N°. 46 1914 Zaterdag 18 April 101"" jaargang. Een Duister Geheim. Bij dit no. behoort een Bijvoegsel. ONZE TUIN. FEUILLETON. GOESCHË Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prfls per kwartaal, In Goes f 0,15, bulten Goes, franco f l,H, Afzonderlijke nommers B cent. inzending van advertentlön op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. telefoonnummer 28. Directeur G. W. van Bakneveld. De pr(js der gewone advertentlSn ls van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ot. B|J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr|js slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwel(|k- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels k 1,— berekend Bewjsuummers 5 cent Uitgave vaa de Naaml.Veiaoots.kap Goes.be Courant". - Hoofdredacteur W. J. C. van Santas liet is eeii omstandigheid, welke wij schier dagelijks kunnen opmerken wanneer wij zei ven ons aan de één of andere overtreding hebben schuldig gemaakt, wenscheu we met de grootst mogelijke clementie behandeld te wor den staan wij daarentegen als rechters tegenover anderen beter gezegd mééuen wij als rechters tegenover hen te mogen staan dan kunnen wij in den regel in ons vonnis niet streng genoeg zijn. Wij oordeelen gaarne en onze bescheidenheid zou er zeer zeker zich niet tegen vefzet hebben, den eersten steen op te nemen, om den schuldige te treffen. We zeiden het is een omstandigheid, die zich telken dage voordoethet is een menschelijke eigenschap. Maar daarmede zijn wij er niet af. Wat ver keerd is, wat wij in de allereerste plaats bij ons zei ven als verkeerd erkennen, mag niet rustig blijven voortwoekeren. Onze ziel is een tuin, en den tuinman, die hem te verzorgen heeft, is een zeer verantwoordelijk werk opgedragen. Geen onkiuid mag opschieten; zou men zor geloos wezen, dan bleek maar ten spoe digste, hoe bijzonderlijk in onzen ziele- tuin het onkruid zich vermenigvuldigt. Het zou niet lang duren, of het had in zijn doodelijke omhelzing alle goede planten verstikt. Daarom het constateeren van een fout, van een gebrek is niet voldoende. Het kan zonder twijfel de eerste stap op den weg naar beterschap zijn. Maar het is lang niet altoos het geval. Wij moeten niet bang wezen, onze knieën vuil te maken, ais wij ons moeten buk ken, om het onkruid uit onze gaarde te rukken. Dit doet ons denken aan dien land heer, die een tuinman noodig had. De man stond in zijn omgeving bekend als zeer mild en het aantal sollicitanten was dan ook buitengewoon groot. Een voor een liet de heer de gegadigden bij zich binnentreden hij vroeg hun weinig of niets, doch keek, keek maar. En met een korte handbeweging liet hij ze ook één na één weer gaan. Totdat hij eindelijk tot een sollicitant zei //Jij bevalt me en je kunt de betrekking krijgen." De man was zeer verwonderd. „Maar u hebt me geen enkele vraag gesteld en ook lieelemaal niet naar miju getuigschriften gevraagd." De landheer ii. Op den tweeden dag van bet procei wai de belangstelling niet minder groot. De tribunes waren wederom geheel gevold. Het gemlgen-verhoor werd voort gezet. Marianne, de kamenier van barones Van Heerde tot Wagenborg, verklaarde, dat baar meesteres om acht nor de kamer was binnengestormd en nitgeroepen had: ,Ze hebben Llze dood geschoten I" Op de vraag van den president, hoe ze zich zoo precies het oor kon herinneren, antwoordde ze, dat ze jnist naar het slaan van de toren klok had geluisterd Ze telde de slagenhet waren er acht. ,Wat gebeurde er verder?' vroeg de president. ,Da barones zei, dat ik onmiddellijk een dokter moest halen. Ik vloog weg. Dokter Vlietstra woont maar even voorbij de villa en ik trof hem ge lukkig thuis. HÜ ging direct met mo mee*. De getuige kon gaan zittende benrt was nn aan den geneesheer. ,U bent op den avond van den