N°. 105 1915
Zaterdag 6 September,
i008te jaargang.
De heer Van Houten spreekt.
Bij dit ho. behoort ees
19 FEUILLETON.
Liefde's Loon.
Ob uitgave dezer Courant geschiedt,Maandag-, Woensdag- en'Vrydagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prjs per kwartaal, In Goes f 0,75b huiten Goes, franco f 1,25.
Afzonderiyke nommers 5 cent.
Inzending: van advertentiön op Maandag en Woensdag:
vóór a uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
COURANT.
De prgs der gewone advertentiSn is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ot
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prys slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweiyk- en doodsberichten en do daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels 1,— berekend.
BewQsnummers 6. cent.
Telefoonnummer 83, Directeur G. W. van Babneveld. Uitgave van de Naaml.Veanootsefeap „Goesehe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Mr. S. van Houten schijnt geen
afscheid te kunnen nemen van het
politieke tooneel. Ofschoon hij zelf be
seffen moest, dat zijn rol uitgespeeld is,
tracht hij telkens en telkens weder op
den voorgrond te treden en loopt ernstig
gevaar, zich belachelijk te maken. Het
geen ons ten zeerste spijten zou van een
Staatsman, die destijds iemand van
gezag was.
Maar de heer Van Houten heeft de
fout van zoovelen, die eenmaal iets
beteekenden zij willen niet gelooven,
dat ook voor hen de tijd van gaan
aanbreekt, noodzakelijkerwijze aanbre
ken móét.
Mr. Van Houten heeft na eenig be
raad besloten, de uitgave van zijn
Staatkundige Brieven voort te zetten,
ofschoon gelijk hij bescheidenlijk
doet opmerken het doel zijner laatste
serie bereikt isDie serie had tot
neventitel /Liberaal strijd- en werk
program voor 1913/' en heeft, zooveel
als eenig pers-product vermag, er toe
bijgedragen, om de vanouds liberale
burgerij kloekweg tegeii een regeering
partij te doen kiezen, die evenmin als
de sociaal-democratie iels meer gafou
vrijheid van handel en wandel, en
wier toeleg bovendien was, onze gees
telijke vrijheid te kortwieken en onzen
vrijen Staat in een twee-kerkelijk-11
ultramontaansch-orthodoxen of Papo-
Kuyperiaauschen om te zetten.
Aldus luidt de aanhef van den eersten
brief der nieuwe serie Staatkundige
Brieven, welke mr. S. van Houten het
licht zal doen zien.
Men ziet, waar hij het over zich
zei ven heeft, vergeet de heer Van
Houten, dat bescheidenheid voor den
mensch een sieraad is.
Nog sterker komt dit uit, waar hij
in ziju jougslen staatkundigen brief te
kennen geèft, dat het een onbetwistbaar
feit is, dat de twee kiezers-groepen,
welke bij den jongsten stembus strijd
deu doorslag gaven, de groepen waren,
„van welke Bronsveld en ik als woord
voerders optraden.''
Wij herhalen Bescheidenheit ist eine
Zier, doch kommt man weiter oline ihr."
Het is een sterk stukje, de heeren
Bronsveld en Van Houten voor te stellen
als de woordvoerders der kiezers-groepen,
aan wie het feitelijk te danken is, dat
een einde werd gemaakt aan het bewind
van Heemskerk en consorten. De heer
Bronsveld, Utrechtsch predikant, redi
geert een maaudschrift, getiteld „Stem-
Wouter begreep wel, dat geheel
Botterdam du bekend was met z5n
uiterlijk en de waarde zjner mete
oor-diamanten. Die man had waar-
Behyniyk lange artikelen over hem
gelezen. Was hy niet van kleeding
veranderd, dan zou de vreemdeling
zijn identiteit terstond hebben ont
dekt, nu was de man in onzeker
heid. Waarom was hy weggeioopen,
jaist, toen hy Iets wilde zeggen Had
hü iets gehoord Welnu, de deur was
gesloten, en het hnis alleen aan de
voorzijde te bereiken Wouter besloot
wakker te biyven tot bet aanbreken
van den dag. Dirksen's schop stond
bü het vuur, dat was, in geval van
nood, een vreesel{jk wapen, dat hy
niet zou aarzelen te gebruiken. Hy
zuehtte, want hy was zeer vermoeid,
maar het was bepaald noodig te bly-
ven waken. Hy kon nu evengoed
doorgaan met pakken, later, als het
lieht uit was, zou het beter zyn uit
de buurt van het venster te bljjven.
