N°. 123 im. Zaterdag 18 October, 1008te jaargang. Bij dit ho, behoort een Bijvoegsel. 's Lands Welvaart in Gevaar 37 FEUILLETON. Liefde's Loon. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en'Vrijdagavond jitgesonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, In Goes O-ÏS,, buiten Goes, franco 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Intending van advertentiën op Maandag en Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. COURANT. De prfjs der gewone advertentlSn is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer 10 oj BQ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prya slechts tweemaal berekend. Geboorte-, hawel(jk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend. Bewijsnummers ;5|eent. Telefoonnummer 38. Directeur G. W. van Barneveld. -- Uitgave van de Naam!.Vennootschap „Goesehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santin. Er is een merkwaardige brochure verschenen, uitgegeven door de Neder- landsche vereeniging //Onze Vloot". Deze brochure heet een ernstig woord tot het Nederlandsche volk". Wat het hoofdbestuur der voornoemde vereeni ging onder ernst verstaat, wenschen wij in de verste verte niet na te pluizen. Alleen zij dit gezegd, dat wij van ernst een ander en beter begrip hebben dan deze vereeniging blijkbaar heeft. liet gaat in de bewuste brochure, welke den sensationeelen titel draagt „'s Lands Welvaart in Gevaar om een zeer aanzienlijke verhooging der mili taire. uitgaven. De „welvaart des lands" is de vlag, welke al een bijzonder slechte, lading moet dekken. De bedoe ling der vereeniging wordt den minder- ingewijde onmiddellijk duidelijk, als hij de namen der heeren leest, die liet hoofdbestuur uitmaken .het zijn allen lieden, die bij de marine innig betrok ken zijn, ook na hun ontslag uit den actieven dienst blijkbaar nog. Wat propageert de Nederlandsche vereeniging „Onze Vloot" Niets anders dan dithet Neder- landsche volk, dat, gelukkig, absoluut niet militairistisch is aangelegd, zoo langzamerhand tot militairen waanzin te brengen. Het heet, dat onze koloniën in ge vaar zijn. Afdoende bewijzen voor deze inderdaad zotte stelling blijven vanzelf sprekend uit. Men fantazeert in de bewuste brochure er jnaar lustig op los. Het Nederlandsche volk moet zand in de oogen worden sgestrooid het moet zóó ver worden gebracht, zóó zeer worden bewerkt, dat het zijn goedkeu ring hecht aan de onverantwoordelijke plannen, door de vorige clericale re geering met instemming begroet, om millioenen en millioenen voor de ver dediging van Nederlandsch-Indië uit te geven. Wij omschrijven, zooals men bemeten zal, de bedoelingen dezer ultra-militairisten in de meest bezadigde bewoordingen. Men kan de zaak lang en kort be zien volgens het rapport van de Staats commissie voor de verdediging van Nederlandsch-Indië zal aan het Neder landsche volk, gedurende twintig jaren, een meerdere uitgave voor militaire doeleinden van ruim veertien millioen gulden per jaar worden opgelegd. Daar voor krijgt het negen groote pantser schepen, zes torpedo-kruisers, acht tor- pedo-bootjagers, 44 torpedo-booten, 32 onderzee-booten. ,Heb ik of jij'bet bedacht Wie loopt grooter gevaar, de man, die een Blag toebrengt en een verminkt lichaam verstopt, of hij, die zich rustig bfj honderden voor Wouter Hoytsema uitgeeft J5 bent in ieder geval veilig. ZellB als ik ontdekt mocht worden, zou ik wel oppsBsen, de beschuldiging van moord b|j die van oplichterij te voegen.' .En wat kr|jg ik, als het is cfge- loopen ,0, je ziet het voordeel nu ook in. Nu, laat ons aannemen, dat Wouter Hoytsema een paar maanden dood is en Addlf Vermeer een fortuin heeft verworven, op welke manier ook, dan is het duidelijk, dat Adoli Vermeer met Arie Leenmans moet deeien, anders kon die hem