N°. 1 1914 Donderdag 1 Januari il De Dubbelganger. Bij dit oo. behoort een Wat ging en kernen moet. Pa uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- on Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prfls per kwartaal, in Goes f 0,79! buiten Goes, franco f 1,89. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van advertentiön op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 13 uren. De prjs der gewone advertentiên is van 1-5 regelsöO ot., elke regel meer 10 ct Ög directe opgaaf van driemaal plaatsing dsrzeifde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk- en doodsberichten en do daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels i f 1,— berekend. Bewijsnummers G cent, Telefoonnummer S3. Directeur G. W. van Barneveld. Uitgave vaa de Naaml.VesBOótssbap „Goescke Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santhn. Wederom ligt een jaar achter ons met al zijn lief en leed. Toen het kwam hoevelen begroetten het met angst en beving Nu het gegaan is, in den grijzen nevel van het ver leden verdween, hoevelen gevoelen niet den weemoed, als had men afscheid genomen van een heel goed en getrouw vriend Wij wisten, wat we hadden wie zegt ons, wat we krijgen zullen Op Oudejaars-avond zijn wij ernstig, liet is, als zijn we kinderen, die heel stil en ill batige afwachting bijeen zitten en iets vreemd naderen zien, dat we, hoe gaarne wij ook zouden willen, uiet afweren kunnen. Wat brengt dat vreemde ons? Doch liet zwijgt; het wil eveneens zijn tijd hebben, en straks, als weder een jaarkring in het verleden is gezonken, kunnen wij zijn balans opmaken, de rekening van goed en kwaad, van droefenis en vreugde, van leven en dood. Maar thans moeten we het aanvaarden, zonder dat rekening zal worden gehouden met onze eischen, onze verlangens. Wij hebben elkander bij den aan vang van 1913 een goed en gelukkig jaar toegevvenscht. Hoe is het ons ver gaan Was geluk en voorspoed werkelijk ons deel? Bleven groote rampen, ernstige verliezen ons bespaard Treden wij even blijmoedig 1914. tegemoet, zooals wij dat, juist een jaar geleden, 1918 hebben gedaan Velen, gelukkig, kunnen zeggen wij hebben niet te klagen, het ging crescendo. Wij waren fortuinlijk in zaken, gezondheid bleef ons deel, wij beleefden niets dan genoegen van onze kinderen en de rouw ging ons huis voorbij. Wat zouden wij dan thans aan zorgen denken Ga gerust, oud-jaar En gij, jong-geborene, treed onze woning binnen Zie, wij hebben u reeds een plaats ingeruimd Zoo zijn ze niet allen. In menig huisgezin heeft het stervend jaar nogmaals den weemoed opgeroepen. Daar, in dien stoel, zat zoo kort geleden i5 FEUILLETON V. Het wm sedert eenigen tijd be- d-nkeiyk cb in de portemoDnaie ?an Henri van Huegendoorn. Met zijn Wlend Hubrechtsen was hy nogmaals naar Nooidwljk gegaan, om ta trach ten, nadere bijzonderheden van Buyser te verkrijgen omtrent het verblijf van zijn broeder met Anna Mejar in diens pension. Zjj vonden echter het huis gesloten van de buren vernamen zij, dat het echtpaar sinds eentge dagen spoorloos vsrdwenen was; op een morgen had een wagen voor de deur stil gehouden en een aantal kisten afgeladen. Zfl waien, onder toezicht van juffrouw Buyser, naar binnen ge bracht en na verloop van een paar uur weer in den wagengezet. Sedert had niemand meer iots van het echtpaar vernomen. ,Ifc laat me vilieD, als daar mijn broer niet achter zit," zei Henri. En Hubrechtsen deelde die meaning vol komen. Alle nasporingen in Amsterdam bleven vruchteloos Het was een laelijka streep door Henri's rekeninghij had z?n vermeenden broeder gaarne het vuur na aan de schenen gelogd, om op die manier geld van hem los ta kunnen krijgen. Nu viel ?.