N°. 138 1913.
ZaterduM 22 November
100
jaargang.
VOOR SCHOOLTIJD
Van Houten's
ste
Bij dit rso. behoort een
Bijvoegsel.
4 FEUILLETON^
De Bedrieger bedrogen.
eiken ochtend een kop
tiOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal, In Goes 0,75, buiten Goes, franco f 1,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent
inzending van advertentie» op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 13 uren.
Telefoonnummer 28.
Directeur G W. van Barneveld,
JDe heer A. Koodhuijzeu
te Goes
comm.
Do pr{js der gewone advortentiSn is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOet
BJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
do prlje slechts tweemaal berekend
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten on de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels i 1,-- berekend
Bewijsnummers 8 cent
- Hoofdredacteur W. J. C. vah Santbn
Op uitnoadiging van de afdeeling
Goes van den „Vrijzinnige Bond" trad
Woensdagavond in „dePrins van Oranje"
als spreker op de heer A. Rooclhuijzeu,-
lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, met het onderwerp„De strijd,
die achter ons ligt, en de regeering, die
er uit voortkwam."
De vergadering, welke druk bezocht
was en door verscheidene dames werd bij
gewoond, werd, bij oogenblikkelijkc ont
stentenis van den voorzitter, den heer
T. II. Siemelink, geopend door den heer
A. C. Boluijt. Deze sprak er zijn blijd
schap over uit, dat zoo velen gehoor
hadden gegeven aan de roepstem, ter
vergadering op te komen. De heer Boluijt
had tevens gelegenheid te wijzen op het
schitterend stembus-resultaat-, door de
vrijzinuigen bij de jongste Kamer-ver
kiezing in het district Goes behaald.
Bijral).
De heer Rood&ujzen, met applaus
begroet, verklaarde gaarne, ondanks zijn
drukke werkzaamheden in en buiten de
Tweede Kamer, gehoor gegeven te hebben
aan de uitnoodiging, in Goes eeu spreek
beurt te vervullen. In dat district toch is,
verklaarde spr., in den afgeloopeu zomer
zulk een krachtige en principieele strijd
gevoerd, dat het voor hem slechts eeu
kwestie van tijd van korten tijd is,
of Goes zal „om" gaan. Bij een volgende,
verkiezing toch moeten de voormannen,
die al hun gaven en al hun krachten aan
den beginselstrijd gegeven hebben, het
succes oogsten, waarop zij ten volle aan
spraak hebben. liet district Goes mort in
handen komen der vrijzinnige partij.
Spreker wierp daarna een terugblik op
den strijd, welke achter ons ligt. Toen,
dooreen betreurenswaardig misverstand,
21 December 1907 aan het vrijzinnig
Ministerie-De Meester een einde was
gemaakt,trad hetKabinet-Heemskerk op.
Het beloofde te regeereti overeenkomstig
de beginselen, levende in de partijen der
rechterzijde, en door toepassing dier be
ginselen zooveel mogelijk bevrediging te
brengen. De regeerings-verklaring heeft
feitelijk niemand verwonderd. Immers
ook ter linkerzijde stond de heer Heems
kerk bekend als eeu gematigd ïnati.
Daarom hebben zoo velen zich met
verbazing afgevraagd hoe kon in 1913
een strijd ontketend worden, veel feller
nog dan in 1905 het geval was
Het antwoord op deze vraag is ge
makkelijk te geven de heer Heemskerk
wilde wel zich zelveu zijn, doch /.on
zich zeiven niet zijn. Hij had een Ivabi-
Lord Lundy zuchtte en wreef zich
vermoeid over het voorhoofd.
„Kan u mjj geen andere raad geven?'
vroeg hij moedeloos.
„De zaak is, dunkt me, duidelijk
genoeg," antwoordde Juston.
„Wanneer deze man, zroals u zegt,
in staat Is, u in onaangenaamheden
te brengen, die u tot eiken prijs wilt
vermijden, terwijl u zich niet tot de
politie wilt wenden, zie ik geen
anderen weg dan te betalen, wat hg
heeft gevraagd."
De markies trommelde ongeduldig
op de tafel, zonder te spreken. „Ik
dacht,' zei hg ten laatste, „om hem
de helft van het gevraagde nu te
geven, en de andere helft ter uitbe
taling naar een Duttsch bankier te
zenden."
