Cacao
N°. 146
Donderdag 11 December,
1008te jaargang,
De Dubbelganger.
7 FEUILLETON.
Van Houten's
GOESCHE
Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrydagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prfls per kwartaal, In Goes ü,75t buiten Goes, franco i,S5.
Afzonderiyke nommers 5 cent.
'nzendliig van advertantlën op Maandag en Woensdag
vóór a uren, op VRIJDAG vóór 13 uren.
De prQsder gewone advertentiën Is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct
directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regelo 1,— berekend,
Bewgsnummora 5 cent,
Telefoonnummer 83. Direeteur G. W. van Barneveld. Uitgave van de Naami.Veanootsskap ,Goes«he Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santbn.
Zij, die zich met ingang
van i Januari a. s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende num
mers gratis*
Dat gaat niet op.
Nu, zij hst in zeer bescheiden vorm
nog, de StaatBpensionnaering een feit
is geworden, mag men zich varbazen
over de aouding, welke de rechter
zijde aanneemt. Zfj, vóór korten tijd
r,og tegen dit beginsel ten zeerste
gekant, het zelis in strijd met Gods
Woord achtend, eischt nu, dat de
ouden-van-dagen ex Minister Taima
znllen bewierooken, want hy is het,
zoo heet het, die dezen zegen over
ods land heeft gebracht.
Op een leugentje meer of minder
komt hes ar bij de rechterzijde niet
op aan. Dit weten wy reeds lang.
daar het is toch verregaand brutaal,
de zaken aldus te willen voorstellen.
Talma's systeem is dit: er zal, by
wjjze van overgangsmaatregel, een
koBtelooze onderdoms-rente worden
uitgekeerd aan die zeventig-jarigen,
die knnnen aantooDen, dat zij in de
iaatBf. verloopen tien jaar minstens
156 weken in loondienst zyn geweest.
Deze bepaling juist heeft tot de grove
onbiliykheden geleid, welke thans aan
het licht zyn getreden en een onder
werp van bespreking hebben uitge
maakt op de Dinsdag alierwege in
denlande gehouden byeenkomsten.
Door de dwaze wetgeving van Taima
is het mogeiyk geworden, dat zy, die
haar absoluut niet van noode hebben,
thans een gratis-uitkeering krygen,
omdat zy toevallig in loondienst zyn
geweest, en zij, voor wie zulk een
uitkeering een uitkomst zou wezen,
haar niet kannen krygen, wijl zy toe
vallig niet in loondienst geweest zyn.
Gr is dus niet de minste reden, om
hulde te brengen aan Minister Taima
voor hetgeen hy gedaan heeft In het
belang der ouden-van-dagen. Zyn
regeling is met da meest elementaire
begrippen van biliykhaid in flsgranten
stvjjd. Aan alle behosftigen dient een
koste'.ooze rente te worden uitgekeerd.
Wy mogen er ook nog wel eens den
nadruk op leggen, dat Talma's „ge
zegende" sociale wetgeving vastge
koppeld zat aan een tariefwet, welke
de zwaarste lasten leggen zon op
schouders, het minBt tot dragen in
staat. Ook dus op da schouders van
hen, dia later, slechts by wflze van
ovargangs-maatregel, met een ouder-
dom3-rente van twee gulden per week
„gezegend" worden.
Het vliegertje der clericalen zal dan
ook niet opgaan. Zoo dom, als zy het
volk voorstellen, it het gelukkig niet.
Buitenland.
Er werd na een oogenblik geklopt.
„Ja
Het was de hutshoudster.
Ik heb meneer Meerhuysen de kamer
op het zuiden laten geven. Weet u
ook of hy lang zal blijven D® huis
houdster was een weinig geplquoerd,
wyi meneer haar niet even had bericht,
dat hy oen logé zon medebrengen
„Wat voor meneer Meorhuysan
vroeg Houwers verstrooid.
„Nee maar, die is goed 1 Do meneer,
die daarnet met u meegekomen is 1
Ik heb hem bjj myn weten nooit
eerder hier gezien."
