N°. 4 1914
Donderdag 8 Januari
1018te jaargang.
De Dubbelganger.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Pr (ja per kwartaal, in Goes f 0,1St buiten Goes, franco 8,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzending van adv er ten tien op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 et., eikeregel meer lOct.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweiyk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels 1 f l,_ berekend
Bowygnufnmeri 5 cent.
1'elefoonnumuier 82. Directeur G. W. va» Barneveld. Uitgave vaa de Naaml.Veaaootsakap ,Gossebe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santss.
Bij dit no. behoort een Bijvoegsel.
Buitenland
Het proces tegen kolonel Von
Reuter.
Maandag is voor den krijgsraad te
Zabern het proces tegen kolonel Von
Reuter, den verantwoordelijken man
voor de jongste burgerlijk-militaire
conflicten daar ter stede, begonnen.
Dat de belangstelling voor de open
bare zittingen, waarin dit proces wordt
behandeld, buitengewoon groot is,
laat zich begrijpen. Niet minder dan
115 getuigen zijn opgeroepen en een
70 tal jonrnallsten, uit binnen- en bui
tenland, zorgt er voor, dat do
kleinste bijzonderheden over het ver
hoor van den beklaagde en de ge
tuigen zoo spoedig mogelijk over de
geheele beschaafde wereld verspreid
worden.
Van bijzonder belang was natuur
lijk het verhoor vau den beklaagde
zelf.
Op besliste wijze nam deze allo
verantwoordelijkheid voor de daden
van zijn ondergeschikten op zich
en deelde mede, dat z(j slechts op
zjn uitdrukkelijk bevel hadden ge
handeld.
Toen hij aldus kolonel Von Reu-
ter een jaar geleden te Zabern
kwam, was de verhouding tusschen
de militairen en de burgerij zeer goed
te noemen. Slechts met een van de
twee plaatselijke bladen, de Zaberner
Anzeiger, liet de verhouding nog wel
eens wat to wenschen over, te meer
daar de redactie van dit blad abso-
lunt niet geneigd bleek, zich in het
minste aan de wenken of verzoeken
van do militaire overheid te storen.
Verschillende civiel militaire con
flicten werden dan ook in de Zaber
ner Anseiger uitvoerig behandeld en
de minste gebeurtenissen, waarin
het officierencorps zfjn wrevel of
minachting over Franscho toestanden
of gebruiken in het Rfjksland uitte,
werden door de redactie van dit blad
wereldkundig gemaakt en ten streng
ste beoritisesrd.
Bovendien bleek deze volkomen op
de hoogte van alle toespraken en
particuliere gesprekken, zelfs wanneer
ten strengste verboden was, daarvan
buiten de kazerne-muren mededeeling
te doen.
Was dus de pers den kolonel alles
behalve terwille, ook de civiele auto
rit ilten waren dit niet. BIJ twisten
tusschen militairen en burgers werden
steeds de laatsten in het gelijk gesteld,
waarom de kolonel het noodig oor
deelde, den burgemeester te verzoe
ken, de militairen beter te beschermen.
Nadat de Zaberner Anziitung de
kwestie met luitenant Von Forstner
wereldkundig gemaakt had, begon de
ophitsing tegen de officieren, met het
gevolg, dat dezen zich niet rustig
i7 FEUILLETON
,'k Weet het niet", mompelde Hu-
brechtsen, niet erg op z{ja gemak.
,Ik zie in dat zaakje heel wat haken
en oogen. Kunnen we er niets anders
op vinden
.Laat dat nu maar aan m§ over".
Henrl gevoelde zich wat geprikkeld
door die tegenspraak. ,Je loopt niet
het minste gevaar. Als je morgen
gaat met den trein van 145, waarmee
mijn broer is gegaan, ben je's avonds
10 40 in Parijs. Een heel goaio ver
binding. Tegen het sluiten van het
kantoor loop ik even aan en vraag
aan don procuratiehouder, of hij 't
adres van mijn broêr al weet. Dat zal
ik zoo tegen zeven uur doen. Is z$jn
adres nog niet bekend, dan sein ik je,
en j5 zorgt er voor, onmiddellijk een
telegram af te zenden, om je parti
culiere correspondentie omgaand per
snelste gelegenheid naar het Grand
Hötel, Parjjs, op te zenden. Dat tele
gram van jou wordt 's morgens vroeg
hier besteld en de zaak is gezond.
