N°. 13 1913.
Donderdag 30 Januari,
100ste jaargang.
De Inzet tot den Strijd,
20 FEUILLETON
De Vrouw in 't Spel.
Buitenland.
V
V
«OESCHE
COURANT.
Telefoonnummer 22. Directeur A. F. A. van Skthbs. Uitgave van de Naami.Vennootschap ,Goes«he Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Oo uitgave dezer Courant geBchiedt Maandag-, WoenBdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prfjs per kwartaal, in GoeB f 0(75, bniten Goea, franco f 1,25.
Afzonderlijke nommers 5 cent.
inzendLng van advertentiën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De pr$s der gewone advertentiën ia van 1-5 regels 50 ct., elke regel meer 10 ot
Bfj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels k 1,— berekend.
Bewgsnummers 5 cent.
ii.
Minister Heemskerk, zoo zeiden wij
aan het slot van ona vorig artikel, heeft
school gemaakt. En waar de voorganger
bij herhaling blijk gaf, liefst het breede,
dus het verkeerde pad te bewandelen,
daar mag men Tan zijn leerlingen toch
waarlijk niet verwachten, dat zij zich
zuilen ontpoppen als lieden, die de waar
heid of,in engere beteekenis, het politiek
fatsoen liethebben.
Eender meest aannemelijke leerlingen
vau Minister-president Heemskerk, die
op den eersten wenk bereid werd ge
vonden, het pad der deugd te verlaten,
is mr. Petrus Josephus Mattheus Aal-
berse. In zijn blad De Voorhoede heeft
deze politicus een artikel geschreven ter
inleiding van den «geweldigen politieken
strijd, die ons wacht." En dan komt hij
vertellen, dat de rechterzijde zal geleid
worden door de leuze vóór den Christus.
Wij hebben in een driestar reeds te
kennen gegeven, hoe het onwaardig
bedrijf van mr. Aalberse het opnieuw
stellen vsn de onware en verderfelijke
Kuyperiaansche antithese-leuze door
een onverdacht coalitie-genoot, de chris-
telijk-historische dr. De Visser, is
afgekeurd.
Mr. Aalberse bleef evenwel, gelijk te
voorzien was, niet alleen staan.
In het orgaan voor de provinciale
boerenbonden in Gelderland, Overijsel
en Utrecht die boerenbonden ge
nieten het voorrecht, Minister Kolkman
en het Kamerlid baron Van Wijnbergen
onder hun eere-leden te tellenkomt
het volgende fraais voor
„Dat de christelijke kiezers zich toch
met laten beetnemen door al dat ge
schetter, door al dien bluf, (van de vrij
zinnige propaganda namelijk Red.
O, Ct.). Vooral niet de bezadigde platte
landers, wier geheele doen en laten den
waren Christen kenmerkt. Dat zij zich
aaneengesloten houden, de anti-revolu
tionairen, katholieken en christelijk-
historischen, om de veelpraters, de
roovers van den nationalen tijd, te weren,
opdat het volk niet afdale tot baat-
zuehtigen, die niets anders zoeken, dan
zich zeiven in deze wereld zooveel moge
lijk te bevredigen, die het kinderloos
huwelijk voorstaan, die de vrije liefde
prediken, opdat het volk niet afdale tot
volslagen goddeloosheid. Wij zouden
teraggaan naar den tijd der Romeinen,
door wellust gekenmerkt."
Tot zooverre dit fraais.
Wij zullen van het stukske maar niets
zeggen. Alleenlijk zij met voldoening
geconstateerd, dat een man van onver
dacht ohristelijken huize,mr.VandeLaar,
in zijn Beukelaar met groote veront
waardiging heeft geprotesteerd tegen het
schunnig geschrijf, waarmede de room-
schen bij voorkeur hun blaadjes vullen.
Een crimineels Roman nit
hooge kringen.
Prince glimlachte tevreden, toen h(j
dit neerschreef. „Een beetje diplomatie
is alles, wat we noodig hebben
dacht hy. ,En wien hebt u daar ont
moet?' vroeg hy
„Roldanus. We hebben met onB
drieën een oogenblik zitten praten en
toen een partjjtja skat gemaakt'.
,Hoe laat verliet u de soos?'
,Een minuut of wat voor één".
.En toen ging n, denk ik, naar huis?"
.Neen, dat deed ik niet".
.Waarheen ging u dan?"
,De straat op".
.Dat is zoo vaag. Ik veronderstel,
dat u zioh wel nader kunt uitdrukken.
