N°. 17 1914
Zaterdag 7 Februari
101st* jaargang.
De Dubbelganger.
Bi] dit no, behoort een
Bijvoegsel
Niet vervreemden,
doch aantrekken.
so FEUILLETON,
Da uitgave dezer Courant geschiedt Haandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal, in Goes ss7s, huiten Goes, franeo f l|85.
Afzonderlijke nomraerij S oent.
fnzending van advartentlön op Maandag' en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDA.G vóór 12 uren.
De prjs der gewone advertentienis van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOct.
iiQ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
do prijs slechts t w e o m a a 1 berekend.
Geboorte-, huweigk- en doodsberichten en de daarop betrokking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels ft 1,_ bsrakond.
Bewijsnummers 5 cent;
Telefoonnummer s3. Directeur g. w. vak barhsveld. Uitgave vau de Naaml.Veaaootsafeap „Goesehe Courant". Hoofdredacteur w. j. C. van sanmn.
GOESCUE
COURANT.
Hel is aan de voortreffelijke samen
werking der vrijzinnige groepen te dan
ken geweest, dat Nederland in Juni van
het vorige jaar verlost werd van het
„christelijke" bewind-Heemskerk. Ware
niet tijdig de concentratie tot stand ge
komen, en was zij niet met een waarlijk
democratisch program voor de kiezers
verschenen, wij gelooven niet, dat
aan de heerschappij van Heemskerk en
de zijnen een einde zou zijn gemaakt.
En het moet den vrijzinnigen in den
zomer van 1913 wel duidelijk geworden
zijn, welk een kracht er ook voor hen
gelegen is in een loyaal samengaan.
Daardoor en daardoor toch alleen kon
een actie worden ontplooid, welke tol
een gunstig resultaat leidde.
Niet alzoo is het steeds in het kamp
der vrijzinnigen geweest. Wij gelooven
niet, dat ons land de noodlottige ge
volgen van een Kuyper-bewind zou
hebben leeren kennen, wanneer in 1901
ter linkerzijde eensgezindheid inplaats
van tweedracht had gebeerseht. De
strijd tusschen vrijzinnig-democraten en
unie-liberalen had waarlijk niet op een
ongeschikter oogenblik kunnen uit
breken.
In 1905 zien wij eenige beterschap.
Vrijzinnig-democrateu en unie-liberalen
hebben elkander opeen stembus-program
gevonden. Het gevolg is, dat de rechter
zijde vau meerderheid tot een minderheid
wordt, en het Kabinet-De Meester treedt
op. Vier jaar later echter is de harmonie
weer hopeloos zoek, en, den grooten
ernst van het oogenblik niet beseffend,
bestrijden elkander vrijzinnig-democraten
en vrije-liberalen ook de sociaal-demo
craten schijnen het in 1909 er op te
hebben gezet, het Kabinet-Heemskerk,
in den aanvang van 1908 opgetreden,
een flinke meerderheid te bezorgen. In
normale omstandigheden toch zou de
linkerzijde niet verloren hebben de zetels
Amsterdam Vil en Amsterdam VIII,
Botterdam IV en Rotterdam V, Utrecht
II, Haarlem, Gorinehem, en zouden
Amsterdam II en Enschede niet der
rechterzijde,doch den sociaal-demoeraten
in handen gevallen zijn. Waaruit men
ziet,dat de meerderheid van het Kabinet-
Heemskerk in dit geval zoo gering moge
lijk zon geweest zijn.
In 1913 daarentegen hebben wij geen
reden tot klagen gehad. De vrijzinnige
Dot»wars stond voor eeB oud, ver
vallen huis, dat nummer zes droeg.
Dit was dus het adres, waar hg wezen
moest.
H(j wilda bellen, doch hield, door
zijn harde trekken, den knop in zyn
hand. Toen besloot hg maar, de vuile
trap op te loopen.
