N°. 129 J9Jö
Zaterdag 1 November.
100
jaargang.
ste
Bijdit no. behoort eeo
De goede opvatting.
FEUILLETON.
Liefde's Loon.
OESCHE
Ofi uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrgdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prfls por kwartaal, in Goes f 0,75, buiten Goes, franco f 1,85.
Afzonderlijke nommers 5 cent,
inzending van advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór a uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
mm.
De pr8s der gewone advertentlën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 e
BJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweigk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regel» kj/ 1,— berekend.
Bewijsnummers 6 cent,
Telefoonnummer 83. Directeur G. W. van Babnevëlü. Uitgave van de Na»ml.Ve»HOütsehap „Gfoeselie Courant". Hoofdredaeteur W. J. 0. van Santen.
Nu heeft de herfst natuur in bruine
tinten gekleurdtuljou/.e vermoeide bla
deren zijn reeds ter aarde gevallen
de zon neigt vroeger en vroeger ter
ki mme.
Stemt de wetenschap van hetgeen
nu komen gaat, onherroepelijk, droef
te moede f Vreezen wij als bij intuïtie
de grauwe, sombere luchten, de kille
regenvlagen, de gure winden, welke er
nu maar al te spoedig zijn?
Het zou niet goed zijn, zoo wij zulks
deden. Van alles, wat vriendelijk is,
licht en warm, nemen wij niet dan
noode afscheid. Maar het is nu een
maal een onveranderlijke natuurwet,
dat dit moet geschieden. Meuschelijke
machten zijn niet in staat het tegen
te houden.
Met deze wetenschap voor oogen is
het gemakkelijk berusten. En toch
achten wij liet woord berusting in dit
geval niet goed gekozen. Berusten,
liet wil zeggen zich bij iets neerleggen,
omdat het nu eenmaal niet anders kau.
En wij moeten den herfst met een
anderen blik beschouwen dan aldus.
Het is inet de natuur als met het
mensehelijk leven: het kan niet altoos
zomer en zonnig zijn. Ware dit wel
zoo, hoe zouden wij 't schoonste
jaargetyde naar volle Waarde kunnen
schatten En als over het mensehelijk
leven niet zoo nu en dan schaduwen
vielen, wanneer immer ons de. slagen
werden gespaard, hoe zouden wij
kunnen worden gehard
Nu weten wij wel, dat velen het in
dit opzicht niet met ons eens zullen
wezen. De mensch, die hard moet
zwoegen en slaven, om voor zich en
de zijnen liet dagelijksch brood te
winnen, zal met afgunst zien op hem,
die zich in weelde baden kan. Doch
dit is niet meer dan de schijn. Rijk
dom is niet de eerste en voornaamste
factor voor gelukledig-gang is een
ernstig kwaad genot alléén vult het
mensehelijk leven niet. Wij hebben aan
andere en betere zaken te denken.
De mensch heeft als de natuur zijn
vier jaargetijden. Daar is het tijdperk,
waarin het leven ontkiemt, het tijdperk
van opbloeide jeugd. Kort in zijn
duurlaten wij het maar eerlijk beken
nen voor menigeen veel te kort.
Waren wij er toe in staat, wij zouden
hierin volgaarne verandering brengen,
maar de zelfkant der samenleving is
43
XIX.
Wouter Hoytsema werd op Dinsdag
ln de struiken geworpen, Arle Leen-
mans bereikte Botterdam des Woens
dags en verscheen Donderdags voor
den inspecteur Van der Poel.
Deze ontving hem vriendelijk en
verjoeg daardoor al zfjn achterdocht.
Hij bleef echter stroef en vroeg:
„Wat Is er? U hebt mg ontboden
on hier ben lk nu."
„Heel goed, Leenmans. Herinner je
je den hoofdinspecteur De Groot nog
„Die inspecteur was, toen ik opge
sloten werd Jawel.
„Nu. Vrienden van je hebben hem
naar je verblijfplaats gevraagd. IHj
deed een rondvraag en lk belooide,
dat ik ze bjj je zou brengen, als ja
kwam.'