Daarom nam hy z{jn bundeltje kleeren
en legde dat op de pakjes erts en
diamanten en stak de hand uit naar
de brieven op den Btoel achter hem.
Op dat oogenblik hoorde hg weer
voetstappen, maar cu kwamen ze van
den ingang der steeg en hun vaste
regelmaat kondigde de nadering aan
men voor Waarheid en Vrede", dat,
het moge dikwijls rake politieke over
zichten bevatten, waarin het huichel
achtig gedoe der zoogenaamde politieke
„christenen" gegeeseld wordt, in zeer
bescheiden kring gelezen wordt, en de
heer Bronsveld zal de eerste zijn, om
te erkennen, dat zijn beschouwingen
door geheele of gedeeltelijke overname
in de dagblad-pers tot meerdere bekend
heid zijn gekomen. En het woord des
heeren Van Houten, afgedrukt in zijn
„Staatkundige Brieven" zou, nam dik
werf de pers óók zijn artikelen niet
over, slechts tot enkele tientallen
weerklinken.
Als men dan durft beweren, dat het
te danken is aan den schrijver dezer
weinig-gelezen Brieven, dat een einde
werd gemaakt aan het clericaal regime
van 19081918, dan moet men toch
verzuchten in het huis van zóó iemand
zal de bescheidenheid zeker nimmer
onder-dak vmden.
Voor welke groep voert de heer Van
Houten het woord f
Het is gemakkelijk, deze vraag te
stellen. Doch de beantwoording levert,
althans voor ons, onoverkomelijke
moeielijkheden op. Bij de vrije liberalen
behoort hij evenmin meer thuis als de
heer Van Karnebeek. En van een nieuwe
partij, de partij-Van Houten, hebben
wij bij ons weten nog nimmer gehoord.
Het optreden van den heer Van
Houten, dien wij het best als een
„wilde met zeer conservatieve allures"
beoordeelen, wordt door de tegenstan
ders der vrijzinnigen clericalen
en sociaal-democraten met innig
genoegen gadegeslagen. Zij weien, dat
hij altoos de man is, die roet in liet
eten gooitzij weten, dat geen enkel
vrijzinnige zijn woorden voor zijn ver
antwoording nemen kan of mag, en
toch speelt rood en zwart den heer
Van Houten tegen de vrijzinnigen en
hun politiek uit. Daarom kan er niet
genoeg onzerzijds de nadruk op gelegd
worden, dat de heer Van Houten ge
heel en al buiten de politiek der vrij
zinnigen staat, al meent hij wellicht
zelf, hun voornaamste woordvoerder te
zijn.
De heer Van Houten het spijt,
ons, over een man, die ontegenzeggelijk
groote verdiensten eenmaal had, een
dergelijk oordeel te moeten neerschrij
ven meent, dat hij, en hij alleen,
regeeren kan. Men roepe zich even in
het geheugen terug, hoe hij oordeelde
over den heer Goeman Borgesius, toen
deze in 1905 door de Koningin met
de Kabiuets-formalie werd belast, en
hoe zijn houding was tegenover het
vrijzinnig Kabinet-De Meester. En thans
schrijft hij, het politiek veldheers-talent
van dr. Bos, die vóór mr. Cort van
der Linde met de Kabinets-formatie
van Iemand, die geen byzondere reden
had, zü'n bewegingen te verborgen.
De jongen luisterde ademloos. De
naderbü'komende bereikte zijn denr,
ging voorbij, bleef buiten het venster
staan, en toen gluurde een ander ge
zicht over het gordyn.
Ditmaal was het een agent van
politie.
Ben oogenblik zagen zy elkaar ver
wonderd aan. Toen kwam de agent
zoo dicht by, dat zfin helm tegen een
glasruit drukte. Hy grinnikte vrien-
deiyk en riep„HolaIk moet je
spreken."
Begrijpende, dat hy het best zou
doen met dadeiyk te gehoorzamen,
sprong Wonter naar de deur en opende
ze. De agent naderde.
„Ik hoop, dat ik je niet heb doen
schrikken," begon h{j, „maar ik keek
toevallig naar binnen
lk ben Integendeel lieel big, u le
zien," viel de jongen hem in de rede.
„Ik ga hier morgen weg. Zooeven,
terwijl ik wat goed inpakte, kwam
een man van een zeer ongunstig uiter
lijk over het venster kijken evenals
u deedt."
„Zooeven?" vroeg hy. „Je wilt zeg
gen een tydlang geleden."
„Neen, neen. Geen halve minuut
eenige seconden geleden."
