N°. 53 1914.
Dinsdag
101ste jaargang.
Een Duister Geheim.
Politieke Uitwassen.
9 FEUILLETON
Oa uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- an'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, In Goes f 0,75, buiten Goes, franco l„KS.
Afzonderlijke nommera S cent.
Intending ran adverientian op Maandag en Woenadag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 13 uren.
De prfjs dor gewone advertentlën is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 ct.
BJ directe opgaaf van drinmaal plaatsing derzelfdo advertentie wordt
cle prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweigk- od doodsberichten en de daarop betrekking hebbend»
dankbetuigingen worden van i—10 regels i f 1,— berekend
Bewijsnummer* 5 sent
TelefoonnumiKer 88 öiresteur G W. tah Barneveld. Uitgave vs.it de Na»ml.Ve»RCotgshap Gcssuse Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santbn.
Een eigeuschap der clericalen is het,
door dik en dun een wetsontwerp te
verdedigen, afkomstig van een be
vriende regeering. Ook al is men voor
zich zei ven er van overtuigd, dat een
desbetreffend voorstel schade voor land
en volk zal opleveren, men verde
digt het nu eenmaal, omdat men cleri-
caal wil schijnen. Het gaat bij der
gelijke lieden uitsluitend om de duiten
en de baantjesde rest is bijzaak.
De linkerzijde denkt er anders over.
Het wetsontwerp-ouderdomsrente be
antwoordt geenszins aau ons ideaal
wij hebben het niet onder stoelen of
banken gestoken. In herhalingen tre
den wij nietde lezer kent ons stand
punt ten aanzien van het wetsontwerp-
Treub.
Maar wij verzetten ons ten sterkste
tegen een campagne, welke niet het
algemeen belang beoogt, doch alleenlijk
politieke fortuintjes ofgemakzucht.
Met dit laatste bedoelen wij het
adres vau den gemeenteraad van Vel-
sen, aan de Tweede Kamer gericht,
om te willen handhaven liet thans
geldeud beginsel, dat ouderdoms-rente
en administratieve bemoeiingen voor
deze aangelegenheid ten laste van het
Kijk zullen komen eu niet ten laste
der gemeenten worden gebracht. Vele
Gemeenteraden hebben aau het adres
adhaesie betuigd en de stroom houdt
uog steeds aan.
Resultaat van gemakzucht.
Tal van gemeenten hebben van de
regeling niet het allerminste nadeel,
sommige zelfs voordeel. Maar daarvan
wordt natuurlijk geen gewag gemaakt
door de lieden, die alleen uit politiek
oogmerk de oppositie tegeu het ontwerp-
Treub zoo krachtig mogelijk willen
voeren. Het belang der betrokkeuen
wordt natuurlijk als nihil gerekeud.
Maar deze lieden staan niet alleen.
in niet mindere mate vloeien der
Kamer van andere zijde, als bonden,
werk lied eu -organi sati es, vereenigi 11 gen
op landbouw-gebied enz. adressen toe
naar aanleiding vau het wetsontwerp-
ouderdomsrente.
Doch ook het komische ele
ment ontbreekt niet. Dat wil zeggen
wij van onzen kant kunnen het, inde
gegeven omstandigheden, komisch noe
men, al is voor de adiessanien de
ondergrond diep tragisch.
De diaconie der gereformeerde kerk
te 's Graveuhage heeft een verzoek ge
richt aan den kerkeraad een ver
zoek, dit zij ter loops opgemerkt, dat
Reeds eenige malen had Frits de
Groot, zoo voorzichtig mogelijk, het
-poor van Hummelers gevolgd, maar
elk resultaat liet op zich wachten.
Dan eens verdween de achtervolgde
in een obscure kroeg of dans-geiegen-
heid, dan weer raakte hjj zijn spoor
op onverklaarbare wijze kwjt in het
net van straten en stegen der achter
buurten van de stad.
Maar op een avond, dat De Groot
wederom Hummelers „beschaduwde*,
draaide de laatste zich plotseling om
en trad op De Groot toe.
„Dat is de zesde maal al, dat ik
bemerk, door u achtervolgd te worden.
Wat moet u van me
„Ik Niemendal. Ben ik niet vr{j,
te loopen, waar ik wil Als jouw weg
toevallig ook de mijne is
„Toevalligriep Hummelers la
chend uit. „Neen, dat weet ik wel
beter I"
„Wat weet je dan?"
