N°. 63 1913. Zaterdag 31 Mei 1008te jaargang. Een verloren leven. Bij dit do. behoort een Bijvoegsel Be ernst van het oogeubiik. FEUILLETON. v GOESCH De uitgave dezer Courant geschledt^Maandag-, Woensdag- an"Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prfls per kwartaal, in does f 0,73, kuiten Goes, franeo f 1,83. Afzonderlijke noinmerii 3 cent. Inzending van advertentlën op Maandag en Woenadat» vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren. C01KA1VT. De prJjB der gewone ad vertentiên is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOct. directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelflk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 1—10 regels 1 1,— berekend. Bewijsnummers ',5._eent, Teleiooimamner 33. Directeur G. W. van Barnevrld. Uitgave van de Naam!.Vennootschap .Goesclie Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen. III (Slot). Wordt liet tegenwoordige bewind gehandhaafd, dan treedt, blijkens het door de rechtsche partijen aangegaan necoord, de Grondwetsherziening op den voorgrond. Hoofdzaak is voor hen daarbij bet wordt thans van de daken verkondigd de herziening van de bepaling omtrent het onderwijs. Voor iedereu vrijzinnige is, wat te dezen wordt voorgesteld, volslagen on aannemelijk. Geheel onderschrijven wij hetgeen werd gezegd in de nota, door de heereu Van Doorn, Drucker, v. d. Feltz, Cort van der Linden, Oppenheim on Tjdemaa, gevoegd bij het Ontwerp der Staatscommissie i „De ondergeteekenden zien in het voorslel tier Staatscommissie een heden- kelijken terugtred. De zorg voor de algemeene volksontwikkeling, welke als eersten grondslag eischt, dat het volks onderwijs in goede banen geleid worde, is zoozeer taak der Overheid, dat deze zich niet mag laten terugdringen van dat terrein. Niet angstvallig afwachtend of som* het bijzonder onderwijs wel voldoende is, of er hier of daar ook behoefte is aan ander onderwijs, maar steeds krachtig het oog gevestigd hou dend op dit uitnemende volksbelang, tnoet zij voorgaan, leiden. „Bene grondwettelijke bepaling, welke dr waarborgen der ingezetenen voor hof vinden van eene voor ieder bruikbare school verzwakt, welke zich met groot e eenzijdigheid grondt op de wenschen van een deel der bevolking, en welke een stelsel van schoolwetge ving vastlegt, waarbij de zekerheid eener deugdelijke en algemeene voor ziening in de behoefte aan eene dege lijke volksopleiding ontbreekt, is voor ondergeteekenden onaannemelijk". De voorstellen van de meerderheid der Staatscommissie, waartegen deze eritiek werd gericht, zijn door de Regee- ring in haar Ontwerpen-Grondwetsher- ziening bijna woordelijk gevolgd. Er dreigt een tweede ernstig gevaar. De Grondwetsherziening, die allereerst moet strekkeu om het openbaar onder wijs den nekslag toe te brengen, wordt tevens dienstbaar gemaakt aan staats rechtelijke proefnemingen ten aanzien vau de verhouding tusschen Kroon en Volk, die bf niets dan schijn zijn of, zoo ze iets beleekeneu, zullen ontwrich ten wat zich in den loop der tijden historisch heeft ontwikkeld en tot algemeene tevredenheid werkt. 12 Een ltoman van Schuld en Boete. Plotseling kreeg zg een Idee. Ver onderstel, dat Henri van Meeleren werd gedood, vóór hij op .Dennen oord" kwam. Dan zou z(j in haar tegenwoordige betrekking kunnen blijven en gelukkig zijn gedurende haar geheelo leven ,0, verging liet schip maar 1 Verbrijzelde de storm hot suhip maar tegen de rotsen 1" Mevrouw Dut'oar keerde huiswaarts en was geheel en al vervuld van de gedachte: Henri keert terug.'Thuis komende vond zij Willy Bergsma en Jules Mortel In het boudoir van Trans. Wlliy zong een lied en toen het uit was, kroeg Jules opeens een idee. Hg knielde voor Truus en fluisterde „Truui, ik heb je liefl Ik heb je lief! Jmost het reeds lang