Dinsdag 14 Juli, N°. 82 1914 10isto jaargang. DE GOUDEN TOR, Behoud van Natuur- eu Stadsschoon. 1 FEUILLETON. "GÖËSCÏÏ Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- on'Vrydagavond uitgezonderd op feestdagen. Frjs per kwartaal, in öoes f 0,75, buiten Goes, franco I,t5. Afzonderlijke nommers 5 cent, Ineendlng van advertentlën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór J2 uren. releiOonnumMer 88. flireztear G.' W. van Bakneveld. Uitgave De prjjs der gewone advertentlBn is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 et. Bj directe opgaaf van driemaal paatsing derzolfde advertentie wordt de pr(]s slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwel{|k en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regal* A lberekend, -iewfl«nummers 5 «ent Courant". Hoofdreiiantear W, 3. C. van Santbn. Keu tweede, niet minder belangrijke taak, welke de nieuwe Vereeniging tot bevordering van bet vreemdelingen verkeer op zich dient te nemen, is het behoud van natuur- en stadsschoon en de instandhouding der kleederdrachten. Want waar eenerzijds door haar propaganda het vreemdelingen-bezoek zal vermeerderen, daar zal anderzijds, daardoor en door het binnenkort op Zuid-Beveland te verwachten druk ver keer van locaal-treinen en automobielen, de plattelandsbevolking voor goed uit haar rustig dorpsleven gewekt worden. Naarmate dan de invloeden van bui ten meer tot haar doordringen, ont staat het groote gevaar, dat veel van het oude eu mooie, dat nu ons eiland in hooge mate karakteristiek maakt, verdwijnen zal Zoo is op Walcheren, juist door het drukke, moderne verkeer, al veel van het oude verloren gegaan en in de allereerste plaats heeft daaronder de instandhouding van de kleurrijke Zeeuwsche kleeding geleden. Menig boerinnetje begint zich daar langzamerhand voor haar nog altijd mooie dracht te schamen en het aantal van haar, die het voor een stijf en alledaagse!) burgerpakje verwisselen, wordt van jaar tot jaar grooter. Dit dient in de allereerste plaats op ons eiland voorkomen te worden. Nog is, dank zij Zuid-Bevelands isolement, de oude, eenig-inooie dracht vrijwel algemeen bewaard gebleven en op de Vereeniging, welke den vreeoi- deling daarvan wil doen genieten, rust de taak, door een doelmatige propa ganda onder de bevolking, het instand houden daarvan ook in de toekomst te verzekeren. Kvenals dit na de opening van den eersten Zeeuwscheu spoorweg geschiedde, is bet te vreezen, dat ook, wanneer de locaal-trein op Zuid-Beveland zal zijn tot stand gekomen, vele oude gewoonten in onbruik zullen gerakeu. Alweer een dankbaar arbeidsveld voor hen, voor wie het van belang is, Zuid- Beveland zijn eigen, bekoorlijk karakter te doen behouden. Men moedige in de allereerste plaats alles aan, wat er toe leiden kan, de bevolking de oude tradities zoo lang mogelijk getrouw te doen blijven. Maar niet alleen door de bevolking moet ons eiland voor alle toeristen een bijzondere aantrekkelijkheid hebben. Ook het stads- en natuurschoon dient, overal- waar het bedreigd wordt, zooveel mogelijk behouden te blijven. En nu de locaal-trein weldra zijn weg door het geheele eiland zal zoeken en voor het steeds drukker automobiel- verkeer tal van gemeentelijke en parti culiere werken in de toekomst zullen DOOR EDSAR ALLAN POE. Met een gewichtig gelicht stond Legrand op eu bracht mij het beest uit een glazen kistje, waarin h{j het bewaarde. Het was een prachtige scaraboeus en in dien tfld bij natuur- vorschers nog onbekend, dus uit een wetenschappelijk oogpunt een mooie aanwinst. Er waren twee ronde, zwarte plekken zichtbaar op het uiteinde van den rug en een lange vlek bjj 't andere einde. De schalen waren buitengewoon hard en glazig en geleken volkomen op gepolijst goud. Het gewicht van het insect was buitengewoon groot en, alles in aanmerking genomenkon ik Jupiter in z{jn bewering geen ongeluk