Ook al zou André dienze'fden dag
seinen, dan komt zijn verzoek te laat,
want ik weet, dat hij gewoon is, zich
met de grootste stiptheid en snelheid
te doen gehoorzamen".
„Enfin", zuchtte Hubreehtsen, „dan
moet het maar".
Er werd niet het minste wantrou
wen aan den dag gelegd, toen bei
den den volgenden morgen vroeg hun
Cheques aanboden. Op den vastge-
stelden tijd vertrok Hubreehtsen naar
Parijs. En na een copieus diner, dat
meer over straat konden begeven.
Toen de kolonel meende te bemer
ken, dat de politie geen voldoende
bescherming verleenen kon, besloot
hij, zelf krachtdadig op te treden.
H(j gaf luitenant Schadt bevel, zoo
krachtig mogelijk te ageeren en ver
bood ten slotte, in een toespraak tot
de manschappen, dazen, tan strengste,
iets te verteilen van wat er in den
dienst gebeurde.
Den volgenden dag stond zijn toe
spraak in de courant en werden de
officieren op straat nog meer dan te
voren lastig gevallen.
De kolonel achtte zieh, met het oog
op verschillende militaire voorschrif
ten,gerechtigd, op te treden en meende,
dat, zoodra het oogenblik van zelf
standig ingrijpen gekomen zon zfjn,
alle bevelen van hem uit moesten gaan
en de civiele autoriteiten zieh daar
aan zouden hebben te onderwerpen.
Toen do voorzitter van den kr(jgs
raad er den kolonel opmerkzaam op
maakte, dat hjj gehandeld had volgens
een kabinetsorder van 1820, antwoord
de deze, dat hij Pruisisch soldaat was
en voor hem alles geldig is, wat de
koning gezegd heeft.
Vervolgens besprak do kolonel de
bekende gebeurtenissen en deelde
mede onmiddellijk daarna aan den
kreisdirector getelefoneerd te hebben,
wat er was voorgevallen. Deze was
echter by den onderstaatssecretaris te
Straatsburg nit dineercn en de bur
gemeester lag te bed, zoodat er nie
mand van de civiele autoriteiten
aanwezig was.
De kolonel verhaalde van de arresta
ties en het gevangen houden, verhoo-
ren oa vrijlaten der verdachten en
van de krachtige wfjze, waarop de
m'lltairen door wapenvertoon de rnst
weder hersteld hadden. In esnderge
Hjk geval aldus de kolonel zou
h{J zonder twijfel, by onvoldoende
civielo maatregelen, ook nu nog op
dezelfde wjze optreden.
Nadat ook luitenant Sehadt, die
de verklaringen van zijn kolonel be
vestigde, vehoord was, kwam do
kraisdireetor aan het woord.
Deze bevestigde, dat hy zijn ambte
naren met beslistheid gelast heelt, er
voor te zorgen, dat de militairen niet
werden lastig gevallen en dat bjj uit
gebreide maatregelen had genomen
om alle mogelijke onlusten te voor
komen.
Toen kolonel Von Reuter met den
staat van beleg dreigde, ging de kreis
director met den burgemeester de stad
door en constateerde, dat de menschen-
menigte voor drie kwart uit vrouwen
en kinderen bestond en dat de mili
tairen zelf, door hun uitdagonde hou
ding, tot de ongeregeldheden aan
leiding gaven.
Nadat kolonel Von Reuter hem hij
zich verzocht had, had hy dezen laten
hij zich geraimen tijd had moeten
ontzeggen, seinde Henri's avonds aan
zijn bondgenoot: „Heeft nog geen
adres opgegeven."
Do zaak ging werkelijk voor hen
als op rolletjes.
IntUtschen bleef Henri niet werke
loos. HU bracht nogmaals een be
zoek aan het studeervertrek van zijn
broer, legde het obèque boek op zijn
oude plaats en zocht in alle hoekjes
en gaten naar nadere bijzonderheden.
Maar in den lessenaar vond hij niet,
wat hij gehoopt had te zuilen vinden.