Op den overloop hield hij stil; een
vrouw, even smerig als haar omge
ving, deed op zijn kloppen open.
„Wel?' vroeg ze.
„Ik moet bj meneer Da Hoogh zijn',
antwoordde Louwers. .Woont die
hier
De vrouw plantte haar handen op
de heupen.
.Meneer De Hoogh!' lachtezjj,met
een hatalykau klemtoon op het woord
.meneer". Ze keek Louwers eens
onderzoekend aan. „Ja, u best van
betere kom-af dan hg, dat kan ik zoo
wal zien. Maar 't ia rue anders een
fijne meneer, hoorl Ga raaar twee
trappen hoo ver, dan zal je hem wel
vinden. Hg ligt natuurlijk weer op
zün nestb -zopanJe zult niet
voel uit hem krijgen.'
Louwers klom zwfljend twee trap
pen hooger. Opnieuw klopte hij aan,
doch kreeg geen antwoord. Nogmaals,
en harder thans, deed hij zgn hand
op do deur neerkomen. Het bleef stil
Toen draaide bjj de kruk om en trad
binnen.
Een vieze walm sloeg hem tegemoet,
In een hoek van de kamer zag hij
concentratie, tijdig tot stand gekomen,
beantwoordt aan veler wensch en de
rechterzijde kan van regeerings-partij
weer oppositie worden.
Gaan wij echter weer andere rijden
tegemoet
Heeft de vrijzinnige concentratie, na
het vorig jaar de coalitie terug ge
drongen te hebben, haar bestaans rede
nen verloren
Wij haasten ons, deze laatste vraag
in ontkennenden zin te beant
woorden, al mogen wij ons niet ver
helen, dat de laatste dagen zich enkele
feiten van inderdaad betreurenswaardi-
gen aard hebben voorgedaan.
De vrijzinnig-democratische hond is
niet gelukkig met zijn pers, en, na
den val van „De Wereld", heeft een
nieuw orgaan van die partij het licht
gezien, ,,De Vrijzinnig-Democraat"
getiteld. Het staat onder de auspiciëfi
van dr. Bos, een man, terecht bij alle
politieke groepen zeer gezien. De
redactie wordt verder gevormd door
twee jongere vrijzinnig democraten, de
heeren Koster, algemeen secretaris van
den Bond, en Van Ravestein.
In één der nummers van het nieuwe
orgaan is een aanval gedaan op de
Liberale Unie. Zij heet niets meer
of minder dan onbetrouwbaar. Dat is
waarlijk een ernstige beschuldiging aan
het adres van een partij, met welke
men pas nog in zee gegaan is. Het
program is wel mooi, maarin de
praktijk stemmen vele liberale woord
voerders niet naar het program, heet het.
„Het Vadcrlaud", dat tegenwoordig
onder politieke hoofdredactie van het
unie-liberaleKamerlid Roodhuyzen staat,
heeft, zooals te begrijpen is, dezen aan
val niet op zich laten zitten. Het heeft
bewijzen voor deze krasse uitlating ge
vraagd, maar ze niet gekregen althans,
wat men voor bewijs wil aanvoeren,
is dit in onze oogen geenszins.
Want... het materiaal" wordt in
stemmingen gezocht.
Men kent dezen truc, afkomstig van
de sociaal-democraten, en bijzonder ge
schikt, de minder ontwikkelde massa
daarmee op de hand te krijgen. Het
foefje is door de vrijzinnig-democraten
op tal van publieke meetings ten
strengste afgekeurd en als misleidend
voorgesteld. Men zou das onwillekeu
rig geneigd zijn te zeggen de zaak
staat er voor „De Vrijzinnig-Democraat"
niet zoo heel gunstig voor, als het
orgaan, om iets te bewijzen, zijn toe
vlucht nemen moet tot een middel,
bij anderen niet geduld.
En nu weet meu toch waarlijk ook
wel, dat stemmingen zoo bitter weinig
een bedstede. Daaruit kwam een ge
snurk, dat vee! opeen gezaag geleek.
