N°. 151 191&
Dinsdag 25 December,
100
Bericht.
jaargang.
De Dubbelganger.
ste
12 FEUILLETON,
VAN HOU sTEN S
GOESCH
I)e uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs por kwartaal, in Goes f 08756 buiten Goes, franco f !,2S.
Al'zonderiyke nommers 5 cent.
Inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 3 uren, op VRIJDAG vóór 13 uren.
Telefoonnummer 28. Directeur Q. W. van Bakneveld. Uitgave vaa do Nsami.Veaaootschap .(Joesshe Courant". Hoofdrodasteur W. J. C. van Santen.
iöé^r" Na het nr. van Woene-
aP* dag zal, met het cog op
het Keratfeeet, het eerstvolgend
nr. der „Gocsche Courant" ver
schijnen op Maandag 29 Dec.
Deprfls der gewone advortentlën is van I-S regels 50 et., elke regel meer 10 ct
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prjjs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regel» f 1,berekend.
Bewijsnummers 5 cent';
Zij, dlo zich met ingang
van 1 Januari a. s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende num
mers gratis.
in het Nieuwjaars-nummer wor
den, zooals gebruikel ijk is, bij
vooruitbetaling geplaatst tegen
35 CENT voor hoogstens acht
regels.
pjgF* Deze advertentiën zullen
DINSDAG 30 DECEMBER, vóór
's middags 12 uur, aan ons Bu
reau bezorgd moeten zijn.
DE ADMINISTRATIE.
Naar aanleiding- van de
jaar-vergadering-
der Liberale Unie.
De waarnemende voorzitter van de
Liberale Unie, prof. Van Hamel, heeft
op de jaar-vergadering van deze partij,
Zaterdag 20 December te Amsterdam
gehouden, zeer ware woorden gesproken,
toen hij, den afloop van den .Juni-
stembus8fcr4jd*v-schetsendc, zeideWij
ademen in een andere atmosfeer, dan
waarin wij vijf jaren hebben geleefd
geen vrees meer voor protectionistische
proefnemingen geen vrees meer voor
het voortschuifelen van kerkelijk-poli-
tiek separatisme in het algemeen regeer-
beleid en daarmede in het staats-leven
en het maatschappelijk leven der saam-
hoorige volks-genootengeen vrees meer
voor bureaucratische miskenning van
levende sociale ontwikkelingop
den voorgrond, in het licht van aller
aandacht en binnen den kring van
's wetgevers eerste werkzaamheid ge
steld de twee groote hervormingen,
waarvoor ook door ons de strijd was
gevoerd het algemeen kiesrecht voor
mannen op den voet van evenredige
vertegenwoordiging, met openstelling
van den weg naar het kiesrecht der
vrouwen de kostelooze ouderdoms
rente voor behoeftigen.
„Ik denk er niet aan riep Buyser
nit. „Ik ben nog nooit op zee ge
weest
„Voor ons allen moet het eens de eer
ste maal wezen," antwoordde Lonwors
kalm. „Maar als je er geen zin in
hebt, ook goed. Je weet dan
wat er op staat. Morgen vóór twaalf
uur."
„We kunnen dat geld toch niet van
ons l|jf snijden protesteerde juffrouw
Bnyser.
„Luister nu eens goed, vrienden."
Louwers' stem klonk overredend.
„Mijn belangen brengen mee, dat
jullie hier verdwijnen. Neen, neen,
jullie woord van eer, te zullen zwij
gen, is geen voldoende waarborg voor
me. Ik besef drommels goed, dat het
minder aangenaam is, zoo op stel en
sprong te moeten vertrekken. Ik zou
er precies zoo over denken, als lk in
jullie schoenen stond. Maar dat is het
geval niet. Ik zal niet zeggen, dat
de sterkste altijd in zijn recht is, wel
echter, dat hij altoos overwint. En
die sterkste ben lk na. Zooals alge
sproken lk neem jullie meubelen
over voor twee duizend gulden, ik
voldoe de verdere hnur, betaal jullie
passage en geef je voor de eerste
onkosten nog drie duizend gulden
mee. Jullie hebben de volkomen vrij
heid zelf, te bepalen, waar je heen
zult gaan."