den grond te heet onder zijn voeten maken." Leenmans dacht na. Vastbesloten als hij was, om zijn wraak op Wouter te koelen, boodVermeer's vernuftig denk beeld hem niet alleen een behoorlijke kans tot ontsnappen aan, maar ook nog op veel geld. „Ik kan niet in de toekomst zien, zooals jij," zei hij eindelijk. „Maar ik zal je bevelen opvolgen. Jij zegt mij maar waar en hoe, en ik zal er zijn.' Vermeer schoof onrustig heen en Een schilferend Sinterklaas-cadeau, nietwaar Alleen moet er van gezegd worden, dat het wel een beetje extra- vroeg gekomen is Met die ruim veertien millioen gul den per jaar zijn wij er natuurlijk nog niet. Er komt nog een kleinigheidje hij. Die schepen moeten worden be mand, onderhouden, zij moeten een steunpunt hebben, een basis, en wat al niet meer. Voor al deze „klêinigheden" kan een zestig millioen worden ge raamd. De militaire heeren vergeten bij dit alles natuurlijk volkomen te goeder trouw een zeer grooten factor. Van welken kant toch de zaak wordt be keken, dit staat als een paal boven water dat de eerste schepen reeds lang verouderd van type zullen wezen, als de laatste voltooid zijn. En, natuurlijk, dan kunnen de eerste op de vendutie worden gebracht en opgeld doen als oud roest 1 Zoo springt men, zoo denkt men althans te kunnen omspringen, met het geld der üplasting-betalende Neder landsche burgers Is het niet meer dan verregaand Zooals de zaak evenwel in de hoog dravende brochure der vereeniging „Onze Vloot" uiteengezet wordt, is zij niet precies volgens de waarheid. In tegendeel wij zijn geneigd ons af te vragen, of hier niet een opzettelijke misleiding van het Nederlandsche volk ten grondslag ligt. Voor een dergelijke veronderstelling bestaat inderdaad alle reden. Immers liet bedrag van ruim veer tien millioen gulden per jaar is veel en veel te laag geraamd. Wij deden dit met een enkel woord bereids uitkomen. Beschouwd men de zaken, zooals men ze inderdaad beschouwen moet, om eerlijk tegenover het volk te staan, dan komt men tot dit resultaat, dat aan de Nederlandsche burgerij een bedrag van niet minder dan 465 mil lioen aan nieuwe lasten zal worden opgelegd. De staatscommissie toch heeft als haar meening uitgesproken, dat schepen, ouder dan twaalf jaren, in Indië geen dienst kunnen doen. Om die reden moet er voortdurend bijge bouwd worden. Dit brengt alweer nieuwe kosten met zich. En zoo zal, gedurende minstens dertig jaar, het Nederlandsche volk een extra-last van zeventien millioen gulden per jaar wor den opgelegd. Waar komt dat geld vandaan Is aan het Ministerie van Financiën zóó gelukkig „geboerd", dat telken jare een potje van zeventien millioen kon worden opzij-gelegd, om dit te besteden voor militaire uitgaven, van welk be drag wie is bereid, liet tegen te spreken een zeer groot aan den strijkstok hangen blijft weer op ziin stoel. „Zoo bedoel ik bet niet," zei hg. ,lk wil je enkele betronwbare feiten mededaelen en zelf handelen met de zekerheid, dat de werkelijke Wonter Hoytsema mg niet in den weg kan komen. Dat is alles.' De anderen grinnikte. „Draal het maar, zooals je wilt," zei hg „Je kunt op mg rekeDen Vermeer tastte naar de flesch, om op hnn succes te drinken, toen er plotseling op de denr werd geklopt. „Ga zien, wie daar is,* fluiBterde Vermeer, die onder het blanketsel bleek was geworden en nn naar zgn slaapkamer snelde. Meinesz trad binnen. „Waar is Dolf?" vroeg hg haastig. „In zgn slaapkamer. Hg zal dadelgk hier zgn. Wat scheelt je Je ziet er zoo ngdig uit". „Ik ben erg ongelukkig geweest. Ik was vandaag bg mevrouw Van Dorp, toen Hoytsema binne kwam. Hg herkende mg terstond, riep mg naar buiten en behandelde mg als een hond. Alleen op voorwaarde, dat ik juffrouw Van Dorp nooit weer zon ontmoeten, stemde hg toe, mg niet aan de kaak te stellen. Mgn