geven, maar wat moest ik denken van Legrand's instemming hiermee? Met geen mogelijkheid kon ik daar iets van begrijpen I ,Ik zond om je", zeide hjj op snoe- venden toon, toen ik het beest van alle kanten bekeken had, „ik zond om je, omdat ik je raad en hulp noo- dig heb, in verband met de aanwij zingen van het noodlot en de tor.' worden uitgevoerd, dient er wel degelijk voor gewaakt, dat overal de aesthetische aanblik van het mooie Zuid-Beveland, waar het eenigszins kan, bewaard wordt. WanneSr een hoekje van erkend natuurschoon, door een onderneming, welke slechts iinantieele belangen na streeft, bedreigd wordt, dient wen on middellijk tusschenbeide te komen, opdat de harmonie van het landschap niet door van slechten smaak getuigende bouwwerken verstoord worde. Men ijvere in de allereerste plaats voor behoud van het natuurschoon, van alles, wat Zuid-Beveland in de oogen van iederen toerist tot een eiland van zeldzame bekoring kan maken. In No. 182 van de jaargang 1913 schreef de heer B. vou Brueken Fock, secretaris van de Walchersche Ver eeniging „Nehalennia", welke op dat eiland het behoud van het oude en karakteristieke voorstaat De oudervinding heeft geleerd, dat overal, waar moderne middelen van vervoer hunne intrede doen en overal waar het verkeer toeneemt, ter plaatse spoedig de oude tradi- tiën verdwijnen, kleederdrachten wor den afgelegd, de typische oude boe- reuwoningen worden afgebroken en vervangen door smakelooze met goed- koopen opschik pronkende huisjes, kortom een streek bisnen weinige jaren het restje van haar oorspron kelijkheid inboet. En iets verder Het ware nutteloos te trachten, de Bevelandsche tramplannen den orga nisatoren uit het hoofd te praten, en zulks is dan ook niet de strek king van dit artikel. De bedoeling is slechts er op te wijzen, hoe ge- wenscht het zou zijn, dat invloed rijke Bevelandsche ingezetenen ter afwending van het dreigende gevaar een Vereeniging stichten, die in overleg zou treden met het tram- comité, ten einde zooveel mogelijk de hoornen te behoudente bevor deren, dat aesthetische tramgebouw tjes verrijzen zich te wenden tot de bevolking, en door woord en ge schrift ie bewerken, dat de heerlijke kleurrijke feestdos der Bevelandsche boerenvrouwen niet worde verwisseld tegen de smakelooze, eentonige alle- manskleedij, de „burgerdracht", kort om voor Beveland te verrichten dat gene, wat de Vereeniging „Nehalen nia" voor Walcheren doethet behoud van natuur- eu stadsschoon en de instandhouding der kleder drachten. Daarop dient thans in de allereerste plaats te worden aangestuurd. Waar het landschap wordt bedreigd, is krachtige samenwerking noodig, om de nadeelen van het niet af te wenden gevaar althans zoo gering mogelijk te doen zijn. f*b die Na*mi.Vea»BotË«hsp „utattscke Ook het stadsschool', dient behouden. Waar een oud interessant hoekje door sloopershandeu te verdwijnen dreigt, waar de oprichting van een modern, wan-smakig bouwwerk den schil- derachtigen aanblik van een stadsgedeelte voorgoed zal bederven, mag een krachtig protest niet achterwege blijven. Want wie den vreemdeling tot een interessant bezoek noodt, dient in de allereerste plaats te zorgen, dat deze zal vinden, wat hij zich hij de beschrij ving daarvan heeft voorgesteld. De Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer desnoods een uit haar midden te vormen actieve commissie dient dus, naast haar propaganda voor een bezoek aan Zuid- Beveland, krachtig tegen te gaan, dat het oude en mooie aan moderne theoriën en ondernemingen ten offer valt. Desnoods stichtte men naast de jonge Vereeniging een andere, zelfstandige, in den geest van de Walchersche Ver eeniging „Nehalennia", tot behoud van natuur- en stadsschoon en tot instand houding der kleederdrachten. Wanneer deze en de Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingen verkeer krachtig samenwerken, kan hei niet