vierden Angnslui door da getuige Marianne Dyckinga gehaald. Kunt u zich ook herinneren, hoe laat het was?' „Het was hoogstens vijf minuten over acht'. ,U bent onmiddellijk medegegaan en hebt in den tuin het IQk geschouwd .Jawel'. ,Hoe lang was de verslagens al doof, glimlachte. „Dat was ook niet noodig, beste vriend", antwoordde hij. „Je beste getuigschriften draag je daar." En hij wees den man op de knieën in zijn broek; het kleedingstuk was allëéu daar zeer dun en bijna versleten. Men begrijpt de beteekenis van dat simpele verbaaltje. Zoodra wij, menscbeu, geacht werden, de verantwoordelijkheid voor onze daden te kunnen dragen, heeft de goede God aan onze zorgen een kostbaar kleinood toevertrouwd de ziel. We noemden ze daarstraks een tuin. De regen drenkt hem, de zon verwarmt hem. Doch, zooals overal, schiet ook in onzen ziele-tuiu het onkruid op, en er helpt nu eenmaal niets aan wij moeten zeiven aan het wieden. Wie nu bang is, zijn knieën vuil te maken, zal een nalatig tuinman blijken te zijnhet onkiuid vermenigvuldigt zich en in een korte spanue tijds is het zóó ver ge komen, dat het alles voor zich heeft opgeëischt en niet de minste plaats voor onze goede planten overlaat. Dit is heel erg, maar heel wat erger is het nog, dat velen er zoo onver schillig onder blijven. Zij kijken over de haag naar den tuin van hun buur man daar staat het onkruid veel weliger Die wetenschap geeft hun een soort voldoening zij behoeven zich nu niet in te spanneu, nog niet althans als het onkruid bij hen ook zoo hoog en ook zoo dicht staat als bij den buurman, ja, dan zullen zij de handen eens geducht uit de mouw steken. Maar als zij dan na een maand eens weer over de haag kijken, dan omgrijpt met kille hand de angst hun hart. Op een goeden morgen is de buurman opgestaan cu hij heeft zich bedroefd over den aanblik, welken zijn tuin bood. Waar hij zaghet was bijna al onkruid. Hoe kon ik, zei hij met tranen in de oogen, zoo langen tijd zulk een slecht, onwaardig tuinman wezen Hoe kon ik het goed, mij toevertrouwd met zooveel teedere zorg, aldus verwaar- loozen En hij liet het niet bij klagen en jammeren hij zette zich aan het werk. Er was veel wilskracht noodig, Jom te voltooien, wat hij op zich genomen had hoe nauwlettender hij schouwde, hoe duidelijker hij tot de ervaring kwam, welke verwoestingen het onkruid reeds gemaakt had. Maar hij gaf geen kamp. Want, zoo daclu hij bij zich zeiven, als straks de Meester eens kwam om te zien, hoe ik mijn taak heb vervuld Wat zou hij zeggen van zulk een ontrouwen tuinman f Eu die gedachten gaven hem telkens nieuwe krachtde avoud kwam, duisternis toen a aw onderzoek instelde?' ,Id geen geval langer dan een goed half nar*. De moord moet das om half acht gepleegd c|jn .Zonder twijfel*. ,En het schot heeft den dood on middellijk veroorzaakt .Zocals a zegt". .Dank n. Heeft a nog Iets aan dozen getuige te vragen wendde de president zich tot den verdediger. .Neen. Maar ik zon gaarne zien, dat alsnog een getuige, die een zeer ge wichtige verklaring heeft af te leggen, in deze zaak werd gehoord*. De rechtors fluisterden even. De Officier van Justitie haalde de schou ders op. Een gemompel ging door het publiek het spitste zich op een nieuwe, onvorwaehte sensatie. .Waarom ls deze getuige dan niet opgeroepen geworden vroeg de president. ,H|j vertoefde langen t|jd in het buitenland tegen z|)n wil. Te Weenen werd h|j door een ernstige ziekte overvallen. Toen h|j hersteld was, las h{ toevallig ln ééu der Hollandsche bladen, dat barones Van Heerde tot Wagenborg zou terechtstaan, beklaagd van moord met voorberaden rade. Zonder verwijl reisde hj naar hier, er niet aan denkend, dat dit kwade gevolgen voor z|jn nog Bteeds ge schokte gezondheid zou kunnen heb ben. Gisteravond is b|j in de residentie