N°. 98 1918 Donderdag 21 Augustus, 10ü9te jaargang. (l| RAV1 Wantoestanden. ia FEUILLETON. Liefde's Loon. GOESC De uitgave dezer Courant geschiedtjMaandag-, Woensdag- en'VrJdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prjs per kwartaal, In Goes f 0,75, buiten Goes, franco f 1,25. Afzonderlijke nommers 5 cent. Inzending van advertentlën op Maandag en [Woensdag vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. De prfls der gewone advertentlën is van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ct lij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend Bewjsnummers Speent, Telefoonnummer 83. Directeur G. W. van Bahneveld. - Uitgave vau de Naaml.Vennootschap „Goesche Courant". - Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. Men weet hetvoor velen is het militairisme een heilig huisje. Als men spreekt van bezuiniging op oorlogs uitgaven, krijgt men in den regel den wind van voren. Dan heet zulks on mogelijk. En men gaat schermen met uitdrukkingen als „de weerbaarheid van het dierbaar vaderland", „de offers, welke ieder recht-geaard vaderlander veil heeft te hebben voor het zelfstandig voortbestaan der uatie" en dergelijke meer, als er absoluut geeu aanslag op ouze weerbaarheid of de zelfstandigheid der natie wordt gedaan. Wij zijn de laatsten, die offers zouden willen weigeren voor het handhaven onzer neutraliteit, als die neutraliteit in het gedrang zou komen. Daarover gaat de zaak dan ook niet. liet gaat over het kostbare staatsgeld, dat de militaire moloch opslokt, zonder dat het onze weerbaarheid ten goede komt. Nu zegge men niet, dat zulks in ons land niet het geval is. Ongeveer driejaar geleden kon het Ne- derlaudsehe volk zich verblijden met de instelling eeuer bezuinigings-commissie. Taak dier commissie was te onderzoeken, of de voor Oorlog uitgegeven gelden wel doelmatig worden besteed. Geruimen tijd verluidde niets van dat onderzoek, doch eindelijk zijn een tweetal verslagen gepubliceerd. Dit is nog maar een voor- loopige afrekening, want er komt naar alle waarschijnlijkheid $og veel meer. Die verslagen hebben ons wat te leeren. Want het vermoeden, dat er in onze leger-administratie ergelijke ge vallen van geld-verkwisting voorkomen meestal het gevolg van de sleur van den heiligen bureaucratius is er door bewaarheid geworden. We treffen allereerst aan een post van viertien duizend gulden, welke jaarlijks uitgetrokken wordt voor een rijkspost duiven-dienst. Waar dient nu in naam van den lieven vrede deze post toe? Heb ben wij geen uitgebreid telefonisch net Zijn wij niet in het bezit van telegrafie, met en zonder draad Het zal toch waar lijk onze weerbaarheid niet schaden, als op een volgende begrooting deze post geschrapt wordt. Er wordt jaarlijks een lieve hand geld uitgegeven voor het gebruik van rijwielen enz., het benoodigde voor vervoer, reis- en verblijfkosten enz. De bezuinigings commissie moet tot het droeve oordeel komen, dal het haar niet doenlijk was, een juist inzicht in deze diensten te krij gen uit georek aan de noodige ge gevens. Wil men duidelijker bewijs, dat het met onze leger-administratie niet in orde is VI. Wouter wist, dat hem een nieuwe beproeving wachtte. Hoe zon het hem mogelijk zjn, zjn geheim te bewaren tegenover het gezag van den man, wiens doordringende blik nn op hem rustte Toch wilde hij z(jn naam niet opgeven, maar ook niet liegen. Nooit weer wilde hj zich vernederen, een uitvlueht te zoeken. .Wouter De Kegt begon de pre sident. ,Ik heet geen Wonter De Kegt," viel de de jongen hem in de rede. ,Hoe heet je dan „Dat wil ik niet zeggen, meneer, ïk wenseh niet oneerbiedig te zijn, maar het feit, dat ik als een misda diger word behandeld, nn ik mjn eigendom wenseh te verkoopen, waar schuwt mij, wat lk kan verwachten, indien ik openlijk zeg, wie ik benen waar ik woon. Men zon rnü