anders dan in het belang van Zuid-Beveland zijn. A. Buitenland. Sabelgekletier. De toestand in Ulster begon de laatste dagen een dreigend aanzien te krijgen. Reeds deelden wij mede, dat de Unionistische Raad van Ulster als voorloopige regeering ter vergadering bijeengeroepen wérd. Dat was een brutaal stukje. De conservatieven gaven daarmee dus niet meer of minder te kennen, dan dat nu, dank zfl de onverzoen lijke houding derEagelsche rageorlng, Ulster voortaan zijn eigen wag zon gaan en onder een eigen regeerirg die maatregelen zou treffen, welks de eonBervatieve leider» in het belang van land en volk onontbeerlijk achtten. Waar zij steunden op een goed ge disciplineerd en gewapend leger van vrijwilligers, meenden de conserva tieven met gerustheid tot deze, naar zij dachten imponeerende maatregelen, te kunnen overgaan. Eet waste voorzien, dat de regeering aan de onmogelijke elsehen der Lords niet zou toegeven, zoodat dus de meest optimistische liberalen niet meer op het tot stand komen van een ver gelijk hoopten. Kapitein Craig heelt nu te Belfast een aantal journalisten ontvangen en hun onthullingen gedaan over de strekking van het voorloopig bewind van Ulster. Da door hem voorgelezen verklarin gen brengen eehter geen nieuwe ge- zichtspunten en wanneer het voor loopig bewind werkelijk niets anders heeft mee te dealen, mag man zich met verwondering afvragen, waarom deze beginsel-verklaring in de unio nistische bladen met zooveel ophef moest worden aangekondigd. De daarin vervatte mededeelisg, dat de leden van het voorloopig be wind het gezag van een Ierseh parle ment in Ulster niet zullen erkennen, is toch werkelijk geen nieuwtje. Er zal wel niemand zfjn, die inderdaad iets anders verwacht had. Van de aanwezigheid van sir Edward Carson te Belfast, die een zitting van hst voorloopig bewind zou preBidee- ren, en met groot enthousiasme door de bevolking zou ingehaald worden, verwachtte man nieuwe maatregelen on hoog werd opgegeven van da be langrijke besluiten, wel zo daarna door de voorloopige regeering zouden wor den openbaar gemaakt. Maar ook do resolutie door het voor loopig bewind na Carson's aankomst genomen, Is, na al de opgewonden overwinningskreten in de conserva tieve pars, feitelijk van zeer onschul dige strekking en opent al evenmin nieuwe gezichtspunten. Van een onmogelijk maken van Home-Rule voor geheel Ierland is geen sprake en feitelijk wordt ook nu alleen verklaard, wat ieder reeds lang wist, nmk, dat men de verzoenings voorstellen wilde overwegen en dat men Ulster geheel aan het gezag van een Ierseh parlement wilde onttrekken. Waar de regoering reeds voorstelde, de graafschappen zelve te laten bo slissen, vraagt de liberale pers terecht, of deze verklaring van het voorloopig bewind nu werkelijk met zooveel geestdrift door de conservatieve bladen moest worden aangekondigd. Meer das» duidelijk blijkt hoe het den conservatieven ditmaal, louter om een toonealeffect ta doen is geweest Inmiddels gaan de conservatieve bla den voort, den toestand in Uister voor de Esgelsehe regeering zoo zwart mogelijk af te schilderen. Iederen dag melden zij de aankomst van nienwe wapen-zjndingen voor da Ulatersehs vrijwilligers en doen zij de meest fan tastische verhalen over Bchouring in de part^ der nationalisten. De toestand In Albanië. Dc Albaneesche rageorlng heeft thans officieel kennis gekregen, dat Koritsa na een zwaren strijd van 3 dagen in handen van Grieken en Epiroten is gevallen, na een verschrik- kelijk bombardement van geregelde Grieksehe troepen. Na de verovering der stad zijn duizenden inwoners, uit vrees voor de wreedheid der Grieken, naar alle richtingen gevlucht. Daar tevens medegedeeld was, dat de Grieksehe troepen moordend en plunderend voorwaarts trokken, heeft de vorst de gezanten van alle groote mogendheden bij zich laten komen en overleg met hen gepleegd. Van Italiaacsche