„Dat is Inderdaad een heel goed
plan," gaf Jnston toe. „U wil er zeker
van zgn, dat hg het land heeft ver
laten onder deze omstandigheden zou
ik u aanraden, hem gereed geld te
geven. U zult het met mg eens zgn,
dat, als u de zaak geheim wilt houden,
een chèque al een slecht betaalmiddel
zou zgn, terwgl met bankbiljettan hg
moeite zou kunnen krggen bg het
inwisselen, waardoor u ook weer in
de zaak zoudt worden betrokken. Het
spgt mg wel," voegde hg hieraan toe,
net gevormd tegen den zin van den
machtigen leider der antirevolutionaire
partij, dr Kuyper, die al onmiddellijk
met de liefelijkheid, hem eigen, ver
klaarde, dat het Kabinet-Heemskerk in
onvoorzichtigheid geboren was. En deze
altoos intrigeerende staatsman hoopte,
dat de uitslag der algemeene verkiezin
gen van 1909 eeu zoodanige zou wezen,
dat het „echte wagenschot," het onver-
vaischte eikenhout, naar buiten zou
worden gekeerd. In dit geval was het
„echte wagenschot" A. K., natuurlijk
geen Algemeen Kiesrecht, doch
Abraham Kuyper Vroolijkheid
Het is, zeide de heer Roodhuijzen,
wel merkwaardig, dat na de crisis van
21 December 1907, toen Heemskerk tot
het bewind werd geroeper., deze staats
man het in hoofdzaak heeft moeten
hebben van zijn „vrienden Yoor den
premier was er alle reden pm te ver
zuchten „Heer, bewaar me voor mijn
vrienden met mijn vijanden zal ik het
zelf wel klaar spelen Dr. Kuyper
was de felste bestrijder van Minister
president Heemskerk, wijl deze in zijn
bekende regeerings-verklaring van 10
Maart 1908 niet had gesproken van
„christelijke", doch alleen had gewag
gemaakt van beginselen, „levende in de
partijen der rechterzijde". Dr. Kuyper
was bevreesd, dat de grootste .kracht
van de coalitie, toch toen al zoo zeer
in zich zelve verdeeld, zou gebroken
worden. En die grootste kracht hoe
kon het anders was de antithese.
Het bleef hommeles tusschen den
Minister-president en den leider der
antirevolutionaire partij.
Maar eindelijk kwam dr. Kuyper's
verkiezing in het district Ommen. Wel
was hem reeds eerder een eandidatuur
aangeboden, doch hij meende gewetens
bezwaren te hebben, deze te aanvaarden.
Immers: het ging alles niet, zooals hij
wilde, dat het gaan zou. Ommen bracht
de kentering. Deze eandidatuur kon
hij aanvaarden, wijl hij overtuigd was,
van nu af aan het Ministerie-Heems
kerk hartelijk te kunnen steunen. Deze
verklaring heeft dr. Kuyper niet afge
legd in een gezellig onder-onsje, doch
zij kwam voor in een officieel staats
stuk. Het was, als het ware, een attest
voor het Ministerie-Heemskerk. Nie
mand kan zich daarover verwonderen.
Het is nu eenmaal een lief liebberij van
dr. Kuyper, met attesten te werken,
hetzij hij in de Kamer komt, hetzij hij
uit de Kamer gaat. (Vroolijkheid).
De zaak, aldus de heer Roodli uyzeu,
is ernstig genoeg. Want uit het feit,
dat dr. Kuyper de eandidatuur voor
het district Ommen aanvaardde, bleek
ten duidelijkste, dal het Ministerie-
Heemskerk bakzeil haalde, en opnieuw
in ons land de politiek van dr. Kuyper
terwijl hij opstond om heen te gaan,
„dat ik u in deze zaak niet meer van
dienst kan zijn."
„Dat moet n niet zeggen," zei de
markies, „a hebt me daar juist een
heel goeden raad gegeven," an, den
knecht bellende, liet hij Jnston be
leefd nit.