„Als het dan moet..." ïysde juf
frouw Buyser.
Maar dit niet alleen.
Prof. Van Hamel herinnerde, en
terecht, er aan, dat er meer is, waar
over Nederland zich mag verheugen.
Een andere atmosfeer ademen wij in bij
het volvoeren van de grootscho kolo-
niseerende taak der ontwikkeling van
land en volk in de overzeesche be
zittingen, een rustig beleid, dat de
verschillen van ras en godsdienst be
grijpt en eerbiedigtbij het voeren
van het algemeen lands-bewind. En de
hand der verzoening is uitgestoken,
welke het netelig onderwijs-vraagstuk
uit den politieken strijd der hartstoch
ten wil terugbrengen naar de paeda-
«ogische arena, waar, naar verscheiden
heid van inzicht en methode, gestreefd
wordt naar eenzelfde doel om de
volks-jcugd lijp te maken voor het leven.
Daar is van prof. Van Hamel's
woorden een bezielende kracht uitge
gaan tot de vrijzinnigen, die wij onze
engere geestverwanten kunnen noemen.
Laat men van kerkelijke en socialisti
sche zijde gerustclijk schimpen, dat de
vrijzinnigheid ten doode is gedoemd
wij weten, welke waarde aan dergelijke
uitdrukkingen moet gehecht worden.
Als de vrijzinnigheid zulk een gering
te achten gevaar zou zijn, waarom
maakt men er zich dan zoo druk over .J
Wij hebben van prof. Van Hamel
woorden gehoord, welke tot ons aller
hart zijn doorgedrongen.
Maar dit zal men met ons eens
wezenhet is niet genoeg te applau-
disseeren. Het mag er nu eenmaaibij
hehooren, op de daden komt het
aan.
Wij houden het nog altoos staande
in zijn overgroote meerderheid denkt
en gevoelt en handelt ons volk vrij
zinnig. De groei van de sociaal
democratie, het groot aantal stemmen,
op kerkelijke candidaten uitgebracht,
het. doet niet de minste afbreuk aau
onze bewering. //V echter hebben wij
deze vraag onder de oogen te zien
hoe is het mogelijk geweest, dat zoowel
de socialistische als de clericale propa
ganda bij oas volk zulk een ingang
hebben kunnen krijgen?
Het antwoord is even eenvoudig,
als beschamend voor de vrijzinnigen:
door onze onverantwoordelijke laksheid.
Wij hebben het beploegen van, het
zaaien op den grooten politieken akker
aan anderen overgelaten. Wij kwamen
alleen, om te oogsten. En kan het
verwondering baren, dat onmiddellijk
ons dan voor de voeten werd gewor
pen „Afblijven daar De vruchten,
die daar rijpen, zijn voor ons, en met
voor u Ge zoudt willen maaien, zonder
„Het móét, heusch, geloof me.'
Dan zon het maar het beste zijn,
dat we naar Grand Rapids gingen,
wat jij, Bnyser? Daar woont een ge
trnowde nicht van me."
„Mij is 't goed", zei Louwers. „Wflar
jullie je willen vostigon,laatmanatunr-
15k koud. Alleen laat je onmiddellijk
weten, wanneer je de plaats van be
stemming hebben bereikt. Ik zal je
voorloop!g elke maand een bedrag van
drie honderd guldon zenden.^ Da
quitantle stnnr je me wel terug.
Louwers kreeg zijn zin, alleen had
Buyser weten te bewerken, dat hg
vier in plaats van drie dnlzend gulden
meekreeg. En toen Louwers de boot
zag vertrekken, welke het echtpaar,
dat hem noodlottig zou kunnen wor
den, naar de Nieuwe Wereld b.'acht,
ontsnapte hem een zucht van verilch-
""nÜ wachtte hein allereerst eon
tweede opdrachtoen bezoek te bren
gen aan de vrouw, die het kind ver
pleegde, dat wilde wegloopen en voort
durend om haar moeder riep. Louf or®
vermoedde heel sterk, dat het een kind
was van André Van Haegendoorn en
de vronw, die op zyn halten in Uddel
bewaakt werd. Hy nam zich voor, f
Maandag naar Lierop te gaan, om daar
nasporingen te doen naar een vrouw,
met name Maria Poelmans.
