N°. 7 1913
Donderdag 10 Januari.
100"te jaargang.
De droevige Figuur.
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- an'Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal, In Goes 0,73, bulten Goes, franco 1,23.
Afzonderlijke nonimera 5 cent.
inzending ran advertentlën op Maandag en Woensdag
vóór 2 uren, op VRIJDAG vóór 12 uren.
De prjjs der gewone ad vorlentién is van 1-5 regels 50 et., elke regel meer lOet
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt
de prijs slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijk- en doodsberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1—10 regels i f 1,— berekend.
Bewijsnummers 5 cent,
Telefoonnummer 23.
Directeur A. P. A. van Sktbbs. Uitgave vaa de Naaml.Vennootschap Goesshe Courant". Hoofdredacteur W. J. C. van Santen.
Na Dinsdag 21 Januari
a. s. wordt buiten de gemeente
Goes per postkwitantie beschikt
over de dan nog onbetaalde
abonnementsgelden voor de
„tJoesche Courant" en het
Zondagsblad „Dak Me Slee"
over het jaar 1912.
ii.
Wij hebben das te maken met dit
feitde heer De Savornin Lohman is,
ten aanzien van een regeling der in-
validiteits- en ouderdomsverzekering
//bekeerd". En de eer, een politieken
zondaar als den afgevaardigde voor
Goes tot //bekeering" te hebben ge
bracht, komt toe aan den bekwamen
vrij-liberalen staatsman mr. Tydeman.
Nu zijn renegaten altoos aan een
groot gevaar bloot gesteld als zij den
volke bet waarom van hun bekeering
willen gaan aautoonen, loopen zij in
negen van de tien gevallen de kans, méér
los te laten, dan voor hun prestige
eigenlijk wel goed is.
Zoo is bet ook met den heer De
Savornin Lobman gegaan.
De heer Tydeman heeft hem in het
hart gegrepen. Wij zouden dit zonder
meer kunnen aannemen. Maar, aldus
geeft mr. De Savornin Lobman onge
veer te kennen, al zou dit niet het
geval geweest zijn, dan nog zon ik tot
„bekeering" gekomen zijn door bet
verslag, ten aanzien van de invalidi-
teits- en ouderdomsverzekering door de
regeering uitgebracbt. Immers het is
hem, na veel peinzen zonder twijfel,
duidelijk geworden, dat de ouderdoms
verzekering voor de arbeidende klasse
van veel minder belang is dan de
invaliditeits-reute. Een verzekering
tegen invaliditeit aldus de gedach
ten-gang van den „bekeerden" mr. De
'Savornin Lobman is een speciaal
belang van de arbeiders, die van hun
handen-arbeid moeten leven, aangezien
in geval van invaliditeit alle middelen
van bestaan voor hen geheel of gedeel
telijk ophouden, en percents-gewijze de
last, welke aan de industrie wordt op
gelegd voor de ouderdoms-verzekering,
heel gering is.
Hier beweert le heer De Savornin
Lohman toch waarlijk niets nieuws.
Wie aan den politieken strijd, sinds
het Kuyper-regime, een werkzaam aan
deel heeft genomen, zal weten, dat dit
smoesje uit den treure is verkondigd
door „christelijke" propagandisten
u 'feuilleton.
Oe Vrouw in 'tSpsi.
Een crimineele Roman uit
hooge kringen.
„Het bloed stroomde eruit als een
rivier, en de dokter was verbaasd,
toen hg dien stroom zag. Wat mg
betreft, ik ben niet zoo volbloedig
Maar u moet gaan ontbijten en als u
soms iets andera hebben wilt, dan weot
u den weg oaar de bel evengoed als
ik naar de keuken". Met die laatste
woorden kraakte zg de kamer uit.
