N°. 41 1914.
Zaterdag 4 April
10r jaargang.
De Dubbelganger.
Bij dit no. behoort een
Bijvoegsel.
Het intellect ten
plattelande.
54 FEUILLETON.
GOG8CHË COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond De prfla der gewone advertantiün is van 1-5 regelsBOct., elke regel meer lOct.
uitgezonderd op feestdagen. BS directe opgaaf van driemaal plaatsing dorzelfde advertentie wordt
Pr0s per kwartaal, In Goes f 0,75, huiten Goes, franco f 1,85. 2»*. 1§&SBuëISÈ?\ **8 *>r^B tweemaal berekend.
Afzonderlijke nommers 5 cent. Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en do daarop betrekking hebbende
inzending van advertentlön op Maandag en Woensdag dankbetuigingen worden van 110 regels h 1,— berekend
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. Bowjinummers 6 cent,
Telefoonnummer 33. Directeur G. W. van Barneveld. Uitgave vau de Naaml.Veunootsckap „Goeseke Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santin
In kleine steden en plattelands-ge
meenten doet zich gevoelen een groote
behoefte aan intellectueel ontwikkelde
personen.De landbouwers ende ambachts
lieden genoten tot voor korten tijd over
liet algemeen genomen een opleiding,
welke recht op het doel afging ze wer
den praktische menschen en maakten zich
slechts die kundigheden eigen, waarmee
ze zoodra mogelijk in hun levens-onder
houd kouden voorzien. Hun gezichts
kring beperkte zich tot hun beroep, oog
en hart voor algemeene belangen kwa
men niet tot ontwikkeling van eenige
beteekenis.
In de laatste jaren openbaart zich
een kentering, dank zij de oprichting
van landbouw- en ambachtsscholen.
Jongelieden, die dergelijk onderwijs in
behoorlijke mate hebben genoten, krijgen
van lieverlede veel ruimer blik op de
maatschappelijke verhoudingenbleef
hun gezichts-kring beperkt voorheen tot
eigen werkkring, thans leeren ze hun
beroep of ambacht beschouwen als deel
van het geheel.
Evenwel blijft het getal van dergelijke
bevoorrechte jongelieden beperkt en
wordt hun aantal verre overtroffen door
hen, die de school veriaten en rechts-
streeks in de praktijkvan het leven gaan.
Zij blijven vormen de groote massa, die
opgaat in de zorgen van het dagelijksch
leven, daarmede des morgens opstaat en
des avonds naar bed gaat. En al blijft""
nu kun algemeene ontwikkeling heneden
zeker peil, al hebben ze geen of weinig
oog voor de behartiging van algemeene
belangen, zij blijven niettemin burgers
van den staat en leden der maatschappij.
Zij blijven deel uitmaken van een groote
rechtsgemeenschap, nl stellen zij het ook
op hoogen prijs, dat zij in gansch hun
leven nimmer met justitie of politie in
aanraking zijn geweest.
Onkundig inzake de groote beteekenis
van het recht, heeft bovendien de groote
massa ook geen voeling met de personen,
die aan haar den vereischten rechtsbij
stand kunnen verleenen.
Het is, alsof tweeërlei soort menschen
elkaar kruisen de niet ontwikkelde man
uit het volk en de wetenschappelijk ge
schoolde rechts-geleerde, althans als men
zijn blik vestigt op dat breede deel van
het recht, hetwelk als Burgerlijk Hecht
bekend is.
Het komt ons. immer voor, dat de
wetenschappelijk geschoolde jurist tot
op heden zij het ook, dat hier een
kentering merkbaar is, nog te weinig
beantwoordt aan de eischen van het
dagelijksch leven. Denk slechts aan
onze verouderde, kostbare, langdurige
en] onzekere wijze van procedeeren. Ver
gelijk de oplossing van een administra
tieve kwestie met de wijze van berech
ting van een kwestie van burgerlijk
recht. Ginds een weinig kostbare en
snelle berechting, hier een beslissing,
welke tijd, geduld en geld kost.
De opleiding van onze juristen nan
de academie en hun voorbereidende
studie aan gymnasium of andere inrich
ting van onderwijs vervreemdt hen zoo
zeer van het gewone dagelijksche leven
der groote massa, dat zij, zoo ze niet
bemiddeld zijn, groote kans loopen,
nimmer in de maatschappij naar wensch
terecht te komen, om de heel eenvoudige
reden, dat zij zich aan de eischen van
het dagelijksch leven niet kunnen aan
passen.