„Maar waar kan hy dan zyn? Hy
iB niet uit de steeg gekomen, anders
had ik hem moeten zien. Ik liep op
den Sehisdamschen Dyk heen en weer
en niemand is er den laatsten tyd
uitgekomen.
was belast, ernstig in twijfel te moeten
trekken.
Wie deugt in de oogen van mr. Van
Houten dan feitelijk wel
Het is geen flauwe spotternij, als
wij daarop dit antwoord geven hij
zelve alléén. De man, die zijn eigen
kieswet eenmaal noemde „de mensehe-
lijkerwijs gesproken volmaakte" en
hoevele fouten kleven haar niet aan
kan nu eenmaal niet gelooven, dat
er iemand is, die de regeerings-taak
beter zal vervullen dan hij.
Wij denken waarlijk niet gering
schattend over den heer Van Houten,
die eenmaal, in Thorbeoke's tijd nog,
tot den radicalen vleugel der liberale
partij behoorde. Wij geven hem gaarne
den tol zijner verdiensten.
Maar den heer Van Houten voor te
stellen als den voornaamsten woord
voerder der vrijzinnigen daarvoor
behoort nu toch eindelijk wel eens een
stokje gestoken te worden.
Uit Iries/and's Staten.
Den 19den September zullen de S' aten
van Friesland een lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, in de vaca
ture Lely, benoemd tot Minister van
Waterstaat, hebben aan te wijzen.
De verhouding in de Fricsche Staten is
27 links en 23 rechts. De linkerzijde
moet weder gesplitst wordeu in 14 vrij
zinnigen en 13 sociaal-democraten.
Van den rooden vloed, welke in Juni
j.l. opkwam, heeft ook Friesland zijn deel
gehad. De sociaal-democraten veroverden
op de vrijzinnigen voor de Tweede Kamer
twee zetels Leeuwarden en Schoter-
laud en voor de Provinciale Staten
niet minder dan vijf.
Van dien groei hebben zij gebruik
weten te maken. Eén der hunnen werd
geplaatst in het college van Gedeputeerde
Staten, en het waren ook de Staten van
Friesland, die den eersten sociaal-demo
craat naar de Eerste-Kamer afvaardigden.
Deze provincie wijst vier senatoren
aan op het oogenblik drie vrijzinnigen
en één volgeling van mr. Troelstra.
Naar wij bij geruchte vernemen, willen
de sociaal-democraten thans beslag leg
gen op nóg een Eerste Kamerzetel. Zij
redeneeren aldus de vrijzinnigen tellen
in de Staten veertien leden en wijzen drie
leden voor de Eerste Kamer aan dat is
een onbillijkheid; wij, met ons dertienen,
hebben recht op de helft.
Ouder de vrijzinnige Friesche Staten
leden zijn er enkelen, die in deze aan
gelegenheid den sociaal-democraten hun
zin niet willen geven, verbolgen als
zij zijn over den afloop van het buiten
gewoon congres te Zwolle. Kan men
tot geen vergelijk komen, dan bestaat
er groote kans, dat rechts in dit
geval de lachende derde met den
zetel gaat strijken.
„Nu, dan iB hy bier ergens verbor
gen hy heeft een afschuweiyk voor
komen een man met een gebroken
neus. Ik schrok vreeseiyk, dat kan
ik u zeggen."
„Een man met een gebroken nens 1
Duivels, ik loer juist op zoo iemand!
Diefstal met inbraak en nog een paar
andere zaakjes. Wat soort man was
het? Je hebt alleen maar zyn gezicht
gezien, denk ik?"
De agent deed een stap achteruit
en liet het lieht van zün lantaarn
sehynen op de vervallen gebouwen.
„Een lange kerel," zeide Wouter,
„langer dan u, want ik kon zü'n kin
zien over het gordyn. Hy had een dik
gezicht, met uitpuilende oogen
„By den hemel, dat moet de „Harde"
zyn!" liep de agent uit. „Waar kan
hy zyn gebleven Het is gevaarlyk,
hem zonder hulp aan te pakken,"
voegde hy er zachter by.
„Wilt u niet een oogenblik wachten,
dat ik hulp ga halen zei Wouter
angstig. De agent scheen te aarzelen.
Hy wilde toch liever de eer van de
vangst alleen hebben.
„Neen," zei hy koppig. „Als hy hier
is, zal ik hem alleen gevangen nemen."
Weer liet hy zyn zoeklicht over de
steeg gaan, toen trok hy vlug zyn
overjas uit en maakte gordel en lan
taarn weer vast.