Zoodra zU de deur gesloten had,
legde hij de courant neer en lachte,
niettegenstaande zijn ongelukkige
stemming. Uij had van nature een
buitengewoon levendig temperament,
dat iemand alle zorg kan doen op zy
letten, om te genieten van het oogen-
blik. Ziin hospita, met haar eeuwig
verhalen van bloed-aftappen, was hem
een bron van groot vermaak Maar
zgn vreugde duurde nu slechts kort
en al ztjn zorgen kwamen weer terug.
Hg dronk zijn koffie, maar schoof het
eten, dat hem gebracht was, op zij.
In de „Mor.enpost* zocht hij naar
een bericht omtrent den moord. Wat
hü las, deed zijn wangen nog bleaker
worden en hij kon zijn hart hevig
voelen kloppen.
,Zg hebben een Bpoor gevonden",
mompelde bg, stond op en begon'rus
teloos heen en weer te loopen. „Ik
ben benieuwd, wat dat kan zjjn en
moet aan dien man van vannacht
denken. Als hij mij verdenkt, zal het
invaliditeit is hoofdzaak. En in roe
rende bewoordingen schilderden zij de
zegeningen van een invaliditeits-wet
naar Kuyperiaansch maaksel afeen
'arbeider, die op zijn vijfendertigste jaar
een ongeval kreeg, waardoor zijn arbeids
kracht was gevallen, zou geen zorg
meer behoeven te hebben de invalidi-
leits-wet zou hem van alle zorgen ont
slaan. Leugenachtiger bewering is
nimmer ten beste gegeven, en men
heeft er alleenlijk uit kunnen leeren,
dat de „christelijke" propagandisten
er absoluut niet tegen opzien, het
kiezers-volk te bedotten, als zoo'n
bedotterij hun richting maar eenige
stemmen „wiuste" oplevert.
Het blijkt, dat de „bekeerde" mr.
De Savornin Lobman, vroeger zoo ge
kant tegen alles, waaraan maar een
zwak luchtje van staats-socialisme zat,
de unfaire trucs van een zeker slag
„christelijke" propagandisten zich zon
der de minste of geringste moeite heeft
eigen gemaakt.
De heer De Savornin Lohman geeft
evenwel op de meest ondubbelzinnige
wijze blijk, dat hij zich zeiven de
moeite niet meer getroost, te denken,
doch anderen dit voor hem laat doen.
Nu eerst schijnt hij en dat na tien
jaren tot de overtuiging gekomen
te zijn, dat in geval van invaliditeit
de middelen van bestaan voor den
arbeider geheel of gedeeltelijk ophouden.
Het moet dus heel wat moeite hebben
gekost, vóór deze simpele wetenschap
tot hem doordrong.
Maar nu komt het mooiste 1
In de bekende Nota, mede onder
teekend door den heer De Savornin
Lohman, werd een pleidooi geleverd
voor vrijwillige verzekering. De ge
dachten-gang was dezeerkennen de
arbeiders het gevaar, dat aan invalidi
teit verbonden is, dan moeten zij het
ook hun plicht achten, zich vrijwillig
tegen dit gevaar te verzekeren dit kan
best. Maar nu de heer De Savornin
Lohman „bekeerd" is, heet het, dat
vrijwillige verzekering uit den booze
is; niet alleen is zij duur, doch en
men kaD zijn oogen haast niet geloo-
ven, als men deze bewering van den
afgevaardigde voor Goes leest waar
de meeste mensehen niet invalide worden,
is van hen niet te verwachten, dat zij
zich vrijwillig tegen invaliditeit ver
zekeren zullen 1
Dit is toch waarlijk de dubbelhar
tigheid ten top gedreven 1
Eerst beweert de heer De Savornin
Lohman, dat de invaliditeits-verzekering
de voorkeur hebben moeten boven de
verzekering tegen ouderdom, wijl de
arbeider zich door invaliditeit geheel
niet moeilijk voor hem zijn, om te
weten te komen, waar ik woon Bah
wat praat ik voor onzin 1 Ik ben het
slachtoffer van mgn eigen ziekelijke
verbeelding. Er is niets, dat mg met
die misdaad in verband kan brengen
dns behoef ik nio' bang te zijn voor
m{jn schaduw. Ik zou veel lust hebben,
om de stad voor een tijdje te verlaten,
maar ik ben bang, dat dit argwaan
zou wekken. O, Lize, mijn lieveling 1*
riep hfi hartstochtelijk uit, „als je
eens wist, hoe ik lijd, dan weet ik,dat je
medelijden met mij zoudt hebben, maar
je moet de waarheid nooit weten Nooit,
nooit!" Bjj zonk in een stoel bij het
raam en bedekte zijn gelaat met de
handen. Zoo bleef h(j eenige minnten
zitten, geheel bezig met zijn droevige
gedachten. Daarna belde bij en een
zwak gekraak bewees hem, dat juf
frouw Vermeulen hem gehoord had
een oogen blik later was ze in de kamer
en Eduma riep haar uit zijn slaap
vertrek toe: „Ik ga naar Zandvoort,
juffrouw, en kom waarschijnlijk den
ganschen dag niet terug".
