
klein beetje boter. Na een oogenblik
schonk bij zich oen kopje zwarte
koffie In het was tenminste een
brouwsel, dat hjj steeds met dien
geurigen naam bestempelde en
dronk hat gretig nit.
Eensklaps word de deur geopend
en niet anders verwachtende, dan
Hept-y Hicks te zullen zien binnen
komen, keek hjj op; maar in plaats
van Hep-y zag hj tot zfln verbazing
het gladgeschoren gezicht van den
vreemdeling uit het bestellerskantoor
vóór zich.
„Zoo, mjjn jongen, daar ben Ik
juist in tijdB,' zei de man vriendelijk,
terwijl hjj den eenijren stoel, dien het
kamertje bevatte, tot zich tiok en
Ben een vriendschappeljken slag op
den schouder gaf.
„Ik denk, dat u van mjjn proviand
niet gediend zult zjjn,* glimlachte
Ben.
„Wel, waarom niet Ais je nog een
tweede kopje rjjk bent, wil ik graag
wat koffie van je hebben, altjjd als
je over hebt. Nu, het doet er niets
toe," voegde h(j er bjj, toen hjj zag,
dat Bon een kleur van verleger held
kreeg. „Ik kan net zoo goed jouw
kopje gebruiken, als je het kopje
leeg gedronken hebt. We zullen maar
niet al te veel ccmp'imenten maken,
te meer, daar ik zoo onverwacht en
ongenoodlgd binnen ben komen val
len."
„Dank je wol, dat is vriendelijk
van je," vervolgde hjj, toen Ban zjjn
thans geledigd kopje met schoon
water omspoelde en het daarop op
nienw uit de koffiekan vnlde. Hjj
dronk het brouwsel zonder zelfs zjja
gezicht te vertrekken, alhoewel het
een lesljjk drankje moest zjjn voor
een verwend verhemelte.
„En nu, mjjn bests jongen,* zei de
man, „vertel my na eens wat van dat
avontuurtje, dat je dezen avond be
leefd hebt. Ik geloof, dat ik alles
gehoord heb, wat je op het bureau
verteld hebt, niet waar
„Ja, meneer ik kreeg een slag in
mjjn gezicht als beioocing voor mjjn
beleefdheid en plichtsvervulling", zei
Ben, terwjjl hjj een kleur kreeg bjj
de herinnering er aan.
Wordt vervolgd