„Nu ben ik klaar voor hem," grin
nikte hy. „Breng mUn jas in bnis,
jongen, en bljjf zelf met de kaars in
de hand by de dear staan. Als je iets
ziet, roep het my dan toe."
Tot zoover het bericht, dat wij
als gerucht weergegeven heden uit
Friesland ontvingen.
Wij hopen van ganscher harte, dat,
mocht het meer dan een gerucht zijn,
men tot een vergelijk zal komen. In
geen geval mag de Eerste Kamer-zetel,
opengevallen door de benoeming van
dr. Lely tot Minister van Waterstaat.,
aan de clericalen ten deel vallen. Het
zon al te erg zijn, als Friesland nu
weer ging verknoeien, wat Zeeland goed
heeft gemaakt.
Met groote belangstelling zien wij
den afloop der stemming op 19 Septem
ber in Friesland's Staten tegemoet.
Buitenland.
De onlusten te Dubiin.
Een volk, hoe ook onderworpen aan
tal van wetten en verordeningen, boe
ook beperkt in zyn handelingen, heeft
zekere overoude rechten, welke het
zich niet laat ontnemen.
Welke nieuwe bepalingen het wet
boek ook mogen aanvullen, welke
voorschriften door hoogere en lagere
autoriteiten gegeven kunnen worden,
het volk kent zyn rechten en stelt ze
minstens even hoog als zyn plichten.
Steeds waren het, naast ongezonde
economische toestanden, de inbreuken
op dia overoude, meeren deels door de
grondwet gewaarborgde, rechten,
welke aanleiding gaven tot hevige
botsingen tusschen het volk en de
daarboven gestelde autoriteiten.
Het volk houdt zich aan zyn rechten
en trekt te velde tegen alles wat deze
bedreigt, de autoriteiten handhaven
daartegenover hun gezag en gebruiken
zoo noodig het ruw geweld, de militaire
krachten, welke hun als staatsdiena
ren ten dienste staan.
De onlusten, dezer dagen te Dublin
voorgevallen, zyn het bewfjs, hoe volk
en gezag in botsing komeB, wan
neer een der voornaamste, oude
volksrechten, zy het dan ook tydeiyk,
in het gedrang komt.
De overheid achtte het, met het oog
op de staking der trambeambten
noodzakeiyk, het vrye woord in open
bare vergaderingen te verbieden en
het is dit verbod geweest, dat de
rechtstreeksche aanleiding was tot de
hevige botBingen tusschen betoogers
en politie, waarby tal van gewonden
en zelfs eenige dooden het slachtoffer
zUn geworden.
Maandagavond hebben, zooals we
reeds meldden, de ongeregeldheden
zieh herhaald. De politie werd uitge
jouwd en met steenen gebombardeerd,
wat telkens weer een charge ten ge
volge had.
Toch waren dit nog maar betrek-
koiyk onbeteekenende relletjes.
Tegen middernacht namen de onge
regeldheden een ernstiger karakter
aai In het zuiden van de stad ver
nielde een groote bende de winkel-
Wouter gehoorzaamde. Deze toebe
reidselen voor een gevecht op leven
en dood waren juist iets voor hem,
zooals voor eiken Hinken jongen van
vyftien jaar, die heeft opgehouden
roovertjs ta Breien.
Da agent tastte naar zijn wapenstok
en begon de steeg zorgvuldig te onder
zoeken. Hy had nog slechts eenige
meters afgelegd, toen er een luid ge
rinkel van gebroken glas werd ge
hoord. Het gebouw aan de andere
zyde bad eea paar vensters, die van
achteren op een andere plaats uit
zagen. Blijkbaar had da „Harde" met
den gebroken neUB ongezien de be
wegingen van den agent gevolgd.
Ziende, dat ontdekking naby was,
zocht hy een beweging achterwaarts
uit te voeren.
De agent vloog onmiddeliyk naar
de deur van het hnis, waaruit bet ge-
luid kwam en stiet die met geweld
open. Hy verdween er binnen en
Wouter sloot snel zijn eigen deur en
snelde ook naar de plaats van het
onheil, zyn kaars met de hand be
schuttende.
Hoe vlug hy ook was, hy miste toch
het eerste gedeelte van een woedend
gevecht. Toen de woeste „Harde" zieh
door een yzeren stang belemmerd zag
in zyn poging om te ontsnappen,
keerde hy zieh als razend tot den
agent. Het noodlot vervloekend, dat
zyn schuilplaats had doen ontdekken,
sprong de man, een ontslagen hoef
van reusachtige grootte, op zyn ver
volger toe.
ruiten en trachtte de tramrails op to
breken, terwyi de politie met flesschen
en steenen gegooid werd.