„Dat zal u, hoop ik, goed doen",
antwoordde de krekel, „want u hebt
niets gegeten en de zeelucht is bij
zonder geschikt, om den eetlust op
te wekken. Mgn moeders broer was
zeeman en die had een maag 1 Als hij
gegeten had, zag de tafel er uit, of
er een zwerm sprinkhanen overheen
was gegaan".
„'t Is verbazend 1" antwoordde
Eduma werktuigelijk. Hij luisterde
niet naar de verdere opmerkingen
van jnffrouw Vermeulen, maar daeht
aan een afspraak, welke hü metLlze
had gemaakt en die hjj tot op dit
of gedeeltelijk van zijn bestaans-midde-
len ziet beroofd. Nu weer verkondigt
hij in zijn lijfblad De Nederlander, dat
de meeste menschen niet iuvalide wor
den
Wij herhalen, wat wij in ons eerste
artikel schreven kan men zoo'n poli
ticus wel au sérieux nemen Vandaag
verkondigt hij dit en morgen precies
het tegenovergestelde, alnaar Het in
zijn kraam te pas komt. En dat alles
met een staal gezicht 1 Waag het niet,
in de Kamer hem op zijn dobbelhar-
tige houding opmerkzaam te maken,
want dan krijgt men van de „Recht
vaardige" den wind van voren De
heer De Sarvornin Lohman, die meer
dan eenmaal zijn afkeuring heeft uit
gesproken over scharrel-politiek, houdt
er blijkbaar een zeer merkwaardigen stel
regel op nahij mag doen, waarover
hij een ander de meest bittere verwij
ten maakt. Immers wie het optreden
van den Goeschen afgevaardigde de
laatste jaren nauwlettend heeft gevolgd,
moet reeds lang tot de overtuiging zijn
gekomen, dat de politiek van dezen
staatsman van scharrelen aan elkander
hangt. Hij goochelt met beginselen. Van
daag beweert hij, op den autoritairen
toon, dezen afgevaardigde eigen, dat
dit het eenig goede is, en een oogen-
blik willen wij aannemen, dat zulk
een bewering hem volkomen ernst is.
Maar blijkt, dat het belang van de
„christelijke" coalitie meebrengt, een
precies tegenovergestelden koers uit te
gaan, dan is de heer De Savornin
Lohman de eerste, om zijn pas ver
kondigde overtuiging te verzaken eu
ilet tegenovergestelde als het eeuig ware
aan te prijzen.
Tegenover zulke lieden gewaagt men
niet meer van beginselen.
B a i t e n I a u <1,
De stand van het vredes
vraagstuk.