H(1 trad naderbij en ontdekte een man
in het bed.
Hat kostte Louwers heel wat moeite,
hem wakker to schudden. Eindelijk
richtte de kerel zich op en mompelde
„Ben jS het, Arle
„Dat nu juist niet,' antwoordde
Louwers. „Al ban ik niet de Aria, dion
ja blikbaar verwacht, toch zou ik
graag eens een woordje mot je gespro
ken hebben".
De kerel stak nu zgn groezeligen
kop buiten het bed
„Sakkerloot 1* riep h(j uit, „een wer-
keigke meneer 1"
„Verwondert je dat zoo bBzonder
lachte Louwers.
„Nou, om je de waarheid te zeggen,
vriend, zulke lui als j8 bent zie ik
hier zelden. Wacht even, Ik kom er
uit! Nee, geneer je maar niet. Ik
heb me in de laatste vier weken wel
niet verschoond, maar dat komt, om
dat mijn waschvrouw ziek is en een
vreemde laat ik geen blik slaan in
m(jn bescheiden heiligdom. Hoe heb
ik dat gezegd, hèbèhè?"
„Prachtig", zei Louwera droog.
„Nee maar, zonder gekheid, geneer
je niet Als je je zalf voor den spiegel
wel eens in je onderbroek heb gezien,
zal je ja voor mij toch zeker niet
schamen. Sakkerloot, wat heb ik een
droge keel. Je moest wat meegebracht
hebben, maat".
„Kleed ja nu maar aan en maak
zoo min mogelijk praatjet'. Louwers
walgde van den dronkelap.
„Oho!* lachte deze. „Meneer gaat
aan het bevelen I Ja, dan is by b(j
mU precies aan het juiste adres. Zeg,
heb ik jou geroepen, of ben je uit je
zeggen, als men het motief niet kent,
hetwelk tot tegen-stemmen leidde. Zijn
op dat gebied de vrijzinnig-democraten
zoo unaniem? Is men het gebeulde
vergeten bij de, begrooting des heeren
Van Rappard, den tweeden Minister
van Oorlog uit het Kabinet-De Meester
En waarlijk als men het verleden van
de vrijzinnig-democraten eens op de
keper beschouwt, dan zijn er genoeg
stemmingen aan te halen, waarbij de
partij verre van eensgezind was.
Moet dit ais een bewijs voor politieke
onbetrouwbaarheid dienst doen
Mag daaruit worden afgeleid, dat
bet program der vrijzinnig-democraten
wel mooi is, maar vele leden zich in
de praktijk niets of weinig om dit
program bekommeren
De redeneering is bij ons nooit op
gekomen
In een tweede artikel zullen wij
onze beschouwingen even nader ont
wikkelen.
Buitenland.
De cnderwl|zer«staklng In
Engeland.
Een gebeurtenis als d6 Hollandscbe
schooljeugd zeiden of nooit beeft mo
gen meemsken.heeft thans in Hereford
shire de gemoederen der Engeltehe
leerlingen in hevige beroering ge
bracht.
Daar staken de onderwgzers j stel
u voor, wat dit voor de tegocwoordige
schoolkinderen beteefcent.
Elke verandering in da dagalgfc-
sche sleur van les fcrflgen, op vast
gestelde uren, door altfld weer dezelfde
onderwgzers in voor het mserendeel
weinig boeiende wetenschappen, was
ons welkom, in den tijd, dat wj minder
nasr hot nut van het onderwijs dan
naar de beste en gezelligste wfjzo van
afwisseling zochten Was er e;:n leer-
aar ongesteld en werd zgn leisuur er
om verschoven, of aan een anderen en
ui'.-er gezienen overgedragen,danwaren
wg en de uitzonderingen zullen heel
gering geweest zgn den leeraar
ten hoogste voor deze afwisseling
dankbaar en hoopten velen, in jeug
dige onnadenkendheid, dat h5 nog
heei lang zou mogen wegbleven, om
ook nog heel lang van de daardoor
ontstane stoornis in den gewonen gang
van zaken te knnnen profiteer en.