„Zoo? Ja, ik heb er hem niet naar
gevraagd, 'c Kan best zyn, dat hij een
heele poos hier blijft. Maar laat ons
thans met rust. Ik hoor myn gast daar
aankomen
De dagen, die na aanbraken, waren
voor Louwers van een bijzondere in
spanning. Telkens ontmoette hy men
sehen, met wie hy nog nooit in aan
raking was gekomen en die deden,
alsof zy hem reeds jaren lang kenden.
Ia ééfl opzicht stelde hem dat wat
gerust: zUn geiykenis met VanHaegen-
doorn moest in ieder geval treffend
wezen. Maar aan de andere zyde
broobi ill* _T»r»oie _l*H«r .WOftlliife'}»»'1'"1'
Do crisis in Mexico.
Als generaal Huerta één goede
eigenschap bezit, dan is het zeker zyn
optimisme. Steeds, hos Biecht zyn zaak
er ook voor mocht staan, hoe men
ofik ieder cogenblik zyn gezag dreigde
te ondermynen, toonde hy een bly-
moedig vertrouwen in de toekomst
en verzekerde allen, die zich ten ein de
raad lot hem wendden, dat thans het
grootste gevaar geweken was en dat
Mexico, onder zijn leiding, nu spoedig
een gelukkige toekomst tegemoet zou
gaan.
Dat blijmoedig vertrouwen, maar
ook zjjn energie, zyn yzeren wilskracht
en z®n uithoudingsvermogen, hebben
gemaakt, dat, hoe benard de toestand
ook m»g zün, het Mexicaanscho volk
nog steeds tot Huerta opziet als tot den
bevryder en rechtmatigen heerscher
van hat land, die middelen zal weten te
vinden, om alle dreigende onheilen van
dat land af te wenden.
Al heeft Huerta tot nu toe de sym
pathie der Earopeesehe mogendheden
gehad, aan daadwerkeiyken steun
hoeft het hem grootendeels ontbroken.
Niet de Amerikaansehe regeering
zal zyn val kunnen bewerken, maar
twee factoren, waarvoor iedere veld
heer moet zwichten, zullen, wanneer
de omstandigheden niet veranderen,
Huerta tot toegeven moeten dwingen.
Dat zjn de talrijke overwinningen
der opstandelingen en het nijpor.de
geldgebrek, dat Hnerta niet meer in
staat stelt, do soldyen voor zyn eigen
troepen geregeld uit te betalen.
Met recht is het geld de zennw van
den oorlog genoemd. Een generaal,
hoe dapper en vervarend ook, zal
machteloos zyn, wanneer zyn leger
gebrek ïydt en het hem niet mogeiyk
is, door grootere uitgaven, dat tekort
te verhelpen.
Dit nadeel heeft Hnerta bovendien,
dat de regeer.'ngstroepen niet als die
der opstandelingen tot roof en plun
dering mogen overgaan, maar dat zy,
in tegendeel, alle bezittingen dienon
te besehermen. En het Mexieaanseae
volk heeft reeds zoo veel opgebracht,
dat veel nieuwe oorlogsschattingen
niet meer zyn te verwachten.
Dus biyft den regeeringstroepen te
velde niets anders over, dan te leven
ten koste van de plaatBelfjke bevolking
in streken,waar z(j gedurende den strijd
verkeeren en dit heeft Huerta dan
ook aan de aanvoerders van de in
het veld staande regeeringstroepen
doen weten.
Inmiddels wlunen de opstandelingen
iederen dag meer on meer terrein.
Reeds staan zy op 40 m(jl afstands
van de stad Mexico en verscheidene
plaatsou van beteekenis zjn reeds
door hen in bezit genomen.