Naast het verloop der vredesonder-
onderhandelingen treedt dezer dagen
de Bulgaarsch-Roemeensche kwestie
in de buitenlandsche politiek op den
voorgrond. Zooals we in ons vorig
nummer meldden, kreeg het geschil
tUBschen Bulgarije en Roemenië in de
laatste dagen een zoo ernstig karakter,
dat de Rosmeenscha koning besloten
zou zijn, dezer dagen met zijn leger
het Bulgaarsehe rgh binnen terukken.
Gelnkkig zal echter de lastige
Ballcankwestie niet door een dergelijk
conflict nog (ingewikkelder worden
gemaakt. De Bulgaarsehe premier,
Danef, die voor de vredesonderhande
lingen te Londen vertoeft, heeft daar
met verschillende belanghebbenden
de Bnlgaarsch-Roemeensche kwestie
oog en blik had vergeten.
„Juffrouw, ik herinner mg daar, dat
van middag mijnheer Van Straelen
en zijn dochter hier komen, om een
kop thee te drinken. Wilt u zorgeD,
dat u een en ander klaar hebt?"
„U hebt maar te vragen en u hebt
het", antwoordde juffrouw Vermeulen
gastvrg. „Ik zal lekkere thee zetten
en koekjes bakken van een bijzonder
soort, zooals ik dat nog van mijn
moeder heb geleerd. En die wist het
weer van een dame, die z(j verpleegd
heeft, toon die roodvonk had. Ze is
kort daarop gestorven*.
Daar Eduma weinig begreep van
het verband tnsschen koekjes en rood
vonk, maakte hg zich haastig uit de
voeten, bevreesd, dat juffrouw Ver
meulen nog meer van die verschrik
kelijke verhalen zou doen. Het mensch
was een tijdlang verpleegster geweest
en had toen een patiënte doodsangsten
op het lijf gejaagd, door haar te ver
tellen van alle lijken, die ze had af
gelegd. Nadat dit ontdekt was, had
men haar nooit meer patiënten toe
vertrouwd.
Zoodra Eduma was vertrokken, liep
zij naar het raam en keek hem na,
zooals hü langzaam voortliep een
flinke, knappe man, op wien iedere
vroow trotseh zou zjjn. „Hoe akelig,
te moeten denken, dat hij ook eenB
een lijk zal zgn Maar wat een on
beschaamdheid is dat 1" viel zij zich
zelf in de rede, toen een forscheman,
in een licht costuum de straat over
stak en hard aan de bel trok.
De heer aan de deur was niemand
anders dan Goudsmithij had Eduma
zien uitgaan em daar het hem nu een
nader besproken en het gevolg is
geweest, dat de verhouding tnssehen
beide betrokken rijken zeer veel is
verbeterd.
De Roemeensche regeeriDg was in
elk geval besloten, de kwestie met
Bulgarije tot oplossing te brengen,
voordat de vrede met Turkije wordt
gesloten. Maar hier dreigt nog een
groot verschil van zienswijze den
loop der onderhandelingen te znllen
verstoren, omdat Bulgarije, in tegen
stelling met z(jn Roemeenschen buur
man, eerst den vrede met Turkije tot
stand gebracht zou willen zien en
pas daarna zich met de Roemeensche
kwestie zou willen inlaten.
Van het aanbiedeu van een nota,
door de gezanten der groot" mogend
heden aan de Turksche regeering,
valt nog niets met zekerheid te mel
den. Op dit punt spreken de hniten-
iandsehe telegrammen elkaar recht
streeks tegen. Volgens de eene lezing
zou deze nota Dinsdag of Woensdag
worden aangeboden, volgens een be
richt, uit andere bron verkregen, zou
men er niet over denken, de nota
vooreerst ter kennis van de Turksche
regeering te brengen. Toeh is de
nota reeds opgemaakt en weet men
mede te dee! en, dat daarin aan Tur
kije de ernstige, maar vriendschap
pelijke raad wordt gegeven, Adriano-
pei af te staan en de kwestie van de
eilanden in de Egelscbe Zee aan de
mogendheden over te laten.