bemerkt hebben je moet het weten. Geef me je handen." HU greop ze stevig vast en giüg voort „Ik ben een man en ik moot om je hand dingen, zooals het een man betaamt. Ik heb je lief. Ik wil je tot vrouw. Ik ben arm, maar ik ben jong; met jou naast me kan Ik groote dingen doen. Zeg, dat je met me trouwen wilt." „Maar mijn vadert" „Je vader kan toestemmen hij Gok te dezer zake lieeft de Regeering in hare Grondwetsvoorstellen slaafs overgenomen, wat de rechtsche meer derheid der Staatscommissie haar voorlegde. Met betrekking tot de sociale wet geving zullen wij meer en meer op den verkeerden weg geraken. Naar gezonde opvatting moet de Staatsbe moeiing hier vooral strekken ecner- zijds tot steun en prikkeling van liet goede, dat in de vrije maatschappij opkomt, en anderzijds tot liet weren van misstanden, welke uit overdreven winstbejag voortspruiten en door on gelijke economische verhoudingen mo gelijk werden. Alleen dan zullen krachtige maatregelen van wetgeving en bestuur tot bescherming en ster king der maatschappelijk zwakken wortel kunnen schieten in ons volk. In slede daarvan wil het tegenwoor dige Kabinet bet Bedrijf vau boven af regelen, en dan nog wel, zooals bij de Bakkerswet, op zoodanige wijze, dat naar de uitdrukuing van jhr. tnv. De Geer de ontwikkeling in achterwaartsche lichting wordt gedre ven, dat achterlijke nijvevheidsvormeu worden bevoorrecht. Zuiver bureau cratische organisaties worden in het leven geroepen. Voorzieningen, waar door behouden en bevorderd wordt wat op deugdelijke wijze uit de maatschappij zelve groeit, moeten schrede voor schrede van do Regeering worden af- gedwongen. Een eerste poging tot regeling van het loon van Overheidswege, in de Stuwadoorswet opgeuomen, is thaus aan de beurt. Eindelijk zal de TariefWet, die eer lang aan de orde komt, ons economisch leven op bedenkelijke wjjze aantasten. Terwijl zoo goed als alle takken van volksbestaan bloeien gelijk nooit te voren, zal roekeloos worden ingegrepen door een stelsel van bescherming dat, reeds afkeurenswaardig uit een oog punt van belastingstelsel, buitendien onze welvaart bedreigt en tot staatkun dig bederf zal voeren. Iu verkiezings redevoeringen laat men zich thans met zekere voorzichtigheid over de l'arief- wet uit. Doch niemand late zich daar door in slaap wiegen. De Minister van Financiën heeft het op 4- Maart 1913 in de Tweede Kamer uitdrukkelijk verklaard „In den loop van het jaar 1914 zal de Tariefivet er zijn of wij" het tegenwoordige ministerie „zullen er niet meer zijn. Deze Regee ring zal er niet meer zijn, wanneer in 1914 de l'ariefwet niet is ingevoerd." Dat is ondubbelzinnige taal. Mogen de kiezers daarop een even ondubbelzinnig antwoord geven. Wat de vrijzinnigen hunnerzijds tegenover deze plannen stellen, zal uit kan weigeren. Ik geef noeh om zijn toestemming, noeh om zijn weigering. Indien je mijn vrouw wilt worden, kan geen levond wezen zieh tusschen ons plaatsen. Ik heb geen geld, doch ik zal voor jou een fortuin verdienen lk heb geen huis, doch ik zal er een voor je maken. Jeugd, Hefde en God zijn a&n onze zijde en w(j zjju voor elkaar geschapen. Je mag niet weige ren. Jg bent jaiet de vrouw, die nooiig ia om mijn lev >n aan te vullenen God heeft oie jou gegeven. I,eg je aarzeling eu vrees af. Spreek open hartig tegen mjj, evenals ik tot jon doe. lk heb je lief, Truus. Wil je mijn vrouw worden Trans „Ja, janeem mij, neem rnti 1 Ik ben do jouwe en de jouwe alleen." VII. Movrouw Dnfour was vroeger over gelaten geworden aan het medelijden der wereld, thans had zij een tehnls gevonden, liefde van een dochter. Uit dit rustige en vroedzame paradijs zou zjj nu verdreven worden. Haar voormalig echtgenoot hrd haar lot in zijn handen. Hij had het recht aan zijn z{jdo en zij wist, dat z(j geen medelijden te verwachten had van één, dien zij zoo diep gegriefd had. Haar eenige hoop was gevestigd op Robert Vlileneuve. Zij zou naar hem toegaan en hij zou misschien de zaakkutnen oplossen, welke baar zoo verBchrlkke- l^k terneer sloeg. H(j zou z(jn be looning vragen, daarvan was zü over tuigd. Wel, zij zou hem betalen, de volgende stukjes nader blijken 1). Doel van deze regelen was, de uitspraak te staven in geen geval bestendiging van den 1epenwoordige.ii Regeevings- koe.rs. BORGESIÜS, URLCKER. TÏDEMAN. 