Er kwam evenwel een kink in ae
kabel. Met de Zondagmiddag-beste
ling bereikte hem een brief uit Apel
doorn. Sophie van Haaften schreef
hem, dat ze Maandag in Amsterdam
moest zyn en hem gaarne wenschte
te spreken. Toen zü zj)n kantoor bin
nentrad, onderdrukte Louwers met
moeite een kreet van hawonderlng
ze zag er nog verrukkeiyker nit dan
gezaaid te hebben
Zoo is het inderdaad. Nogmaals het
moge beschamend zijn voor ons, vrij
zinnigen, niettemin is het de harde
waarheid.
Op de jaar-vergadering van de]libe
rale Unie is een prachtige rede door
prof. Van Hamel gehouden hij heeft
den akker aangewezen, «aar geploegd
en gezaaid moet worden, niet eens in
de vier jaar, doch telken jare opnieuw.
Op de jaar-vergadering zijn moties
aangenomen, uitsprekende de wensche-
lijkheid, dat de samenwerking der drie
vrijzinnige groepen intact blijve, uit
sprekende de noodzakelijkheid van
verbetering der financieele positie van
de onderwijzers. Op de jaarvergadering
is gezegd, dat er zoovele jongeren zijn,
die gelukkig teeken op het
eerste sein gereed staan, de vrijzinnige,
de onsterfelijke beginselen te propa-
geeren.
Dit is allemaal heel mooi en heel
wel.
Maar zal het voor den zoo-
veelsten keer bij woorden blijven f
Wij denken aan de woorden van
dien clerieaal, die ons land zoo onbere
kenbaar veel nadeel, mede door onze
laksheid, heeft berokkend -. „Ziet, de
velden zijn wit om te oogsten Hij
liet liet, dit zij tot zijn eer gezegd,
niet bij woorden. Hij ging zelve mee
uit, om den oogst binnen te halen.
En wij
Zullen we na de begeesterende
woorden van prof. Van Hamel weer
zeggen bij de eerst-volgende algemeene
verkiezingen zien wij eikander weder? In
dien tusschentijd laten wij het rustig
aan anderen over, den politieleen akker
te verzorgen
Wij hebben niet -elioord, dat het
de Liberale Unie heilige ernst is, te.
breken met de sleur en onafgebroken
propaganda te maken voor de beginse
len, welke bij talloozen in den lande
weerklank vinden. Wel weten wij, dat
in dien geest meermalen stemmen zijn
opgegaan, ook van de jongere, zeer
zeker niet de minste, Kamer-leden onzer
Unie-fractie. Zal daaraan eindelijk eens
gehoor worden gegeven
Velen wachten op het eerste sein
van het Hoofdbestuur.
Moge hun wachten op een niet hl
te lange proef worden gesteld
ttuiteniand.'
Het naspel van de Zabernsche
conflicten.
Do bewoners van het Ryksland en
alle Dnlteche burgers, dlo een oogen
toen, op den weg van Alkmaar naar
Heilo.
„Hoe maak je het, André vroeg
ze lnchtig,
„Zooals gewooniyk. Ik behoef het
n niet te vragen. Uw uiteriyk geeft
het duidelijkste antwoord op die
vraag."
„Wat ben je nog altoos vormelijk
met je ,u", André', zei ze. En wat
verwytend liet zo er op volgen „Ik
had vast gehoopt, dat je de uitnoodl-
ging zoudt hebben aangenomen. Je
herinnert je haar toch nog wel?'
„Ik herinner me alles, woord voor
woord, wat we gesproken hebben,
toen we elkaar voor do eerste maal
zagen."
„Voor de eerste maal vroeg Sophie
verwonderd.