„Dat u er een bedoeling bjj hebt,
me te achtervolgen. Dat snapte ik
direct al, toen u dat ritje naar Sche-
veningen met me meemaakte. U wou
me toen ulthooren, maar het zat u
niet glad, hè Ik vind het niet aardig,
dat u me voor zoo'n boertje hebt ge
houden. Maar wil ik u eens wat
vertellen
„En dat la?"
„Ik zei n toen immers, dat ik een
goed zaakje aan de hand had?"
„Ja. Dat herinner Ik me nog."
„Nou, dat is i'oetsj." Zjjn reuhterhand
ingewilligd is om liet daarheen te j
leiden, dat langs den weg van classis
en particuliere synode een voorstel
worde gedaan, om tegen het wetsont
werp-ouderdomsrente bij de volksver
tegenwoordiging bezwaren in te brengen.
De mannen-broeders van Den Haag
zullen wel niet alleen blijven staan.
Als er één schaap over den dam is
Wat is echter de kwestie
De Haagsclie gereformeerde diaconie
blijkt van oordeel, dat het ontwerp-
Treub geen andere strekking heeft
dan armen verzorging van staatswege.
Door aan die staats-armenzorg ten
onrechte, zoo heet het, het karakter
van ouderdoms-pensioen toe te kennen,
wordt aan hen, die er van genieten,
een zeker voorrecht geschonken boven
lien, die op de kerkelijke barmhartig-
I beid zijn aangewezen,
i Wij houden niet van gemeenplaatsen,
maar toch moeten wij er ditmaal één
bezigen wat de gereformeerde diaconie
hier beweert, is zoo helder als koffiedik.
Waarin bestaat dat „voorrecht"?
Bedoelt de 1 laagsclie gereformeerde
I diaconie er soms mede, dat de twee
gulden per week, volgens het wetsont-
werp-Treub uit ie keeren, een kapitale
som is, vergeleken bij de ondersteuning,
welke zij geeft? Is zij bevreesd, dat
de lieden, welke bij die royale Haagsehe
gereformeerde diaconie bedeeld worden,
met het bereiken van den vijf-en-zestig-
jarigen leeftijd de hand niet meer zullen
ophouden, om te voorkomen, dat zij
buiten de ouderdoms-rente van twee
gulden per week zullen vallen
Dan veroordeelt die Haagsclie gere
formeerde diacouie zich zelve. Dan is
alleen haar schrielheid oorzaak, dat zij
zich kant tegen de „luxe", welke hel
ontwerp-Treub dreigt te brengen
Ook natuurlijk lezen wij in bet breed
sprakig voorstel een protest tegen tie
uitsluiting der bedeelden.
Maar niet op gromt van recht en
billijkheid, waarop wij - pagauis-
ten - de opneming der bedeelden
bepleiten.
Geenszins
Men moet al een bijzonder lijn ge
voelige „chrislen"-ziel zijn, om tot iletr
conclusie te kunnen komen, gelijk de
Haagsclie gereformeerde diaconie doet
„de uilsluiting der bedeelden is een
onbillijkheid jegens de diaconieën, wijl
deze met de verzorging barer onder
steunden belast blijven, terwijl de bron
nen, waaruit de uoodige middelen daar
toe moeten komen, in vermogen zullen
verminderen door de hoogere belastin
gen, welke de uitvoering der voorge
stelde regeling zullen vorderen".
Een verheven standpunt
En welk een dunk heeft die Haagsclie
diaconie van de offervaardigheid barer
broeders en zusters 1 Omdat van de ge
reformeerde rijken iets meer zal worden
gevraagd ten bate vau de uiaatschappe-
ïijk-onterfden, zullen dezen bun „christe-
lijken" zak sluiten, althans minder toe
schietelijk zijn, als er wat gevraagd
wordt voor hun eigen armen, liet
erfdeel van Christus
Heeft ooit een diaconie zich zóó in
de kaart laten zien
En wat een benepenheid spreekt uit
de motiveering van het voorstel
Zijn dan de armen in de oogen dier
Haagsclie gereformeerde diaconie altijd
lieden van zeventig jaar en daarboven
Hebben tal van diaconieën zich niet
ontlast gevoeld door telkens grooter
subsidies ten bate van bet bijzonder
onderwijs
En, ten derde hebben tal van diaco
nieën nu reeds niet een zoet winstje
opgestreken, door aan de zeventig-jarige
verpleegden, die in de termen van
Talma's reute-uitkeeriug vallen, een
groot gedeelte van de twee gulden naar
zich toe te balen, een daalder, in vele
gevallen zelfs f 1,75
Is dat een behandeling van bet
erfdeel van Christus
haten de brave broeders daarop bet.
antwoord maar geven. Als zij zich nog
kunnen schamen, dan hebben zij er
titans de gelegenheid voor.