laatste kans is nu weg. Ik was dwaas ge noeg om te denken, dat jg het meen de, toen jg zwoer Hoytsema om geep te helpen." Vermeer, die elk woord had ge. hoord, verscheen weer. „Weet Hoytsema, dat de heer Ber- Mocht hierop het bevestigend ant woord worden gegeven, dan wenschen wij onzerzijds de vraag te stellen waarom is er dan nooit een cent be schikbaar voor sociale doeleinden Aan de .1 uni-stembus verweten de kerkelijken ons gij drijft een slechte politiek, door het volk Staatspensioen in het vooruitzicht te stellen, hoewel ge zeiven, vrijzinnigen, weet, dat daar voor het geld niet te vinden is. Wat werd nu in het vooruitzicht Een Staatspensioen van hoogstens drie gulden voor een los-loopend per soon, van vijf gulden per week voor man en vrouw. Dit zou kosten veertien millioen gul den in het jaar. En dat geld, de cleriealen verzeker den het bij hoog en bij laag, zou met den besten wil ter wereld niet te vin den zijn. Maar zeventien millioen voor militaire uitgaven, komaan, men stampt ze zoo maar uit den.grond! Welk een grove, ergerlijke misleiding 1 Als de armen vragen, de ouden van- dagen vragen, de zieken vragen, de invaliden vragen, de werkloozen, vra gen, dan is er geen geld. Maar als het militaire monster even knort, dan zijn de cleriealen onmid dellijk bereid, zijn muil met kostelijke millioenen te stoppen. Hel Nederlandsche volk is evenwel verstandiger. Indien een referendum werd uitge schreven over de grove geldverspilling, waarvoor de nltra-militairistische drij vers op het oogehblik zoo ijveren, dan zou voo'r de plannen nooit en te nimmer een meerderheid te vinden zijn. Want ons volk is niet militairistisch. Voor de handhaving onzer neutrali teit willen wij offers brengen, doch geen cent meer, dan strikt noodig is. Om echter mee te doen een klein land als het onze aan den onziu- nigen wedloop der groote mogendheden op militair gebied, daarvoor dienen wij het .Nederlandsche volk te waarschu wen, zoo ernstig mogelijk. De kostelijke belasting-penningen kunnen heel wat beter worden besteed. In een volgend artikel komen wij nader op deze kwestie terug. Buitenland. De hervorming van de land wetten in ingeland EDgoland blijft bet land van goede en gezonde sociale wetgeving, het land waar een liberale en vooruit strevende regeering zich door geen moeilijkheden of krachtigen tegen stand laat onthouden, om in te grijpen, waar zfj dit in het waarachtig staats belang noodzakelijk oordeelt. Tan duidelijkste is dit dtzer dagen nard Meinesz Wouter De Kegt's stief zoon is?" vroeg hij. „Dat weet ik niet. Maar dat kan hj gemakkeiyk te weten komen'. „Dat denk- ik niet Nu jij beloofd hebt, voortaan by die juffrouw weg te blijven, zal h|j je naam zelfs niet weer noemen. Pas maar op, dat Min nie je niet ziet, eer haar hart gebro ken is om Wouter Hoytsema. Je kunt er zeker van zyn, dat het zal gebeu ren. Dan is het jouw beurt." XVII. Wonter's weg ging over rozen ge dnrende deze heerlijke dagen. Hy had zjn wederhelft gevonden. Zfjn leven was nu volmaakt gelukkig, de wereld suhoon en de toekomst heeriyk. Het eenige onaangename was zyn ontmoeting met Meinesz. Vermeer had gelijk gehad, dat Hcytsema nooit den naam van den indringer in tegen woordigheid z$n?.r verloofde zon noe men, maar h|j had een bediende naar den naam van dien heer gevraagd en vernomen, dat het een meneer Meinesz was. Den vorigen Woensdag was hij mevrouw Van Dorp door een vriend voorgesteld in haar nieuwe woning op den Westersingel. Maar hoe kwam mevrouw Van Dorp op den Westersingel? Toen Minnie verlegen had beproefd, haar aanbidder te doen begrijpen, dat de afstand tussehen een millionnair en een jonge dame, die op het tooneel zong, te groot was, had hij zieh daar. weer gebleken bfj de dcor den Engel schen minister v„n Financ'ën, Lloyd