aangekomen. H{j informeerde direct, wie de advocaat van beklaagde was, en wendde zich tot m|j met het aan u bekende verzoek". Na een kort, fluisterend onderhoud deelde de president mode: ,De getuige kan gehoord worden*. daalde over de aarde. De volgende morgen zag hem opnieuw aan den arbeid en een zucht van verlichting, een juichkreet van dankbaarheid ont snapte hem, toen het harde werk ein delijk was voltooid De buurman had hem niet bezig gezienvandaar, dat hij woedend de vuist balde en uitriepdie gemeene kerel 1 Waarom kon hij mij niet waar schuwen, dat hij het onkruid wieden gingdan had ik mij ook aan den arbeid gezetJa, het is merkwaardig, hoe wij, al staan wij nog zoo schuldig, de schuld van ons weten af te wentelen en haar op onzen naaste schuiven Het helpt ons echter bitier weinig het gewicht van onze schuld krijgeu wij eenmaal toch te dragen, wij en niemand anders. Eu wat doen wij dan Wat we behóórden te doen, een ieder weet het. Het zou onze plicht zijn, het voorbeeld van onzen buurman te volgen en ook ouzen tuin van on kruid te zuiveren. Maar die gemakzucht 1 We hadden vroeger wel eens oogen- blikken van wroeging, als wij bemerk ten, hoe jammerlijk het met onze gaarde gesteld was. Doch een blik op die naast ons stelde ons weder gerust daar was het minstens even erg, zoo niet erger Eu uu die plotselinge ver andering Ze slaat ons machteloos, nu wij zien, hoe de tuin van onzen buurman is opgeknapt; hoe alles er fleurig bij staat. En het lijkt wel onmogelijk, nu den onzen nog te gaan zuiveren het is alsof hel onkrvid, dat de buurman heeft gewied, plots bij ons opgeschoten is. Dan bedekken wij het gezicht met de handen en de smart overweldigt onswat is er gebleven van het kost baar goed, waarvan de verzorging ons met zooveel ernstigen nadruk werd aanbevolen Ja, inderdaad, het zou wel bijna zijn, om moedeloos te worden. Bijna Natuurlijk Immers ook onze buur man heeft die wroeging gekend en die smart, welke hem schier overmande. Ook hij heeft zijn tuin bekeken e:i zich radeloos afgevraagd hoe moet dat weer in orde komen Maar bleef hij bij de pakken neerzitten Gaf hij den strijd op, toen hij de barre gevolgen van eigen schuld zag NeenDe vroege ochtend vond hem op den akker, wiedend, wiedend, wiedend. Het was een reuzen arbeid, waaronder hij meer malen dreigde te bezwijken. Maar wat hein de kracht gaf, om te volharden, Aller oogen waren gericht op den man, die een nieuwe rol ln dit drama zou vervullen. De binnentredende was een slanke figuur,nog ln de volle kraeht zgns levens, met een aristocratisch voorkomen. H(j zag bleekmen nam bet als een natuurlijk gevolg van zjn ziekte en de emotie van het oogen- blik aan. „Uw naam vroeg de president. .Oswald Erich von Breitenbach". „Geboren t" „Veertien Juli 1864 te Utrecht. M(jn vader, een Duttecher van geboorte, had zich te Utrecht gevestigd en huwde daar een Hollandsche. Na den dood van m|jn ouders, die belden in 1891 zfln overleden, heb lk geen vaste woonplaats gehad, omdat lk doorgaans reis, daartoe in staat gesteld door een een fortuin, dat m|j, als eenig kind, werd nagelaten." BjJ het binnentreden van Von Breitenbach ln de rechtszaal was een rilling door de leden van barones Van Heerde gegaan. ZQ vermeed het zorg vuldig, dezen getuige aan te zien Een gevoel van nameloozen angst beklem de haar borat. ,U bent geen familie van de be klaagde?" zette de president z|jn ondervraging voort. „Neen'. „Maar u kent haar?" „Jawel*. „Als hoedanig?