Een staking van onderwijzers moch
ten wy nooit meemaken. Maar wan
neer wg ons één oogenblik In onze
eigen schooljaren terugdenken, dan
begrijpen wj tenvolle, hoezeer zoo
iets de leerlingen moet bezighouden
en hoa zjj het er op zullen toeleggen,
dit „eenige* tgdperk uit hun school
jaren zoo lang mogelijk te laten
voortduren.
zelf hier gekomen En do man ver
dween weer in het bed.
„Welnu* zei Louwers, zgn Behouders
ophalend, „slaap je roes maar uit Wat
ik weten moet, zal ik wel te weten
komen van je vriend Van Klaveren.*
Met een vluggen sprong was de
man weer uit bed.
„Hola 1 Een jy Van Klaveren Maar
je bent er toch niet één van het gilde
„Ik ken Van Klaveren. Dat hoor je.
Da rest kan je onverschillig Isten. Als
jii me niet zegt, wat ik weten wil. zal
big het me zeggen.*
„Is er wat aan te verdienen?'
„Dat weet ik niet."
„Weet ja dat niet? Bg mijn ziel en
zaligheid, ik bezit Dog precies zeven
tien centen Wanneer zal ik nieuw
lood zien Ik heb er een verduiveld
zwaar hoofd in. Zeg op, watje weten
wil, maar... schok af Ik mot centen
zien. Ik heb ze nog nooit zoo noodig
gehad als nou."
„Kleed je eerst een beetje fatsoen
lijker aan. En trek dat gordgn op
Je kan hier geen hand voor oogen
zien. Dat raam kan ook best open
Het stinkt hier formidabel'.
„BS Mozes cn alle profeten, je hebt
heel wat noten op je zang, vriend-
amics! Als je daarnaar betaalt, kan
het nog een goeie dag voor mi worden.
Nou, ja zult je zin hebben. Je ziet er
fijn genoeg uit, om te kannen betalen".
H|j haalde het gordfln op en kwam
by Louwars aan de tafel zitten. Na
hem strak met zQn beloopen oogen
aangekeken te hebben, bracht hg zgn
vinger naar het voorhoofd en zei:
„Vriend-amice, ik heb je meer ge
zien".
„Mg vroeg Louwers scherp.
„Wis en waarachtig. Zoo zeker als
Natuurigk staken de onderswBzers
in Herefordshire niet om den leerlin
gen pleizier te doen. Voor hen zelf
zjn er wel degeigk gewichtige rede
nen, die er hen toe deden besluiten,
de schoollokalen te verlaten on hnn
discipelen maar aan de wetenschap-
palyko opvoeding van eigen ouders
of verzorgers over te laten. De hier
bedoelde onderwijzer» beklagen zich
over te lage bezoldiging en toooen
aan, dat de salarissen in Hereford
shire ve.el lager zjjn dan ia andere
dealen van Engeland en dat Z0 te
vergeefs reeds gernlmon tgd op ver
betering hebben aangedrongen.
Een kleine verhooging is kort ge
leden toegeBtaan, maar de Onder-
wfizersbond achtte deze onvoldoende
en stelde bepaalde eiechen, welke niet
werden ingewilligd en ook werden
tegengewerkt door de boeren, die in
salarisverhooging der onderwgzers
tevens een belastingverhooging voor
zich zelf zagen.
De staking, die lang dreigde, is nu
een feit geworden. Bg de 180 scholen
in het graafschap hebben 223 onder
wgzers den dienst opgezegd, waarvan
een groot gedeelte reeds deze week
het werk heelt neergel- gd.
Een vSftigtai scholen werden dade-
lyk gesloten en in eenige andere
werd het onderwgs met zeer onvol
doende leerkrachten voortgezet.