{jn zoo mooi opgezet plan in duigen. Een paar malen had hij Louwers geschreven, nog een liefhebbend vader, een trouwe, zorgdragende moeder. Ledig is die plek thans. We staren er op en ons hart krimpt ineen. Hoe heltben we gebeden, gesmeekt, gedreigd: Ga weg, dood! Hier hebt ge niets te doen Dit leven mag nog niet afgesneden er wordt nog zooveel van verwachtDoch ijdei was ons smeeken en ijdel ons dreigen. Wat vraagt de kille noordenwind er naar, of hij de rozen ont bladert, de stengels knakt De dood is gekomen en gegaan. Maar niet alleen. Hij nam één onzer dierbaren mede. Er zijn anderen, die geworsteld hebben om het. bestaan. Zij strekten de handen uit en riepen: Zie, ik wil werken voor de mijnen en mij zeiven Die stem ver klonk. En nu, nu wederom een jaar verstreken is, ziet men met vrees het komende tegemoet; zou het opnieuw één onafgebroken reeks van teleurstellingen worden, van worstelen, worstelen. en ten slotte toch ondergaan De twaalf slagen hebben van den toren geklonken. De. eerste morgen van een nieuw jaar brak aan. Het werd ontvangen met uitbundige vreugde, met stil-straleude blijdschap, met tranen en wanhoop ook. Wat zult ge ous brengen, nieuw jaar Dit duizenden monden is deze vraag gehoord. Duizenden ooren wachtten tevergeefs op het antwoord. En voort gaan wij weder. Na een kleine rustpooze is opnieuw de wandel staf ter hand genomenwij vervolgen onze reis in dit land der vreemde lingschap. Het leven en de levenden stellen hunne eischen. Bij de dooden kunnen wij niet blijven. Den last der zorgen moeien wij verder torsen, wie weet, wordt hij nog uiet zwaarder. Maar het bevel heeft weerklonken voorwaarts En wij gaan. Ja, doch niet alléén, zooals velen zouden meenen. Als wij de oogen heffen van deze aarde en haar droef gezicht, dan spreekt een andere stem tot. ons zie omhoogZegt ge, dat grauw de lucht is, in eindelooze grauwheid zich uitstrekt Zie beter, scherper Niet waar, daar ziet ge een ster Dal is het geloof. Nu uw oogen met aandacht speuren, ziet ge er meer. Daar is de dat hg dringend behoefte had aan de noodige contanten, maar antwoord was uitgebleven. En thans zat Henri zóó krap, dat hij het ergste moest voorzien. Op een morgen zaten Hubrechtsen en Henri op dieus kamers te beraad- „Oude jongen", Z6i de eerste, ,er zei wel niets anders op overschieten, dan dat je ja lieven broer naar alle eischen der etiquette je opwachting gaat maken". .Merci," gromde deze nijdig. „Ban jfj dan soms vergeten, hoe hg ine als 't ware zijn huis heeft laten uit zetten Aan die vernedering wil ik me geen tweede maal bloot stellen „Vernedering I" Hubrechtsen lachte schamper. „Is het dan soms geen vernedering, als jou met een paar dagen je weelderige kamers worden opgezegd Ze hebben het natuurlijk al lang in de gaten, dat ja court d'argent ban. Of lieverheelemaal op." Henri zweeg een poosje. Zijn voor hoofd was diep gerimpeld. Wat Hu- brechisen zei, was maar al te waar; zóó kon het niet langer. Zijn weinigen vrienden op de sociëteit durfde hij geen sou meer te leen vragenb5 stond al erg genoeg In het krgt. Trouwens; cp de soos kon hij niet meer komen, sinds hij, een week ge leden, voor een gezellig avondje, van den ober een bankje van vyf-en- twintig had geleend. Ja... als zja bi oer wilde Maar die liet hem in den steek. De rimpels op zjjn voor hoofd werden nog dieper. „Zie je geen gat vroeg hij ein- hoop. En daar de liefde. Eu daar en daar en gindsbarmhartigheid, vertrouwen, hulpvaardigheid. Hoe lan ger