berooven en allen, waarmee lk in aanraking kom, zonden mj bedriegen. Ik heb honger geleden en ben geslagen, om dat ik trachtte mjn brood te verdienen. Ik werd gisteren geslagen, omdat ik een meisje het leven redde. Ik werd dezen morgen gevangen genomen, omdat ik openlijk naar een handelaar ging, om eenige mijner diamanten te verkoopen. Ik wil dat gevaar niet meer loopen. U knnt mij gevangen zetten, maar n kunt mj niet dwingen De commissie dringt a.m op juistere ramingvan de uitgaven voor verplaatsing van personen, paarden en goederen. En wel merkwaardig is de opmerking, tus- schen haakjes in haar conclusie gemaakt „Het komt der commissie voor, dat met meerdere juistheid wordt geraamd,sedert door haar het onderwerp „Vervoer" in studie wordt genomen. Maar dat is de openlijke erkenning, dat er in de leger-administratie ongerech tigheden bestaan Nog een frappant staaltje. In het rapport der commissie lezen wij o.a.„Het is noodig, de bedragen voor de vergoeding voor liet gebruik van eigen rijwielen in het belang van den dienst, te herzien en meer gelijk heid in de regeling te brengen, waar bij het toe te kennen bedrag niet afhan kelijk mag ziju van den rang van den eigenaar, doch van de diensten, welke van het rijwiel worden gevorderd". Wat leeren wij hieruit? Dat aan een luitenant hooger vergoe ding wordt gegeven dan aan een soldaat voor het zelfde gebruik van een eigen rijwiel Ongelooflijk,, maar waar De commissie geeft in de beide gepu bliceerde verslagen een aantal aanbe velingen ter bezuiniging van de ver voerkosten. Men kan er van verzekerd wezen, dat in de nog te wachten ver slagen heel wat meer ongerechtigheden aan den dag zullen koinen. Ons volk is geen militant volk. Het. betaalt met weinig animo de uitgaven, de steeds hooger wordende uitgaven voor mili taire doeleinden. Wat zal dat volk zeggen, als het tot de keunis komen moet, hoe roekeloos met zijn kostbare belasting - penningen wordt omge sprongen Hier moet worden ingegrepen met forsche hand. Er valt een Augias-stal te reinigen. Is dit geen mooie taak voor de komende vrijzinnige regeering f Als zij ook hier naar de regelen der democratie te werk gaat, als zij zorgl, dat die ergelijke geldverspilling en die vervloekte sleur (welke, tusschen haak jes, nog zeer kostbaar is tevens) een einde gaan nemen, dan verdient zij ook op dit gebied zonder twijfel den dank der natie. Buitenland. Sabelgekletter. Zal de vrede op den Balkan duur zaam zijn Het is te vreezen van niet. Want nu reeda komen geruchten van ernstige verwikkelingen uit den Ëalkanhoek Enropa opnieuw veront- tot spreken. Als n een eerljk man zijt, moet n mij mijn diamanten teruggeven en mj vrij laten." De geheele rechtbank was verbluft door deze uitbarsting, de president niet het minst. „Ik wil niet met je redetwisten," zei hli bedaard. „Maar je zal zelf moeten inzien, hoe vreemd het is, zulke kostbare juweelen in het bezit van een armen jongen te vinden, hoe eer ljk en hm welopgevoed je mag zijn." „De eenige getnige tegen mij heeft gezegd, dat de diamanten niet gestolen kunnen zijn," riep Wonter nit. „Zeer waar. Daaruit volgt, dat je een meteoor moet hebben gevonden, en niet wilt zeggen waar, is dat niet zoo „Ja." „En je denkt, dat je door je naam en adres op te geven, die plaats zal verraden Daarom weiger je dus te antwoorden „Ja," antwoordde Wouter trotseh. De heer Van Heukelom boog zich over een dik boek voor hem en krab belde iets op. „Verdaagd voor een week," prevelde hij. De cipier bracht Wonter weg en de president riep Salomons, den griffier en twee inspecteurs van politie bj zich, om met hen te overleggen. Ondertn8sehen stonden de conranten vol van Wonter's avontnren. De knap ste rechercheurs werden uitgezonden, om nit te vorschen, wie Wonter was, terwijl Salomons zjn best deed, vol gens opdracht van den rechter, te weten te