De opstandelingen-generaal Viila heeft
troepen afgezonden om 20C0 man vluch
tende regeeringstroepen, welke pogen,
de Amerikaansehe grens te bereiken,
te achterhalen. Want bji deze troepen
bevinden zich tal van welgestelde
inwoners van de verlaten stad Chi
huahua, die voor een bedrag van 2 i/j
mlllloeu dollars aan geld en kostbaar
heden hy zich hebben, wat natuuriyk
mee hoe licht zou ay zieh tegenover
een intiemen kennis van Van Haegon-
doorn niet kunnen vergissen, geheel
uit zyn rol vallen en daarna sis een
bedrieger ontmaskerd worden
Eén ding was goed: Louwers was
in zijn jeugd zeer leergierig geweest,
schreef en sprak zeer beschaafd en
had er altoos een stokpaardje op na
gehouden scheikunde. Het ontbrak
hem natuurlijk aan de noodlge mid
delen, daarvan meer dan een opper
vlakkige kennis op te doen. Nu was
daarin echter verandering gekomen
hy besloot, zich op de scheikunde
geheel en al in zyn vryen tyd toe te
leggende meest ontwikkelde lieden
zouden hem met hun kennis terzyda
kunnen staan. Zoo spoedig mogelijk
zou hy ergens, buiten Amsterdam,
een rustige villa koopenop zyn
kantoor wilde hy zich niet meer laten
zien, dan strikt noodig was.
Uit de papieren van André van
Haegendoorn bleek hem, dat hij thans
een zeer bemiddeld man was gewor
den j hy had een kassiers-zaak in de
hoofdstad, welke klonk alB eer- klok,
en het kwam hem goed van pas, dat
zyn overledon „tweelingbroeder" zich
nooit veel aan zyn zaken gelogen had
laten liggen, doch liever in Brussel
of Parys zat. Bet zou nu ook niet op
vallen, dat hy, Louwers, zich weinig
liet zien. Dan stond op zyn naam een
buiten te Uddel onwillekeurig
dacht Louwers aan de „glllendo
vrouw", minder prettige erfenis van
voor den opstandelingen-generaal een
niet te versmaden buit zou zyn.
Huerta heeft In een legerorder alle
regeerlrigssoldaten verboden, buiten
landers op eenigerlei wy'ze te mole-
sieeren. Leven ea eigendommen van
buitenlanders moeten worden geëer
biedigd en geld noch levensmiddelen
mogen van hen geeiseht worden.
Vergelijkt men deze royale houding
van Huerta bij die van president Wil
son, die, al dringt ook hy op bescher
ming der buitenlanders aar,, toch oog
luikend toelaat, dat een ruwe bende
opstandelingen groote landstreken
verwoeHt en plundert, dan wordt het
minder dan ooit duidelijk, welk voor
deel de Amerikaansehe president er
bj kan hebben, dat Mexico een staats
hoofd verliest, die biykoa heeft gegeven
in dezen Noord-Auierikaauechen staat
do rechte man op de rechte plaats
te zyn.
Het conflict te Zabern.
Langzamerhand keert de rast in het
Duitsche RJk terug. De maatregelen,
thans door den keizer genomen, wor
den algemeen- als juist erkend en men
verwacht thans algemeen, dat de stad
houder van Elzas- Lotharingen van
het burgeriyke bestuur het eene wet
tige bestuur zal maken.
Het garnizoen van Zabern zal niet
meer in die plaats terugkeoren,maar
naar een andere stad overgeplaatst
worden.
Inmiddels heeft het landelijk comité
van het Centrum besloten, binnen 14
dagen een buitengewoon congres te
houden om zyn houding inzake do
incidenten van Zabern nader vast te
stellen.
Zooals te begrypen valt, is de re
geering geneigd, zoo weinig mogelyk
meer over het gebeurde te spreken
en hoopt zy slechts, dat men ook in
den Ryksdag dit teere punt niet meer
zal aanroetea.
De nederlaag van de militaire party
kan echter volledig genoemd worden.
D 3 rSkskanse'ier gaf aan het slot
van zyn gisteren gehouden rede uit
drukkelijk te kennen, dat hy in geen
•geval voor den Ryksdag zon wyken.
Uit sfja woorden moet men opmaken,
dat hy den Rjlkadag zal ontbinden,
als deze byvoorbeeld zyn' salaris, of
dat van den minister van oorlog, uit
de begrooting sehrapt, waarvoor
evenwel niet veel gevaar bestaat.
Bi&neala n d.
Rotterdam III.
In de gisteren gehouden vergade
ring van de Tweede Kamer deelde
de voorzitter mede, dat een sehryvon
was ontvangen van den heer J H.