Een zeer groot aantal der weten-
chappelijk gevormde juristen komt
terecht in de steden als rechterlijke
mbtenaren, advocaten, assuradeurs en
wat dies meer zij, slechts een klein
aantal vestigt zich op het platteland,
wat zeer jammer is Want over het
geheel, genomen zijn de plattelands
gemeenten arm aan intclleetueele krach
ten, terwijl deze juist te midden van
die hard-werkende menschen bij weinige
levensomstandigheid een vraagbaak zou
den kunnen zijn en wel tot hun beider
heil.
Bij menschen, die weinig van de
school hebben kunnen genieten, reeds
in hun jeugd hard moesten werken
voor hun dagelijksch levensonderhoud,
is de geestelijke on1 wikkeling veelal
zoo gering en het vooroordeel groot.
Te midden van zulke menschen als
wetenschappelijk man te leven, hun
met raad en daad bij te staan, zal
zeker een waar genot zijn. Vooral in
den laatsten tijd, nu het vereenigings
leven zoo weelderig bloeit, doet de
behoefte aan intellectueele krachten
op rechtskundig gebied zich terdege
gevoelen en niet het minst ten platte-
lande.
Het vereischt immers bijzondere
geestes gaven, om tot de oprichting
van een vereeniging het initiatief te
nemen het vereischt juridische kennis,
om goede statuten en reglementen te
ontwerpen en laatst, niet het minst
het vereischt de noodige ervaring, om
als bestuurslid de belangen eener ver
eeniging tot aller genoegen te beharti
gen.
Een vereeniging heeft een doel, een
eigen leven als het ware. Kaar de ver
wezenlijking van dat doel moet worden
gestreefd en wel zoo, dat oneenigbeden
tusschen de leden onderling worden
voorkomen en eenmaal gerezen geschillen
met de vereischte kalmte en met juist
inzicht worden beslist.
Onze gepromoveerde juristen zijn zet
sporadisch op het platteland verspreid
IX.
Na langen tyd stonden ie weer voor
elkaarSopbia van Haaften en Dirk
Lonwers, de gewaande André van
Haegendoorn.
Za was op de eerste nitnoodlging
tot hem gekomen, en dat verwonderde
Lonwers zeer. H(j had, toen by na
z{|n overhaaste vlucht den trein naar
Apeldoorn nam, maar een zeer kleine
hoop, dat Sophie hem te woord zon
staan. Er was tnaschen hen belden, of
Kever tnssehen haar en don werkeiyken
André van Haegendoorn, te veel ge
beurd, dan dat hg kon hopen, haar op
z0n verzoek by zich te zien. En toch
kwam ze. Lonwers was een man, die
door zfln veel-bewogen leven veel
memchen-kennls had opgedaan. Maar
ook hem was het niet gegeven, het
raadssl van de vronwe ziel op te lossen.
Op den afgesproken tyd trad z0 het
bötel binnen. Ze was ln het zwart
gekleedLonwers had reeds vernomen,
dat haar moeder gestorven was en zfl
nn alleen op de wereld stond.
Toch verraste haar optreden hem
buitengewoon.
„Je won me spreken, André', zei ze
kalm. ,Na al hetgeen tnsichen ons
Inmiddels Jis het) een verblijdend ver
schijnsel, dat inj de laatste zestig jaren
de gemeente-administratie zich krachtig
heeft ontwikkelden de ambtenaren, bij
die administraties betrokken, vervullen
een dubbele taak eerstens als zoodanig
en ten tweede als intellectueele personen,
die hun kennis rondom zich verbreiden.
Dit laatstefjpunt wenschen wij (even toe
te lichten. HfjBl
Een wetenschappelijke opleiding aan
een academie heeft veel aantrekkelijks,
evenwel moet worden bedacht, dat een
dergelijke opleiding voor slechts zeer
weinigen is weggelegd.
Twee zware eischen staan zoo menigeen
in denj'fwegmen moet zich groote
financieeleloffevs kunnen getroosten en
reeds' in zijn jonge jaren bewijs leveren
van een'jzekerr mate van aanleg en
wilskracht, om met goed gevolg een
gymnasiaal eindexamen af te leggen.
Eu is men eenmaal klaar met de studie,
dan laten zich andere bezwaren gelden.
De wetenschappelijke opleiding voert
de menschen te dikwijls te ver van huis.
Een opleiding buiten de maatschappij
kan niet anders dan vreemd worden
aan de maatschappij |of aan de eischen,
welke zij stelt.