„Vrienden-! Ik heb geen vrienden."
„O jawel nog wel zeer dierbare
vrienden."
„Waar zijn zü dan?"
HJ zag achterdochtig rond, maar
bemerkte slechts a renten.
„Wees toch niet zoo ongeloovig,
Leenmans. Heb je geeD kinderen
Nu begon Leenmans te begrijpen.
„Ja," zei h0 beesch, „lk had twee
jongens. Hun moeder ls dood. Ik heb
hen overal gezocht."
„Ga daar binnen," zei Van der Poel
bedaard, op een deur wjzend, „zij
wachten daar op u."
Nog half ongeloovig gehoorzaamde
nu eenmaal niet weg te nemen.
In het voorjaar verzorgt de landman
ziju akker, waarvan hij de vruchten dik
werf eerst in den herfst plukt. En zooals
in de natuur, alzoo ook in het leven
des menschen dan is het het tijdperk
der voorbereiding. Hebben wij de
vraag is hoogst ernstig, onze levens-
leute goed besleed Waren wij er van
doordrongen, dat dan gezaaid moest
worden veel, wat wij eerst in den herfst
zouden kunnen oogsten Zeer zeker
het kan niet goed zijlij wanneer wij in
het tijdperk van opbloei, van voorbe
reiding alles van den ernstigen kant
beschouwen. Er moet, gelegenheid zijn
voor scherts en spel. Er moeten oogen-
blikken zijn, waarin wij het leven
slechts van de zonnezij willen beschou
wen. Maarzonder eenigeu twijfel
moet er ook voorbereid worden. Deden
wij het niet, hoe zou de zomer ons
vinden
Want die komt, in het algemeen
gesproken, voor den mensch even zeker
als in de natuur. En, hij moge het
schoonste jaargetij terecht worden ge-
heeteii, toch is hij het, die ons aan
toont, dat het leven niet enkel scherts
en spel is, maar de ernst er een voor
name plaats in behoort te nemen.
Gingen van menigen landman de liooge
verwachtingen niet verloren door plot-
sen hagelslag Zag hij altoos het
uitgestrooide zaad opkomen, gelijk hij
gehoopt had? Kwam niet het kwaad
in ziju vruchten De zomer, hoe
sciioon ook, is het, die menigmaal zoo
bittere teleurstellingen brengt.
Precies eender staat het met het
mensehelijk leven.
In onze levens-lente hebben wij het
zaad uitgestrooid en wij wachtten vol
vertrouwen op den zomer, die het tot
rijpheid brengen zou. Aan tegenvallers
wilden wij geen oogenblik denken. Hoe
kon dat ook 1 Was ons zaad naar onze
eigeu overtuiging niet goed Wat regen
en zon, veel zou, o, we konden ons
een overvloedigen oogst voorspellen 1
Maar op een dag in den vroegen
morgen had zich heel klein aan den
strak-uitgespannen hemel een wolkje
voorgedaan kwam de tegenslag. De
hagel viel en vernielde een groot deel
van onze gewassen, die er zoo mooi
voorstonden. Ja, dat is zeer zeker een
bittere ontgoocheling. Vooral als we
zien, dat de ramp ons bijzonder zwaar
getroffen heeft en de buurman zoo
goed als gespaard bleef.
Men beschouwe dit overdrachtelijk.
De hagel, wal hebben wij met hem
anders op het oog dan de slagen,
welke het lot uitdeelt En de ziekte
in onze gewassen,
waar was zij
Leenmans. Twee flinke jonge mannen
stonden daar te praten. Zij bielden
op, toen h5 verscheen. Een poos lang
staarden vader en zoons elkaar aan
als vreemdelingen.
Hy herkende hen het eerst. Hg zag
zich zelf en hun ongelukkige, lijdende
moeder weer terug lu hun flinke ge
stalten, hun prettige gezichten.
Voor hen was hg onbekend. De
oudste jongen was tien jaar, de jongste
acht, toen hg verdween. Maar zg lazen
in zijn verlangende oogen en ver
braken het eerst het zwijgen.