wij staren, des te meer wij er zien. Zij gaan ons voor op ons levenspad. Houdt ze in het oogVolgt ze Den bedroefden, en wankelmoedigen zullen ze troost n steun verleeften. Maar ze zeggen ooi wat tot de anderen, die in gelukkiger omstandigheden hun levens-weg mogen afleggen. Wij waren telkens en telkens weder in de gelegenheid, onzen plicht als menseli te vervullen. Hebben wij dat ook gedaan Veel, zeer veel was ons gegeven. Hebben wij er een goed gebruik van gemaakt Om ons heen werd veel onverdiend geleden, geworsteld. Staken wij den zwakkere onze hand toe, Tranen konden wij drogen, geschokt vertrouwen herstellen. Waren wij op onzen post? We gelooven wol, dat, als alle men- schen zich deze vragen op den avond van het scheidend jaar hadden voor gelegd, menig feestgedvuisch zou zijn verstomd. Dan zou het geweten in ons wakker geworden zijn en wij tot de erkenning moeten komen, in veel, wan hopig veel onzen plicht te zijn te kort geschoten. Het leven gaf ons kostelijke dingen. Maar wij maakten er niet dat gebruik van, gelijk behoorde. En tot dezulken komt het nieuwe jaarwat ge in het verleden hebt ver zuimd, maakt dit thans goed. De tijd wordt er u voor'gegeven, wie weet, hoe kort slechts Zullen we de gelegenheid aangrijpen P Zullen we zeggen ja, het was ver keerd, het was slecht, alleen voor ons zeiven televen? Als wij eens ill benarde omstandigheden verkeerden, hoe dank baar zonden wij geweest zijn, als on9 de behulpzame hand werd toegestoken Maar nu dachten wij er niet aan, hoewel wij er dikwerf toe in staat waren, onzen plicht te vervullen. lien nieuw-jaar stelt ons in de ge legenheid, oude fouten te herstellen. Dat is de lichtzijde. Het wijst ons op onze plichten jegens den mede- mensch hulpvaardigheid, vertrouwen, eerlijkheid, barmhartigheid. Als wij het nieuwe jaar aanvangen met den wil, daarin niet te zullen te kort schie ten, dan zal, als wij straks wederom dallik. Zelfs geen gaatje, zoo klein als een speldeprik," antwoordde Hubracht sou. Ze vervielen weer eeuigan tijd in stilzwygan. ,J«, dan zal het wei moeten", zei Henri met een zucht, terwijl hij op stond. .Wat?" „Dat ik, zooals ja het noemt, naar alle eischen der etiquette mjn lieven broer ni0n opwachting gamsken. Ik be zweer je: het is een Canossa gang voor me Hoe laat ioven we Kwart voor elf. Dan zal h? wel op zijn kantoor wezen. Loop je mee, Habrechteen ,We kunnen het probeeren. Baat hot niet, het schaadt ook niet." Zij werden op het kantoor van Lou wers door dieDs procuratie houder ontvangen. Van hem vernamen z?j, dat de chef drie dagen geleden met den middag-sneltrein naar Parijs was ver trokken, om eenigen tyd in het zuiden door te brengen. Hy kon echter niet mededeslec, waar Louwers tydeiyk verbiyf hieldwel had hij beloofd, zjju adres te zullen seinen. ,Zyn er particuliere brieven voor hem gekomen .Drie." „Dan zal hy er zeker van overtuigd zyn geweest, dat hy niet veel belang- rllkB had te wachten", meende Henri. „Ik ben ook een paar dagen uit de stad geweest; zoodoende v»ist ik nietB af van de afwezigheid van my'n broer. Ik dank u intusschen voor uw inlich tingen. Zoodra ik zijn adres weet, zal ik het u meedeelen. Misschien ligt er geroepen worden, de rekening op te maken, het jaar niet alleen voor ons een gezegend zijn gebleken, maar ook voor onze medemenscheu. Buitenland. De toestand in Mexico, Nog altijd ontbreekt het den in het nauw gedreven Mexicaauschen presi- dent aan de noodigo geldmiddelen om den strjjd togen da buitenland- sehe willekeur en goed toegeruste opstandelingen met succes te kunnen volhouden. Om tegen ta gaan, dat