Ik geloof niet, dat jonge mannen
nachts gaan wandelen zonder doel".
,Ik was een beetje overstuur en
had behoefte aan een wandeling".
.Werkelijk I Maar wat vreemd, dat
u er de voorkenr aan gaf, midden in
de stoffige stad te wandelen, in plaats
van bgv. in het Vondelpark, waar u
toch dicht genoeg bjj was. Dat kan
niet. U had zeker met den een oi
under een afspraak?"
.Welnu... ja".
.Dat dacht ik wel. Een man, of
Een ander illuster personaadje, mr.
Heerkens Thijssen, voorzitter van den
boud van roomsche kiesvereenigingen
in Noord-Holland, heeft op de alge-
meene vergadering van dien bond het
Ministerie-Heemskerk verheerlijkt en
den aanstaanden stembus-strijd aldus
ingeluid
n Wij komeu weer op voor de hooge
idee, die ook in 1909 de overgroote
meerderheid van het Nederlandsche
volk tezamen riep de erkenning van
Gods inwerking in het Staatsbestuur
en het toetsen van dat bestuur aan
Zijn Heiligen wil 1
«Sedert 1909 is er niets veranderd
de groote klove op dit punt gaapt nog
altijd ongeloof staat tegen ons geloof,
en wat de Linkerzijde ook verzint om
dat hoofdbeginsel ter zijde te stellen,
onzerzijds houden we streng vast aan
het groote priucipieele verschilpunt,
dat in 1909 zooals nu de inzet is van
den strijd".
Ook hier dus, bij gebrek aan eenig
actief op politiek gebied, de onver-
valscht-Kuyperiaansche antithese.
Wij gelooven, dat mr. Heerkens
Thyssen „niet veel pleizier van zijn
woordenj zal beleven. Er behoort een
eigenaardig soort moed toe, te zeggen
sinds 1999 is er niets veranderd.
Dacht jdeze voorlichter nu werkelijk,
dat het Nederlandsche volk zoo dom
is, als hij veronderstelt Zoo ja, dan
moeten wij hem uit dezen zoeten droom
wakker makenhet Nederlandsche
kiezers-volk, ook het roomsche deel, is
er niet. onbekend mede gebleven, dat
bet Ministerie-Heemskerk zelfs niet aan
de bescheidenste eischen heeft beant
woord.
Natuurlijk wilde het roomsche or
gaan, dat het woord fatsoen reeds lang
uit zijn vocabularium heeft geschrapt,
De Maasbode, in dit nobel bedrijf niet
achterblijven. Het bracht er evenwel
wat variatie inmoesten de anderen
zich met proza-uitingen behelpen, de
redactie van De Maasbode deed haar
dicht-ader vloeien. Eu zoo kregen wij
deze verheffende poëzie
Straks werken liberalen
Als broeders band in hand
Met Troelstra's socialen
Tot schade van ods land.
Wij garen daarom stemmen
In Nederland alom,
Die eerlijk willen remmen
Het anti-Christendom.
De Heiland gaf ous wetten
Eu schreef zijn Hoog gebod,
En wie zich durft verzetteu,
Is tegen onzen God,
Wij zullen daarom kiezen
Hem, die zijn wetten acht,
En Christus niet verliezen,
Die ons als Rechtei wacht
Is dit niet het toppunt
een vrouw
„Dat kan ik u niet vertellen".
„Dan moet Ik er zelf zien achter
te komen".
„Dat kunt u niet".
„Zoo? En waarom niet?'
.Omdat u niet weet, waar u haar
moet zoeken".
„Haar", riep Prince uit, verheugd,
dat hy door zgn voorzichtig vragen
dit resultaat had bereikt. „Ik weet
nu, dat het een vrouw is".
Eduma antwoordde niet, maar beet
zich op de lippen.
„Enwie is die vrouw
Geen antwoord.
„Kom, Eduma, ik weet, dat jonge
mannen jonge mannen zgn en natuur
lijk hebt ge liever niet, dat er over
wordt gesproken. Maar in dit geval
moet uw karakter tegen een stootje
kunnen, om je uit de doos te redden.
Hoe heet zij
„Ik kan het u niet zeggen".
,0, maar je keut haar dus
„Ja".
„En je wilt haar naam niet zeggen
„Neen I"
Prince had nu twee dingen uitge
vonden, die hem genoegen deden.