zijde wordt be weerd, dat de mogendheden zouden weigeren, den vorst te hulp te komen, waardoor deze dus genoodzaakt zou zfln, af te treden. De val van Koritsa zou voorname- vorvloekte tor" waren de eenige woorden, die onderweg over zju lippen kwamen. Ik had voor een paar lan taarns te zorgen, terwijl Legrand de scaraboeus droeg, die hij vastgemaakt had aan een eindje zweepkoord en waarmee hij onder het ioopen door de lueht zwaaide als een geestenbezweer der. Toen. ik dit laatste overtuigende be wijs van mijn vriends krankzinnigheid zag, kon ik mijn tranen haast niet in honden. Ik vond het in de gegeven om standigheden echter maar het beste, wat met hem mee te praten, totdat ik met eenige kans op sueeos wat krachtiger maatregelen kon nemen. Ondertus- sehen traehttte ik hem, hoewel ver geefs, uit te hooren over den aard van de expeditie. Na er in geslaagd te zijn, zich van mjjn gezelschap te verzekeren, scheen hjj onwillig, om over andere dingen te praten en gaf op al m{jn vragen geen ander ant woord dan „we zullen zien." We staken in een bootje de kreek over. Bfj den top van het eiland en bjj het bereiken van da hoogere gron den aan het strand van het vasteland gingen wo in noord westelijke richting voort door een uitgestrekte landstreek, die buitengewoon wild en eenzaam was en waar geen sporen van men- schenlijke voetstappen te zien waren. Legrand gaf met beslistheid den weg aan, slechts hier en daar even stll- lflk te wijten zjjn aan het deserteeren van het Albaneesche garnizoen. Volgens de Times zullen de Griek sehe officieren, die de Epiroten bfj de verovering hebben geholpen, voor een krijgsraad gedaagd worden. De internationale commissie van toezicht heeft, met een verwijzing naar de overeenkomst van Korfoe, van den Epiroten-leider Zografos de verzekering gekregen, dat de Epiro- teu de vastgestelde Noordelijke grens niet meer zullen overschrijden. Binnenland Prins Hendrik te St. Petersburg. De kruiser „Zeeland* is met Prins Hendrik aan boord gisteren de Newa opgevaren. De Prins heeft zich met den grootvorst Andrij Wladimironitz en gevolg naar de verblijfplaats van den Csaar begeven. Eerste Kamer. Bij de Eerste Kamer zijn bj haar uiteengaan op recès nog onafgedaan gebleven de wetsontwerpen betreffen de bepalingen in het belang van de personen, werkzaam bij het laden en lossen van zeeschepen (Stuwadoorswet), heffing van eon inkomstenbelasting, enz.wijziging van de wet op de Rijkspostspaarbankvoorziening in de gevolgen van het gelijktijdig aan hangig maken van een groot aantal beroepen betreffende invaliditeitsrente wijziging van de Justitiebegrooting voor 1914 betreffende diverse onder werpen, en naturalisatie van K. Ursem en anderen. Het eedsvraagstuk. Ingediend is eeu wetsontwerp tot nadere regeling van het eedsvraag stuk. Nu bj arrest van den Hoogen Raad van 29 Juni jl. is beslist, dat eeu be lofte, afgelegd door een niet tot een kerkgenootschap behoorenden getuige niet do kracht heeft van een beëedigde getuigenverklaring en dat „aan een verklaarbaar verzuim van den wet gever is toe te schrijven", „dat ver klaringen van personen, die niet tot «en kerkgenootschap behooren, niet ais verklaringen van getuigen kunnen geldon", komt het der Rogeering niet twijfelachtig voor, dat dit thans door den Hoogon Raad na bijna een eeuw geconstateerde verzuim van den wet gever zoo spoedig mogelijk moet wor den hersteld. Thans is wetswijziging tan s&nzien van de verplichting om trent het afleggen van een eed oi belofte noodzakelijk geworden. De regeering wenscht de herziening der eedsverplichting niet te beperken tot een wijziging uitsluitend ten op zichte van den getuigeneed ia straf, zaken en den daarmee noodzakelijk verband houdenden getuigeneed in burgerlijke zaken, doch aan deze her ziening een zoodanig algemeen karak ter te geven, dat deze althans voor loopig als een oplosBing van het