Zonder erg deed hy vervolgens een
muurkast open en zette zijn onderzoek
daar voort. Er hingen een paar jas
sen en In den binnenzak van één
voelde Henri een stapel papieren. Hy
gunde zieh geen t{jd, ze hier door te
zienom geen vermoedens te wekken,
wlldehy het bezoek aanhetparticullere
vertrek van z{jn broeder zoo kort
mogelijk doen zyn. Hy begaf zieh
dus naar zijn eigen kamers, om daar
den Inhoud aan een nauwkeurig on
derzoek te onderwerpen.
Hy kon een kreet van triomf niet
onderdrukken.
Daar vond hy in de allereerste
plaats eenlge brieven van Anna Meyer;
Henrl had dus het bewy3 in handen,
dat er wel degeiyk tusschen dat meisje
en zyn broer eenlge betrekking had
bestaan. Bepaald vriendelijk waren de
episteh nu juist niet, nit eiken brief
sprak een hooge ma's van wantrouwen
en soms van vrees. Verder vond hy
een pakje brieven, netjes byeengo-
bonden over „de vrouw". De eerste
was reeds vau eenige jaren terug
gedateerd. Hy las daarin, dat Veldman
heel wat moeite had gehad, „de vrouw"
1 in de voor haar bestemde appartemen-
weten, dat de kolonel, wanneer hy
ietB te vragen had, zelf by hem kon
komen.
Hoewel hy alles gedaan had om de
bevolking te kalmeeren en onlusten
te voorkomen, braken op 27 November
de onlusten te Zabern uit en niette
genstaande de kreisdirector onmid-
deliyk naar het tooneel van den stryd
had willen vertrekken, had zyn chef,
de onderstaatssecretaris teStraatsburg,
hem daarvan teruggehouden.
Het verhoor van de andere getui
gen bracht weinig nieuws. Verschil
lende civiele autoriteiten verklaarden,
tevergeefs hy kolonel Von Reuter op
intrekking van de patrouilles aange
drongen te hebben en beweerdeD, dat
de uitdagende houding en het schelden
der menigte van geen beteekenis
waren, wat door eenlge officieren,
waaronder luitenant Von Forstner, ten
sterkste ontkend werd.
De laatste deelde ter rechtzitting
mede, na de incidenten niet minder
dan 1400 anonieme dreigbrieven te
hebben ontvangen, waarvan 400 nit
Zabern.
De Inwoners van Zabern, die by de
bekende conflicten een nacht in den
kolenkelder doorbrachten, bleken
meest opgeschoten jongens te zyn. Zy
verklaarde hun volle onsehuid, be
weerden noch gefloten, noch gezongen
te hebben en Heien zich zeer ongunstig
over de in de kazerne ondergane
handelingen uit.
In het algemsea krygt men den
indruk, dat, al heeft een gedeelte van
de bevolking werkeiyk het officieren
corps gehoond en uitgelachen, de jonge
luitenants, In zenuwachtige gejaagd
heid, tot maatregelen overgingen, die,
nu ze op kalme wyze hecritiseerd
kunnen worden, de lachlust en de
verbazing van vele weldenkende
burgers moeten opwekken.
V
Daar de behandeling van de zaak
een drietal dagen zal duren, wordt
het vonnis niet voor Donderdag ver
wacht. Van belang is het zeker wel
mede te deelen, dat het hoe langer
hoe meer waarsehyniyk biykt, dat
de Dultsche kroonprins de militaire
overheid, na de Zabernsohe conflicten,
een telegram met gelukwesschen heeft
gezonden. Men verzekert zelfs, dat
de overplaatsing van den kroonprins
van Dantzig naar Beriyn daarvan het
gevolg zou zjjn.
Binnenland.
De burgemeetter van Zaandam.
Naar De Tijd verneemt, zal de heer
K. Ter Laan geen burgemeester van
Zaandam worden. De oorzaak hiervan
moet hierin gelegen zyn, dat de com
missaris van de Koningin in Noord-
Holland, mr. Van Leeuwen, onover-
ten opgesloten te krijgen en hasr daar
te houdenze was te keer gegaan als
een lnrie en de eerste dagen weigerde
ze alle eten. Ze olsehte haar vrijheid
en haar kind toruglater zou ze wel
afrekenen met don kerel, die misbruik
had gemaakt van haar argeloosheid
en haar in het ongeluk stortte. Een
andere brief luidde: „Ik dank uwel.
Ik heb niet den minstens lust, mjjn
vingers te branden. Het is toch al een
gevaariyk karweitje, dat ik op me
genomen heb. Gelukkig ligt het buis
een heel eind van den weg af en
heeft myn vrouw de voorzorg getrof
fen, alle boodschappen aan de koet-
sierB-woning in ontvangst te nemen.