Doch van Minister Treub dienen zij
af Ie blijven.
Lieden, die aldus met het erfdeel
van Christus marchandeeren, missen ten
eenenmale bel recht', een man als Treub
de les te lezen.
Dal zij met zich zeiven beginnen
beschreef een halven ctrlrel in de
lncht.
„Ik begrijp niet, wat je daarmee
bedoelt."
„FoetBj, dat zeggen de Maleiers,
geloof ik. Of de Arabieren. Het be-
teekent zooveel alsvoor de haaien.
Die mooie jonkheer heelt ma bedu
veld. Nou, eu als ik hem een loer
kan draaien, dan laat ik het niet, dat
anap je. Ik zou mooie dingetjes van
hem kunnen vertellen. U, als advo
caat, moet daar wel belang ln stellen."
„Ik zou niet weten, waarom," merk
te De Groot luohtig op, maar inwen
dig was hij heel verheugd, dat do kerel
het één en ander los zou laten. „Ik
ken dien jonkheer niet eens."
„Dat kan z{jn. Maar hfl is betrokken
in een affaire, die ook u in zeker op
zicht raakt."
„Je Bpreekt in raadselen. Als je
wilt, dat ik je begrfjpen zal, moet je
duidelijker wezen."
„Wacht eens." Hummelers, dacht
een oogenblik na. „Van morgen af
werk ik op Seheveningen. Ik ben
aangenomen door een reeder. Ja, het
rentenieren heeft voor m{j niet lang
geduurd. Weet u de Haringkade Ja
Nu, daar lig ik voorloopig thuis, In
„De gekroonde Valk", een goedkoope,
maar toch heel nette inrichting. Als u
daar nu morgen om tien unr, kwart
over tienen komt, dan ben lk klaar
met mijn werk. U vraagt maar naar
Peter Hnmmelers. Ik zal wel zorgen,
dat we een apart vertrekje krijgen, om
rustig samen te kunnen praten."
„Waarom kan je me nu niet zeggen,
wat je weet
„Eerstens heb ik nu geen tijd en
dan.ik vind het beter, dat we samen
niet zoo lang op de publieke straat
Buitenland.
De toestand in Mexico.
De berichten nlt Mexico blfjven
schaars en zijn bovendien weinig be
trouwbaar.
la werkelijk door de bemiddelings
pogingen dor Zuid-Amerikaan soho
republl ker. een toestand van rast en
wapenstilstand ingetreden, of is dit
de stilte, welke der storm voorafgaat
en runen allo partijen zich uit voor
den komenden vreeselljkon 7olkeren-
strfid?
Hoe weit-ig nieuws de telegramman
over het Amerlkaanseh-Mexicaansehe
conflict mogen brengen, do strijd tns-
schen Hnerta's troepen en de rebellen
dnurt tot nu toe met dezelfde hevig
heid voort.
Nog is niet door een verder opruk-
een onderhoud hebben. U en ik.
dat wekt achterdocht. Ik ben maar
een arme duiveldat kan iedereen
aan me zien. Maar als u morgen niet
wilt, m{j is het ook goed."
„Wie heeft gezegd, dat lk niet wil
„Dus u komt
„Zeker."
„Maar ik heb nog één conditie te
maken
„Ik begrijp la- J* <vllt V00T J® niede-
deelingen beloond worden. Hoeveel
moet je hebben
„Dat laat ik aan u over. U zult me
betalen naar de belangrijkheid van
wat ik u vertel."
„En als lk je nu eens laat praten,
en dan zeg, dat ik er niets aan heb,
ofschoon je modedeellngen wel dege
lijk van gewicht voor me waren
„Dat doet u niet. U is een gentleman."
„Goed dan. Ik ben morgenavond om
kwart over tien in „De gekroonde
Valk".
Hummelers lichtte zijn hoed en de
beide maDnen gingen ieder een ver-
i schillenden kant uit.
V
Frits de Groot was op tfjd. Hjj had
het, b|j nadere beschouwing, dwaas
gevonden, in te gaan op de afspraak
met een obscuur individu als Hurn-
melesr. Maar hg was een man van
zijn woord en bovendiener iag hem
veel aan gelegen, het geheim op te
lossen, waarin het proces van barones
Van Heerde tot Wagenborg was gehuld.
Het was een donkere avond. In het
zuid oosten haddon zich donkere,
zware wolken saamgepaktalles in
de natuur wees er op, dat er een
onweers bui op til was.