Den volgenden morgen omstreeks
half tien zat Lord Lundy in zijn stu
deerkamer. Een stapel ongeopende
brieven lag op zijn lessenaar, an voor
hem een geopende courantdoch lezen
deed hij niet. Zijn blik was gevestigd
op de fotografie op den schoorsteen
mantel. Plotseling welde een traan in
zijn oog op en viel op de voor hem
liggende courant, en uit zijn over
peinzingen wakker schrikkende, boog
hij zich over zijn lessenaar. Op dit
oogenblik hoorde hfj het verwijderde
geklingel van de electrische bel in
de gang, en, opstaande, liep hij zenuw
achtig de kamer op eu neer.
„Meneer Sahönbrüekner," zei de
huisknecht, den Duitscher aandie
nende.
De markies ging b{j den schoorsteen
staan, terwijl Schönbrüokner hem met
een diepe buiging groette.
„Ik beb da eer," begon hij, maar
do markies viel hem direct in da rede.
„Waas zoo goad, mjjnhaer," riep hij
uit, „om al dia beleefdheden achter
wege te laten. Ik heb den brief ge
lezen, dien hier gisteren door u is
achtergelaten. Welke zijn die bewijzen,
die u wilt verkoopsn Hjj bleef staan,
zoodat Schö ibrückner wel genood
zaakt was, dit ook te doen.
zegevierde.
Dr. Kuyper's terugkeer achter de
groene tafel is echter onmogelijk ge
maakt in 1909 door de beruchte
decoratie-zaak. Deze kwestie is bij de
algemeene beschouwingen over de
Staatsbcgrooting in 1009 uitvoerig be
handeld en leidde ten slotte tot een
voorstel van de sociaa' democratische
arbeidets-partij, om een-s -nquête in te
stellen. Dit was mede een reden, om
de zaak voor het Ministerie-Heemskerk
zoo fortuinlijk mogelijk te doen staan.
Toch heeft men zich in den lande
vergist.
Dr. Kuyper is er niet ouder geko
men met een taaie geestkracht heeft
hij er zich wederom boven op weten
te werken. En zienderoogen nam de
invloed van den antirevolutionairen
leider toe, Aan dien invloed heeft het
Ministerie-Heemskerk zich niet weten
te onttrekken. Spieker zou daarvoor
eeu aantal voorbeelden/kunnen aanhalen,
doch zulks zou hem te ver voeren.
Hij bepaalde zich daarom tot het geval
van den heer De Waal Malefijl,
Minister van Koloniën. Deze eenvou
dige, rechtschapen man wilde aanvan
kelijk niet meegaan met liet drijven dier
niet-verantwoordelijke mannen, die een
kerstening van lndië verlangden, neen,
eischten. Slechts een oogenblik kon bij
stand houden. Totdat de stem van
den.,, meester kwam en het „afschuwe
lijk misverstand" geboren werd. De
heer De Waal Walelijt boog deemoedig
het hoofd en verklaarde openlijk, dat
dr. Kuyper „in alles zijn meerdere" was.
Ook de Minister-president Heemskerk,
zij het met liet temperament, hem eigen,
niet. zoo deemoedig, heeft het hoofd
voor den meester in den schoot gelegd.
Inderdaad het Ministerie-Heemskerk
heeft een tweeslachtig karakter getoond.
Het was gematigd vóór, hoogst onge
matigd na het afschuwelijk misverstand.
Om dat karakter duidelijk te doen uit
komen, meonde de heer RoodliuijzeD,
hierbij een oogenblik langer te mogen
stilstaan.
Dit alles heeft met zich gebracht,
dat de vrijzinnigen in 1913 een heftigen
strijd met het Ministerie-Heemskerk
hebben aangegaan. De zoo lang ver
dedigde en beproefd gebleken beginselen
van vrijheid en recht kwamen in liet
gedrang. Er werd meer op geloofs-be-
lijdenis dan op bekwaamheid gelet bij
de benoemingen. En hoe groot in aau-
tal waren niet de plotselinge bekee-
ringen
Spreker besefte ten volle, hier een
teer punt aan te raken. Over geloofs
zaken is het zoo moeilijk, een oordeel
te vellen-. Maar onder het Ministerie-
Heemskerk liepen de bekeeringen al te
zeer in de gaten. Zeker; er kunnen
„Het zfja eenlge inlichtingen, die
meneer Petaeöhn zeer op prijs zou
stelleD."