De Turksche vredes gezanten pogen
nog steeds eenig voordeel te behalen
door een dreigende houding aan te
nemen. Zy biy ven op hun stuk staan
en verklaren, dat, wanneer aau hun
eischen niet meer aandacht wordt ge
schonken, zy voorgoed iedere moge-
Igkheld van onderhandeling zullen
afbreken, door Londen te verlaten.
Dit schynt in Balkankringen toeh
wel eenigen indruk te maken. Men
wflst er van die zyde namelijk op,
dat het, zonder grove inbreuk te maken
op de wellevendheid, voor geen af
gevaardigde mogelijk is te vertrekken,
voordat de conferentie nogmaals bij
eengeroepen is, al was 'tmaar alleen
om op die laatste zitting de onder
handelingen formeel af te breken. Men
is van meening, dat eeD andere manier
van doen een onbeloofdheid tegenover
den voorzitter der conferentie en het
land, waarin deze gehouden wordt, zou
zgn. Maar de afgevaardigden der
Balkanstaten, die zoo spreken, ver
geten, dat het juist da Turken waren,
die zich ten sterkste tegen het plot-
seliug uiteengaan der conterentie
verzet hebben.
Dinsdagochtend hebben da gevol
machtigden van de Balkanstatea een
vergadering gehouden, wss -in be
sloten is, dat de regeeriegan dier
staten, tegelijk met de overhandiging
van de nota van de mogend hedea aan
Tarkjje, een nota aan de Turksche
goede gelegenheid scheen, iDiormaties
in te winnen, wilde hy geen tgi ver
liezen. om er een begin mee te maken.
,U hebt myn bei bijna ui-getrok
ken 1* zei ze, nadat haar mager lichaam
en gerimpeld gezicht voor het oog
van den rechercheur in de deur ver
schenen.
„Dat spyt mij", antwoordde Joud-
smit zachtmoedig, „ik zal den volgen
den keer zachter aanschellen".
„Dat is goed, want n zou een mensch
aan het schrikken maken, door zoo
te InideD. Wel foei 1"
„Woont mijnheer Eduma hier?"
vroeg Goudsmit.
„Dat doet hü", antwoordde juffrouw
Vermeulen, „maar bjj is uitgegaan en
zal niet terng zjjn vóór vanmiddag,
maar als u een boodsehap hebt, zal ik
hem die overbrengen, alB hy thniB is".
„Ik ben biy, dat hy niet thuis is",
zei Goudsmit. „Kan ik u een oogen-
blik spreken?"
„Wat is er?" vroeg de krekel, wier
nieuwsgierigheid was opgewekt.
,Ik zal het n vertellen, als wy binnen
zyn", antwoordde Goudsmit.
De krekel keek hem met haar
scherpe, kleine oogen aan en daar zy
niets onfatsoeniyks aan hem zag,
bracht ze hem naar boven, voort
durend lnid krakend. Dit verbaasde
Gondsmit zoo, dat hy dadelyk n»ar
een verklaring van dit vnrschysel be-
gor te zoeken. „Ze zal olie noodig
hebben voor haar scharnieren", was
zyn conclusie. „Ik hoorde nooit van
mjjn leven zoo iets als dit en ze ziet
er uit, of ze in tweeëa zal breken".
Juffrouw Vermeulen nam Goudsmit
mee naar Eduma's zitkamer en nadat
regeering znllen richten, waarbjj zy
verklaren, dat zy de vredes-conferentie
af brekeD Aan de militaire bevejjiebbers
zal dan last worden gegeven, aan den
wapenstilstand een einde te m»ken.
Van bevoegde zyde wordt echter mede
gedeeld, dat de nota van da Balkan
staten in zulke bewoordingen gesteld
is, dat zy alleen van kracht worden
zal, wanneer de Turksche regeering
weigert, aan de wenken van de nota
der mogendheden gevolg te geven.