In een oogenblik waren politie en
burgers in een hevig gevecht gewik
keld, straatsteenen werden uitgebroken,
lantaarns uitgedraaid en in de duis
ternis sloeg men op elkaar in. Eerst
toen de politiemacht belangryk ver
sterkt was, slaagde zy er in, meester
van het terrein te worden.
Het groot aantal gewonden ver
meldden wy reeds, het is een bewys
voor de heftigheid van het volk, dat
zich in een zyner oudste rechten
miskend waande.
Woensdag is een vergadering van
werkgevers gehouden, ter bespreking
van den toestand en inmiddels zyn
van alle zyden tal van klachten over
het optreden der politie vernomen.
Verscheiden jonrnalisten beschuldi
gen het politiecorps van onnoodig ruw
optreden en ook een parlementslid
heeft zich reeds in dien geest uitge
laten. Tal van onschuldige voorby-
gangers, die van de kerk of van een
wandeling terugkeerden, sehynen op
ergeriyke wyze mishandeld te zyn.
Het vakvereenigingseongres te
li an Chester heeft een groot deel van
zyn laatste zitting gewyd aan de
bespreking van de gebeurtenissen te
Dublin. Ten slotte werd een commis
sie benoemd, welke zieh naar Dublin
zal begeven om daar niet alleen te
stryden voor de vryheid van spreken
en vergadereD, maar tevens om een
onderzoek te doen naar het optreden
der politie.
De ochtendbladen brengen nog eeni
ge byzonderbeden.
De patroons te Dnblin binden den
strü'd aan tegen het Iersehe Verbond
van Transportarbeiders. De steenko-
lenbandelaars hebben Woensdag al
bun arbeiders die jdaar lid van zyn
uitgesloten. Dat zyn er meer dan
duizend. Op een vergadering van 400
groote patroons is Woensdagavond
besloten tegen dat verbond front te
maken. De meeBten teekenden een
belofte om voortaan geen leden van
dat verbond meer in dienst te nemen,
en ook eiken werkman, die niet een
redeiyk bevel van zyn patroon ge
hoorzaamt, onmiddeliyk te ontslaan.
Men berekent, dat er in Dublin tus
schen de 20.000 en 30.000 leden van
dat verbond zyn.
De burgemeester heeft de patroons
en de arbeiders uitgenoodigd om een
verzoeningsraad te benoemen en er
op aangedrongen, dat er een korts
wapenstilstand zal worden gesloten
om de Btad te behoeden voor de
verschrikkingen van een vreeseiyken
strijd.
Uit vrees voor verdere onlusten is
de politiemacht in Dnblin verBterkt.
Woensdag werd een werkman begra
ven, die overleden is aan de gevolgen
van stokslagen, welke hy Zaterdag van
de politie had opgeioopen. Het kerk
hof ligt acht kilometer bniten de stad,
toch waren er, meldt de Daily Mail,
De agent had nog jnist den tyd zyn
gummistok te grypen, maar reeds had
zyn tegenstander hem aangegrepen
en eer er tien seconden verloopen
waren, betreurde de agent bitter zyn
trots, welke hem bad belet,hulp te gaan
inroepen. Want hy was liehameiyk
niet tegen dien man opgewassen, of
schoon hy dapper was en moedig
voeht.
Juist toen Wonter binnentrad, viel
de agent, half gesmoord, op den grond,
met zyn vyand over hem heen. Byna
was Wonter ook gestruikeld over zyn
gummistok. Dieu te grüpen en met
kracht neer te doen dalen op den schedel
van den „Harde", was voor den jongen
het werk van een oogenblik. De boef
gaf een zonderling, hijgend geluld en
viel bewnsteloos op zyn overwonnen
vyand neer.
Toen stond de jongen daar als ver
steend van schrik. De twee mannen
lagen zoo stil, dat hy zieh verbeeldde,
dat belden dood waren. De politie by
te staan is al erg, maar een man te
dooden is verschrikkelijk. Hy wilde
geen moordenaar zyn. Hy bleei hen
aanstaren en het was een groote ver
lichting voor hem, toen hy hen hoorde
ademen. Eindeiyk bevrydde de agent
zich van bet reusachtige lichaam van
zyn vyand en richtte zieh op.
Hy haalde diep adem en bracht toen
hygeud uit:
„Dank je 1 Jehebt myn leven gered 1"
Wordt vervolgd.)