„Waarom u dan niet gewend tot
meDeer Petatöhn
„Dat Is een handelszaak. Ik kom
eerst bij u. Ik wil iets verkoopen, dat
zeer veel waarde hoeft. U weigert het
te koopen Heel goed, dan ga ik
naar meneer Petatühn, dien ik de
inlichtingen voor niets verstrek. Mis
schien betaalt bg mg, nhdst ik hem
alles heb verteldmisschien niet, maar
in ieder geval zal hg mg dankbaar
zgn. Ik ben in Am>rika geweest en
wel als bediende in de groote varkens-
slachterg van mgnhoer Petasöhn. Ik
ken de Amerikaansehe vaderszg
zien nauwkeuriger toe dan de Engel
sehen. Ik zal aan meneer Petasöhn
vertellen, dat uw vader zich zelf
doodde, evenals uw beide broeders.
Hg zal zgn dochter niet tot vrouw
geven aan een man uit zulk een
familie j dat is alles. Ik kom het eerst
bg u, maar als u niet koopt, ga ik
naar meneer Petasöhn en vertel hem
alles wat ik weet. En dan, mijnheer,
en dan verliest u mejuffrouw Petasöhn,
de rgke erfgename,en hier spreidde
hg zoover hg kon zgne armen uit.
„Hoe kwam u in het bezit van
deze kostbare gegevens?' vroeg de
edelman, met moeite een opwelling
onderdrukkende, om Sehöabrüekner
van de trap te gooien.
„Ik heb een particulier informatie-
buriau Het is mgn beroep, alles te
weten van iedereen," en hg glim
lachte.
plotselinge bekeeringen zijn van bui
tengewoon liooge beteekenis. Mendenke
slechts aan Saulus, die een Paulns werd.
Saul us nam door zijn bekeeriug een
dubbel kruis op zich hij deed afstand
van het vveelde-leven, dat ouder de
Romeinen gewoonte was geworden en
sloot zich aan bij de sekte, welke in
die dagen het meest vervolgd werd,
namelijk die der Christenen. Maar om
des beginsels wille torste hij dit dubbel
kruis. De politieke bekeerlingen onder
het „christelijk" Kabinet-Heemskerk
dachten'er anders over; zij wilden wel
een kruis op zich nemen, doch een
krnis van die grootte, welke precies in
een knoopsgat past. (Applaus!)
Natuurlijk ging het verzet der vrij
zinnigen niet alleen tegen het onchriste
lijk optreden van liet „christelijk"
Kabinet-Heemskerk. Er was ook, en
zeer ernstig, verzet op stoffelijk gebied.
Ons vaderland werd bijv. bedreigd door
een t&riefvvet, welke den landbouw, tot
zoo grooten bloei gekomen, dank zij
het streven der vrijzinnigen, op de
ernstigste wijze zou benadeelen.
Het verzet ging ook en in niet
mindere mate tegen liet drijven
der elericalen op het terrein van het
ouderwijs. Van rechts is en ont
kennen baat hier niet de, leuze
aangeheven „dood aan de openbare
school Wil men thans die leuze
verloochenen, wil men thans zeggen,
dat het alleen ging om de financieele
gelijkstelling van openbaar eu bij
zonder oude,wijs Men zal dit niet,
dit nooit kunnen volhouden, zeide de
heer Roodhuyzen. Immers dr. Kuyper
maakte in zija rede „De Meiboom in
de Kap" reeds gewag van het feit,
dat een onverzoenlijke strijd tegen liet
openbaar onderwijs gestreden worden
moet. In zijn Standaard werd dit nog
eens extra aangedikt en geschreven,
dal 191-3 eeu antwoord worden moest
„Maar heeft u geen documenten ot
papieren, die ik van u krijg, als ik
er in toestem, te betalen Welke
bewijzen heeft u voor uw beworiug
De Duitscher bracht zjjn portefeuille
voor den dag, (dezelfde, die Juston
den vcrigen dag in het Museum had
gezien), en haalde daaruit een bun
del papier te voorschijn.
„Hier zijn ze," zeide hij, „als urne
duizend pond geeft, zgn ze van u
Hg hield het bundeltje den markies
voor, die het mot een gebaar van al
keer aannam, maar, aan zgn lessenaar
plaats nemend, maakte hg het touwtje
dat de papieren bg elkaar hield, los,
en begon te lezen. Telkens, als hij
een velletje had gelezen, gooide hg
het terzijde en begon aan het volgende,
totdat hg den heelen stapel had ge
lezen.