de Mexicaansche banken te veel geld aan particulieren zouden afstaan, besloot Huerta, voorlcopig allo dagen als feest dagen ta beschouwen cn daar de barken op feestdagen niet voor het publiek z{jn opengesteld, voorkwam hg daardoor, dat deze eenig belang- ryk bedrag uit handen gaven. Volgens een telegram nit da hoofd stad van Mexico aau de Frankf Zmtunij heeft Huerta thans weer een decreet gepubliceerd, waarbfi hem, onder goed keuring van een permanente parle mentscommissie, het recht wordt ver leend, alle onroeronde nationale eigen dommen, wier bezit voor den Staat niet beslist noodig ie, te geldetemaken, zonder dat daarby de gebruikelijke verkoopsformaliteiten in acht genomen behoeven ta worden. De geldigheid van dit dooreet is door Huerta voor onbepaaldon tyd vast. gesteld. Natuuriyk zal onder deze omstandig heden do lnst om te koopen niet erg groot z5n, te minder, waar een geheim i evolutionair comité in de hoofdstad een circulaire verspreid heeft, waarin bekend gemaakt wordt, dat eveatusele koopen van do regeering na een moge- lyiea val van Huerta ongeldig ver klaard zullen worden. De manleren,waarop de Mexlcasnsche president aan de ncodtge gelden denkt te kunnen komen, mogen veler af keuring wegdragen, in allen gevalle zyn zij origineel. En bovendien, een man ais Huerta, die een groot leger op de been moet. houden, daarvoor geen nieuwe belastingen kan heffen en van het buitenland geen steun te verwachten heeft, is zeker wel ge dwongen, zyn taevlueht iot buitenge woae middelen te nemen. Ir middels wordt de strijd van beide zijden verwoed voortgozet. In Britseh Honduras z$n 500 Engeische marine soldaten aao wal gezet, om langs de Mexicaansche grens te patroailleeren en te bóótten, dat de revolutionairen in Mexico uit Britseh Honduras wapens en ammueitio toegevoerd krjgen. Hoewel ongetwijfeld velo Ameri kanen deze Ecgelsohe tusseheDkomst minder gewen scht achten, hoeft Enge land volkomen het recht, deze msa'. regelen te nemen. Trou vsns, het zou aan dio zijde van het Mexicaansche wei al bericht ven hem op mjn kamer.' ,Als u zoo vriendelijk wilt zfln, boog da procuratie-houder, afscheid nemend. Hy wist niet, dat de ver standhouding tnsschan Henri van Hse- gendoorn en diens vermeenden broeder er een was als die tusscben kat en hond. Zy hadden een minunf of wat zui gend doorgestapt, toen Hubrechtsen bltef siaan en vroeg: „Wat nn?" Henri daoht even na ,By is op den loop gegaan", zei hij, „dat staat voor mg aio een paal boven water. De verdwijning van Buyser staat zonder twijfel daarmee in verband En ik geloof ook niet, dat André er een oogenbük aan denkt, zjjn adres op te geven. De zaken mar- cheeren wonderbest zonder hem hij plukt er alleen da vruchten van. Weet je wat, ik ga Daar zyn woonhuis in de 8arphaUstraat„. ,D*ar zal je hem ook niet vinden", merkte Hubrechtsen droogjes op. „Nn, dat is nog al glad. Maar ik heb een plan. Zien, of 't gelukt!" De huishoudster van Louwers daad open. Als zooveel anderen had ze wel gehoord, dat de beide broeders met elkander niet op een ai te besten voet stonden, maar het fijne van de zaak wist zy toch niet. Louwers had zich or wel voor gewacht, tegenover zün ondergeschikten ook maar met één onkel woord van de slechte verstand houding te reppen. „Meneer is op reis', zei ze. „Dat weet ik," antwoordde Henri. „Hy is drie dagen geleden met den middag-sneltrein naar Paryo vertrok i liyk slechts hetzelfde doen, wat Ame rika in het Noorden doet. De correspondent van de Timst meldt evenwol aan zjn blad, dat e =entueele pogingen, van welke Euro- pepsche mogendheid ook, om in