„Nu ja, ik bedoelvoor de eerste
maal, nadat het verbreken van ons
engagement een feit was geworden."
„Denk je daar nog dikwijls aan
Het was een heel toevallige ont
moeting."
„Dat was ze. En ze dunrde maar
kort ook. Maar toch heb ik er op ge
teerd en teer ik er nog op. Ik beb
nooit geloofd, wat de dichters zeiden
eerst nu weet ik, dat het wédr isje
kan heel lang gelukkig zjjn met de
herinnering aan wat liels."
„Waarom heb je dat vroeger niet
bedacht, André
Louwera haalde de schouders op.
„We doen zooveel, waarvan wjj ons
later geen rekenschap kUDnen geven."
„Ja", zuchtte zf. „Dat zeg lk ook
zoo dlkwfjls by me zelf. Natuurlijk
ben lk heelemaal niet vr(j van schuld,
maar, André, alles had zooveel beter
kunnen wezen, als je altoos zoo was
geweest, zooals je nu bent. Ik begryp
blik ernstig gctwyfeld hebben san
onschendbaarheid van hun overoude
staatsrechten en privilegiën, kunnen
voldaan en gerUBt zyn.
Er waren nog rechters te Straatsburg.
De waanbegrippen van eer en ver
plichtingen, door het Duitsche offi
cierenkorps tot nu toe gehuldigd, zijn
opeaiyk veroordeeld, en der bnrgery
is de zekerheid gegeven, dat niets en
niemand de wetten des Ryks ongestraft
zal mogen overtreden.
Hoe gehe6l anders is thans de toe
stand als enkele weken geleden, toen
de heer Von Bethmann Hollwog, en
onmiddellijk na hem de minister van
oorlog, in den RQksdag de snperioriteit
van den Dnltschen officier boven lede
ren Btaatsbnrger verdedigden, toon
nog niet het kelzerlyk bevel wa3 uit
gevaardigd, het geschokte rechtsge
voel van de bevolking te herstellen,
desnoods met veroordeeling van de
militaire principes van eer en onaan
tastbaarheid.
Want dat 's keizers beslissing in
dezen geest is gevallen, is thans niet
twijfelachtig meer.
Reeds dadeiyk bleek z$n invloed,
toen den Rjiksdagleden voldoening
werd gesehonken, toen de RJkskanse-
lier en de minister van oorlog hun
woorden terngnamen en hot garnizoen
uit Zabern voor straf naar de exer
citie-terreinen vertrok.
Do Keizer veroordeelde do over
dreven waanbegrippen in de Duitsche
offieierskringen, of misschien veroor
deelde hij zelf de eerste onder de
Duitsche officieren ze niet, maar in
allen gevalle zag hy, als goed en consti
tutioneel vorst, de noodzakelijkheid
het nog maar altoos niet. Hoe ben je
toch zoo eensklaps veranderd
„Ook in onzen modernen tijd worden
de Saulnssen gelukkig nog wel eens
Paulnssen", trachtte hy to schertsen.
„Maar je hebt me nog altijd niet ge
zegd, wat je naar Amsterdam voert."
„Ik heb in de laatste weken veel
nagedacht, André
„Ja?" lachte hy.
Ze knikte.
„Ja. En met het denken is het ver
langen gekomen. Het verlangen naar
jou, André. We zyn g3en kinderen
meer en we mogen zoo Iets elkander
geruit zeggen. Ik kan het zelfs doen
zonder te blozen, z'.e je wel
Louwe s zweeg. Een ernstige trek
lag op zjjn gelaat. Kon de verzoeking
ooit sterker en in vorleidendcr vorm
tot een man komen? Hy moest zich
zeiven geweld aandoen, haar niet in
zyn armen te nemen, den lieven mond
te kussen. Maar diep ln hem werd
een Btem gehoord, een waarschuwende
stem„Denk aan die andere vrouw.
Je hebt je de erfenis van André van
Haegendoorn toegeëigendniet alleen
het zo8te, ook het bittere zal je deel
wezen." En hy wist, aan die stem te
moeten gehoorzamen.