Ten eerste, dat Eduma een afspraak
had en ten tweede, dat het met een
vrouw was. Hg ging nu een andere
riehting uit.
„Wanneer hebt u Burgess het laatst
gezien
Eduma antwoordde schoorvoetend
Een voor liet land rampzalige tarief-
wet van Minister Kolkman, Talma's
onrechtvaardige dwangverzekering
zij worden voorgesteld als wetten, door
den Heiland gegeven, en wie tegen
zulk een averechtsche wetgeving stemt,
verzet zich tegen God en zal door
Christus, die als Re"hter wacht, ver
loochend worden 1
Het typeert de wijze, waarop door
de rechterzijde de stembus-strijd wordt
ingezet.
En wij schrijven uu pas Januari!
Inderdaad het belooft nog heel wat,
vóór wij in de kritieke Juni-maand
zijn 1
Voor ous slot-artikel hebben wij nog
het één en ander bewaard.
Da omwenteling.
Hoe lang hadden de Jong Turken
al uitgezien naar een gelegenheid, de
verloren regeeringsmacht weer in
handen te krijgen en hun gehate
tegenstanders te verjagen
Nu is het eindelfjk gelakt, nu is
eindelijk wie weet voor hoe korten
t(jd de schaal van macht en fortuin
naar hun zijde overgeslagen en on
middellijk hebben de Jong TurkBcho
leiders de gelegenheid aangegrepen,
zich op hun vroegere onderdrukkers
te wreken. En het moet gezegd, dat
zy* krachtige maatregelen hebben ge
nomen. Allereerst zfln alle pers-orga
nen van de tegenpartij geschorst en
hun redacteuren eenvoudig in de ge
vangenis gezet, waar zg de vroegere
staatslieden gezebchap kunnen hou
den. Alleen het bla der Jong Turken
mag nu het woord voeren en ze doet
dit op zelf bewusten toon met de mede-
deeling, dat er in den ;;eheelen toestand
niets veranderd is. Alleen is men niet
van plan, Adrianopel af te staan, zoo
lang niet, door geweld van wapenen,
het prijs geven van deze vesting
noodzakeigk blijkt.
Alleen de zeer bezadigde staatslieden
dringen er op aan, de onderhande
lingen nog niet af te breken. Dat is
voor een groot gedeelte ook de volks-
meening. Het volk weet de flinke
daad van een dapper man te waar-
deeren en respecteert als zoodanig
den staatsgreep van Enver-bey, maar
veroordeelt dezen tevens, omdat hij,
voor een zoodanigen stap ze moge
dan ook nog zoo vaderlandslievend
schgnen geen voldoenden steun
achter zich heeft. Het volk verlangt
hard naar den vrede en stond daarom
geheel aan de zjjde van het vorige
ministerie. Een groet deel vai het
leger schaart zich aan de zgde des
volks en in die kringen wordt zelfs
overwogen, of het niet wenscbeigk
zou zgn, tegen de Jong Turken opto
rukken. In legerkriugen, waar men
maar al te goed weet, dat gebrek aan
de noodlge geldmiddelen den toestand
van soldaten en wapenen geheel on
voldoende maakt, wordt een voortzet
ting van den strijd al» een dolzinnige
„Ik zag hens dronken in de Plantage
Middellaan".
„Watl dus u w;,a de man, die een
rijtuig aanriep?"
„Ja", antwoordde do ander, met
lichte aarzeling. „Dat was ik I"
De gedachte ging Prince door het
hoofd, of do jonge man voor hem
schuldig was of niet en h<j moest be
kennen, dat de omstandigheden zeer
tegen hem waren. „Dus", zeide hy,
„wat de couranten meedeelden, was
juist?"
„Gedeelteiyk".
„Ahl" Prince Blaakte een zucht,
hier was een straal van hoop. „Wist
u niet, dat het Burgess was, die n
dronken vondt liggen in de Plantage
Middellaan
„Neen, dat wist ik niet. Als ik ge
weten had, dat hy het was, zou ik
hem niet op de been geholpen hebben*.
„Maar natuurlijk herkende u hem
later
„Ju, dat deed ik en, zooals decou-
ranten zeggen, liet ik hem weer los
en liep verder."
„Waarom liet u hem zoo op eens
aan zjn lot over?"
Eduma keek zgn ondervrager met
eenige verbazing aan. „Omdat ik hom
haatte", zei hy kort.
„Waarom haatte u hem?"
Geen antwoord.