Voor do jeugd, die zich van de
salariekwestie heel weinig aantrekt, ia
deze extra-vacantie een buitenkansje
als zy in jaren nfit gekend heeft
en het la in de allerlaatste plaats van
de leerlingen ta verwachten, dat zg
den tildeig «en leerkrachten het les
geven gemakkelijk zullon maken.
Integendeel, h8t staken van de
onderwgzers brengt allerlei tot nn toe
voor hen onbekende vermakeigkhaden
mee. Zg mogen thans de onderwgzers
posten en onderkruipers het leven
zoo zuur mogeigk maken.
De sympathie der leerlingen gaat
naar da stakende onderwgzers uit en
ook die van vele ouders. En wat is
er heerigker voor de schooljeugd dan
verlof van thuis te hebben om een
nieuwen onderwijzer het leven zoo
onaang-naam mogelijk te maken
De gevolgen zijn dan ook al niet
uitgebleven. Voor de Bchool te Ross,
de grootste in het graafschap, was het
d izar dagen een holsch spectakel.
Nadat de jongens eerst zingende door
de stad waren getrokken, kregen de
hoofdonderwijzer, een niet-stakende en
twee vreemde hulponderwgzers de
leerlingen met veel moeite naar binnen.
Daar begon het rumoer eerst los te
breken Banken werden omgegooid,
inktpotten vlogen links en rechts door
de klas en toen het dsn onderwgzers
onmogeigk bleek, aan deze sehool-
revolutle een einde te maken, trok de
geneele schooljeugd weer zingende
ik brandewgn moet hebbon, om verder
met je te kunnen prat8n. Ik ken je,
even goed ats ik mgn moeder heb
gekend. Maar zooals ja weet, heb ik
nog zeventien centen. Daar koop je
niet veal voor".
„Van mg krUg je geen cent voor
drank."
„Komaan, even goeie vrienden.
Dan komt uit mg geen geluid. Wel
te rusten 1" En de kerel begaf zich
naar den hoek van de kamer, waar
de bedstee was.
,Ik most je spreken,'De Hoogh
„Hoor eens, om vriendschap met
me te sluiten kom je niet hier. Je
hebt me dus noodig, vriend-amice.
Ja, waarachtig, ik ken je, en jty kent
mij ook. Als ik je maar wist, thuis
te brengen. Hoe zit het, betaal je
of betaal ja niet?"
„Ik betaal."
„Dat is het eerste verstandige woord,
dat ik van je gehoord heb. Hoeveel?"
Louwers gaf den kerel een gulden.
Met een tikje minachting bekeek
deze het geldstuk.
„Is 't niet genoeg vroeg Louwers.
„Nee, waarachtig niet. Voor dien
gulden zal ik brandewgn laten halau.
Dat heb ik noodig, om te kunnen
praten. De inlichtingen, die je van mo
noodig heb, betaal je me apart. Ja,
dat gaat zoo onder broeders, vriend-
amice. Wacht, ik zal even voor den
inwendigen mensch laten zorgen HU
deed de kamerdeur open en riep
„Jaan 1"
Een vrouw verscheeneven smoesde
Da Hoogh met hasr en toen kwam hfi
weer aan de tafel.
„Vriend amice, direct komt myn
spraakwater. Maar nu we toch zoo
onder mekaar zitten, moet je me toch
het gebouw uit en de stad door.
Ook de meisjes toonen, dat zg in deze
dagen, bU het verstoren van de orde,
niet voor de jongens behoeven onder
te doen. In een meisjesschool te Led
bury weigerden de if erlingen van een
nieuwe hoofdonderwijzeres eenig on
derricht te ontvangen en scholden
doze openlUk voor oen onderkiuipster
uit. De grootste meisjes beslotm even
eens te staken en trachtten de anderen
ook daartoe over te halen, waardoor
een gevecht volgde, waaraan eerst door
de ouders een eind gemaakt worden
kon.