„Waarom antwoord je niet, André
vroeg Sophie, toen het zwygen haar
te drukkerd was geworden.
Louwers streek met da hand over
het voorhoofd. Hy glimlachte py'niyk,
toen hy zei: „Wat geeft het oub, oude
koeien uit de sloot te halen Wat
voorbj is, is voorby. We kwellen
elkander noodeloos op die wyze"
„Neen, André, dat ls niet w-1"-
zou er nooit over gedacht heovén, naar
je toe te komen, ale l" eI. z°°
zeker van was, dat rr 'aranderd bent.
bewaren.
Al dadeiyk kwam het bericht, dat
luitenant baron Von Porstner, de oor
zaak van het geheele Zabernsche con
flict, zich voor oen krygraad zou
hebben te verantwoorden en waar
de zekerheid bestond, dat de keizer
de schuldigen bestraft wenschte te
zleD, om daardoor der burgerij vol
doening te schenken, veroordeeling
van den jongen, adeliyken luitenant
van te voren zoo goed als verzekerd.
Inderdaad heeft de krijgsraad luite
nant Von Porstner veroordeeld tot
een gevangenisstraf van 48 dagen,
wat, omdat het niet in vestingstraf
veranderd kan worden, geiyk staat
met ontslag nit den dienst. Deze straf
werd uitgesproken ter zake van het
door den luitenant met zjjn sabel toe
gebrachte lichameiyk letsel aan den
kreupelen schoenmaker Blank, die,
sooals wB vroeger uitvoerig meedeel
den, te Dettweller, door soldaten uit
Zabern, gevangen genomen werd.
De noodzakeiykheid van zelfverde
diging, die luitenant Von Porstner
aanvoerde, werd niet ingezien, daar
de schoenmaker, toen hem de sabel
slag werd toegebracht, door verschei
dene soldaten werd vastgehouden.
Wel was er een andere omstandig
heid, die ln het belang van den be
klaagde werd aangevoerd en waar-
schyniyk ook de oorzaak is geweest,
dat deze niet tot nog zwaardera straf
veroordeeld is geworden.
Dat was het bevel van kolonel Von
Renter, den Zahernschen garnizoens
commandant, waarby allen luitenants
gelast werd, zoo „schneldig" mogeiyk
Den vroegeren André heb ik niet lief
gehad. Maar den André van nu kan
ik en wil lk niet missen. Is het geen
oprecht teeken van liefde, als een
vronw zoo tot den man spreekt
Z'j stond op en ging naar hem toe.
Maar hg weerde haar haar af.
„Gelooi me, Sophie, lk kan niet."
Haar oogen keken hem strak aan;
de lippen trilden. Ze was heel bleek
geworden nu.
„Kan ja niet?"
Lonwers schudde het hoofd.
„Heb ja dan een ander lief f"
„Luister eens, myn kind", zei hy op
vaderiyfcen toon, „Wat weten wy, arme
mansehen, toch weinig van onze ge
voelens af. Als een man tegen een
meisje zegt: „ik hou van je", dan denkt
hy werkeiyk, dat het hem ernst is en
dat niets ter wereld ln die gevoelens
verandering zsl kunnen brengen. Ik
heb, geloof me, ln myn leven nog
weinig over de liefde nagedacht, heel
weinig."
„Eu toen je me zei, me lief te heb
ben, toen je mo vroeg, of ik je vrouw
wilde worden?" riep ze verontwaar
digd uit.
„Toen was lk de oude André", ant
woordde hy gemaakt kalm.
„En da nieuwe André?"
„Die zegt: het kin niet. Op myn
woord: ik scherts niet. Maar we kun
nen vrienden zin», goeie, beate, trouwe
vrienden. Jk h-b je dat al meer ge
vraagd f™ i® dat niet
.-veen, André, dit nn kan ik niet."
Za keek hem nog oven strak aan,
wachtende op zyn antwoord. Dooh hy
zei niets. Toen verliet ze, zonder iets
te zeggeD, hot vertrek.
Wordt vervolgd.)