1) Dit artikel van de drie leiders der Concentratie vormt de inleiding van het zot- juist verschenen Propa- gandaboek dor Vrijzinnige Concen tratie. Buitenland. Da vredesonderhandelingen. Het Is maar goed, dat de groote mogendheden de vrede zoekende klei ne Balkanstaten ln hun pogingen, een voor allen aannemeliiko oplossing te vinden, een beetje to hulp komen. Want toen b\j vroegere onderhande lingen de geheele regeling aan de oorlogvoerende partijen zelfwas over gelaten, bleek maar al te spoedig, dat, door onderlinge naijver en heb zucht gedreven, geen van die kleine staatjes cok maar Iets wilde tosgeven, waardoor het eigen land zich een kleine opoffering zou mceten getroos ten en den bondgenoot een voordeeltje zou worden bezorgd. Maar thans waken de groote mo gendheden er veor, dat ieder de hem toekomenden ooilogsbuit krijgt, dat niemand zich meer zal toeëigenen dan waarop de omstandigheden ham recht gaven en dat, door onderteekenlng van nauwkeurig overwogen voorloo- pige vredesvoorwaarden, de grond slagen tot een duurzamen vrede en een billijke bultverdeellng spoedig gelegd worden. Dat het niet altijd even gomakke- ljjk giBg, de vertegenwoordigers van de kleine Balkanstaten tot toegeven te bewegen laat zich begrijpen en, naast een eindeloos geduld, was menig maal ook een streng optreden van de regelende autoriteiten noodzakelijk. Sir Edward Grey, de Engelsche minister, heeft dezer dagen de ver schillende vredesgedelogeerden mede- deeling gedaan van het verlangen dor mogendheden naar de onmiddel lijke vredeslultlng en hfj heeft den hoeren te kennen gegeven, dat de ambassadeurs van oordeel zijn, dat de nuttelooze onderhandeling, n van de laatste dagen dienen te worden gestaakt en dat, naar het oordeel der mogendheden, het vredesverdrag moet worden onderteekend, onverschi'llg of alle oorlogvoerenden hiertoe bereid zjju of niet. De Bulgaarsehe en de Turksehe gedelegeerde verklaarden zich tot onmiddellijke onderteekenlng bereid, maar de Servische en Jriek- sche gedelegeerden moeBten eerst nog instructies vragen aan hun regea- ringon. De Servische, Grleksehe en Monlo- negriinsehe afgevaardigden hadden teneinde in het b zit van haar dochter te kunnen blijven. Mevrouw Dufour zette haar gezicht in don plooi en vertelde Truus, dat ze voor zaken naar Den Haag moest. „Maar papa krmt hier de volgende week," antwoordde het meisje teleur gesteld. „Je-, het Bf fit mij wel, dat ik juist iu dezen tijd weg moet, lieve," ant woordde mevrouw Dufour, „maar het is een zeer gewichtige zaak, welke mij wegroept." „Komt u weer gauw terugV" Zeer zeker binnen een paar wekeu." „O, daar ben ik blij om," zei Trans verheugd, „want u weet, dat ik uw hulp noodig heb om papa's toestem ming te krijgen voor m(jn huwelijk met Jules". Mevrouw Duiour lachte bitter, toen zü haar dochter goeden dag zoende, wetende, aan welken strouhalm het meiBje zich vastklampte. Zü de toe stemming van Henri Van Meetaren vragen voor het huwelijk hoe zou zü een gunst durven vragen van der, man, dien zjj zoo diep gekwetst bad in het verzaken van het kind! Ze kon niet nalaten te lachen b(j de ge dachte van de versehrikkelijKe ironie van haar toestand, maar, zieh herstel lend, wenschte zij het mehjje het beate toe. „Het kan niet anders, of je vader zal van meneer Mortel