Toen De Groot het os té „De ge
kroonde Valk" binnentrad, bemerkte
ken der Amerikaansche landlngsdlv'sle
het oovnnblik aangebroken, waarop
geheel Mexico zich tegen den Indrin
ger koertintegendeel, nu van
Amerikaansche zijde ieder conflict
wordt vermeden, vechten rebellen
en regeeringstroepsn dan ouden lang-
durigon strijd mat dezelfde verwoed
heid verder uit.
Herhaaldelijk brachten de telegram
men de laatste dagen bericht van de
actie, door dn rebellen tegen de stacl
Tampico op touw gezet. Grootn .troo
penmachten, onder bevel van generaal
Villa, werden oor de bestorming dor
stad gemobiliseerd en da val v»n dit
eentram der petroleumindustrie kon
nog slecuts een kwestie vso luttele
dagen zfju.
Thans komt het bericht, dat de stad
inderdaad door de rebellen is genomen
en dat Carranza den Engalsehen ge
zant te Washington heeft beloofd, de
petrolf.umbronnon te zullen sparen.
Al was tot nu toe de actie der
Amerikanen niet sterk genoeg om
rebellen en rogoeringstroepe, te ver-
eenlgon, z£ was reeds voldoende om
het bsnde-hoold Zapata, die Haerta
in den loop van het jaar belangt ij kt
verliezen toebracht, te bewegen, zich
bij zjjn ouden rijand asn te sluiten.
Huorta heeft ue hoofstad ir, staat
van tegenweer gebracht en Zapa'a
is er met 3000 man ztjn -r strijdmacht
ingetrokken om Hu9rta te balpen.
Inmiddels worden, niet het minst
door buitenlandsche vlagofficieren, do
poglngoa met succes voortgezet om
zooveel mogelijk Amerikanen uit
Hnerta's gebied naar veiliger stri ker;
over te brengen. Tal van Amerikanen
die door Huorta werden vastgehou let!
zfln or, dank zg de bemiddelings
pogingen van onzijdige bnltenlauascbo
autoriteitan, In geslaagd. Vera Cruz
te bereiken.
Ook de Amerikaansche oftiolnr vrn
gezondheid Ryan, die docr regeeriegs-
troepen gevarigeo gehouden werd en
tot wiens terechtstelling reeds besloten
was, heett, door buitenlandsche tus-
schenfcomst, gratie gekregen.
President Huerta heeft alle politieke
gevangenen in vrijheid gesteld, ook
de oud-parlementsleden, die zich des
tijds tegen de erkenning van zjjn
bewind verzetten, en een beroep ge
daan op hun vaderlandsliefde om met
ham tegen den gemeenschappelijkon
vijand den strijd aan te binden.
Het in staat van verdediging bren
gen van de Mextcaaascho hoofdstad
Hikt ons van dan baloldvollen presi
dent oen zeer sterke zet.
Zoolang deze plaats niet door da
Amerikanen la genomen, kan er van
een vernietiging van Huerta's macht
geen sprake zijn. Gaan de Amerikaan
sche landingstroapen er werkeigk toe
over, zich aan een tocht door het ge
hï niet, dat op korten afstand een
donkere gedaante zich verborg. Deze
had hem reeds eenlgen tijd onzicht
baar gevolgd.
De Groot ging onmiddellijk op den
kastelein af.
„Hebt u een glas bier voor me
vroeg hg
„Ala-'t u-blieft, meneer".
Het verwonderde De Groot, dat
Hummelers niet aanwezig was. Ze
hadden afgesproken kwart over tien.
Het liep nu al togen helf elf. Boven
dien was hij, met een ouden vlescher,
de eenige bezoeker.
„Is Hammalers hier vanavond niet
vroeg De Groot eindelij k, nadat hg
met moeite eee gedeelte van het
schrale bier naar binnen had gewerkt.
„Wie, zegt u?" was de wedervraag
van den kastelein.
„Peter Hummelers," herhaalde Do
Groot. „Hij heeft bij een reeder hier
werk gekregen en zou bij u in den
kost komen."
„Ik houd geen commensaals, me
neer."
„Niet?"
„Neen. Ik heb het vroeger wel ge
daan, maar cch, meneer, er zit niets
aan. En dan, wat een naloop voor
mgn vrouw, die toch al niet goed ter
been is."
De Groot dacl t na.
„Dus a kent dien Hummelers niet
„Neen, meneer."
„Dan ben ik hier misschien ver
keerd." De Groot dronk zijn glas bier
met tegenzin leeg. „Goeden avond,"
zei hij.