* „Ik was een goede kennis van baar echtgenoot en kwam dlkwQls aan huis. Ook na den dood van den baron heb ik de barones meermalen bezocht'. .Waarom W6nschte u als getuige gehoord te worden .Omdat valsche schaamte de baro nes er toe zou brengen, zleh te laten het was deze vraagAls straks de Meester eens kwam wat zou hij zeggen van zulk een ontiouwen tuinman Hebben ook wij ons in allen ernst deze vraag reeds voorgelegd Zoo niet, laten wij het dan heden nog doenHet is de slem van het geweten, die tot ons spreekt. En zij is in staat, ons werken te doen vol brengen, welke op het eerste oog boven onze krachten dreigen te gaan. Buitenland. Veranderde toestanden in Mexloo Da presi lent van de machtige Ver- eentgde Staten van Noord-Amerika gaat gewaagd spel ipelen. Niet geneigd, den voorloopigen Mexioaanschen president te erkennen, heeft hij tot nu toe de regeeiing van den Zuidelijken buur-staat zoodanige moeilijkheden in den weg gelegd, dat hij met eenig reoht kon vorwaeh ten, dat deze niet lang meer bet hoofd boven water zou kunnen boaden. Het optreden der rebellen, het suc ces van boeven generaals als Carranza en Villa kwam hem daarbQ ongezocht te hulp. Zonder zelf een hand te behoeven uitsteken, zag president Wilson met genoogen de kloppartijen tusschen rebellen en regeeringstroepen aan. Dat zou hot land verzwakken, dat zou voor de regeeringstroepen te groote offers aan geld en menschen- levecs vragen en den weerspannlgen Mex'aan.chen president des te eerder in ootmoed en onderwerping de knie voor hem doen buigen. Toen het een beetje lang duurde, eer de Ijzeren-president teekeuen van machteloosheid vertoonde, verleende de Amerikaansche regeering, door de opheffing van het verbod van uitvoer van wapenen, den opstandelingen een niet onaanzianiyken steun. Van dat oogenblik af werd de strijd verscherpt. Bloediger werden de gevochten tus- sehen regeeringstroepen en rebellen, steeds meer gewaagden de Mexicaan sehe telegrammen van de meest bar- basrsehe gruwelen door Villa en eon sorten gepleegd en al w&reD de tij dingen van overwinning en nederlaag op bet oorlogsveld ook meermalen tegenstrijdig, het voortrukken van Villa's troepen, de bezetting van Tor reon en andere plaatsen, wees toch op een langzame verzwakking van de macht der huidige Mexloaansche regeering Ook r.u weer meldden de telegram men, dat da rebellen b?i San Pedro een volslagen overwinning behaalden. Wilson, de democratische president der Vereenigde Staten, wiens eenig motief, Hnerta's bewind niet te erkea- veroordeelen voor een misdaad, waar aan ze even onschuldig is als u en lk.' Een dof gemompel ging opnieuw door da zaalde president gebood stilte, anders zou hjj da tribune doen ontruimen De barones was, zoo moge lijk, nog bloeker geworden en haar mond-hoekon trilden zenuwachtig. ,Hoe weet n dit?' vroeg de preal dent scherp. .Omdat ik op den avond van den bewusten vierden Augustus in het park van haar villa een onderhoud met de barones heb gehad Ik had haar laten weten, dat lk haar dringend Bpreken moest. Toen ze m|j zag, ver zocht ze haar gezelschapsdam*, voor uit te willen ioopen en w(j hadlen een onderhoud in het prieel. Door een z|j-uitgang heb ik na een half nur den tnln verlaten. Even te vore,, meenden do barones en ik een schot te hooren, maar w|j hechtten er geen waarde aan, daar, zooals de barones mij verklaarde, in den tnln, die aan den haren grenst, dikwflls geschoten wordt. Ik verliet het park om v|jf minuten voor acht. Ik weet dit zeer precies, omdat ik b|j het weggaan op m|jn horloge heb gekeken*. Dit gat een plotselinge wending aan de mak. Als deze geinige de bekUagdo even voor acht uur verlaten had, kon z|j onmogelijk den moord hebben gepleegd, daar deze, volgens de ver klaringen van drn geneesheer, op zjn laatst om half aeht had plaats gehad. .Beklaagde, sta eens op," zei de president tot de barones. Slechts met groote moeite kon z|j aan het bevel gevolg geven z|j moest zich steunen aan de ballustrade. Star keek ze voor zleh uit. .Beklaagde, is het waar, wat deze non in het feit van diens door geweld pleging verkregen positie bestond, zag er dut geen