komen, of er in den laatsten rasten. In zijn proclamatie aan het leger heeft koning Ferdinand eenige dagen geleden er op gezinspeeld, dat Bul garije de waper.s neerlegt, maar slechts zoo lang, tot het Bterk en krachtig genoeg zal zijn, de bondgenooten, die het In den steek lieten, opnieuw zjn goed recht door do wapens te doen erkennen. Welnu, eerder wellicht dan koning Ferdinand gedacht had, zal het noodig zijn, de wapens weer op te vatten en de banieren te ontplooien. Maar geen veroveringskrijg zal het worden, geen wraakneming op de vroegere bondsstaten, die nn do beste gedeelten van den door Bulgarije ver overden buit onder elkander ver deelden. Het zal tenzij Europa bjjtjdsin- grjpt een strijd tusschen Bnlgarje en Turkije zjn, waarbij het verzwakte en uitgeputte Bnlgaarsche rjk datgene, wat het nu nog van den Turkschcn buit is gelaten, zal moeten verdedigen tegen een krachtige en goed gewapen de Turksche legermacht, die de slagen, in den jongst,en krijg ontvangen, reeds lang weer te boven is gekomen. Eigenlijk is het Turkije niet te ver wijten, dat het thans poogt, niet alleen Adrianopel to behouden, maar, door het overtrekken van de Maritza, zich daarbij nog van nitgestrekte landstra ken te verzekeren. De Turken, tot wier hulp geen enkele Europeesche mogendheid in den voorlaatstee Balkanstrjd ook maar een enkele poging gedaan heeft, gevoelen thans allerminst de behoeite en da noodzakelijkheid, de in Londen zoo netjes vastgestelde gren8ljn als onoverschrijdbaar te be schouwen. ZJ komen langzamerhand de gevolgen van den zwaren strjd te boven, het demoraliseerend besef van machteloosheid, dat de troepen na talrjke nederlagen bezielde, is van dag tot dag kleiner geworden, om ten slotte geheel te verdwijnen. Nu is het Turksche leger weer machtig en sterk, nu begint elgenljk pas het rijk van do halve maan te beseffen, hoe klein het nog maar is en hoe groot het waB, voordat de ver bonden Cbrlstenstaten, met Bulgarije aan het hoofd, zjn land annoteerden en de bewoners van de veroverde streken doodden of zegevierend voor zich uitdreven. Heel kort boven de grensljn lag Adrianopel en Enver-bei, de onver schrokken man van staatsgrepen en stoutmoedige ondernemingen, weten de, dat het volk, de groote mas sa, een herneming van die vesting als een bj uitstek vaderlands lievende daad zou toejuichen, her overde ze bjna zonder strjd op de Balgaren. Geen diplomatieke nota's, geen be zoeken en besprekingen van bulten- landsche gezanten, geen bedreigingen, die toch niet uitgevoerd worden, heb- tjd een meteoorregen was gevallen. Niemand dacht er aan, den hevigen storm in verband te brengen met de geheimzinnige diamanten, omdat me teoren gewoonljk uit een helderen hemel komen vallen. En zoo begon de jacht op den meteoor, die vele dagen lang Jverig werd voortgezet. „Heb je hem ook gevonden was de vraag, die men overal hoorde en waarop allerlei 6potternJen volgden. Het gelukte d8 politie intusschen niet, Wouter's identiteit of woonplaats te ontdekken. Twee personen Blechts hadden de politie op het rechte spoor kunnen brengen. Had de dokter, die mevrouw Hoytsema in haar laatste ziekte had behandeld, de commentaren der couranten over de spraak cn manieren van den jongen gelezen, met zjn voornaam, dan zou hj mis schien nader de zaak hebben onder zocht. Maar hj zat zelf in moeilijk heden. Een zjner recepten was ver keerd klaargemaakt, zoodat de patiënt een half ons arsenicum kreeg, Inplaats van een half ons wjnsteenzuur. Hot daarop ingestelde onderzoek gaf den dokter te veel te doeD, om couranten- nieuwtjes te lezen. De andere persoon, die inlichtingen had kannen geveo, was Dlrksen, de gewezen matroos. Nu had de Keken kamer echter toevallig ontdekt, dat de oude man, door een fout ii zjn pensioenakte, drie en dertig jaar lang een dubbeltje per week te veel had genoten. Dit