De studie heeft ook dit nadeel, zij
het ook een niet onoverkomelijk nadeel,
dat zij le hooge eischen aan het leven
stelt, of, met andere woorden, dat zij
den levens-standaard te hoog opvoert.
Die levens-standaard schept eischen,
zonder welker vervulling voor menigeen
het leven niet levens-waardig meer is.
Hiermede gaat gepaard een trek naar
steden. ((Zoodoende hoopt hel intellect
op rechtskundig terrein zich op in
steden, hetgeen geschiedt ten koste van
de plattelands-gemeenten. Tal van be
noemingen op het terrein der rechter
lijke macht en op dat van onderwijs
geven hiervan voorbeelden.
Nu is het een verblijdend verschijnsel,
waarover wij zooeven spraken, dat de
ambtenaren, in dienst der gemeente
administratie, over het geheele land zijn
verspreid en hun intellectueele gaven
kunnen ontplooien ten bate der ge
meenschap of wel ten bate der weinig
ontwikkelden, in wier midden zij leven.
Voor dezulken zijn de ambtenaren een
baken in zee ten aanzien van menig
vraagstuk] (van den dag, welks op
lossing gaat ver boven den gezichts-kring
van den voor zijn dagelijksch brood
zwoegenden werkman.
Daarheen moet de intellectueele ont
wikkeling geleid worden, dat het ver
garen van •wetenschap meer toegankelijk
wordt voor allen en niet enkel kan
worden verkregen op voorwaarde,' dat
men rijk is of reeds in .zijn prille jeugd
eenf (Hinke opleiding heeft genoten.
Want bleef de universiteit de eenige
plaats, waar men rechtskundig onder
richt kan erlangen, dan zou slechts door
dergelijk onderwijs een klein gedeelte
van het land kunnen worden belicht.
Vergelijken wij het intellect bij een
groote lamp, dan moet deze zooveel
mogelijk licht verspreiden in het geheele
land. Niet enkel de steden moeten
belicht worden, maar ook de bevolking
ten plattelande. Daartoe werken voor
treffelijk mede de ambtenaren in dienst
der gemeente-administratiezijn zij in
één opzicht als ambtenaren werkzaam
ten dienste van het geheele land, in
ander opzicht is hun tegenwoordigheid
ten plattelande van groote beteekenis,
oindat zij ontwikkelde personen zijn,
die de bevolking kunnen voorlichten.
Hoe meer inen nu huu positie als
ambtenaar verbetert, zoo meer kunnen
zij aan die andere roeping beantwoor
den. Want daarvoor is gewenscht zoo
niet noodzakelijk een maatschappe
lijk en onafhankelijke positie, welke
wederom nauw verband houdt met een
behoorlijk verzorgen van vrouw en
kinderen bij mogelijk overlijden en een
onbezorgd tegemoetgaan van den ouden
dag.
Zoo zal de één met den ander worden
geholpen de plattelands-bevolking moet
in haar onmiddellijke omgeving men
schen hebben, die haar met raad en
daad bijstaan de gemeente-ambtenaren
moeten een zelfstandige en onafhanke
lijke positie kunnen innemen, waardoo,-
zij in staat worden gesteld, boven
omschreven taak met lust en opgewekt
heid te kunnen rervullen.
Het is zeer zeker goed, groote mannen
in eert te houden. Door alle eeuwen
heen heeft deze stelregel zeer zeker
niet in de laatste plaats voor ontdekkers
gegolden. Columbus Edison, Ehrlich
Amundsen, om er maar enkelen te
noemeu, hebben zich een naam ver
worven, die nimmer door het nageslacht
vergeten worden zal.
Dit geldt ook voor den ontdekker,
die nu pa» zelfontdekt geworden is.
En die man is laat uw borst zwellen
van nationalen trots 1 een Neder
lander
Oud-minister Heemskerk als ont
dekker het is een nieuw en
eervol hoofdstuk, dat aan onze vader-
landsche politieke historie zal toege
voegd worden.
Wat de premier van 19081913
dan ontdekt heeft
Het is waarlijk geen kleinigheid
Sprekende voor de antirevolutionaire
kiesvereenigingte Vlaardingen, beweerde
mr. Heemskerk, dat de val van het
naar hem gedoopte Ministerie in Juni
1913 te wijten is aan lo. het tarief,
dat als boeman werd gebruikt2o. de
strijd in het leger der rechterzijde
3o. de oprichting der christelijk-sociale
partij 4o. de meening van sommigen
dat de politiek uit den booze is en die
daarom links stemmen 5o. het drijven
der linkerzijde, die rechts niet langer
aan het bewind wilde zien.