Lasonder, waarin hy bericht, wegens
gezondheidsredenen, ontsla? te nemen
als lid der Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
Van dit 'oerieht zal worden kennis
gegeven aan den minister van bin-
nenlandsche zaken.
7.nn duM1*'
boordereen in Friesland, uitgestrekte
heidegronden op do Veluwe en een
villa te Castrienm, pas aangekocht,
zooals- hy uit de stukken boBefte, en
nogal tameiyk verwaarloosd.
Hy besloot, deze buitenplaats te
laten restaureerendaar kon Mi zich
dan volkomeo aan zjjn scheikundigs
liefhebberyen overgeven. Tot dat doel
begaf hg zich op een morgen naar
Alkmaar. Hat was een fraaie najaars
dag mat welbehagen snoof hy de
frissche lucht op. Te voet zou hjj naar
Castricum gaan een flinke wandeling
zou zyn zenuwen wat tot rust brengen.
Want Louwora, die als Louwers nooit
last van zyn zenuwen had gehad,
ondervond de lasten er van als Van
Haegendoorn dea ta meer.
Op een byzonder mooi punt van
den weg gekomen, bleef hy staan en
keek de lange laan achter zich af.
In de verte kwam iemand op een
fiets aan Een dame bleek het te
zyn. Louwers had byzonder scherpe
oogen. Plotseling voelde hij een
schok door zijn ledenwas dat Sophie
van Haafeen niet Hy had het por
tret van deze jonge dame dagaiyks in
de studeerkamer van At;dré bewon
derd; ieder uur dacht hy aan het
buitengewoon fraaie gelaat, dat toeh
zulke eigenaardige trekken had. Hy
wist, haar op den eersten oogop
slag te zullen herkennen. En dat was
zeDat moest ze zyn Maar hoe ter
wereld kwam zo hier? Hy dacht
haar nog goed en wel in Brussel.
07»llirin- rr„l
-cow jCcri'c/c't&rts
y
<j.7Z'c:/ct+' c/x u.-?Tri c/L> ,cyiy
slonsde-.<e£s yCi&cyCzicyryy
------ -
y
School en Kerk.
De talariimeeting te Rotterdam.
In het Circus te Rotterdam, heeft de
Bond van Ned. Onderwijzers Maandag
een meeting belegd om op te komen
voor het goed reeht van een betere
salarieregeling van den Nederland-
Bchen onderwyzer.
De vergadering was zoo druk be
zocht, dat honderden geen toegang
meer konden krijgen. Deze begaven
zich naar de Doele, waar zy ook de
geheele beschikbare raimte in beslag
namen.
In het Cirous traden op de heer
Ossendorp en mej. Groeneweg uit
Rotterdam, in de Doelezalen de heeren
Van Dot van Amsterdam, Dykgraaf
van Schoonhoven, Van den Abeele
van Wagenlngen en De Wit van Rot
terdam.
In het Clrcns waren bovendien de
Kamerleden Roodenburg, Teenstra en
Spiekman aanwezig.
De voorzitter, de heer Van Zsdelhoff,
van Dordrecht, wees op de aalmoes,
die de onderwyzers Jn het toeslag
wetje hebben gekregen, een aalmoss,
waartegen byn» alle llnksche kamer
leden gestemd hebben. Spreker meen
de, in tegenstelling mot minister Cort
van der Linden, dat er thans weigeld
is voor salarisverbetering en wekte
de aanwezigen op, alle krachten daar
voor in te spannen.
Nadat een bericht van verhindering
van het kamerlid Otto met hoonge
lach begroet was, gaf mej. Groene
weg een overzicht van de treurige
salarieering van talryke onderwys-
krachten en wekte voornameiyk de
vrouwelijke aanwezigen tot krachtiger
actie op.
De heer Ossendorp gaf zyn voldoe
ning er over te kennen, dat deze mee-
sloeg hy een zypadin. Hy gevoelde,
dat het h m onmogelijk was, haar na
te ontmoeten. Z\jn hart bonsde. Maar
het was reeds te laatook zy op
haar beurt bad hem herkend en hy
hoorde haar roepen
„André
Thar.s was hy wel verplicht, te
blyzen staan Zy naderde bem, de
fiats aars de hand, nu op het smalle
bosch-pad, waar het verboden was
te wielryden.