de Mexicaansche crisis tusschenbeide te komeD, zeer ernstige gevolgen zullen hebben. Volgens Naw-Yorksche bladen zou president Huerta van plan zyn, zich terug te trekken, om plaats te maken voor den Mexieaanschen minister van financiën, die dan als president zou optreden. Huerta zou zich dan aan het hoofd van bet regeoringsleger stellen, om zelf de krygsoperaties tegen de opstandelingen te leiden. Dat men ln Mexicaansche kringen de Amerikanen van sympathie met de opstandelingen verdenkt, Is niet verwonderlijk. Men beschuldigt zelfs de Vereenigde Staten van kwade trouw en beweert, dat eeDige Amerikaansche oorlogsschepen de onzijdigheid geschonden hebben. Amerikaansehe marineofficieren moeten met de leiders der opstande ling beleefdheden gewisseld hebben en zelfs zou een Amerikaansehe krui ser oorlogsbonoodigheden voor de opstandelingen aan land gebracht hebben. De geruchten over deze par- tydigheid z0n er niet minder op ge worden na de bewering, dat de oor- logsschopen der Vereenigde Staten in het gevecht by de stad Tamplco de stellingen der regeeringstroepen met hua zoeklichten verlicht zouden heb ben en deze daardoor zichtbaar maak ten voor de opstandelingen. De Amerikaansehe admiraal, die het bevel over de oorlogsschepen in de Mexicaansche wateren voert, zal spoedig door een ander worden ver vangen. Of dit geschiedt, omdat de Ameri kaansehe regeering de klachten uit Mexieo als juist erkent, is te be twijfelen. Het doel van president Wilson is nu eenmaal, Huerta als president van Mexico onmogeigk te maken en tot nn toe hebben de Amerikanen vrij wel de gedragslyn gevolgd, dat hei doei de middelen heiligt, al zyn dia middelen dan ook dlkwgis niet goA weest, zooals men ze van een be-' schaafden en modernen staat onder alle omstandigheden verwacht zou hebben. Landbouw, Veeteelt en V isscherij. Naar de M Ot. verneemt, znlien de verplichte keuringen van dekhengsten in Zeeland gehouden worden den 9ee Psbr, te Iiattendjike (Wilheimlna- dorp,, den lOen te HnlBt en den llen te Oostburg. Da premiekeurlngen van dekheng sten en tweejarige paarden znlien ge houden worden op nader te bepalen dagen cn plaatsen in do twee laatste weken van Februari. ken; ik heb zeif aan het-Centraal station afscheid van hem genomen. Op hot oogonblik heeft h® z®n intrek nog in het hótel de la Eépnbl'que, maar mei een dag vier gaat hy naar Nizza. Hy heeft me dat in een tele gram bericht. Hy verzocht me, zyn correspondentie op te sturen ik heb ze juist van het kantoor gebaald.Ook moet ik nog enkele andere dingen voor he ia orde brengen. Ik zal even van kamer gebruik maken." „Dan zal ik den sleatel voor u halen „'t Gelukt 1" fluisterde Henri Hu brechtsen toe. Deze wilde wat vragen, doch zweeg. De huishoudster kwam terug, ontBloot een deur en zei: „Als 'tu blieft. Den sleutel krfg ik wel weer van u." Zoodra ze binnen waren gegaan en Henri do deur sehterzich gerrendeW had, vroeg Hubrechtsen, ietwat ongt duldig: „Wat beteekent die komedie?" „Komedie? Eet is je reinste werk lykheidDrie jaar geleden, toen ik net zoo krap byzat als nu, ben ikt I de wetenschap gekomen, dat sleutel, in myn bezit, past op Li lessenaar van m®n broertje. Ik w\ juist tot die ontdekking gekomen e\ stond op het punt myn slag te slaan toen ik hem hoorde terugkomen e vliegens vlug mijn operatie st mo?st. Nadien is me nooit meer de te beurt gevallen, alléén in do Kamer van mijn teet geliefden broer te zyn. Begryp j8 me nn, man „Sapristi I" riep Hubrechtsen uit. En hj floot ...ebtjes tusscher, zju tanden. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1914 | | pagina 1