Nu komt het natuurlijk op dit laatste,
vijfde, punt) aan.
Op ons woord van eer alleen een
buitengewoon schrandere kop kon op
die gedachte gekomen zijn. En wij
stellen ons oud-Minister Heemskerk,
dien diepen denker, al in gedachten
voor peinzende, peinzende, aldoor maar
peinzende, de rimpels op zijn voorhoofd
steeds dieper wordende. Totdat op een
maal zijn gezicht opklaarde, een boven
natuurlijk licht uit zijn oogen straalde,
hij zich op de borst sloeg en uitriep
„ËurekaJ!" Ik heb liet gevonden 1
Rechts J is gevallen, omdat links ons
niet meer lustte 1
Welk een kostelijke ontdekking
?;En... de schier boven-menschelijke
moeilijkheid van het probleem in aan
merking nemende, moeten wij den
oud-premier nog een extra hulde bren
gen voor-het feit, dat hij zoo spoedig
achter de waarheid is gekomen. Slechts
negen maanden heeft hij noodig gehad,
om het probleem op te lossen slechts
negen maanden, waar een ander minstens
negen jaren over zou moeten doen!
De rechterzijde is van Meerderheid
minderheid geworden door het drijven
van links, die het Kabinet-Heemskerk
niet) langer aan het bewind wilde zien.
Wat staan die woorden daar simpel,
en toch welk een schat van diepe
gedachten drukken zij uitStel u voor
als mr. Heemskerk niet geleefd had,
dan zou nimmer het geheim ontsluierd
wezen, dat over den uitslag der Juni-
verkiezingen van 1913 ligt. Dan
zouden wij nog steeds in het duister
rolid-taiten en niet weten, waaraan de
val van rechts is ,toe te schrijven.
Thans is ons alles opgeklaard.
En wij moeten den oud-premier wel
van harte dankbaar zijn. Het is ver
bazend, dat hij zulk een ontdekking
wist te doen.
Wat meer zegtnu hebben wij den
sleutel voor het geheim van iederen
stembus-uitslag tevens. Nu weten wij,
waarom in 1901 het Ministerie-Pierson-
Goeman Borgesius ten val moest worden
gebracht. Omdat de rechterzijde links
niet langer aan het bewind wilde zien.
Het is ons thans ook opgehelderd,
waarom het Kabinet-Knypor in 1905
moest kelderen. Omdat de linkerzijde
rechts niet langer aan het bewind
wilde zien.
Neen, waarlijk, op zulk een oplossing
zouden wij nooit van ons leven gekomen
zijn Dat is alleen weggelegd voor de
diepste denkers, zooals elke eeuw er
hoogstens één oplevert.
Wij prijzen u gelukkig, oud-Minister
Heemskerk 1 Onder de namen der
grootste ontdekker» zal de uwe van nu
af aan met stillen eerbied gefluisterd
worden
voorgevallen 1», kan het oDderbond
kort zfjn. Ik ben een vronw van
karakter en daarom kwam ik. Je hobt
me zeer telenrgeiteld. Waarom zon ik
verzwygen, dat ik van je ben gaan
honden, toen je, na het automobiel
ongeluk, een heel andere man bent
geworden? Dat weet je. Maar je hebt
me veel pyn gedaan, toen zoo bot weg
de brief kwam, die ma meedeelde, dat
je getrouwd wa». Dat wa» verre van
mooi van je, André'.
Lonwers had baar stil aangehoord
het hoofd gebogen. Er hing een oogen-
bllk stilte in de slecht gemeubileerde
bötel kamer.
Elndeiyk sprak Lonwers.
„Ik ben André niet,* zei hy zacht.
Sophie stond op en legde haar hand
op zjjn schouder.
„Toe, speel nu de akelige komedie
niet verder. Zeg me alles. Je bent niet
gelukkig met je vrouw, ls het wel?"
„Ik heb geen vrouw,* stamelde
Lonwers.
„Goed." De stem van Sophie wss
plotseling hard geworden. „Dan heb
ik hier niets meer te doen.'
Zy ging naar de deur.
„Sophie 1" kreunde Lonwers.
„Wat is er vroeg ze koel.
„Geloof me, ik ben André van
Haegendoorn nletl* En, opstaande,
greep hy haar vast en deed haar
zitten op de canapé. „Nn zal je ook
alles van me hooren."
Lonwers deed haar zyn biecht.