„Vader!" riep Jacob uit en beiden
wierpen zich ln zijn armen.
Hg fluisterde bun namen en lang
vergeten tranen stroomden over z{n
wangen.
Het waren flinke kerels, dacht h(j,
zoo lang en welgebouwd en zoo big,
hem te zien. Dat was nog het beste.
Ze hadden bem zelf gezocht. ZU wisten,
waar hg vandaan kwam en schaamden
zich toch niet over hem. Het was
altgd zgn groote vrees geweest, dat
zgn zoons hem zouden vervloeken.
Hg h&d zich nooit voorgesteld, hen
nog eens te ontmoeten als eerigke,
nette jongelieden, waarop leder vader
trotsch kon zgn.
Leenmans' gemoed was vol. Maar
zgn bigdschap was vermengd met
berouw. Wat zou hg er nu niet voor
hebben gegeven, als hg hen had kun
nen ontmoeten met handen, rein van
elke nieuwe mlsdsadl
Een bureau van politie ls geen plaats
voor vertronweigke mededeellngen.
Zij gingen dus weg, nadat Leecm&ns
inspecteur Van der Poel had bedankt.
anders een gevolg van dan dat wij het
zaad, op onzen akker uitgestrooid, niet
nauwkeurig onderzocht hadden
Daarom zijn wij voor ons liet niet
eens met de menschen, die uitsluitend
van den herfst gewag maken als van
een ernstig jaargetij. Elk jaargetij heeft
zijn ernst, als men het slechts beschou wt,
zooals liet in werkelijkheid beschouwd
moet worden.
Eu dan zouden wij willen zeggen
van alle is de lente het ernstigst. Als
het zaad, dat wij uitstrooien op den
akker van ons leven, niet deugdelijk
is, hoe kunnen wij dan goede vruchten
verwachten f En nu behoeven wij niet
te zaaien met een immer bezorgd ge
zicht, in de gestadige overpeinzing, wat
de opbrengst straks wel wezen zal.
Neende blijmoedigheid mag daaraan
niet vreeuid zijn. Als onze akker zorg
vuldig is geploegd, het zaad met de
grootste nauwkeurigheid gekozen als
wij oplettend zijn en het onkruid geen
gelegenheid geven, op te schieten, dan
kunnen wij met volkomen gerustheid
den zomer afwachten en na hem den
herfst, die schatten voor hoofd en hart
in de voorraad-schuren van ons leven
brengen zal.
Op een welbesteed leven terug te
schouwen, het kan nooit tot droefheid
stemmen. Alleen hij vreest zijn herfst,
die weet, dat zijn voorraad-schuren
ledig zullen blijven, wijl hij ziju lente
onnut niet voorbijgaan.
Jeug 1kostelijk woord voor
waar 1 Doch beschouw haar niet enkel
als een tijdperk van vreugde, lucht
hartigheid, zorgeloosheid. Dan zondt ge
haar beteekenis wel zeer onderschatten.
Doch zie in haar een tijdperk óók van
ernstige voorbereiding. Wat de herfst
des levens ons brengen zal, het hangt
voor een zeer groot gedeelte van onze
lente af. t
Geniet haar, maargeniet haar
tevens met ernst 1 Wat gevloden is, is
nimmer terug te roepen. Dit is de
waarschuwende stem, welke niet vroeg
genoeg kau worden gehoord. Wie naar
haar luistert, zal nimmer bedrogen uit
komen en ziet met een verheerlijkten
glimlach zijn herfst tegemoet, als één,
die gestadig aan het goede heeft ge
arbeid en nu weet, dat de kroon zal
worden gezet op zijn werk.
Buitenland.
De RIJksdoema en de Ruaeische
per».
Rusland ls nog altgd het land der
onbegrensde mogeigkheden. In bet
groote ezarenrgk, een mogendheid,
die zioh gaarne onder de beschaafde
Enropeesche Staten gerangschikt ziet,
„Laat ons in de een of andere her
berg een glaasje drinken," stelde
Leenmans voor.