„Was het, omdat hg juffrouw Vau
Straelen bewonderde en het den schijn
bad, alsof hy met haar zou trouwen
onderneming beschonwd.
De Ëalkanstaten staan voor een
moeiiyk geval. Zy waren byzonder
in hun schik, dat de zaken zoo mooi
marcheerden en dat Turkjje op het
punt stond, aan al hun wensehen tege
moet te komen, maar by de houding,
die dit ryk nu heeft aangenomen, bljjft
hun niets anders over, dan de onder
handelingen af te breken.
Heeds hebben zy-onderling de com
missie aangewezen, die de mededee-
iing aan Turkye zal opstellen, welke
aan de Turksehe gedelegeerden te
Londen zal worden aangeboden. Ko
men dus de groote mogendheden niet
tnsschen beide, dan wacht ons een
bevatting van den bloedigen strgd,
tenzg het Turkiche volk zelf een der-
gelyk gevaar afwendt, door aan de
heersebappg der Jong Turken met
krachtige hand een einde te maken.
Het is te begrijpen, dat de groote
mogendheden eenigszins verblnft zyn.
Nu al baar schoone plannen en be
rekeningen plotseling in duigen val
len, weten de Europoesehe diploma
ten niet goed, wat op het oogenblik
te beginnen. Maar de nieuwe Turksehe
grootvizier heelt doen weten, dat, on
danks het veranderde ministerie, een
antwoord op de nota der mogendhe
den dezer dagen verwacht worden
kan. Toch zjn de mogendheden niet
gerust. Niet alleen verwacht men, dat
het antwoord der TurkBChe regeering
thans nieuwe moelykheden zal bren
gen, maar het onderling wantrouwen
begint in de Europeesche politiek
weer een groote rol te spelen. Het
heelt te Weenen en te Beriyn ontstem
ming gewekt, dat Rudand, gesteund
door Frankryk, op eigen gezag tegen
de Turksehe regeering een dreigende
houding heeft aangenomen, zonder
voorkennis aan de andere regeeringen.
En inmiddels neemt ook de span
ning toe tussehen Roemenië en Bui-
g&rye, die het nog maar altijd niet
eens kunnen worden over een recht
vaardige buitverdeeling. Dezer dagen
vulde een dichte menscbenmassa de
straten, die naar het parlementsgebouw
in Boecharest leiden. Het publiek was
zeer opgewonden en er hadden voort
durend luidruchtige batoogingen
plaats met het doel, van de regeering
een krachtig optreden tegen Bulgarije
te eischen.
De kiesrechtkwestie In Engeland»
De Engelsche regeering is druk be
zig, het kiesrecht nader te regelen.
Maandag zou de stemming plaats
hebben over een amendement van
sir Edward Grey. Da aanneming
daarvan zou de behandeling van drie
andere amendementen op hetkiesrecht-
hervormingsontwerp der regeering
mogeiyk maken, die elk beoogen een
meer of minder uitgebreid parlemen
tair kiesrecht ook aan de vrouwen
toe te kennen. Werd een van deze
amendementen aangenomen, dan zon
de regeering het by haar eigen
ontwerp voegen, zoodat invoering van
een zjj het dan ook nog beperkt
vrouwenkiesrecht verzekerd was Maar
een eigenaardigheid van het Engelsche
„Ja."
„En nu," zei Prince met nadruk
„en dit is het punt, waarom de heele
zaak draait: waarom stapte u met
hem in het rgtuig
„Ik stapte niet met hem in het
rytuig."
„De koetsier beweert, dut ge het
deedt."
„Dat is niet waar, Ik hen niet terug
gekomen, nadat ik BurgeBS hal ber
kend".
„Wie was dan de man, die met hem
In het rytuig ging?"
„Ik weet het niet."
„Hebt u geen idee daaromtrent."
„Niet het minst."
„Zgt ge daar zeker van
Volkome'zeker."
„Hg moet gekleed zfin geweeBt alsu."
„Zeerwaarschynigk.Ik zou minstens
een dozyn van mSn kencRsen kunnen
opnoemen, die, a's ze 's avonds uit
gaan, een lichte overjas en een slappen
hoed dragen".
„Weet u ook, of Burgess vfland-n
had?'
„Neen, dat weet ik niet Ik weet
niets van hem, dan dat hy korten tyd
geleden uit Engelai d kwam, meteen
brief van introductie voor mijnheer
Van ötraelan en dat hg de onbe
schaamdheid had, Llze ten huwelyk
te vragen."