reeds zoo langen tijd de gemoederen ver deeld houdende eedsvraagstuk zal kunnen worden aangemerkt. Er moei meer eenheid en zekerheid staande om met zekere herkennlngs- teekens te rade te gaan, welke h{j bjj een vroegere verkenning in zich opgenomen moest hebben. Op deze wjjze trokken we ongeveer twee uren voort, totdat we een streek bereikten, die veel woester en ver- waarloosder was dan wij tot nu toe hadden ontmoet. Het was een soort tafellaud aan den top van een totaal onbeklimbaren heuvel, die dicht be groeid was en bezet met ruwe rots punten, welke los tegen de helling schenen te liggen en dikwijls slechts voor het naar benoden storten behoed schenen te worden door zware boomen, waartegen zij steunden. Diepe ravijnen in allerlei richtingen gaven aan het tooneel een aanblik van nog indruk wekkender plechtigheid. Het natuur lijke platform, dat we opgeklauterd waren, was dicht begroeid met braam - struiken, waardoor het onmogelijk zou geweest zijn, onB een weg te banen zender hulp van de zeis. Jupiter ging, onder leiding van zijn meester, voort ons een pad te banen naar deu vost van een enorm hoogen tulpenboom, die op gelijke hoogte stond met acht of tien eiken, en deze en alle andere boomen verre overtrof In schoonheid van bladergroei en vorm, In het wfid uitspreiden van zijn takken en in de algeheele majesteit van zijne versehljnlng. (Wordt vervolgd.) „Mijn beste Legrand", riep ik uit, hem in de rede vallende, „ja bent zonder twijfel onwel, en deedt beter, je terdege in acht te nemen. Je moet naar bed gaan en ik zal hier een paar dagen blijven, tot je hersteld bont. Je bent erg koortsig en" „Voel mijn pols," zelde hjj. Ik voelde zjn pols, en bevond, om de waarheid te zeggen, geen spoor van koorts. „Maar je kunt wel ziek zjjn, en toch geen koorts hebben. Sta mij toe, je nu eens de wet voor te schrij ven. In de eerste plaats ga je naar bed, in de tweede* „Je hebt 'tmis", viel hjj me in de rede„ik ben zóó wel, als ik me onder de gegeven omstandigheden maar kan gevoelen, en als je me wer kelijk weer heelemaal in orde wilt hebben, dan zal je me dan dienst niet weigeren, dien ik je verzoek." „En wat moet Ik dan doen?" „Het 1b maar een kleinigheid. Jupiter en Ik gaan een expeditie ondernemen in de heuvels op het vaste land j en hierbij zullen we de hulp noodig heb ben van iemand, dien we volkomen vertrouwen kunnen. Jij bent de eenige. Of we slagen of niet, de onrust, die je nu bjj me bespeurt, zal dan in ieder geval verdwenen zijn." „Ik kan niet zeggen, dat ik er veel roeping voor gevoel, je in ja dwaze grillen te stijven," zeide ik, „maar wou ja beweren, dat dit duivelsche beeat eenig aandeel heeft in je expeditie op de heuvels „Dat heeft het." „Dan, Legrand, zal ik aan je onzin- nigc onderneming niet meodoeD." „'t Spijt me, 't spijt me verbazend nu, dan zullen Jupiter en ik het samen moeten probeeren." „Samen probeeren? Je bent gek, kerel! Maar wacht eens even, hoe lang denk je weg te blijven?" „Hoogstwaarschijnlijk dezen nacht. We zullen oogenblikkeltjk op stap gaan en, als er niets onvoorziens plaats heeft, met zonsopgang terug zijn." „En wil je me op je eerewoord he- loven, dat, als deze gril voorbij is, en de vervloekte tor-gesehledena tot je voldoening is afgeloopen, dat je dan naar huis terug zult keeren en mjjn advies stipt op zult volgen, alof ik je dokter was „Ja, dat beloof ik je, en laten we nu dadelfjk op stap ga»D, want wo hebben geau tfjd te verliezen". Met een bezorgd hart stemde ik toe. We vertrokken ongeveer om vier uur Legrand, Jupiter, de hond en ik zelf. Jupiter drong er op aan, de zeis eu da spaden te dragen, meer uit vrees, leek het mfj toe, om een van die gereedschappen in het bezit van zijn meester te laten, dan uit overmaat van vlfjt of beleefdheid. ZJn houding was buitengewoon norsch, en „die

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1914 | | pagina 1