In het begin wilde z0 zich terug
trekken, doch Lonwers hield haar
stevig vast. Tot het einde toe eou zy
bem aanhooren. Het was voor hem,
moreel, er op of er onder. Hoeveel h0
ook, met een elfen gezicht, bedrogen
had, deze vrouw kon hu niet bedriegen.
„Wat wilt n me dan verder nog
vertellen vroeg ze.
„Heel weinig sleehts. U wilt me niet
gelooveD, en toeh znlt n me móéten
gelooven. Ik weet zelf heel goed, dat
Ik Iets heb gedaan, wat nooit voor
den wereld)0ken rechter te veront
schuldigen zal z0n. Ik miste het recht,
om voor André van Haegendoorn door
te gaan. Maar hadt n dan liever ge
zien, dat hy onschnldlgen deed lflden
door zjjn schnld Ik ben geen dief
geweest. Alles, wat André van Haegen
doorn toebehoorde, ls nn het eigendom
van zyn vronw en kind. 110 heeft
belden van begin af verwaarloosd.
Maar ik tart n te bewyzen, dat lk één
cent me heb toegeëigend van André's
kapitaal. Ik heb alleen de kans ge.
kregen, goed te maken als de een
voudige Lonwers wat een kapitalis
tische smeerpoets als Van Haegendoorn
verkorven had. Meer heb lk u niet
te zeggen.'
Sophie van Haaften keek hem ge<
ruimen t0d ernstig aan.
„Waarom hebt u me dat niet eerder
gezegd?" vroeg ze elndeiyk.
„Omdat ik het niet kon. Toen ik
n voor de eerste maal zag, was ik
my zelf niet meer. lk was een ander
geworden. Hoe kon lk toen m0n leven
voor n open leggen Ik heb iets
gedaan, waarop de wet straf stelt.
Welnu, geef me aan 1 Ik zal myn straf
gelaten dragenwat heb ik nog te
verwachten Maar wat er ook met
me gebeurt, ik heb veel goed ge
maakt; ik heb de nagedachtenis van
den man, wiens naam ik een I0d lang
gedragen heb, gerehabiliteerd*.
Weer zweeg Sophie van Haaften
een gernimen t0d.
„U hebt méérgedaan', zal ze toen.
„Wat meer?"
„U hebt zich niet een man van eer
getoond in den gewonen zin deg
woords. Met het begrip „eer" wordt
tegenwoordig zoo licht omgesprongen
Ik mag van n zeggen, dat n een man
van karakter, een man van gevoel
bent. Ik verheug me er over, dat n
me dit alles verteld hebt".
„Ik dank u", zei Lonwers eenvou
dig. Maar z0n gelaat straalde.
„En wanneer gaat n weg?"
„Ik denk Diet weg te gaaD. Myn
plan is van begin af aan geweest,
naar Amerika over te steken. Nn lk
u weer heb ontmoet, weet Ik, wat me
te doen staat*.
„En dat Is
„De gevolgen te dragen van den
stap, dien ik nn b0na een jaar geleden,
ln een oogenbllk van verbastering,
gedaan heb."
„Maar dat kan niat 1"
„Waarom kan dat niet?"
„Omdat n dan in de gevangenis
komt. Ik ken de wet niet, maar lk
weet toeh wel, dat op hetgeen n ge
daan hebt een zware straf staat.'
„Ik ben bereid, die te dragen. De
vronw van André van Haegendoorn
is goed verzorgd, zyn kind ook. Wat
komt de rest voer my er op aan?"
„Ik bagryp alles nog niet precies,"
zei Sophie van Haaften langzaam,
terwyi ze met haar vingers speelde.
„Eén ding vooral begr0p lk heelemaal
niet. U weet zelf, in welke persoonlijke
moeilijkheden n op het oogenbllk
verkeert. Het was dwaas, uw vertrek
naar Amerika te vertragen en eerst
my nog een bezoek te brengen."
„Dat vindt u", glimlachte Lonwers.
„Zoo. Maar hebt n dan een andere
meening f'
„Zeer zeker."
„Daar ben Ik dan benieuwd naar.
Mag ik ze weten
„Waarom niet? Een ond, maar af
gezaagd en onwaar gezegde beweert,
dat de boosdoener us-r de plaats van
z0n misdr0f terugkeeren moet. Onzin 1
Maar de man, hoe laag geplaatst, die
een vronw heeft liefgekregen hoe
hoog ook geplaatst, zal, als b0 z0n
rekening afsluit, die vronw nog een
maal willen terugzien. Welnu; dat
heb ik gedaan."
Wordt vervolgd.)