„Waar woonde Bnrgess?"
„Op den Willemspark weg."
„Hoe weet ge dat?'
parlement geeft den voorzitter het
recht, te beoordeelen, of een aange
nomen amendement op een wetsont
werp het karakter daarvan In zoo
sterke mate wyzigt, dat daardoor de
indiening van een geheel nieuw ont
werp noodig is geworden. De voorzitter
heeft nu niet onduidejyk te kennen
gegeven, dat de aanneming van een
der vrouwenklesrecht-amendementen
voor hem aanleiding zon zgn, van
deze bevoegdheid gebruik te maken.
Dit antwoord heeft onder de voorstan
ders van vrouwenkiesrecht natuurigk
groote consternatie gewekt. Het was
te begrypen, dat vele voorstanders
van vrouwenkiesrecht zich nu tegen
de ingediende amendementen zonden
verklaren, nlt vrees, dat het geheele
kiesrecht-ontwerp daardoor schipbreuk
zou ïgden. Het bestuur van de Engel
sche vereeniging voor vrouwenkies
recht heeft de regeering dan ook
verzoeh haar ontwerp in te trekken
en het daarna weer in te dienen in
een vorm, die aan vrouwen op gelyke
voorwaarden als aan mannen het
parlementaire kiesrecht geeft. De re
geering heeft daarop haar ontwerp
ingetrokken, maar bleef by haar plan,
nog by het tegenwoordige parlement
een wet tot hervorming van het kies
recht in te dienen Bovendien zal de
regeering gelegenheid geven tot be
handeling van ieder desbetreffend
wetsontwerp, dat door een parlements
lid in een der volgende zittingen
mocht worden ingediend.
Binnenland.
De aanstaande Kamerverkiezingen
Mr. W. H. De Beaufort heeft zich
in beginsel bereid verklaard, een Ka-
mercandldatuur voor het district
Amersfoort ta aanvaarden.
V
De heer Herman Sngders, te Mid
delburg, heeft voor een hem van vrij
zinnige zijde aangeboden candidatnur
in het district TietjerkBteradenl be
dankt en verzocht, in de districten
Appingedam en BeverwUk, waar hy
op bet grostal werd geplaatst, niet
voor een definitieve caudidatuur in
aanmerking te komen.
De besturen der drie vryzinnige
kiesvereenigingen te Leiden, hebben
besloten, aan prof. mr. J. E. Heeres
te vragen, oi hy bereid zon zgn, een
candidatnur voer de Tweede Kamer
van de drie llnksche partgen te aan
vaarden.
De afdeeling Culemborg van de
S. D. A. P, heeft, zoo meldt het 17. D., dr.
J. van Leeuwen te Utrocht candidaat
gesteld in het district Wgk-by Duur
stede.
De vrgzinnige kiesvereeniging te
Ouderkerk aan den Ijssel, diatihoi
Gouda, heelt met algemeens stommen
besloten, het aftredende lid, jhr. mr.
W. Th. C. van Doorn, weer candidaat
te stellen.
„Het stond in de couranten en
en" aarzelend, „ik ben één keer
by hem geweest."
„Waarom
„Om te weten te komen, of hy de
onbeschaamdheid zoo ver zou drgven,
dat bg Lize ten huwelyk zon durven
vragen, en hom te zeggen, dat ze met
my verloofd was."
„En wat zei hjj
„Hy lachte my uit. De duivel hale
hem t"
„U hadt zeker hooge woorden
Eduma lachte hitter.
„Ja, die hadden w(j.*
„Hoorde iemand u?"
„De hospita, denk ik. „Ik zag haar
in de gang, toen ik het hnis verliet".
„Zg zal wel als getuige gedagvaard
worden".
„Denkelyk wel."
„Hebt u ook iets gezegd, wat tegen
u zou kunnen worden aangevoerd
Eduma wendde het hoofd af. „Ja,"
antwoordde hy op zachten toon „Ik
was wondend en wist op dat oogenollk
niet, wat ik zei."
„Badreigde u hem?"
„Ja, dat deed ik. Ik zei, dat ik hem
vermoorden zou, als ug by zjjn plan
bleef, om Lize te trouwen."
„Als de hospita etn eed kan doen,
dat ze u dat hoorde zeggen, zal het
zeer tegen u pin ten Voor zoover ik
geloof, is er maar één middel ter ver
dediging en dat is, dat ga een alibi
bewyBt*. (Wordt vervolgd.}