keorge, te Bedford gehouden rede voering, waarin by de macht der grondeigenaars becritiseerd en ver oordeeld heelt. Hy schetste die macht als een bjna absolute, daar het den Engelschen grondeigenaar volkomen vrR staat.zijn land niet te doen bebouwen, zyn gebouwen te sloopen en zyn onder- hoorigon willekeurig allen toegang tot do r.am tcebehoorondo landstreken' ta ontzeggen. Dat dit niet uitsluitend op theoriën berust, bewyzen o.a. de Scbotsche Hooglanden en Ierland waar onaf zlonnare landstreken, vroeger be woond, thans in wildernissen her schapen zijn, nadat de bevolking bj duizenden en duizenden emigreerde, en al is in de laatste jaren in deze streken de macht der grootgrond eigenaars wit beperkt, in Engeland en Wales hebben zij nog volkomen bet reebt, het land iedere bebouwing te onthouden. Dit stelsel te breken, achtte Lloyd George zich tot taak gesteld. Want da gevolgen van dit nood lottige stelsel hebben zieh over het geheele r|jk doen gevoelen. Al heeft Engeland een vruchtbaren bodem en een uitstekend klimaat, toeh is bet aantal personen, dat zich daar met den landbouw bezig houdt, in vergelijking met andere landen, be droevend klein. In verhouding tot andere landen toch is er geen r|jk in Europa, dat zooveel onontgonnen land bezit als Engeland en waar dit land ln alle opzichten vooruitging,is het teekenend, dat het aantal personen, in den land bouw werkzaam,gedurig verminderde. De loouen van de veldarbeiders zijn veel te laar en hun werktyden z(jn bjjzonder lang, waarbij nog komt. dat de omstandigheden, waaronder deze mensehen werken, buitengewoon on gunstig ^{jn. Vroeger had byna iedere veldarbeider zijn stuk land in bezit, thans is het hem door een parlement van grond eigenaren ontnomen en wanneer niet het ouderdomspensioen den meesten van deze mensehen eenige verlichting bracht, dan zouden zij ln de kommer volste omstandigheden hun leven moeten eindigen. Behoorlijk loon voor den arbeider is noodig, verklaarde Lloyd George, en bovendien algeheels verbetering van de levensomstandigheden der land arbeiders, waarbij ln de eerste plaats hun uitzicht op eigen grond en het genot van de opbrengBt daarvan moet worden gewaarborgd. Hulp van den staat voor aankoop, zonder te groote belasting van de ge meenschap, is daarbjj een eerste ver eischte. Deze mededeelingen van den minis ter stennen hoofdzakelijk op een onderzoek, kort geleden Daar de toestanden in het landbonwbedr{f ingesteld. Dat de commissie van onderzoek van door niet laten afschrikken, maar was den volgenden morgen jhr. De Jong van Nieuwkoop gaan opzoeken. Het gesprek was stormachtig aan den eenen kant en dringend aan den anderen. Wonter had genoeg van mevrouw Van Dorp's geschiedenis ge hoord, om in staat te z|jn, hem eenige onaangename feiten onder het oog te bren gen. Daarna deelde Wouter jhr. De Jong van Nieuwkoop mede, dat de toekomst zijner nicht belangrijker was dan zijn eigen waardigheid. Hij moest zich ver nederen om harentwil. Verschillende procureurefirma's kwa men er by te pas, en toen kon jhr. De Jong van Nieuwkoop, zonderling genoeg, z(jn stiefzuster berichten, dat sommige speculaties, waarin hi) baar fortuin had belegd, goed geslaagd waren. Een vermogen van dertig dui zend gulden zou baar terstond over gemaakt worden en z{ bezat een in komen van minstens tien duizend gulden per jaar gedurende het overige van haar leven. De arme dame geloofde eerst niet aan zulke wonderverhalen, maar een procureur, niet die van jhr. De Jong van Nieuwkoop, zend haar eene cheque voor het hooge bedrag en bevestigde het verhaal van haar onbetrouwbaren bloedverwant. Zij betrok dus een huis op deftigen stand en haar vroegere vrienden ver welkomden haar met open armen, en de lieve .vrouw dankte de Voorzlenig- de zUde der landeigenaren