„Zoo diep in gedachten verzonken,
Andté, cf zoo gebelgd?"
Hy keek baar aan. Hoeveel schoo
ner no? was zy in werkeiykheid dan
op het portret I En die stem, die
stem Ze klonk hem als de lief
ïykste muziek in da ooren.
„U had ik het laatst vermoed, hier
te zien, freule," antwoordde hy, een
lichte buiging makend.
Zy lachte helder een zilveren lach.
„Freule 1Wat zyn we deftig
geworden, André I"
„Toeh niet. Heb ik het reeht wel,
u anders te noemen na den brief,
dien ik van u uit Brussel heb ont
vangen
„O, maar daarom mag ja me gerust
wel Sophie noemen en „jy" tegen me
zeggen. Ik heb je ongeluk in de
Hollandsche kranten gelezen, toen ik
nog in Brussel was. 't Heeft me erg
gespeten, André
„Hensch?" vroeg hy.
„Wat dacht je anders Heb Ik dan
ooit den indruk op jo gemaakt, een
ting door 4500 personen werd byge-
woond, en sprak de hoop nit, dat de te
genwoordige regeering alsnog tot een
betere onderw{jzerssalarleering zou
willen medewerken. In het byzonder
sprak hy daarbj zyn vertrouwen in
de sociaal democratische kamerleden
nit.
Met kracht ontkende deze spreker,
dat er voor de onderwyzers geen geld
zou zyn; de toename van 's lands
welvaart spreekt dit voldoende tegen.
Vervolgens wekte hy de aanwezi
gen op om de rechtmatige bonds-
eischen, met betrekking tot de salari
eering, ingewilligd te krygen en den
bond daarvoor zoo krachtig mogelyk
te maken.
Ten slotte werd een motie aange
nomen, waarin de vergadering „gelet
op den hnidigan toestand van de
salariaactie, als haar oordeal uitspreekt,
dat een langer voortbestaan van dezen
toestand in het nadeel van het onder-
wys is en daardoor ook in het nadeel
van de ontwikkoling en welvaart van
het Noderlandsehe volk moet zijp,
raden waarom de vergadering er by
de volksvertegenwoordiging op aan
dringt, de regeering op te dragen,
onverwijld over te gaan tot het ont
werpen eener verbeterde salarisrege
ling der onderwyzers."
Na afloop der vergadering werd een
betoaging op het Calandplein ge
bonden.
By de Tweede Kamer zijn inge
komen adressen van 30 afdeelingen
van het Nederl. Onderwyzers-Genoot-
schap, houdende verzoek om verbete
ring van de salarissen van de onder
wyzers.
„Integendeel", antwoordde hy ga
lant. „Ik weet, dat je een fijngevoelige,
heel sympathieke vrouw bent.'
Freule van Haaften kon haar ooren
niet gelooven. Zóó had ze hem nog
nooit hooren spreken. Byna altoos was
André onverschillig, rnw dikwijls
hy viel haar alleen met;zyn tevreden,
heden lastig, wanneer hy te veel op
had, en dan jnist kon ze hem in het
geheel niet uitstaan.
„Ik dank je wel voor dat gunstige
oordeel, André," zei ze glimlachend.
Een oogenblik zwegen beiden.
„Hoe kom je zoo hier, André," vroeg
zy toen weer.
„Kort vóór mijn ongeluk heb ik
hier voor een prikje een verwaarloosd
buiten, gekocht," antwoordde hy. „Ik
wil eens zien, of er nog wat goeds
van te maken is. Dan wil ik op Ruim
zicht* gaan wonen."
„En niet op „Wei-Gelegen" In Ud
del
„Ik denk het niet."
„Omdat je dan gevaar zou loopen,
ma te dikwijls naar je zin te zien
„Misschien wel," antwoordde hy.
„Een menseh wordt niet graag herin
nerd aan het mooie, dat hjj door eigen
sohnld verloren heeft."
Weer zag zij hem ten hoogste ver
baasd aan. Da ommekeer, welke in
hem bad plaats gegrepen, was frap
pant 1 Zooals hy nn was, vond ze jjeni
beslist sympathiek
'Wordt vervolgd.)