Een oogenblik later stond hij buiten,
inwendig woedend over de streek,
welke Hummelers hem had gespeeld.
Als hg den vorigen avond had kunnen
vaarigke binnenland te wagon en het
beleg voor ds hoofdstad te slaan, dan
is er wal degelijk sprake van een
veroveringskrijg door Amerika van
geheel Mexico en kan Huerta met
grond verwachten, dat in dit geval
het geheole Mexlcaanseha volk, op
standelingen en regaaringstroepen.zieh
zullen vareenigen om den buitenlaod-
schen Invaller met kracht to weren.
Inmiddels moetan de berichten uit
Mexico roet do noodige reserve aan
vaard worden. Vooral in de laatste
dagen, waarin de telegrammen bij
zonder schaars zjjn, zouden we niet
graag hun algeheele betrouwbaarheid
voor onza rekening willen nemen.
De opstand der Epiroten.
Nog rltfjd duurt de opstand in Zuid-
Albanië voort en bleven de onder
handelingen tusschen de Albaneesche
regeering en Zographos, den leider
der opstandelingen, welke zich niet
aan het gezag van den mouwen Al-
baneeschon vorst wensehen te onder
werpen, zonder resultaat.
Met oen sterke legermacht, beschik
kende over kanonnen en machice-
geweran, zijn thans de Epiroten er
In geslaagd, de stad Kolonia in te
nemen, waarvan het kleine garnizoen
zich noodgedwongen moest overge
ven.
Na de inneming varmoordden do
overwinnaars do vrouwen en kinderen
en staken de stad in brand.
Het is te begrijpen, dat dit bericht
in de Albaneesche hoofdstad Dnrazzo
groote opwinding veroorzaakt heeft.
Meer en meer begint men daar iets
te gevoelen voor het plan van Essad
Pasja, om asn het hoofd van de natio
nale militie tegen de Epiroten op te
trekken.
De laatste berichten melden, dat
de Albaneesche gendarmen, onder
bevel van kapitein Doorman, bij Ta-
ria een sterke Btelling hebben bezet
om den opmarsch der Epiroten naar
het Noorden te kannen stniten.
De opstandelingen hebben het blijk
baar niet b(j da verwoesting van
Kolonia gelaten, maar tal van dorpen
In brand gestoken .waaruit duizenden
inwoners de vlncht genomen hebben.
Het Is te hopen, dat don Neder-
iandBChen officieren veroorloofd zal
worden, wat meer zeltstandig op te
treden. Reeds meermalen bewezen zg
het vertrouwen der bevolking te knn
nen winnen. Op sommige plaatsen in
Znid-Albattië zijn zjj er zelfs in ge
slaagd, belastingen te innen, doordat
sg de bevolking toonec, hoe deze mid
delen uitsluitend voor het tot stand
brengen van voor haar zelf nattige
werken besteed worden.
Voor den nienwen vorst van Albanië
staat Inmiddels de gelegenheid open,
door snel en krachtig in te grijpen,
bevroeden, dat de kerel hem voor den
gek zou houden 1 Maar allengs
overwon hQ zijn teleurstelling. Mis
schien kon Qommelers dezen avond
niet en zon er thnis een briefje voor
hem liggen. Hij verhaastte zjjn schre
den in den donkeren avond. Het was
drukkend stil in de omgeving. En
Be Groot, flink doorstappend, be
merkte niet, dat hg op den voet ge
volgd werd.
Totdat hg plots, onder een lantaarn
gekomen, een sehadnw zag. Hg keerde
zich om.
Achter hem stond een man, fat-
soenigk gekleed. Hg nam den hoed
af en zei„neem me niet kwaigk,
meneer, dat ik u lastig val, maar
hebt u ook misschien een beetje vuur
voor me
De Groot keek den vrager aanhü
zag er zeer fatsoenigk uit. Er was
geen enkel motief, om den man te
wantrouwen.
„Ik rook zelf niet", zei hg, „maar
kan ik n met een Ineifer dienen
„Met genoegen, als ik u niet al te,
lastig val".
De Groot stak een lucifer aan, welke
hg den onbekende wilde aanbieden.
Maar vóór hg daartoe in de gelegen
heid kwam, kreeg hg een slag op zgn
hoofd, welke hem bewusteloos ter
aarde deed storten. Onmiddeligk daar
op deed bet indlvudn, dat den slag
had toegebracht, een schril gefluit
weerklinken.
Een anto naderde, alsof het op dit
sein was afgesproken.
(Wordt vervolgd,)