bonden, hij is zoo'n aardige jongeman," antwoordde zü; „en als je hem zoo liofhebt, zal je vader miscblen terwllle van ie »»- besloten, aan sir Edward Grey te vragen, zoo spoedig mogelijk de vre desconferentie te openen. De Engel sche minister heeft echter voor alles de directe onderteekenlng van het vredesverdrag verlangd. Een namens de bondgenooten op gesteld ontwerp-protoeolis Woensdag avond laat aan alle oorlogvoerende partjjen gezonden. Bulgarije zou heden het vredesverdrag op het ministerie van buitenlandsche zaken teekenen, goRtk de Engolscheregesriug verlangt, maar de Bulgaarsehe afvaardiging zal niet deelnemen aan de bijeenge roepen conferentie der andere bond genooten, ter bespreking van bet pro tocol met welks bewoordingen Bulga rije niet Instemt en dat de andere bondgenooten, uitgezonderd thaus Griekenland, tegelijk met het vredes verdrag willen toekenen. Bulgarije meent, dat het opstellen van een protocol opnieuw de deur zou openen voor vertraging. De Times keurt de houding van Serviërs en Grieken sehorp af en verlangt, dat de mogendheden thans de Balkanstaten eerst tot den vrede met Turkije en daarna tot een recht vaardig en verstandig vergelijk onder elkander zullen dwingen. Het wordt dsn ook hoog tijd, dat aan de onderling gespannen verhouding der Balkanstaten een einde komt. Bul garije houdt hardnekkig aan de een maal gesloten verdragen vast, Servië on Griekenland wenschen een confe rentie der bondgenooten tot oplossing der geschillen en voor alles een her ziening van de bestaande verdragen. Inmiddels scbgnt Griekenland reeds een weinig bijgedraaid te zijn. Men weet althars mede te deelen, dat de Grleksehe regeering haren gedele geerden te Londen heeft gelast, de voorloopige vredesvoorwaarden te tee kenen, met de bjvoeging echter, dat de Grieksche regeering zich het recht voorbehoudt, de vraagstukken, die speciaal Griekenland betreffen, nader te bespreken. Wat betreft de geschillen tusschen Servië en Bulgarije wordt nog mede gedeeld, dat de eerste ministers van Servië en Bulgarije Zaterdag a s. een samenkomst hebben op de grens, ter beBprekl ïg van den toestand. Te Londen is geen bevestiging ont vangen van het gerucht, dat Servië tot Bulgarije een ultimatum zon heb ben gericht. Men heeft hoop, dat het den beiden ministers spoedig zal ge lukken, een minnelijke oplossing te vinden. De Servische Kamer beeft gisteren de beraadslaging over de geschillen van Servië en Bulgarije voltooid en met 125 tegen 18 stemmen een mo*ie van vertrouwen in het beleid der regeering aangenomen, de verklaring omtrent de houding van Servië, dezer dagen door minister Pasjlts uitge sproken, goedgekeurd en den wensch uitgesproken, dat het standpunt door hem ingenomen niet zal worden ge wijzigd. luk er wel overheen stapp-n, dat bij geen gold heeft „Maar n zult toch wol een goed wcordje voor me doen bij papa, me vrouw „O, als lk je vader bij m(jn terug keer zie, zal lk dat zeker doen." „Wat praat u toeh vreemd,' ant woordde Truus eenigzins korzelig; „als u binnen twee weken terugkomt, zult u papa zeer zeker ontmoeten." „Natuurijk, lieveling, natuurlijk! Ik dacht alleen maar om een onvoor ziene omstandigheid O, neen, neenl" „Truus, je houdt zeker veel van je vaïbr i' „Heel veel. Hfl is alleB, wat ik heb op de wereld.' Na dit gesprek met Truus vertrok ze naar Den Haag en toen het rijtuig van „Dennenoord" reed, keek zo zuch tend naar het meisje op het terras. „Misschien zie lk haar nooit weer," zuchtte zij, terwijl zü achterover ging liggen in de kussens. „Maar neon, dat zal nooit gebeuren 1 Zelfs al jaagt Henri me het huis uit, hij zal toeh nooit iets aan Truus vertellen, wat haar geloof ln haar moeder zal schok ken, dus zal Ik baar vandaag of morgen ontmoeten met haar echtge noot." Haar lippen krulden zieh, toen ze dat zei, wel wetende, dat Henri noo't zijn toestemming zou gevtn tot hot huwelijk, zü Jrukte haar vingers in de haDd bij die gedachte -.