Maar op dat voorstel ga ik van myn
levensdagen niet in."
Henrl grynsde.
„Ha ha, myn waardel" dacht hy,
„ik begryp drommels goed, wat dat
voor een voorstel Is geweest. Nu heb
ik je zoo zeker in myn macht als
twee maal twee vierl"
Hy keek op zyn horloge: twintig
ovep twaalf. Het spoorboekje lichtte
hem in, dat er precies om één nur
eon sneltrein naar Apeldoorn ging,
hy moest en zon dien halen. Van Apel
doorn ken hy mot een auto heel ge
makkelijk Uddel bereiken, waar de
groote buitenplaats van zyn broeder
gelegen was. Want twee der door
Veldman geschreven brieven, de eerste,
hadden hem het verbiyf van „de
vrouw" verraden.
Henrl kwam even vóór half drie in
Apeldoorn aan. Een auto braoht hem
in zeer korten tyd naar de gezochte
plaats.
Het was er dood-stil. Reeds had hy
tweemaal aan de koetsiers-woning
gescheld, zonder gehoor te krygen, en
komelijk bezwaar had tegen het pro
pagandistische karakter van dezen
sollicitant. Gevraagd, of hy na even-
tueele benoeming dit karakter zou
afleggen, heeft de heer Ter Laan zieh
volle vrjjheid gereserveerd, weshalve
de commissaris dar Koningin hem
niet kon aanbevelen.
De Telegr. evenwel verneemt, dat
de benoeming van den heer Ter Laan
tot burgemeester van Zaandam zeer
spoedig in de Stct. zal verschynen.
Stadsnieuws.
DB VRODW I» 'T SPEL.
Het Royaards-ensemble heeft met
dit stuk van Clyde Fitch Maandag,
avond te Goes ongetwyield een byzon-
der succes gehad.
En dat lag niet alleen aan den ryken
inhoud van het stuk zeil, maar ook,
en in de allereerste plaats, aan het
keurige on natunrlyke spel van alle
medewerkenden.
Met den bescheiden inventaris van
het Goescbe tooneeldecor waren een
drietal interieuren in elkaar gezet, die
werkeiyk zeer goed voldeden en een
passende omiysting van het daarbinnen
gegeven spel boden.
Dat spel heeft ons van het begin
tot het einde geboeid. Was, by het
naar boven gaan van het doek, het
gesprek tusschen de beide meisjes
wat onnatuuriyk, dadeiyk, by het
opkomen van Margaret Rolff, van
Juliën en mr. Thompson, waren weer
in en heeft de aktie van het stuk ons
den geheelen avond geen oogenblik
meer losgelaten.
Een prachtig gegeven: de vrouw
in het spel. De vrouw, do raadsel
achtige natuur, kan haten en wreed
zyn als waartoe goen ander schepsel
in staat is, maar kan ook liefhebben
met algeheele toewyding en opoffering
van haar geheele eigen persooniykheid.
hy begon reeds te vreezen, dat hy,
zóó naby de haven, nog schipbreuk
zou ïyden, toen hy voetstappen hoorde
aanbraken. Omkykende, zag hy een
groote, grove vrouw voor zich, met
een weerzin-wekkend utterly k.
„Wel vroeg ze. „Hot bulten is niet
bewoond en u hebt hier dus niets te
maken."
„Dat zit nog," antwoordde Henrl
luchtig. „Je b8nt zeker de vrouw van
Veldman, is het niet
„En als dat zoo was?"
„Dan zou ik je dringead willen ver
zoeken, je man even te roepen. Ik heb
een dringende zaak met hem te he
spreken, die geen uitstel duldt."
De vrouw vei'Behrok merkbaar. Had
zy in den beginne don vreemdeling
al met wantrouwen gadegeslagen,
tbans vermeerderde dit aanzieniyk.
Want wat Henrl niet wist, wist zy al
lang; de geheimzinnige vrouw was
ontsnapt en alle nasporingen waren tot
nu toe vruchteloos gebleven. Natuur-
ïyk zag zy in den vreemdeling iemand
van de politiezonder twyfel was de
zaak uitgelekt.