had natunrljk heel wat voeten In de aarde, en voordat de zaak geregeld was, had Dlrksen geen rustig uur. ben Turkje tot nu toe uit die vesting kunnen verjagen. En nu reeds gaat door de Euro peesche pers het gerucht, dat mea zal trachten Bnlgarje en Turkje over deze kwestie tot overeenstemming te brengen. Is het dan wonder, dat, waar de eerste en meest gewaagde stap tot nu toe ongestraft bleef, Turkje thans met evenveel vertrouwen op de toe komst den tweeden doet De Turken zjn met een aanzlen- ljke troepenmacht de Maritza over getrokken, melden de telegrammen uit het Bulgaarsche hoofdkwartier. En Bnlgarje heeft dadoljk begre pen, al werd door de regeering te Konstan tinopal nog zoo gewezen op de noodzakeljkheid, de bevolking asn de overzjde van de Maritza te be schermen, dat het Turkje er om te doen was, het gebied tusschen Oud- Bnlgarje en do Egeïjche Zee tot aan de Grieksche grens te bezetten, waar door Bnlgarje geheel en al van de Egeïsche Zee zou worden afgesloten. De Grieken schjnen dat niet zoo heel erg te vinden. Zelfs steunen zJ de pogingen van het Turksche leger, een zoo groot mogeljk grondgebied te bezetten. Toen de Grieksche bevel hebber Dede Agatsj ontruimde, heeft hj don Turkschen opperbevelhebber verzocht, die streken zoo spoedig mogeljk in bezit te nemen, aangezien de bevolking daar op de Bnlgaarsche overheerscblng niet erg gesteld was. Van een nauwkeurig nakomen van de bepalingen van den vrede van Boekarest echjnt Griekenland zich dus al heel weinig aan te trekken. Het ts de groote vraag, of Bnlgarje onder deze omstandigheden zal voort gaan, zjn leger te demobillseeren. Want houdt het zich nauwkeurig aan de bepalingen aan den vrede van Boekarest, dan moet het zoo Bpoedig mogeljk het leger op vredessterkte terugbrengen. En onderwjl verzoekt Griekenland den Turkschen troepen, dlewerkeljk deze aanmoidiging niet noodig heb ben, verder en verder over de Maritza het grondgebied van den verzwakten Bulgaarschen staat binnen te rukken. Wanneer nu niet Europa krachtig ingrjpt, wanneer nu niet verhinderd wordt, dat de uitgeputte Bulgaarsche troepen zich opnieuw voor een bloe- digen en niet te winnen veldtocht de wapens aangorde?, zal het geschied boek van het Balksnschiereiland In de nu volgende bladzjden een beschrj- ving kunnen geven van een der af- schuweljkste slachtingen, die ooit zjn voorgekomen, van de overweldiging van het eens zoo machtige, maar nu krachtelooze Bnlgarje door het bloed dorstige en haatdragende Mohamme- daansche leger. Sulzer en de Tammany-groep. Voor ons, die niet als de Amerikanen den strjd in New-York zoo met hart In een enkel geval trok de door den jongen aangenomen en later weer afgelegde naam de aandacht. Op den Maandag, volgende op den storm, zat een dame te ontbjten ln een hótel In de Hoogstraat en bladerde in de cou ranten, tot haar oog viel op de woorden „Wouter De Kegt." Toen verloor ze haar trotsche hou ding en zJ liet haar ontbjt ln den steek, tot zJ eiken regel had gelezen. ZJ was eene lange, magere dame van aristocratisch niterljk, met dicht bj- eenstaande oogen en een haviksneus. Er kwam een zure glimlach op haar gelaat onder het lezen. ZJ geloofde bljkbaar geen woord van het verslag over de diamanten. „Een gewone bedriegerj 1" mom pelde zJ. „Hoe is 't mogeljk, dat een rechter zich zoo laat beetnemenDie jood zal er ook wel meer van weten. Maar hoe kwam die jongen er toe, dien naam op te geven Wat ls er toch van die menschen geworden, ik moet hun adres toch eens zoeken, vóór lk uit de stad ga." ZJ stond op en zeilde op bevallige wjze naar de deur, liep de gang door en ging haar kamer binnen, waar zJ uit een tasch een notitieboekje met adressen nam. „O 1 daar is het," riep zJ triomfan- teljk. „De firma Jongbloed en Van Aken zal wel inlichtingen voor mj kunnen inwinnen. Over tien minuten moet mjn rjtuig