▼« aHw "naotnr.-V nt <yu</A»i De uitzonderingsbepalingen In Elzss-Lotharingen- Do Eerste Kamer van Elzas Lotha ringen heeft, met slechts 5 stemmen tegen, een motie aangenomen, de regeeriog verzoekende, haar voorne men tot invoering van uitzonderings bepalingen ten aanzien van de vrij heid van drukpers en het verenigings recht te laten varen, daar de gezonde geest van do bovo'king er wel In zou slagen, de door een kleine groep ver oorzaakte stoornis ln de ontwikkeling van het land te boven te komen. De afgevaardigde Laband verdedig de vervolgens bet regeeringsstand- punt. Hij achtte de bepalingen uit een oogpunt van noodweer noodzakelijk en achtte het gewenseht, aan de ern stige aanvallen van de nationalistische pers een einde te maken. Vervolgens verklaarde de staatssecre taris Zorn von Bulach, dat de regee ring haar voorstellen niet zou Intrek ken, onverschillig of de Eerste Kamer de motie aannam ol verwierp. Het begint er werkelük op te lüken, of hier hcogero machten ln hot spel zijn en de Elzas-Lotharlngsche regae- ring deze, op de vrijheid van het t'ranech gezinde deel der bevolking onmiddellijk Inbreuk makende, wetten op aandringen van hooger hand ln het leven heeft geroepen. Da driejarlgA diensttijd in Frankrijk. Tegenover het wetsontwerp der regeering is thans door het kamerlid André Hesse een tegenontwerp inge diend. Het heeft een diensttijd van 30 maanden tot grondslag, aangevuld door een stel maatregelen, die er op ingericht zijn, de kwaltteit der reser visten en hun oefening te verbeteren. InmiddelB heeft gisteren de Senaat met bijna algemeene stemmen het krediet voor het onder de wapenen houden van de lichting, die in Octo ber twee jaar zal hebben gediend, toegestaan. Binnenland. De aanstaande Kamerverkiezingen. De heer Smeenk te Arnhem, ts door de anti revolutionaire kiesvereeniging „Nederland en Oranje" definitief ean- diaaat gesteld in het district I Den Haag. Een aantal chr. hist, kiezers te Njjverdal (district Ommen) heeft, naar de Ned. meldt, een nieuwe kiesver eeniging opgericht en dr. J. Th. Visser candidaat gesteld. De heer W. H. Vliegen, die eerst voor de hem aangeboden candidatunr in het district Waalwijk had bedankt, is op herhaaldelijk verzoek op dat beslnit teruggekomen. De Cbr.-hlst. kieaver. „Groen van het gaat om 't gelnk van Traas. Mij mag hij ongelukkig maken, doch ik zal hem dooden, vóór hij dat mün kind doetMet dit plan verliet zij het huis van haar echtgenoot het huis, waarin zjj als een gelukkige meesteres en moeder had kunnen beerschonhet huls, waarin zü als een vermomde dlsvegge had rondge dwaald, het huls, dat zü, gevolg ge vende aan haar opbruisend karakter, van plan was te berooven van zijn meester. Toen zü op het station liep te wach ten op den trein voor Den Haag, zag zg Simon Potter, den hoofdopzichter van Henri's buitenplaats Zij had hem eenmaal in da woning van zün moe der ontmoet en Bindsdlen volgde hij haar als een schaduw. Eu dit tot groote verwondering van mevrouw Dufour. Zü kon niet begrijpen, hoe een jonge, aardige man jongemeisjos kan laten loopen voor een v rouw op middelharen leeftijd. Toeh was zulks het geval. Dtie man was tot over zijn ooren op haar verliefd en aanbad haar met al de Helde, die zjjn norsehe natuur bezat. Hü was traag van geest, om niet te zeggen dom. Het duurde een geruimen tijd eer iets tot zijn hersenen was doorgedrongen, maar was het daar eenmaal, dan was niets ter werel ln staat, het er weer uit te krügen Bij was de slavin geworden van mevrouw Dufour, die op hem neerzag met minachting. Hij kroop als een hond voor haar voeten.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1913 | | pagina 1