In de school werd inmiddels zooveel
rumoer gemaakt, dat z{j gesloten moest
worden en de nieuwe onderwUzeres
zoo spoedig mogelflk een goed heen
komen had te zoeken.
In spanning vacht men nn af, wat
deze onderwUzers-staking zal uit
werken. Nog fs da bevolking den
stakers welgezind, maar het is te
verwachten, dat, wann°er de to-stand
niet spoedig weer norm-al wordt, vele
ouders, die hun lastig- hinderen weer
rustig en wel op de sth-olbanken
wenschen, zich tegen d« salaris ver
hooging zullen heeren en bun kroost
zullen aansporen, den zgn. „onder
kruipers" niet langer het leven te ver
bitteren.
De Indemniteitswet In den
Zuid Afrlkaanschen volksraad.
WoenBdag waren, zooals te ver
wachten was, da tribunes van het
Zuid-Afrikaansche parlementsgebouw
weer door een zeer groote menigte
bezet.
Gedurende drie en een balf uur
verdedigde minister Smuts de regee-
ringsdaden in verband met da jongste
staking en trachtte aan te toonen, dat
men hier niet met een gewone staking,
maar wel degeigk met een gevaarigke
syndicalistische samenspanning te
doen had, welke toestand zeer zeker
de bijzondere deportatie maatregelen
van de regeering wettigde.
Daar zcowel de minister als de
hoorders ten slotte vermoeid raakten,
werd de verdere bespreking voor
eenigen tgd verdaagd.
Donderdag heeft minister Smuts nog
eenige uren op krachtige wgzo het
regeeringsbeleid verdedigd.
De Engelsche vloot en de
Duitsche murine begrooting-
Dezer dagen, over de toeneming
der .bewapening sprekende, heeft Sir
Edward Grey to Manchester mede
gedeeld, dat de Engelsche marine-
begrooticg, welke de volgende week
in betLagerhuis zal komen, een behoor-
igke waarborg voor de landsbelan
gen is, maar een aanvallende politiek
niet zal aanmoedigen. Een verminde
ring van schooluitgaven voor het eene
land leek hem meermalen een prikkel
eens vertellen, wie je bent".
„Kan 'tje veel schelen?'
„Mg?,Heelemaal niet. Alleen, ik
herhaal jaik ken je. O, zoo vast 1
En straks zal ik je naam ook noemen,
als ik eens smakeigk gedronken heb.
Want me hebben mekaar gesproken,
maar waarEn met wie
Da vrouw kwam terug met den
bestelden drank en twee glazen. Da
Hoogh schonk ze beide vol.
„Vroait, vriend-amice," zei hij.
„Ik dank je,* antwoordde Louwers.
„Maar ik drink niet.'
„Drink je niet Heb je nooit ge
dronken ook t'
„Tenminste niet van eenige betso-
kenis."
„Dan kan j8 ook niet degene zgn,
voot wien ik je aanzeg."
„Waarom niet?"
„Die dronk als een tempelier. Wat
zeg ik als een tempelier in 't kwa
draat. Mg zelfs kreeg hg onder tafel.
En dat is een verduiveld sterk s'uk
„Zoo, zoo. En weet je nog niet, hoe
hg heet?"
„Nee, maar dat komt wel". En hg
schonk zich opnieuw in.
„Welnu", zei Louwers, „ik kom je
vragen, of je ook weet, waar op het
oogenblik Lena Woltere is te vinden".
„Lena Woltersï Maar dan ben je.
„Nu, wie ben ik?"
„Dan kan je niemand anders zjn
dan André van Haegandoorn, die
smeerlap l"
Louwers lachte stil voor zich uit.
„Je denkt, dat je gel'ik hebt, De
Hoogh", antwoordde hfi, „maar je hebt
het grootste ongeigk van do wereld."
'Wordt vervolgd.).