„Neen, vader," zei Jacob met een
open glimlach. „Geen van ons gebrnikt
sterken drank. Ga met ons mee naar
huis. Er is een kamer voor u klaar."
„Ik heb een kamer
„Daar kant a morgen aw goed gaan
weghalen. Stap na in dit rijtuig. Wg
wonen in Delfshaven. Het is niet heel
ver."
Leenmans gaf gaarne toe en weldra
reden ze weg.
„Ik denk wel, vader, dat u ver
wonderd bent, hoe we n op znlk een
plaats kwamen zoeken. Maar de hoofd
inspecteur regelde het zoo. Ongelukkig
was hg op reis, toen toen u ont
slagen werd anders zonden wg
a hebben afgehaald en zgn plaats
vervanger wist er niets van. Zoodra
de hoofdinspecteur terug was, schreef
hg aan den directeur en vond het
erg vervelend, dat u inlusschen ver-
dweuen was.'
„Dat zou hg niet hebben gevonden,
als hg er zelf in was geweest," grom
de Leenmans goedgehumeurd.
„O, zoo bedoelt Jacob het niet,
vader!" zei Gerrit. „Maar wij wisten
nog niet lang, waar u was, zelfs niet,
dat n nog leefde."
„Het gaf ons zoo'n schok, teen wg
de waarheid hoorden," zei de op
rechte Jacob.
„Maar wg waren big, dat onze
vader leefde en wg bem spoedig zou
den zien," vulde de jongere aan.
„Dat ls pas vier maanden geleden,
juist vóór wg onze tegenwoordige
heerschen desniettegenstaande nog
zulke middeleeuwsebe toestanden en
bekrompen denkbeelden, dat men zich
herhaaldelijk moet afvragen, of regee-
rlngsdaden, 'als in Busland dageig'ks
voorkomen, werkeigk ln een rijk, dat
zich geen absolute monarchie noemt,
nog bestaan kunnen.
Trouwens,de Rjjksdoema heelt ook al
heel weinig ln te brengen. De czaar
bezit vrgwel een onbeperkte macht en
de kopstukken der regeering,benevens
de commandanten van politie en kozak-
kentroopen, doen, wat hnn goeddunkt.
Wie zleh tegen de willekeur der
staatsambtenaren verzot, wie het waagt,
voor een hem aangedaan onrecht de
publieke opinie in te roepen, loopt het
grootste gevaar, wegens verzet tegen
de regeering, óf wegens voor den staat
gevaarigke en hinder!gkedenkbeelden,
op de meest willekeurige wgze go-
vangen genomen en gevonnist te
worden. Hem wacht een der talrgke
beruchte Bussisehe gevangenissen of
het konde en onherbergzame Siberië,
vanwaar zoo weinigen levend naar het
vaderland terugkeeren.
Wee den Jood want Jodenhaat
vooral drgtt de üusslsehe overheids-
persor en tot de meest onrechtvaardige
regeeringemaatregelen die zich
durft verzetten, wanneer zgn leven
wordt bedreigd en zg'n eigendom hem
wordt afgenomen I Voor hem is geen
strat te zwaar, geen kerker te diep,
hg is des doods schuldig en alleen het
feit, dat hg Jood is, maakt iedere
revisie van zgn vonnis al van te voren
betrekkingen kregen. Wg zgn tim
merman en hebben een heel goed
bestaan. Nietwaar, Jacob
„In vgftlen weken hebben wU ge
noeg oververdiend, om ons halve
ameublement te betalen. Er ia ge
noeg te eten, vader. U zult geen
honger ïgden, al bent u ook groot."
Allen laebten. Daarop vroeg Leen
mans „De Groot schreef dus aan
Van der Poel, wetende, dat lk daar
vandaag zou komen, en Van der
Poel
„Wie is De Groot, vader viel
Jacob hem in de rede.
„De hoofdinspecteur, natnurlyk."
„Dat is niet de man, dien wg be
doelen. Wg spreken van meneer Gi-
lisBen, hoofdbestuurder van de Louise
HoytBema Stichting."