bezwaar in, een ander staatshoofd te erkennen, die zijn macht nitelaltend te danken zou hebben aan bet succes der rebellen, welk succes steunde op het nltmoorden van weer- looze Mextcaanscbestaatsburgers in do door Villa veroverde lancstreken en steden. Ieder ander dan Bnerta had al lang het b(jltje er kfl neergelegd, maar de gr(jza revolutie generaal, die in de moeilijkste omstandigheden vertrou wen bU z|tn ministers, z|jn volk en z|jn soldaten wist te wekken, hield stand. Met afwisselend geluk trokken z|jn legerscharen ten strijde en de ledige plaatsec daarin door de kogels der rebellen veroorzaakt, worden on middellijk door dappere Mexicaansohe jongelingen weer aaDgevuld. Dat duurde president Wilson blijk baar te lang. De vernietiging van Hnerta's macht is niet zoo spoedig tot werkelijkheid geworden als h|j wel gedaeht had, integendeel, da dapper heid, het uithoudingsvermogen en vooral het menjchelijk optreden der regeeringstroepen deden tlnerta bin nen korten t|jd de sympathie van geheel Europa winnen. Juist die Europeesehe sympathiën en de gevaarlijks belangstelling, welke 1 dere mogendheid tegenwoordig aan den dag legt wanneer een groote staat zich in de burgertwisten van een kleineren mengt, hebben ongetwijfeld president Wilson er tot nu toe van af- gphouden, zich daadwerkelijk in het Mi xlcaansche conflict te mengen. Maar eindelijk schijnt de verzoeking, met eigen beproefde krachten ln korten t|jd tot stand te brengen, wat tot nu toe de Mexlcaansche loop van zaken hem niet gebracht had, den Ameri- kaanschen president te maehtig ge worden te z|jn. Om tegenover Europa den schijn van Inmenging uit eigen Initiatief te vermijden, wachtte h|j op een gelegen heid, dat een onhandigheid van Mexl caansche zfjde hem recht tot machts vertoon en daadwerkelijk optreden zou geven Da casus belli is thans gevonden. De arrestatie van een aantal Ameri kaansche zeelieden te Tampico, die Vrijdag zonder eenige aanleiding ge- ruimen t|jd in arrest gehouden zjn, was blijkbaar de drnppel, die den Mexlcaanschon beker van president Wilson heeft doen overloopen. De schout b|j nacht, commandant van het Amerikaansche eskader bQ Tampico, heeft voorbeeldige bestraf fing van den arresteerenden officier en het aanbieden v, n verontschuldi gingen geëischt en gelastte het h|jsehen van de Amerikaansche vlag op een openbaar plein en het afvuren van 21 saluutschoten daarvoor. getnige zoo juist ln het midden heelt gebracht Haar lippen beefden, doch ze zweeg. .Geef antwoord aan den president,* snauwde de achter haar zittende rijks veldwachter. ,Ik weet het niet,* stamelde ze. .Weet je het niet?' herhaalde de president. Ze schndde het hoofd. „Getuige, wat hebt n daarop te zeggen ,ik heb een eed afgelegd, dat lk de waarheid zon zeggen en niets dan de waarheid. Daaraan heb ik me gehouden. Trouwenseen kennis van mi) kan het bewjzenb|j heeft m|j den tuin zien Ingaan en voegde zleh weer onmiddellflï bij m(j, toen het onderhond met de barones was alge- loopari H|j ls het ook geweest, die voor ro|j het briefje aan de barones, bezorgd heeft.* Een nlenwe verwikkeling 1 .Wie is die kennis van u?" vroeg de president. .Het ls Iemand van lagere afkomst, maar hfl heeft me op een zekeren dag het leven gered, toen lk op bet punt was te verdrinken. Als lk in Den Haag kom, zal lk nooit vergeten, hem op te zoeken en mijt dankbaarheid te betoenen. Hij heet Beter Hammolen." „Weet u z|jn adres?" .Jawel, maar dat is niet noodig. Tk heb rekening gehouden met de omstandigheid, dat m^o verklaringen in tw\ fel zouden kunnen worden ge trokken en da-.rom nam ik hem mede. H|| bevindt zich in het gekonw en ls bereid, onder eede voor de waarheid van m|jn woorden in te staan". Wordt vervolgd. V

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1914 | | pagina 1