daarbij groote tegenwerking ondervond, laat zieh begrijpen. De nltlatlngen van Lloyd George, hoezeer door de grondeigenaars ook veroordeeld, z|Jn Inderdaad kenschet send voor de Engeleehe landbouw- toestanden. Minder dan 4000 personen hebben in Engeland toch de helft van den bebouwbaren grond in eigendom en velen daarvan laten dien grond, 't z(j voor de jacht, 't z|j voor aDdere doeleinden, braak liggen, verbinderen daardoor de nltbrelding van den land bouw en werken den verderfelflfeen trek naar de groote steden ln de hand. Al z(jn, sinds 1909, de braak liggende landeryen door speciale belastingen getroffen, de regeeringsmaatregelen schijnen tot nu toe niet scherp genoeg te zijn geweest om het kwaad te be- stryden. De jongste redevoering van den Engelschen minister wijst er evenwel op, dat de regeering zich voorgenomen heeft, het euvel krachtig aan te tasten om zoodoende het kwaad tot een minimum te beperken. De toestand In Mexico. De regeering der Vereenigde Staten zit met de Mexleaansche kwestie wel een beetje verlegen. Want Huerta is geen man gebleken, die zich door diplomatieke nota's en dreigende demonstraties bang laat maken en om daadwerkelijk in te grypen in de Mexleaansche gebeurte nissen is iets, waartoe zelfs de regee ring te Washington niet licht zal overgaan. In de Mexleaansche wateren bevin den zieh gernlmen tijd eenige Ame- rlkaansehe oorlogschepen, die waar schijnlijk vooreerst niet teruggeroepen zullen worden, al beeft president Huerta ook verklaard, dat h|| hun ver blijf na den 25ston October niet langer zon dulden. Den dag daarop hebben in Mexico de groote verkiesingen voor het parle ment en voor het presidentschap plaats. Nu reeds verklaart men te Washing ton,' dat men deze verkiezingen niet au serleux kan nemen, wat wel een bewijs is, dat men van te voren weet, dat zij ln Huerta's voordeel zullen nltvallen. De Tim'» acht de houding van de regeering der Vereenigde Staten on logisch. Wat toch heeft men er zich te Washington van aan te trekken, wie er president is, wanneer werkelijk blijkt, dat het land een periode van rust en welvaart tegemoet gaat aan het vroegere openlyke dictatorschap van Porfirio Diaz heeft toeh ook de Amerlkaansohe regeering nooit aan stoot genomen. Zoolang de beschaving van bet Mexleaansche volk niet op hooger peil ls gebracht, zjjn geen zuivere verkiezingen te waehten. Hoofdzaak is nu, dat het leger den president, wie dit dan ook mag zgn, trouw blijft. Dit ls het geval met Huerta en daarom zou zijn aanblijven held, dat haar dochter nn de attenties van zoo'n r(jk man als Wouter kon aannemen. ZQ vermoedde volstrekt niet, dat de ongeduldige Wouter de zaken zelf zoo had geregeld. H|j wilde niet, dat zijn verloofde arm tot bem zou komen. HQ wilde haar een hoogen rang geven en het was beter voor haar, dat h|j haar alt de rflen van haar itandgenooten trouwde. Men moet Diet denken, dat hij een haastige beslissing had genomen. Het was hem, alsof Minnie en hij elkaar alt|jd van hun Jeugd at hadden gekend. Niet door een -toeval had h(j haar in den avond van den val van den me teoor ontmoet, en 't was ook geen toeval, dat hjj haar na zooveel tjjd terugzag. Het was zijn moeders werk. Hjj was trouw aan haar herinnering zij bleef hem beschermen. Op den dag, dat Minnie toestemde, zijn vrouw te worden, liet h|j haar zfln moeders portret zien en vertelde haar dat geloof. „Een goed zoon wordt een goed echtgenoot," fluisterde zij met tranen in de oogen. „Mama zegt, dat ik een goede doohter ben geweest, en ik zal traehten een goede vrouw te worden, Wouter." Zij hadden het toppnnt van aardsch geluk bereikt. Die gedaehte vloog Wonter ook door het hoofd, toen Minnie en hij eens over de toekomst spraken. Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1913 | | pagina 1