„Wat is de waarde, die u aan deze
papieren hecht?" zei hg, zieh plotseling
omdraaiende naar Schönbiüekner, en,
terwgl hg sprak, zgn hand leggende
op den verwarden hoop papier.
„Ik heb u reeds verteld, welken
prgs ik vraag," antwoordde de Duit
scher norseh
„Wat een onbeschaamdheid, mgn-
heer! Deze papieren zgn nog niet eens
een shilling waard, en u heeft de
verregaande brutaliteit, daarvoor dui
zend pond te vragen
„Het is mgn geheimhouding, die ik
wil verkoopen, niet de papieren. U
zegt wel, dat ze nog geen shilling
waard zgn, maar het verzamelen van
de gegevens heeft mg heel wat gekost.
Wanneer u echter mgn geheimhouding
op 1878, toen de liberale Minister
Kappeyne van de Coppello had ge
zegd, doelende op het streven naar
bijzonder onderwijs (J) in die dagen i
dat de minderheden dan maar onder
drukt moeten worden. Ook Minister
president Heemskerk heeft op de meest
ondubbelzinnige wijze doen blijken,
dat het bij don onderwijs-strijd niet
ging om financieele gelijkstelling,
duch om den ondergang van de open
bare school, getuige zijn uitlating in
de Eerste Kamer, dat hij den dag zou
zegenen, waarop de laatste openbare
school verdwenen zou zijn.
Spreker legde er voorts den nadruk
op, dat de nederlaag door de rechter
zijde zoo onwaardig gedragen is. Nu
heet het, dat de linkerzijde valsch spel
heeft gespeeld bij de verkiezingen. Een
sterk stukje van rechtsAan die zijde
schijnt men vergeten te zijn, dat mr.
Aalberse, Tweede-Kamerlid, in zijn
Voorhoede schreef, dat de inzet van
den stembusstrijd was vóór Christus
of vóór Satan dat baron Van Wijn
bergen alles, wat links stemt, indeelt bij
het canaille; dat patel' Bongaerts
een geestelijke nog welschreef,
dat, zoo de linkerzijde in 1913 won,
de religiensen verdreven en de sletten
op den troon verheven zouden worden.
Dit alles kan toch zeer zeker niet
door den beugel.
De geachte spreker vergist zich
hier, naar wij mecnen. Niet ten op
zichte van liet bijzonder onderwijs
heeft Kappeyne van de Coppello deze
woorden gebezigd. Onze gegevens
zie Van Weideren Renger's „Parle
mentaire Historie" wijzen uit, dat
de uitdrukking „dan moeten de min
derheden maar onderdrukt worden"
gebezigd zijn bij een debat over het
pro en contra van invoering van leer
plicht. (Red.)
koopt, kunt u die papieren houden."
„U is wel edelmoedig," merkte de
markies droogjes op.
vraagt, waar mijn bewijzen zijn?"
vervolgde Sehöubitiekner, van het
sarcasme van den markies geen notitie
nemend, „ze liggen daar naast u,
zwart op wit. De zaak is nu bijna al
weer vergeten en meneer Petasöhn
zal mij niet willen gelooven, alB ik
hem die papieren niet kan toonen. Zij
geven het verslag van het gerechtelijk
onderzoek nsar den dood van uw
vader en uw broeders. Zij stierven
allen door eigen hand. Het is gebleken,
dat uw broeder het geweer niet hij
ongeluk zoo heeft kunnen afschieten,
de knecht van uw oudsten broeder
heeft bem het vergif' zien koopen, dat
hij wilde innemen. Daar is een afschrift
van de correspondentie met de levens
verzekerings maatschappij, die weiger
de de premie uit te betalen, omdat
uw vader zichzelf gedood had. Het
heeft heel wat tijd en geld gekost, om
die gegevens bij elkaar te krijgen,
maar ik denk, dat meneer Petasöhn
dat wel zou begrijpen."
„Het verwondert m(j, dat u zulke
kostbare papieren een oogenblik nit
uw handen durft geven."
„Noblesse oblige," antwoordde
Seböabrüekoer met een tweede diepe
buiging, en vervolgens, met een grijns
lach, „bovendien is er geen vuur in
de haard."
(Slot volgt).