voorkomen." En zoo stapte er in den namiddag een wakker klerkje van een paarden tram in de buurt van „Het Qemelrjk" en begon zjn onderzoek, zooals alle en ziel meeleven, heeft de geschiede nis tusschen Sulzer en de Tammany- groep een heel komlschen kant. In New-York zjn, zooals we reeds mededeelden, nu twee gouverneurs en de ambtenaren, aan een gonverneur ondergeschikt, weten elgenljk niet goed, wlen van die twee ze nn moeten gehoorzamen. Sulzer laat zich door particuliere detectives bewaken en verstopte het groot-zegel, zoodat Glynn daarvan zich niet voor zjn besluiten kan bedienen. Tot nn toe heeft Sulzer nog de politie op zjn hand en dreigt hun, die hem ln staat van beschuldiging hebben gesteld, te doen arresteeren. Dan is dos de merkwaardige toe stand te wachten, dat een volksver tegenwoordiging den gouverneur eu deze weer de leiders der parlemen taire groepen voor het gerecht wil doen brengen. In allen gevalle heeft Sulzer al mocht het gereehtshof hem later ln het geljk stellen moeten onder vinden, dat de Tammany-groep ln en bulten het parlement een organisatie dient, waarmede in Amerika niet valt te spotten. Mexico en de Vereenigde Staten. Generaal Huerta, thans president van Mexico, heeft geweigerd met de tnsschenkomst van de Vereenigde Staten in zjn rjk genoegen te nemen. Zelfs heeft hj het wordt even wel ook al weer tegengesproken ge- ëischt, dat binnen betrekkeljk korten tjd de Mexlcaansche regeering, dns zjn presidentschap,door de Vereenigde Staten zou worden erkend. Zonder twjfel zal de regeering te Washington zich niet door generaal Huerta de wet laten stellen, wat een breuk tusschen Mexico en de Ver eenigde Staten onvermjdeljk maakt. Naar de Kölnitchc Zeilung uit Wa shington verneemt, moet de senaat over de politiek van den onlangs op getreden president Wilson tot nu toe zeer ontevreden zjn geweest. Binnenland. De Crieie. Het Nederlandsch Correspondentie- bureau meldt: Naar in ambteljke kringen sedert gisteren bekend is geworden, is het zoo goed als zeker, dat een oplossing van de minlsterleele crisis niet meer ln deze maand, doch wellicht in het begin van September te wachten is. Dientengevolge zullen de opening van het Vredespaleis en de andere openbare plechtigheden en feesten van deze maand, waarbj de tegenwoor digheid van de regeering of van mi nisters vereischt wordt, of welke van wege de regeering zullen aangeboden worden, nog onder het bestaande bewind plaats hebben. Botterdammen,met zich tot een politie agent te wenden. Er kwamen eenige feiten aan den dag. „Een zekere mevrouw Hoytsema, een weduwe, die in „Het Hemelrjk" woonde? Ja, ik meen, dat er een paar weken geleden een vrouw van dien naam is gestorven, Ik herinner mj een begrafenis-stoet utt het slop te hebben zien komen. Van den jon gen weet Ik niets. Scms heb lk dos avonds in het voorbjgaan lieht in het huls gezien. Doch hier is het. Laat ons er eens gaan kjken." ZJ naderden het verlaten huls en de k'erk klopte en trok toen aan de deurzJ was gesloten. Nu gingen zJ naar het venster en keken daardoor. Had Wouter werkeljk zjn plan uit gevoerd en zich opgehangen, dan zouden zJ wel wat verbaasd zjn geweest over het schouwspel, dat hun oogen had getroffen. Nu zagen zJ slechts een kleine armoedige kamer met een matras voor den haard,een ledig blikje en een bundeltje oude brieven op een waggelenden stoel. Een stuk zeil was tusschen twee gebroken ruiten j van het achterraam gestopt. I „Daar ls niet veel te zien. De vloer is met vuil bedekt, en het bed alleen doet denken aan bewoners. Weet u zeker, dat mevrouw Hoytsema dood ls?" „O, heel zeker. De begrafenisonder nemer heeft het mj verteld. ZJ had het heel slecht.' „En de jongen Is hj weggegaan? „Dat weet ik niet. Ik heb hem 11 den laatsten tjd niet gezien.' Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1913 | | pagina 1