Binnenland.
De aanttaande Kamerverkiezingen,
Naar Het Vad. verneemt, heeft de
heer W. de Jong, Kamerlid voor Hoorn
bedankt voor de hem aangeboden
candidatnren voor Dokkum en Tiet-
jerksteradeel.
De Ned. meldt, dat de ehristeljjk-
historische kiesvereenlging te Katwyk
aan Zea in haar itfaanda avond ge
houden vergadering besloten hoeft,
het zittend lid, mr. i). J. E, baron van
Wassenaer van Caiwyck, opnieuw de
candldatnur aan te bieden.
Aan de ehr.-hist. kiesvereeaigingen
in het district zal hiervan mededeellng
worden gedaau en gevraagd worden,
om deze candidatuur over te nemen.
De centrale vryz.-dem. kiesvereeni-
ging in het kiesdistrict Appingedam
heeft op het grostal geplaatst da hea-
ren H. Groenewoud te Amsterdam,
Pn. Kohnstamm te Amsterdam, Frans
Netscher te Santpoort, A. Rauwerda
te Leeuwarden, Herman Sngders te
Middelburg, P. van der Voorden te
Rotterdam en C. A. Zalverder te
Heerenveeu.
Iu verschillende bladen ls bericht,
dat mr. J. A. de Wilde, te 's Graven-
hage, de voorlooptge eaudidaat der
antirevolutionairen in het district
Emrnen zon zyn.
Het bestuur der centrale antirev.
kiesvereen. in het district Emmen
meldt thans aan De (antirevRotter
dammer, dat de candidatuur is aan-
geooden aan ds. G. Hofstede, te Bloc-
zjjl, die deze candidatuur ook dit
is oen voorloopige heeft aanvaard.
Staien Generaal.
TWEEDE KAMER.
De heer Colijn, Minister van Oorlog,
heeft gisteren zjjn Vrydag onderbro
ken rede beëindigd en de geheele
Kamer geboeid door de zelfbewust
heid, waarmede hg verkondigde, wat
hy wil en wat hy in 's lands belang
het baste acht. De heer Colijn is
waarlgk een krachtige figuur, zonder
zy' de deur had gesloten, ging ze
zitten en bereidde zleh voor, om te
hooren, wat hg te zeggen had.
„Ik hoop, dat het geen rekeningen
betreft", zei ze. Mgnheor Eduma heeft
geld op de bank en 't is alles goed
en fatsoenlgk, geljjk het een heer,
als hg is, past. Maar het kan misschien
een rekening zyn, die hg vergeten
heeft. Iedereen heeft niet zulk een
goed geheugen als mgn tante van
moe'ders zyde. Ze was er voor bekend,
dat ze zoo goed datums onthouden
kon en daarin zoo sterk was als een
gesehiedenisbotk. Om nog niet te
spreken van haar tafels van vermenig
vuldiging en de nummers van de
huizen van haar klanten".
„Het is niet over rekeningen", ant
woordde Goudsmit, die, na tevergeefs
getracht te hebben, den stroom van
woorden te stuiten, nn maar met ge
duld wachtte tot ze geëindigd had.
„Ik wil alleen het een en ander
weten omtrent de gewoonten van
mynheer Ednma".
„En waarom?" vroeg jnffrouw Ver
meulen, met hevig gekraak. „Is n aan
een conrant, die artikelen opneemt
over menschen, die bet niet noodig
vinden, hun naam gedrnkt te zien?
Ik ken uw gewoontenmgn overleden
man was drukker aan een cour nt,
die failliet ging, omdat de loonen niet
kouden worden betaald. Ze zin hem
nog de som van twaalf guli-n <-n
veertig ceruen schuldig, die ik. a s
zyn weduwe, nog te vordeien heb,
maar ik denk niet, dat ik het aan
deze zgde van het graf nog zal zien 1"
Zy lachte schril.
(Wordt vervolgd).