De twee jongens zagen hun vader
schrikken.
„Je vergeet, Jacob," zei Gerrit, „dat
vader niets van ons leven weet. Als
wc thuis zgn, moeten we hem gere
geld alles vertellen.'
„Er valt niet. veel te vertellen,"
vond Jacob. „Toen moeder stierf,
nam een heer, aanwlen meneer Wou
ter het had opgedragen, de zorg voor
ons op zich. Toen de Louise Hoytse
ma Stichting was gebouwd, behoor
den wg tot de eerste bewoners. In
dien er ooit een jonge man goed heeft
gedaan ln deze wereld, is het meneer
Wouter Hoytsema. Wat deed bg niet
al voor ons 1 Moeder werd verzorgd
en opgepaBt met de grootste liefde,
maar haar leven kon niet behouden
worden. Wg werden uit het armhuis
verlost, goed onderwezen, goed ge
onwaarschg'nigk.
Busland, het donkere, bggeloovige
Busland,waar de plattelandsbevolking,
geleld door de geesteigkheid, zich
kromt onder de slagen van den knoet,
zleh willoos onderwerpt aan de wille
keur der kozakkecbenden, Rusland is
voor het gehate ras der Joden de meest
onhergbergzame landstreek van ge
heel Europa.
Bewgst niet ln deze dagen het Bellis-
proces te Kieff, het proces tegen den
van rltueelen moord beschuldigden
Jood, welke fabels de onontwikkelde
Russische bevolking nog aan den
Joodschen godsdienst vastknoopt? En
al bigkt van dag tot dag, dat dit
monsterproces op onware en wille
keurige beschuldigingen berust, tal
van hoogere en lagere RusBisohe staats
ambtenaren bigven volharden bg het
sprookje van den rltueelen moord, bg
de bewering, dat Joden voor hun
godsdienstige verrichtingen het bloed
van jonge ebrlstenkinderen gebruiken.
Zouden die staatsambtenaren, van
wie toch op hun talrgke onderge
schikten en op het Russische gepeupel
zoo'n groote invloed uitgaat, dan zelf
nietbegrgpeD.dat zg door bun houding
den Jodenhaat en Jodenvervolging ln
de hand werken, dat zg zelf do oorzaak
zgn van de bloedige moordtooneeieD,
waarvan de Jodenwgken ln de groote
Russische steden maar al te dikwgis
getuigen
Busland is het land van de onbe
grensde mogelijkheden, hebben we
hierboven gezegd.
voed en leerden een handwerk, zoo
dat wg zelfs op onzen leeftgd samen
al een veertig gulden per week kun
nen verdienen, en wat hg voor ons
heeft gedaan, doet hg voor bonderden
anderen. God zegene Wonter Hoytse
ma, zeg ik 1"
„Amenl" zei zgn broeder.
Leenmans hoorde de stemmen zg-
ner zoons als nit de verte. Hg scheen
wel door een beroerte getroffen.
„Vader I" riep Jacob angstig, weinig
vermoedend, dat zgn lofrede tot ln
het diepste der ziel van zgn toehoor
der brandde, „bent u ziek Zullen
wg ophouden
„Vader! wat scheelt er aan? Zeg
den koetsier, dat hg moet ophouden."
Toen beheerschte Leenmans zich
zooveel, dat hg kon antwoorden:
„Neen, neen, rgd door. 't Is
alleen een plotselinge kramp.'
Hg moest tSd hebben, eenige mi
nuten tenminste, om dat vreeseigke
spookbeeld te verjagen. Bg dnrlde
zgn zoons niet aanzien. Zgn angst
was vreeselyk. Groote zweetdroppels
stonden op z$n klam voorhoofd. Hg
streek met een bevende band over
zgn gezicht en kreunde luid:
„O God, vergeef het mg I"
Het was het eerste gebed, dat In
langen tgd over zgn lippen was ge
komen.
De jongens hoorden het en be
schouwden het als een uitdrukking
van berouw over zgn vroeger leven.
Ze deden daarom hun best, hun va
der op te vrooigken.
Wordt vervolgd.)