„Nu, heb je niet gehoerd, wat ik je
vroeg?" De stem van Henrl klonk
ongeduldiger.
„Myn man is niet thuis," stamelde
de vrouw, aan haar schort plukkend.
„Zoo? Waar zit-ie dan?"
„Dat weet ik niet."
„Maak dat een ander wjjs, zeg,"
overblufte hy haar. „Je weet drommels
goed, waar hy is, en In jullie eigen
belang zou ik je raden, me niet om
den tuin te willen leiden."
„Wie kan ik zeggen, dat er is?"
„Haha, zie je wel, dat je me voor
den gek wilde houden 1Van Waar
den, uit Amsterdam."
Die twee uitersten heeft Clyde Fitch
ons gateekend, die twee heeft hy laten
stryden met al de machtige wapenen,
welke zy beide bezitten en de liefde
heeft overwonnen.
Het gegeven is heel eenvoudig.
Philip, de beste vriend van Juliën
Rolff, wordt verliefd op zekere Claire
Forster, een gevaariyke, karakterlooze
vrouw, die het er op toegelegd heeft,
hem in haar netten te vangen. Juliën,
de vrouw kennende en begrijpende
aan welk gevaar zyn vriend zich bloot
stelt, zoekt Claire Forster op en poogt
haar te overreden, van een huweiyk
met Philip af te zien, wat hem niet
gelukt. Dan, wanneer man en vrouw
's avonds by elkaar zjjn, komt hy terug
en, in het byzyn van Claire Forster,
geeft hy zyn vriend van haar karakter
en verladen zoo'n dnideiyk schrikbeeld,
dat Philip de onmogeiykheicl om die
vrouw te trouwen Inziet en zweert,
van ben huweiyk mot haar al te zien.
Den volgenden morgen wordt hy ver
moord gevonden, mot een schotwond
in het hoofd.
Het wordt bekend, dat Juliën Rolff
dien avond by hem was, brieven van
dezen alt den tyd zyner eerste kennis
making met Claire Forster worden
gevonden en de vrouw zelf, de dui
velin, die nog slechts één deel kent,
zich te wreken op den man, die haar
een ideaal huweiyk onmogeiyk maakte,
zorgt er voor, dat de verdenking tegen
Juliën weldra zoo sterk wordt, dat hy
eenige dagen later in zyn eigen huis
kamer, en in het byzyn van zjjn vrouw,
wordt gearresteerd.
Een hatende vrouw, die geen mede-
ïyden kent, heeft hem in haar macht.
Zy Is de eenige, dia het geheim van
Philips dood weet, maar zy zal zwygen.
Daartegen 1b geen man opgewassen.
Het scherpste onderzoek van detec-
tieves, de meest logische gevolgtrek
kingen van den ouden hulsvriend,
„Ik geloof niet, dat myn man iemand
van dien naam kent."
„Dan zal hy hem nu leeren kennen.
Allo, maak maar WRt voort. Myn tyd is
te kostbaar, dan om hem hier zoo
msar te verbenzelen."
Dralend ging de vrouw wrg, na nog
oen wantrouwenden blik op Henrl
geworpen te hebben. Deze liop heen
en weer en stak een sigaar op. Hy
wandelde naar zyn automobiel toe en
zei den chauffeur, dat hy met Iemand
een onderhoud moest hebban, dat
misschien wat langer zou duren, dan
hjj eerst vermoed had. Maar met een
uur -kon de auto wel weer voor zyn.
De chauffeur beloofde op tijd te zyn
en reed weg. Henrl zag d=> vronw
terugkomen met een pootigen kerel.
„Een waardig spanl" mompelde hy
en ging hun tegemset.
„U moest my hebben, msneer?"
vroeg de kerel met een schorre stem.
„Precies".
„En waarover, als ik u vragen mag?"
„Dat zeg ik je liever onder vier
oogen".
„Voor myn vrouw heb ik geen
geheimen".
„Maar ik wel".
„Dan zal er van ons onderhoud-ook
wel niet veel komen, meneer".
„Dacht je dat
„Daar ben ik zeker van".
„Ik heb maar een paar woorden te
z ggen, om je een heel anderen toon
te doer, aanslaan".
„Zoo?" lachte de man spottend.
„En die zyn
„Ik kom om da vrouw, (lie je op
last van zekeren meneer Van Haegen-
doorn hier opgesloten houdt".
Wordt vervolgd)